Het negatieve effect van 'verdozing' leeft als nooit tevoren. Het debat daarover gaat ook niet meer alleen over de verrommeling van ons landschap, de bouw van blokkendozen en het ontstaan van een nieuwe lelijkheid. Met vooruitziende blik heeft Rijksadviseur Wouter Veldhuis de noodzaak van een nieuw verhaal voor de logistiek hoog op de nationale agenda gezet. In een column elders heb ik zijn oproep volmondig gesteund: ''Nederland distributieland maakt meer landschap en vestigingsklimaat kapot dan je lief is."
De huidige manier van planning van logistieke bedrijventerreinen is niet langer houdbaar en schaadt de regionale economie: het is niet duurzaam, het gaat ten koste van ruimte voor werken/MKB en er is te weinig oog voor de omgeving. Dergelijke bedrijventerreinen zijn te vaak hitte-eilanden, circulair denken komt er nauwelijks van de grond en het belang van werknemers is van secundaire betekenis. Maar zonder een nieuw verhaal gaat de 'verdozing' door, al beginnen de vastgoedwereld en de logistieke sector steeds beter te begrijpen dat het roer om moet.
Migratie was één van de grote topics tijdens de jongste Kamerverkiezingen. Opmerkelijk genoeg legden politieke partijen nauwelijks een link met ruimte voor logistieke bedrijvigheid. De logistiek is de grootste afnemer van de 635.000 grotendeels Oost-Europese arbeidsmigranten; ruim 40% van de arbeidsmigranten werkt in de logistieke sector. En het aantal arbeidsmigranten zal blijven groeien, gelet op de groei van de logistieke sector en toenemende binnenlandse vraag. Terecht schetste econoom Mathijs Bouman dat als de politiek echt iets wil doen aan migratie - we kunnen weinig in verband met landelijke en EU wet- en regelgeving - we vooral indirect moeten ingrijpen via ruimtelijke ordening. Als er geen kavels voor nieuwe distributiecentra beschikbaar komen en uitbreiding van bestaand vastgoed wordt afgeremd, dan stopt de groei van logistieke bedrijven. Maar helaas vindt de politiek ruimtelijke ordening vooral van belang als het gaat om de aanpak van de woningnood.
Het aantal distributiecentra en dus ook de groei van het aantal arbeidsmigranten zal volgens het PBL de komende tijd verder toenemen. In het hele land, maar vooral in het westen, midden en zuiden zijn al veel bouwvergunningen verleend. Gelukkig zie ik in veel regio’s wel, dat er aan nieuwbouw veel hogere duurzaamheids- en omgevingseisen worden gesteld. Dit geldt helaas veel minder voor de sociale problemen van arbeidsmigranten. Hetzelfde geldt voor de enorme tegenstelling tussen mooie politieke woorden om bestaande bedrijventerreinen veel beter te benutten en het gebrek aan daden om tot uitvoering van deze opknapoperatie te komen.
Johan Remkes was klip en klaar over de noodzaak scherpe keuzes te maken. In zijn stikstofadvies uit 2022 benadrukte hij dat niet alles overal kan. Het is daarom de hoogste tijd, zoals Jeroen Hinloopen, adjunct-directeur van het Centraal Planbureau eind november in het Financieele Dagblad ook bepleitte, te kiezen voor sectoren die minder beslag leggen op publieke ruimte. De nieuwe Nota Ruimte zal uitspraken moeten doen over de sectoren die we in ons land op lange termijn willen huisvesten. Net zoals er duidelijkheid moet komen over de aard van onze economie op de lange termijn. In onder meer Brabant en Gelderland gaan in dat kader steeds meer stemmen op alleen ruimte te bieden voor logistieke bedrijven die zich richten op de Nederlandse markt of die het regionaal-economisch DNA versterken. In verband met het steeds verder escalerende migratiedebat is het een kwestie van tijd dat aan de huisvesting van werknemers extra eisen worden gesteld. Tegelijkertijd moeten we de lat veel hoger leggen voor bedrijven om te voldoen aan eisen op gebied van duurzame gebouwen, inpassing in het landschap en het voorkomen van ware hitte-eilanden. Kortom, we smachten naar ruimtelijke ordening en een ruimtelijk-economische visie in het bijzonder.
Reacties