Er is relatief weinig onderzoek gedaan naar het functioneren van de openbare ruimte in naoorlogse wijken. Welke plekken zijn nu bepalend voor de leefbaarheid en de buurtbinding? Wij hebben het concept buurtdragers ontwikkeld om dragende routes en plekken in deze wijken op te sporen. Het onderzoek naar buurtdragers combineert de expertise van de ruimtelijk professional met de belevingswereld van bewoners. Deze benadering geeft zicht op kansrijke interventies om de alledaagse openbare ruimte te versterken.
De alledaagse openbare ruimte staat door Covid-19 volop in de publieke en professionele belangstelling. Aanvankelijk vooral vanwege de noodzakelijke preventieve maatregelen, maar al spoedig ook vanuit de waarde als alledaagse ruimte in de woonomgeving. Het versterkt de aandacht voor de openbare ruimte in de hernomen stedelijke vernieuwing en verdichtingsopgave. In de gedeelde openbare ruimte krijgt de buurt gestalte. De alledaagse ruimte krijgt betekenis door activiteiten zoals een praatje met een buurtgenoot, een ommetje door de wijk of de route naar de dagelijkse voorzieningen, als speelplek voor kinderen, maar ook door gehechtheid aan en betrokkenheid bij de eigen buurt. De fysieke inrichting van de openbare ruimte is daarmee direct gerelateerd aan leefbaarheid en de binding met de buurt.
De Covid-19 ingrepen in delen van de openbare ruimte ten behoeve van meer veiligheid en terrassen leidden onvermijdelijk tot stellingnames over het verlies aan betekenis van het publiek domein. De alledaagse ruimte als gedeelde ruimte is echter al langere tijd aan structurele veranderingen onderhevig. De openbare ruimte moet dan ook begrepen worden in een veranderende maatschappelijke, sociaal-culturele en economische context. Zo leiden trends in de bundeling van maatschappelijke en commerciële voorzieningen op bovenlokaal niveau tot verschraling van het aanbod in de buurt. In sociaal diverse wijken zijn er nieuwe groepen die dragers zijn van de publieke ruimte. Tegelijkertijd kunnen overheid, woningbouwcorporaties, maatschappelijke partijen en vooral bewoners een nieuwe verantwoordelijkheid ontwikkelen voor de openbare ruimte.
Vooral in de kwetsbare naoorlogse woonwijken liggen belangrijke opgaven. Deze wijken hebben een grote variëteit aan typen openbare ruimten die van betekenis zijn veranderd. De sociaaleconomische problematiek is nog onverminderd groot. Gemeentes en woningbouwcorporaties zijn bereid om in de woonomgeving te investeren met fysieke en sociale ingrepen. Maar op welke kan dan het beste worden ingezet? Deze fysiek-sociale opgave vraagt om een beter begrip van de betekenis van de openbare ruimte en de daaraan gelegen functies met een publieke betekenis, specifiek op buurtniveau. Wat zijn de plekken en routes die verbindend werken? En hoe bepalen we dat en met wie?
Reacties