In een ideaal 'smart hub Nederland' zijn er door het hele land mogelijkheden voor een naadloze overstap van het ene naar het andere vervoermiddel. Met één app en één betaalsysteem. Dat doel is nog ver weg. Ook Amsterdam brengt met de bouw van een smart mobility hub nabij de Johan Cruijff Arena dat ideaal niet dichterbij. In het ergste geval zorgt die nieuwe garage met 2.160 parkeerplekken voor nog meer autoverkeer.

Wat is een smart mobility hub? In de meest basale definitie is een smart hub een plek waar reizigers van één vorm van vervoer overgaan naar een andere vorm. Volgens deze definitie is een fietsenstalling al een smart hub, hier stapt men namelijk over van wandelen naar fietsen. Maar in zo’n geval kan het gebruik van de term smart mobility hub worden bestempeld als ‘praten over gebakken lucht’. Een volgend element om de term smart mobility hub meer substantie te geven is aansluiting op openbaar vervoer. Hierin kan er van persoonlijk vervoer overgestapt worden naar collectief vervoer of van één soort openbaar vervoer op een andere. Een fietsenrek dat geplaatst is naast een busstation valt op deze manier ook onder de term smart mobility hub, wat natuurlijk zeer summier is.

Een veel voorkomend aspect van een smart mobility hub is het ontmoedigen van persoonlijk autogebruik, en de overstap naar andere vervoermiddelen. Dit zie je vooral aan de randen van steden, waar een hub vaak dient als plek om de auto achter te laten en met een meer stadsvriendelijke vorm van vervoer door te reizen. Een park and ride bij een metro- of bushalte valt dus ook te bestempelen als een smart mobility hub, maar mist wat ons betreft nog wat elementen om het deze term waardig te maken. Een volgend aspect kan het toevoegen van persoonlijke deelmobiliteit zijn, zoals deelfietsen, auto's of scooters. Wederom faciliteert dit een verdere integratie tussen verschillende vormen van mobiliteit. Ook zijn er vaak voorzieningen die een reis gemakkelijker maken, zoals kluisjes en informatieborden. Soms is een smart hub ook een bestemming op zich, door bijvoorbeeld horeca, winkels of een park te ontwikkelen in of bij de hub. Zo valt te beargumenteren dat een treinstation als Utrecht Centraal de ultieme smart hub is: een plek waar reizigers makkelijk kunnen wisselen van vervoermiddel, waar een groot aantal voorzieningen aanwezig zijn en die ook een bestemming op zich is.
Als we de bovenstaande elementen in ogenschouw nemen, krijgen we een beeld van de smart hub als plek waar doorgaans meerdere vormen van vervoer samenkomen om een soepele overstap te faciliteren. Dit omvat meestal deelmobiliteit, openbaar vervoer en vaak ook een plek waar een privéauto en fiets kunnen worden geparkeerd. Verder zijn er tenminste informatieborden en idealiter wat meer basale voorzieningen. Dit is volgens ons de basis van wat een smart mobility hub is, maar dan zijn we er nog niet.