De globale zoektocht naar grondstoffen brengt volgens milieuactivisten bijna een derde van het Wereldnatuurerfgoed in gevaar. Vooral in Afrika is de situatie bijzonder dramatisch. Daar is 61 procent van de bijzonder waardevolle gebieden door mijnbouw of het boren naar olie en gas bedreigd. Dat blijkt uit een rapport dat natuurbehoudsorganisatie WWF begin oktober in Londen publiceerde.
In totaal zijn er 229 Wereldnatuurerfgoederen van de VN-organisatie Unesco. Daartoe behoren ook de Grand Canyon in de Verenigde Staten en het Great Barrier Reef voor de oostkust van Australië. In Europa en Noord-Amerika is volgens het WWF tien procent van het Wereldnatuurerfgoed in gevaar, waaronder de Waddenzee. Daar hekelen de milieuactivisten de olieproductie met de daaraan gekoppelde bouw van een olieboorplatform en pijpleidingen. Indien de productie wordt uitgebreid, vormen nieuwe proefboringen een zware geluidsoverlast voor de dieren.
‘Het voorbeeld Waddenzee toont aan dat het Wereldnatuurerfgoed ook in Duitsland niet veilig is’, zei Günter Mitlacher van WWF Deutschland. ‘Voor de woekerwinsten van de industrie moeten ook de mooiste natuurparadijzen wijken.’
WWF waarschuwt tegelijkertijd internationale investeerders voor bedrijvigheden in deze gebieden. ‘We willen dat de investeerders beseffen wat ze doen’, zei WWF-woordvoerster Rebecca Pain in Londen. ‘Vaak zijn ze zich niet eens bewust van de gevaren voor het milieu.’ Het rapport verwijst uitdrukkelijk naar het wildreservaat Selous in het Oost-Afrikaanse Tanzania. Dat is groter dan Denemarken en was tot voor kort praktisch nog ongerept. Maar enkele jaren geleden heeft de regering de exploitatie van bodemschatten toegelaten, met als gevolg dat er nu vijf actieve mijnen zijn en een vijftigtal concessies. Sinds 2014 staat het park op de lijst van bedreigd Wereldnatuurerfgoed.
Bron: hnl.be
Reacties