Volgens prognoses van ABF Research is er tot 2035 behoefte aan een miljoen extra woningen. Grootschalige industriële woningbouw kan bijdragen aan het terugdringen van het woningtekort. Dit heeft in het verleden echter de positie van bouwers versterkt, en daarbij zeggenschap van bewoners en aanpasbaarheid van de woningvoorraad beperkt. Het 1M Homes-initiatief van de TU Delft onderzoekt onder meer hoe Open Bouwen, in combinatie met digitalisering en automatisering, kan bijdragen aan een duurzame oplossing voor het woningtekort en tegelijkertijd bewoners zeggenschap geven.
De miljoen woningen die nodig zijn om bestaande tekorten weg te werken en de verwachte toekomstige vraag op te vangen hoeven niet allemaal nieuw gebouwd te worden. Een kwart van deze miljoen woningen bestaat uit het vervangen van verouderde woningen. Benodigde woningen kunnen dus ook gecreëerd worden door woningen voor de sloop te behoeden, door splitsing van bestaande woningen en door transformatie van bijvoorbeeld kantoorgebouwen tot woningen. In het grote volume bestaande gebouwen ligt een enorme hoeveelheid aan grondstoffen, materialen, producten, energie en CO? opgeslagen. Onder meer in niet of nauwelijks te recyclen beton. Schaarser wordende grondstoffen, materialen en producten zijn slechts deels herwinbaar en bovendien kost herwinning energie. Hergebruik van gebouwen heeft daarom grote duurzaamheidsvoordelen ten opzichte van sloop-nieuwbouw.
Desondanks worden veel gebouwen gesloopt. Sloop kan de voorkeur krijgen doordat herontwikkeling technisch niet goed mogelijk is (materialen en producten zijn verouderd en onvoldoende hernieuwbaar), er geen of onvoldoende vraag is voor een nieuwe invulling (bijvoorbeeld in krimpregio’s), herontwikkeling te duur is voor een sluitende business case en/of alternatieve investeringen (op de locatie) aantrekker zijn. Al deze aspecten hangen samen met de hernieuwbaarheid en aanpasbaarheid van het gebouw, waarbij bepaalde kenmerken kunnen zorgen voor meer flexibiliteit en dus een grotere diversiteit aan mogelijke invullingen voor het gebouw. Dat maakt herontwikkeling ook eenvoudiger en goedkoper, doordat gebouwen met minder ingrijpende ingrepen voor een nieuw gebruik geschikt te maken zijn. Nu is sloop-nieuwbouw, financieel gezien, nog vaak de meest aantrekkelijke optie.
Hernieuwbaarheid en aanpasbaarheid zijn ook van belang omdat de kwantitatieve en kwalitatieve vraag naar vastgoed voortdurend verandert. Voor goede afstemming van vraag en aanbod helpt vraaggerichte ontwikkeling op de korte termijn en is hernieuwbaarheid en aanpasbaarheid nodig voor de lange termijn. Aansluitend op wat Peter Luscuere in 2018 schreef in ‘Circulariteit: Op weg naar 2050?’ wordt hernieuwbaarheid gezien als het hanteren van hernieuwbare grondstoffen bij nieuwe toepassingen. Dit in aanvulling op het verlengen van de levensduur van grondstoffen, materialen en producten door onderhoud, reparaties, hergebruik en uiteindelijk recycling. Aanpasbaarheid bestaat uit de mate waarin een gebouw geschikt kan worden gemaakt voor veranderde wensen of een ander gebruik.
Reacties