Jubilea. Altijd leuk. De jubilaris wordt voor trouwe dienst beloond met een bonus, vulpen en borrelnootjes, trots en weemoedig terugkijkend op een mooi rond aantal jaren werken. 175 jaar spoorwegen dit jaar. De jubilaris heeft veel bereikt, voldoende om dit publiekelijk te vieren, maar hij lijkt niet in staat om oprecht de vlag buiten te hangen. Dat was 25 jaar geleden wel anders. In 1989 begon mijn illuster werkend bestaan bij NS en ik viel – in veel opzichten, die ik hier even buiten beschouwing laat – met de neus in de boter; het 150 jaar bestaan van het Nederlands spoor.
De hele zomer was door NS de Jaarbeurs afgehuurd voor een indrukwekkende tentoonstelling over het spoors verleden en de ambitieuze Rail 21 toekomstplannen van NS. Het was er een drukte van belang, de start van het ‘Er op uit’-programma, op TV waren live programma’s met interviews met directeur Ploeger, minister Smit-Kroes en vele anderen en er was eindelijk weer eens een noemenswaardig spoorboek uitgegeven: Het Spoor. De spoorwegen waren definitief uit hun deprimerende jarenzeventighol gekropen en met nieuwe stations op de Flevolijn, Sloterdijk en een verbouwd Utrecht CS spetterde het nieuwe spoorse elan ervan af. Hier werd gebouwd aan de toekomst van het land; experts, investeringen, politiek en passie werkten allemaal mee in diezelfde richting. Geen regio bleef ongemoeid, geen internationale verbinding onbesproken en de reiziger in de watten gelegd. Dat jubileumfeest was er vooral voor die reizigers, want het bedrijf zelf was nogal introvert georganiseerd vanuit een regime met militaristische en christelijke waarden. Mijn baas heette niet mijnheer Douma, hij was ‘IsG’, hoofd gebouwen van de dienst Infrastructuur. Als je een afkorting had, dan zat je hoog in de spoorboom. IsG had spoorse privileges: een kokos deurmat voor de deur met het logo van NS erin geweven, een groter bureau en een slaapnis was ingebouwd in de lambrisering van zijn kantoor. Ik had als beginneling in de spoorfamilie echter ook niet te klagen. Ik kon gratis reizen door Europa en eerste klas door de Benelux, goedkope sloten koffie-dienst drinken in de rookhollen van stationsrestauraties, mijn brik stallen in de gratis dienstfietsenstalling om alleen in ruil daarvoor eens per jaar sneeuw te ruimen op mijn vertrekperron. Er was geen station dat niet door het bedrijf zelf van voor tot achter was gepland, ontworpen, uitgevoerd en beheerd; DBFMO avant la lettre. Tot zover het weemoedig terugkijken op een vorig jubileum, dat, het moet even gemeld worden, ook een tijd werd onderbroken door een heftige spoorwegstaking met agressief personeel dat in de conducteurskantine van Utrecht CS flink werd opgehitst.
Bij het 175 jaar jubileum – niemand verplicht je om iedere 25 jaar een jubileum te vieren, hoor – blijft het festijn steken in een weekje halfbakken kinderattractieland in Amersfoort, een ons-kent-ons conferentie in Pakhuis de Zwijger en een wat veilig boek over de vormgeving en huisstijl van NS. WTF? Er zijn verdorie megastations gebouwd, sporen verdubbeld, winkels geopend, bermen vergroend, stoelen vernieuwd, werkplaatsen herontwikkeld, maar niemand die het openlijk lijkt te durven vieren of te claimen. Ligt het aan de versnippering van het bedrijf dat een veelkoppig monster zijn trots, regime en familie geen raad weet met de resultaten uit het verleden? Is men murw geslagen door de vermaledijde vertragingen, HSL-Zuid, vieze toiletten, OV-chipkaart of herfstbladeren? We hoeven de trotse visie niet te verwachten van de voormalige IsG, die jaren geleden vervangen werd door een spoorbouwmeester. Nu zonder afkorting, u weet wat dat betekent.
Een volgend jubileum staat voor de deur. In het Jaar van de Ruimte 2015 wordt 25 jaar Vierde Nota gevierd en het hele jaar worden er activiteiten georganiseerd. Leer wat simpele lessen van het jubileum van NS. Toon de moed en gevoeligheid om te vieren wat je allemaal hebt bereikt terwijl je je bewust bent van wat er verloren is gegaan. Doorzie de situatie van toen met de ogen van nu maar met vooral met een blik op de toekomst, daar ging die vierde nota over. Niets is zo onfeestelijk als kritiekloze zelf-felicitaties, maar niets is zo vervelend als een feestje dat maar niet voluit durft te gaan. Ga ervoor, stap moedig over grenzen heen om openlijk te doorgronden waar het Vierde Nota-feest nou echt (voor) staat. Mens, durf te feesten!
Reacties