Dàt de ontwerp-Nationale Omgevingsvisie er is gekomen verdient een compliment. Het ministerie van BZK had geen gemakkelijke klus binnen een extreem verschotte Rijksoverheid. Na een eerste fase van co-creëren met de andere overheden, gevolgd door noodzakelijke rijks-interne herstelwerkzaamheden en een hernieuwde poging tot samenwerking zijn de relaties met gemeenten, provincies en waterschappen weer wat aangehaald. Maar de sporen blijven zichtbaar: de NOVI heeft het ruimtelijke beleid slechts deels geïntegreerd en eindigt met een indrukwekkende opsomming van lopende en nieuwe visie- en uitvoeringstrajecten. De tekst stelt: "Wanneer er inhoudelijke aanleiding is, worden deze onderwerpen dan ook in het NOVI-proces besproken om inhoudelijke koppelingen tussen diverse dossiers mogelijk te maken". Het gaat dan bijvoorbeeld om de Havennota, de Luchtvaartnota en de Visie Landbouw, Natuur en Voedsel. De voorzichtige formulering geeft nog niet alle vertrouwen dat het integrale gedachtengoed van de NOVI het in die processen wint van de traditionele sectorale aanpak. Is dit de manier waarop de NOVI en omgevingswet integraal beleid willen voorschrijven?
De ontwerp-NOVI is ambitieus, eigentijds en optimistisch. Het gaat over de energietransitie, betrouwbare verbindingen, klimaatadaptatie. Gek genoeg wordt het ineens kwantitatief als een duurzame groei van het Bruto Binnenlands Product met twee procent per jaar wordt gefaciliteerd. Het gaat ook over bewegen, spelen en ontspannen. Over erfgoed, natuur, defensie, landbouw, krimp, wonen… Het gaat over heel veel. De NOVI gaat er daarbij - optimistisch en zonder veel onderbouwing - van uit dat (bijna) alles kan als je het maar slim en innovatief afstemt en combineert. Zo hebben we ‘in 2050 nog steeds voldoende ontwikkelingsruimte voor onze belangrijkste havens en luchthavens’. Alleen een vliegveld in een zee vol windmolens wordt lastig, maar zelfs dat wordt nog niet volledig uitgesloten. Yes we can!
Ron Lander
Maar hoe dan? ?Passen al die ambities echt allemaal in de ruimte die we hebben? De ontwerp-NOVI bevat geen kwantitatieve analyse van de benodigde ruimte. De commotie rond de PAS maakt bovendien nog eens duidelijk dat het behalve de fysiek beschikbare bunders, ook gaat om de beperkingen die daarop liggen vanuit wet- en regelgeving. De NOVI gaat ervan uit dat het allemaal goed komt als er maar intensief wordt afgestemd tussen de verschillende overheden, bedrijven en burgers. Het belang daarvan wordt terecht benadrukt. Maar is het voldoende om botsende nationale belangen in de praktijk het hoofd te bieden? Daarvoor zijn de afwegingsprincipes toch teveel open deuren en lijken de beleidskeuzes niet scherp genoeg. De vraag of het uiteindelijk allemaal past wordt niet gesteld, laat staan beantwoord.
Voor de operationalisering leunt de NOVI zwaar op de regio's: "De regio is in toenemende mate de meest relevante schaal om opgaven voor de fysieke leefomgeving op te pakken en samenhangende keuzes te maken". Daar is weinig op af te dingen: de regionale overheden ambiëren hier een centrale rol, zitten dicht op de praktijk en beschikken over de juiste bevoegdheden, kwaliteiten en maatschappelijke contacten. Maar de NOVI is een centrale visie, die formeel alleen het rijk zelf bindt. Het rijk ziet zichzelf - met een beperkt instrumentarium - als ‘verbinder, mediator, expert, kennismakelaar en begeleider’, kortom actief ondersteuner. De echte afwegingen, beleidskeuzes en prioriteitsstelling zullen in de praktijk dus vooral door anderen worden gemaakt. Dat maakt de concrete uitvoering van de NOVI enorm spannend.
De ontwerp-NOVI had integraler en operationeler gekund, de afwegingsprincipes en beleidskeuzes scherper, de ruimteclaims meer gekwantificeerd. Allemaal waar. Maar de NOVI brengt ook de fysieke leefomgeving in haar geheel binnen een perspectief van leefkwaliteit en duurzaamheid. Dat is belangrijk. Het is nu aan ons overheden, burgers en bedrijfsleven om dit te koesteren en te verankeren in de definitieve NOVI en de uitvoering daarvan.
Ron Lander is hoofd Ruimte en Wonen bij de provincie Groningen, hij schrijft deze column op persoonlijke titel.
Reacties