Water-
schap
#1/2023
Vakblad over de leefomgeving voor ruimtelijke professionals en woonexperts
Luister naar bodem en water
INTERVIEW DIJKGRAVEN EN HOOGHEEMRAAD
Waterschap in de
wereld van morgen
MARTIJN VAN DER STEEN & MYRTHE VAN DELDEN
Waar gaan we wonen
(in de delta)?
JUTTA HINTERLEITNER & LEO POLS
Biobased en
natuurinclusief wonen
DAAN BRUGGINK
Het weer wordt extremer, met een grotere kans op langdurige
droogte en meer overvloedige regenval. We zijn doorgeschoten
in de maakbaarheid van Nederland. Het watersysteem stuit op
zijn grenzen. In het boek Nederland Droogteland laat
milieujournalist René Didde zien welke uitwegen er zijn uit de
droogte en hoe we de verzilting, verzakking en verdroging van
Nederland kunnen tegengaan. Hij is optimistisch: Nederland kan
een nieuwe balans vinden tussen nat en droog. Waterschappen
en provincies spelen daarbij een cruciale rol. Andere
'hoofdpijndossiers', zoals stikstof, kunnen daarbij meeliften.
Van waterschaarste en
bodemdaling tot regentuinen
en hoogwaterboerderijen
ISBN 9789088031205PRIJS ?21,95UITGEVERIJ LIAS B.V.
APRIL 2021DERDE DRUK176 PAGINA'S14 X 23 CMPAPERBACK
1
EN VERDER
04 Hoofdredactioneel
40 Column
De waterwereld door de
ogen van een adviseur
48 Beeldessay
Redesigning Deltas
96 Column
De dupe van
overstromingen
98 Recensie
Een onvoltooid project
ARTIKELEN
20 Waterschap in de
wereld van morgen
Gezamenlijke zoektocht
28 Samen in actie voor
water en bodem
Provinciale verkiezingen
32 De waarde van water
Waterbewustzijn
42 Vrijheid in gebondenheid
Redesigning Deltas
52 Waar gaan wij wonen
(in de delta)?
Vier toekomstbeelden
60 Biobased en
natuurinclusief wonen
De Nieuwe Oogst
72 Omgevingsfactoren
Instrumenten gezonde
leefomgeving (IGL)
Leef-
omgeving
Betaalbaar
wonen
COVER
De watersnood in 1995
bron Archief Well Limburg
THEMA
WAT E R
78 Lokale energie-
opwekking
Rolverdeling
84 Wonen internationaal
Conferentie EIPA
90 Betaalbare woonruimte
Hoe Barcelona de
wooncrisis te lijf gaat
Water-
schappen
66 Zuidplaspolder
Water en bodem
bepalend voor keuzes
INTERVIEWS
06 Waterschappen
moeten meer op de
trom slaan
Interview met dijkgraven en
hoogheemraad
12 Klaar voor de
klimaatverandering?
Interview met vier
waterschappen
Inhoud
2
Taneha K. Bacchin
TU Delft
Daan Bruggink
ORGA Architect
Myrthe van Delden
NSOB
René Didde
Wetenschapsjournalist
Peter van Dijk
Aa en Maas
Koen Dortmans
Hogeschool Arnhem
en Nijmegen
Martijn Eskinasi
Ministerie van
Binnenlandse Zaken
Jutta Hinterleitner
Stedelijk onderzoeker
Fransje Hooimeijer
TU Delft
Aan dit nummer werkten mee:
Auteurs
3
RUIMTE + WONEN NETWERK
Yvonne de Kluizenaar
Sociaal en Cultureel
Planbureau
Steven Kromhout
Amsterdamse Federatie
van Woningcorporaties
Fabiënne van Luin
Gemeente Zuidplas
Ivan Nio
NIO Stedelijk Onder -
zoek/Hogeschool van
Amsterdam
Leo Pols
Planbureau voor de
Leefomgeving
Bert Pots
Senior redacteur
Martijn van der Steen
NSOB
Anja Steenbekkers
Sociaal en Cultureel
Planbureau
Christiaan de Vries
Engaging Dynamics
Bob Witjes
Aedes
4
Welke dijk zorgt voor mijn
droge voeten? Kan een
boer al vroeg in het voor -
jaar met zijn zware
voertuigen het land op of
verkiezen wij een drassi -
ge omgeving? En wordt
ons rioolwater voldoende
gezuiverd voordat het in
open water wordt geloosd
om daarin veilig en
gezond te kunnen zwem -
men?
Bij veel van dergelijke vra -
gen blijft het stil. Alleen bij
ernstige calamiteiten, over -
stromingen door onver -
wacht zware regenval of bij
ernstige droogte, staat de
samenleving uitvoerig stil
bij de rol van onze water -
schappen.
Waterschappen ? de ver -
uit oudste en tegelijk meest
onbekende overheden van
ons land ? houden op 15
maart verkiezingen. Van -
wege discussies over onze
dijken, het meest passende
peilbesluit en de zuivering
van af valwater, zou het
logisch zijn dat we na ne -
genhonderd jaar polderen
continu aan onze water -
schappen worden herin -
nerd. Niets lijkt minder
waar. De fusie van bijna
vierduizend waterschap -
pen naar 21 organisaties in
bijna tweehonderd jaar tijd,
ging geruisloos aan ons
voorbij. De democratische
transitie van tot twintig
jaar terug alleen verkiezin -
gen van en door direct
belanghebbenden naar
bijna algemene verkiezin -
gen door alle inwoners - we
hebben er weinig van ge -
merkt. Zelfs de recente
wijziging van het water -
schapsbestuur, het terug -
brengen van zeven geborg -
de zetels naar nu vier voor
agrariërs en natuurbeheer -
ders en daarmee het verho -
gen van het aantal politieke
vertegenwoordigers. Het
lijkt nauwelijks aandacht te
k rijgen.
Veel inwoners kennen
hun waterschap alleen van
de jaarlijkse belasting-
inning. Dat waterschappen
met die inkomsten zelf hun
eigen broek weten op te
houden is vervolgens vrij -
wel onbekend. Maar wat
doen die waterschappen
eigenlijk met dat geld? Wie
heeft het bij de besteding
van die middelen voor het
zeggen of wie wil het voor
het zeggen hebben? En hoe
kijken de vele experts en
bestuurders binnen die
waterschappen naar hun
toekomst?
Met de onzekerheid over
de gevolgen van klimaatver -
andering, de noodzaak van
duurzame energieopwek -
king en de dringende
behoefte om de belangen
van natuur en landbouw
beter met elkaar in balans te
brengen, ontwaken
Waterschap
Water en bodem zijn
voortaan sturend in het
ruimtelijk beleid
5
HOOFDREDACTIONEEL
waterschappen uit hun
onbekendheid. Er valt heel
wat te kiezen. Over de plek
waar we straks nog kunnen
wonen, over de versterking
van de biodiversiteit of over
de kwaliteit van ons zwem-
en viswater.
Waterschappen tonen
zich innovatief, zo betogen
twee dijkgraven uit Gronin -
gen en Limburg en een
hoogheemraad uit het hart
van Nederland in een geza -
menlijk interview. Steeds
vaker is er op weg naar een
circulaire economie aan -
dacht voor de terugwinning
van grondstoffen, steeds
beter hebben zij oog voor de
mogelijkheden van energie -
opwekking uit ons warme
a f v a lwate r.
In dit nummer staan we
ook uitvoerig stil bij de
principiële keuze van het
Rijk dat water en bodem
voortaan sturend zijn in het
ruimtelijk beleid. Water -
schappen vinden het
belangrijk dat de watersec -
tor éindelijk meer invloed
k rijgt.
Gebiedsontwikkeling zal
een fundamenteel ander
karakter krijgen. Een nieu -
we woonwijk intekenen en
vervolgens bodem en water
aanpassen aan de wensen
van de toekomstige gebrui -
kers, is geen begaanbaar
pad meer. Diezelfde
bestuurders erkennen dat
voor de juiste invulling van
die rol nog wel een en ander
moet veranderen.
Martijn van der Steen en
Myrthe van Delden leggen
uit dat het waterschap van
de toekomst gaat over din -
gen anders doen en over
dingen niet meer doen. Dat
vereist diepe verandering,
niet alleen in de instrumen -
ten, maar ook in de funda -
menten.
Voor de verandering naar
een fair en houdbaar sys -
teem verdient strategie en
strategisch vermogen daar -
om een plek in de kern van
onze waterschappen.
Die andere gebieds-
ontwikkeling gloort in de
plannen van architect Daan
Bruggink. Samen met
een ontwerpteam laat hij
zien dat natuur- en
klimaatinclusief handelen
kan leiden tot andere
stedenbouwkundige con -
cepten. Die Nieuwe Oogst
smaakt naar meer.
Gebiedsontwikkeling
krijgt fundamenteel
ander karakter
Remko Zuidema
Stichting BRIQS
Bert Pots
Senior redacteur
6
INTERVIEW
BRON SHUTTERSTOCK FOTOGRAAF JAY-SI
7
INTERVIEW
Water en bodem zijn voortaan sturend in het ruimtelijk beleid. Die keuze van het
Rijk vervult hoogheemraad Els Otterman (Hoogheemraadschap De Stichtse
Rijnlanden) met blijdschap. "Het is belangrijk dat in onze laaggelegen delta de wa -
tersector meer invloed krijgt." Dijkgraaf Roeland van der Schaaf (Waterschap
Noorderzijlvest) noemt het niet minder dan een 'baanbrekende ommezwaai'. "Eeu -
wenlang zijn we beziggeweest bodem en water onze wil op te leggen. Dat gebeurde
goed en geraffineerd, maar de gevolgen van klimaatverandering in combinatie
met onze hoge bevolkingsdichtheid maken dat we voor nieuwe uitdagingen
komen te staan. Alle partijen die betrokken zijn bij de ruimtelijke ordening, ook de
waterschappen, zullen van nu af aan naar bodem en water moeten 'luisteren'."
"Techniek loste lange tijd alles wel op", vult dijkgraaf Patrick van der Broeck
(Waterschap Limburg) aan, "maar daar moeten we van afstappen. Van huis uit ben
ik fysisch geograaf; ruimtelijke ordening heb ik geleerd, begint bij de bodem en
daar zit water in. Als we vervolgens goed met de natuur samenwerken, dan komen
we tot heel andere oplossingen."
Bert Pots
Water en bodem zijn sturend in het ruimtelijk beleid. Wat
betekent dat voor de rol van waterschappen in de toekomst?
En wacht er ook nog een taak in de energietransitie?
Twee dijkgraven en een hoogheemraad over groei van het
zelfbewustzijn, fundamenteel andere gebiedsontwikkeling en
extra stappen in de strijd tegen klimaatverandering. Luister
naar bodem en water.
Waterschappen
moeten meer op
de trom slaan
8
INTERVIEW
Gebiedsontwikkeling
Otterman: "Waterschappen zullen als het gaat om hoogwater-waterveiligheid het
voortouw moeten nemen in op de natuur gebaseerde oplossingen, maar daar
redden we het in het westelijk deel van ons land echt niet mee. Als we in onze dicht -
bevolkte delta willen blijven wonen, dan moeten we ook klimaat-adaptief bouwen."
Gebiedsontwikkeling krijgt een
fundamenteel ander karakter.
Van der Schaaf: "Een nieuwe
woonwijk intekenen en vervol -
gens bodem en water aanpassen
aan de wensen van de toekomsti -
ge gebruikers, is geen begaanbaar
pad meer. En ook in al bebouwd
gebied zullen niet goed functio -
nerende systemen een verande -
ring moeten ondergaan."
Waterschap Limburg werd in
2021 geconfronteerd met over -
stromingen na hoogwater in zuid
en midden Limburg. Van der
Broeck onderschrijft de woorden van zijn collega uit Groningen. "We moeten ons
realiseren dat niet alles maakbaar is. Rivieren moeten meer ruimte krijgen. Dat
hebben we eerder in het noorden van onze provincie gedaan, dat zal ook in
Zuid-Limburg moeten gebeuren. Daarbij is het belangrijk
anders te denken, minder conservatief te handelen en minder zelfgenoegzaam te
zijn. We zien Nederland graag als het land van de allerbeste wateringenieurs,
maar het is heel zinvol om over de landsgrens te kijken. Zwitserland kent heldere
normen voor de plekken waar vanwege het risico op wateroverlast wel of niet
mag worden gebouwd. Daar kunnen we van leren."
Andere kijk
Hij zegt de afgelopen jaren ook persoonlijk een verandering te hebben doorge -
maakt. "In het verleden ben ik wethouder en gedeputeerde geweest. Als wethou -
der in Venray vond ik de watertoets niet nodig, ook als gedeputeerde zag ik weinig
in de wettelijke verankering van die toets. De afgelopen vijf jaar ben ik daar anders
over gaan denken; gemeenten kijken bij het maken van bestemmingsplannen nog
te weinig naar de rol van water. De watertoets verdient een betere verankering."
Stevige eisen
Formeel verandert er met 'water en bodem sturend' niks, gemeenten en provincies
blijven verantwoordelijk voor de ruimtelijke ordening. Van der Schaaf: "Maar onze
rol verandert wel. Waterschappen zullen vanaf het begin bij die ordeningsvraag -
stukken moeten worden betrokken." Waterschappen zijn van huis uit 'doenerig en
Ook de water -
schappen zullen
van nu af aan naar
bodem en water
moeten 'luisteren'
9
dienstbaar', merkt Otterman op. "Daarin moeten ze veranderen. Als het nodig is,
dan moeten waterschappen duidelijk maken dat er op een bepaalde plek niet kan
worden gebouwd. Of ze stellen stevige eisen om voldoende ruimte voor water te
waarborgen."
Wat betekent dat voor de uitvoerende organisaties? Meer mensen? Extra
deskundigheid?
Otterman: "We hebben als het specifiek gaat om ruimtelijke ordening meer mens -
kracht nodig. Belangrijker is dat waterschappen zelf bepalen wat zij - redenerend
vanuit het water- en bodemsysteem - wel of niet verstandig vinden. Voorheen
durfden waterschappen dat niet altijd." Van der Schaaf: "Wij moeten dus meer op
de trom slaan. Soms hebben bestuurders en medewerkers daarvoor andere vaar -
digheden nodig, zodat we op het juiste moment aan de juiste tafels zitten en daad -
werkelijk betrokken zijn bij maatschappelijke discussies. Maar ik verwacht ook iets
van onze medeoverheden. De 'ruimtelijke ordenaars' bij provincies en in gemeen -
ten zullen hun deskundigheid voor wat betreft de betekenis van water moeten ver -
groten; water is niet alleen een zaak van het waterschap."
Gebruik Keur
Ook Van der Broeck denkt minder in organisatiegroei en extra menskracht.
"Meer bewustwording over de al bestaande mogelijkheden is wat mij betreft veel
belangrijker. De Keur wordt nog niet voldoende gebruikt. We kunnen in onze
verordening nog beter aangeven wat wel of niet kan. Ook is het belangrijk ons
beter te verplaatsen in de behoeften van de andere spelers in het ruimtelijke do -
mein. Bijvoorbeeld overstromingskaarten kunnen gemeenten een handvat bie -
den bij het maken van omgevingsvisies en bestemmingsplannen, maar we zijn
ons nog niet altijd bewust van de mogelijkheden van dergelijke instrumenten."
Een andere verdeling van de bevoegdheden tussen overheden is wat betreft bei -
Keur
De beheerverordening van waterschappen wordt Keur genoemd. Deze bevoegdheid is
beperkt tot de specifiek opgedragen taak. In de Keur staan de regels, met name
geboden en verboden, die een waterschap hanteert bij de bescherming van onder
andere waterkeringen, watergangen en bijbehorende kunstwerken. Deze regels
voorkomen dat dijken en oevers beschadigen. Ook zijn er regels voor het onderhoud
van sloten, beken, rivieren en andere waterlopen om de waterafvoer in dit oppervlakte -
water te waarborgen. Hoogheemraadschap van Rijnland bijvoorbeeld werkt aan
uitbreiding van de Keur met verplichte klimaatregels. Met de komst van de Omge -
vingswet wordt de Keur de waterschapsverordening. Waterschap Noorderzijlvest grijpt
die verandering aan om de Keur te hervormen; het gaat straks minder om het
aanvragen van vergunningen en meer om de zorg- en meldplicht.
10
INTERVIEW
de dijkgraven en de hoogheemraad niet aan de orde. Dat zou slechts leiden tot
eindeloze discussies. Otterman: "Onze kerntaken en verantwoordelijkheden
veranderen niet. We doen alleen andere dingen om voor de toekomst ons water -
systeem en onze waterveiligheid te waarborgen."
Het gebruik van fossiele brandstoffen moet afnemen. Brengt de energie -
transitie nieuwe taken met zich mee?
Van der Schaaf: "In de energietransitie hebben waterschappen een rol te spelen.
Dat is onze maatschappelijke plicht en dat doen we ook. Wij staan open voor
innovaties. Nog niet zo lang geleden zijn op onze zeedijk nabij de Eemshaven
windturbines geplaatst. Een paar jaar geleden zou dat volstrekt ondenkbaar zijn
geweest."
Eigen opgave
Van der Broeck: "En we hebben natuurlijk net als iedereen onze eigen opgave.
Waterschappen zijn met al hun installaties grote energiegebruikers. We hebben de
afgelopen jaren al veel maatregelen genomen om ons eigen energiegebruik terug
te dringen. Tegelijkertijd winnen we gas terug bij verbranding van slib."
Otterman: "Ook onze waterzuiveringsinstallaties spelen een rol in de energie-
opwekking. In Utrecht-Overvecht bouwt Eneco een warmtepomp om warmte uit
ons af valwater te halen. In De Bilt proberen we een nieuw aan te leggen warmtenet
van warmte te voorzien. En er valt te denken aan grootschalige warmtewinning
uit oppervlaktewater. Voor de Merwedekanaalzone, een nieuw duurzaam woon -
gebied in de stad Utrecht, wordt gewerkt aan plannen voor warmtewinning uit het
kanaalwater. En dat is wat mij betreft pas het begin."
Van der Broeck: "Het is ook heel goed dat waterschappen positief reageren op de
vraag van gemeenten, woningontwikkelaars en energieproducenten om samen
nieuwe wegen te bewandelen. Alleen door samenwerking met en gebruik van
kennis van elkaar komen we verder in die transitie."
De economie moet een meer circulair karakter krijgen. Wat kunnen
waterschappen als het gaat om het winnen van grondstoffen uit af val -
water betekenen?
Otterman: "Ook daar zijn we al mee bezig. Wij bouwen bij één van onze water -
zuiveringen een cellulose-terugwininstallatie. Andere waterschappen zijn weer
bezig met de winning van andere stoffen. Er is nog wel een wettelijke belemme -
ring; af valstoffen mogen niet opnieuw tot grondstof gemaakt. We lobbyen voor
andere wet- en regelgeving, maar blijkbaar kan het ook al."
Is dat genoeg? Van der Schaaf: "Klimaatwetenschappers houden ons voor dat we
nog veel meer moeten doen om de klimaatverandering enigszins binnen de perken
te houden. Ik ben relatief nieuw in de sector en ik zie bij onszelf en bij mijn collega's
een ambitieuze houding tegenover duurzaamheid, energietransitie en circulaire
economie."
11
Politieke wil
Els Otterman herkent die open houding. "Maar voor mij, ik ben politiek bestuurder
voor Water Natuurlijk, mag er nog wel een flink tandje bij. Politieke wil bepaalt of
we daarover afspraken maken." Patrick van der Broeck ziet in zijn waterschap par -
tijen naar elkaar toegroeien. "De tegenstellingen tussen partijen, de een wil alles
sober en doelmatig, de ander wil veel meer snelheid, zijn de afgelopen jaren ver -
minderd. We worden ons allemaal meer bewust dat we werken voor de toekomst
van onze klein- en achterkleinkinderen en dat we meer vaart moeten maken. Afge -
lopen zomer heeft het bestuur duidelijk gemaakt de financiële consequenties daar -
van te willen dragen. Dat vind ik een moedig besluit."
De verkiezingen voor het waterschap zijn half maart. De betrokkenheid
van de burger lijkt niet overal even groot. Hoe kan die binding met de
kiezer worden versterkt?
Otterman: "Ik ben niet zo somber. Acht jaar geleden heb ik voor het eerst meege -
daan aan de waterschapsverkiezingen. Sinds die tijd heb ik de betrokkenheid van
burgers zien toenemen. Calamiteiten, zoals de heel droge zomer of de overstro -
mingen in Limburg, maken mensen ervan bewust dat klimaatverandering een be -
langrijk thema is." Van der Schaaf: "Ik zie ook een toenemende belangstelling voor
de waterschapsverkiezingen. Het aantal deelnemende partijen groeit; in Gronin -
gen doet nu ook een studentenpartij mee. Dat is heel waardevol, gezien ook de
impact van de keuzes die we de komende decennia moeten maken."
Roeland van der Schaaf (links) is per juli vorig jaar dijkgraaf van Waterschap Noorderzijlvest. Daarvoor was hij bijna tien jaar PvdA-wethouder Wonen in Groningen. Els Otterman (midden) is sinds 2018 namens Water Natuurlijk hoogheemraad/lid van het dagelijks bestuur van De Stichtse Rijnlanden met o.a. duurzaamheid, ruimtelijke ontwikkeling en waterveiligheid in haar portefeuille. Patrick van der Broeck (rechts) is vanaf 2017 dijkgraaf van Waterschap Limburg. Daarvoor was hij ruim vijf jaar CDA-gedeputeerde in de provincie Limburg.
12
Zijn de
waterschappen
klaar voor de
klimaat
verandering?
BRON SHUTTERSTOCK FOTOGRAAF MENNO VAN DER HAVEN
13
René Didde
Dankzij de waterschappen kunnen we in Nederland op bijna elke
plek wonen waar we willen. Boeren telen elk gewas en houden
dieren bijna overal waar ze willen. De waterschappen zijn de
oliemannetjes die aan de knoppen van de gemalen draaien en het
waterpeil naar believen hoger of lager zetten. Dat doen ze in goed
overleg met hun omgeving. Ze bedienen steden in de afvoer van
water en zuivering van rioolwater en boeren in waterafvoer, lage
peilen én voldoende watertoevoer voor beregenen.
14
RUIMTELIJK BELEID
W
ater en bodem stu -
rend, dus water -
schappen meer stu -
rend? De gedachte
dat de bodem en de
hydrologie meer leidend moeten zijn, heeft
consequenties voor de functies die in een
gebied worden uitgeoefend. Beter geen wo -
ningen bouwen in laaggelegen gebieden
zoals diepe polders en geen gevoelige teel -
ten toestaan in beekdalen of watervragen -
de teelten op hoge zandgronden. Dit alles
vergt niets minder dan een nieuwe kijk op
de ordening van de ruimte, in een tijd dat de
claims op de ruimte op tal van terreinen
(woningbouw, infrastructuur, energietran -
sitie) sterk zijn toegenomen.
Zijn de waterschappen eigenlijk niet bij
uitstek geschikt om een nieuwe maatschap -
pelijke rol te vervullen, waarbij ze samen
met de provincies de aloude Dienst Lande -
lijk Gebied (DLG) nieuw leven in blazen?
Zo zouden plannen voor ongewenste func -
ties op verkeerde plekken voorkomen kun -
nen worden en al bestaande ongewenste
functies op verkeerde plekken omgebogen
kunnen worden. Moet waterschapscultuur
van pleasen en polderen, pappen en na -
thouden dan niet fermer, dringender, stu -
render?
We zijn gaan luisteren in de vier wind -
streken van Nederland, bij vier van de 21
waterschappen.
ZUID neemt strategen in dienst
Waterschap Aa en Maas, hoofdkantoor Den
Bosch, is een waterschap dat met de typi -
sche hoge zandgronden te maken heeft in
het oosten van Noord-Brabant. Vaak is er
droogte in voorjaar en zomer, vaak water -
overlast in najaar en winter. Dijkgraaf
Mario Jacobs vindt dat waterschappen
meer uit hun eigen territorium moeten ko -
men. 'We komen er niet meer met alleen
onze functionele taken', begint Jacobs. 'De
vraagstukken voor de waterschappen zijn
nu en in de toekomst veel meer vervlochten
met ruimtelijke ordening en de inrichting
van Nederland.'
En daar ligt al een probleem. 'Al zouden
we willen, wij hebben daar geen enkele be -
voegdheid voor. Het is een zaak van gemeen -
ten en provincie.' Jacobs wil het daarom via
de band spelen van andere vraagstukken om
zo een carambole te stoten. 'De aanpak van
de stikstofproblematiek verschilt van gebied
tot gebied maar vraagt in het algemeen om
een extensivering van de landbouw. Daar -
mee kan tegelijk de grondwaterstand om -
hoog en kunnen gebieden meer vernatten.
Ook dat is een zaak van de provincie, waar
wij ons als waterschappen meer mee kunnen
bemoeien.' Voordeel is dat het bij agrariërs
het beeld geeft dat de overheid met één
mond spreekt, aldus Jacobs. 'Voorwaarde is
dat er landelijke duidelijkheid is en niet in
het ene gebied iets mag wat in het andere ge -
bied verboden is.'
In 2022 raakte de 'gebiedsgerichte aan -
pak' in zwang om per regio de stikstofpro -
blemen aan te pakken. Het Nationaal Pro -
gramma Landelijk Gebied (NPLG) heet de
aanpak en een provincie als Noord-Brabant
werkt het uit als het Brabants Programma
Landelijk Gebied. Om daarop te anticiperen
heeft waterschap Aa en Maas een aantal
mensen van andere disciplines aangeno -
men. 'Strategen, die meer verstand hebben
van ruimtelijke inrichting, stedelijke ont -
wikkeling en van landbouw en die in de ad -
vieswereld hebben gewerkt met kennis van
de provincie. We zijn nog niet klaar, maar
de cultuurverandering is gaande. We zijn
op weg', aldus Mario Jacobs.
Zo probeert waterschap Aa en Maas ook
in het stedelijk gebied in een zo vroeg mo -
15
gelijk stadium bij nieuwbouwplannen
betrokken te raken. 'Gemeenten zijn al ver -
plicht om een watertoets te doen en bij een
bestemmingsplan de gevolgen van water -
beschikbaarheid en wateroverlast in kaart
te brengen. Wij waren betrokken bij het
ontwikkelen van een zogeheten 'klimaat -
onderlegger'. Dat is een gelaagde kaart die
de risico's op overstroming en waterover -
last, hittestress en droogte aangeeft. De
kaart wordt steeds meer gebruikt in de
Omgevingsvisie van gemeenten in ons ge -
bied.'
En daar wordt ook al mee gewerkt. In het
Land van Cuijk zaten mensen van het wa -
terschap om tafel met de gemeente om te
kijken waar het slim is om te bouwen en
waar niet, en om een plan A te maken. 'Als
we te laat zijn, kunnen we alleen nog sturen
in de richting van een plan B. Dat is, vanuit
de toekomst denkend, suboptimaal. Of
minder netjes gezegd: gewoon dom.'
NOORD poldert met wortel
en stok
Het imago van Wetterskip Fryslân is dat
hier niet bepaald vooruitstrevende ontwik -
kelingen plaatsvinden, zoals een flinke ver -
hoging van de grondwaterstanden. Want
dat stuit op verzet van de machtige melk -
veehouderij.
Wie met de nieuwe dijkgraaf Luzette
Kroon spreekt, krijgt een genuanceerder
beeld. 'Het Wetterskip bekleedt een solide
positie in een gebiedsgerichte aanpak die
hier al een tijdje gaande is', zegt ze. 'Wij
polderen hier samen met overheden, boe -
ren en terreinbeherende organisaties voor
de beste oplossingen. Dat is misschien niet
in één keer de beste oplossing, maar daar
geloof ik eerlijk gezegd ook niet in. Je kunt
niet in één keer van de vloer naar de zol -
der', zegt Kroon.
'Polderen' wordt vaak verguisd als 'praten
tot je een ons weegt en dan verandert er nog
niet veel', maar daarmee is Kroon het on -
eens. 'In zo'n gebiedsgericht proces pakken
de opgaven integraal aan en moeten we el -
kaar zien te vinden om de klimaatverande -
ring het hoofd te bieden.' Misschien moeten
waterschappen de schroom meer van zich
afwerpen en hun rol in het belang van wa -
ter meer naar zich toe trekken? 'Misschien',
zegt Luzette Kroon, 'maar je moet wel de
ander overtuigen, te beginnen met de pro -
vincie en gemeenten. Dat lukt ons goed. We
hebben hier in Friesland al jaren een water -
overleg met alle overheden.'
Ja, overleg is er genoeg in Nederland,
maar Kroon toont ook een concreet voor -
beeld. 'We hebben hier bijna de Blauwe Om -
gevingsvisie gereed die Wetterskip Fryslân
samen met de provincie opstelt. Iedereen
denkt dat we hier alleen klei en koeien heb -
ben, maar Fryslân heeft vele gebiedstypen
met verschillende grondsoorten. Er is veel
veenweide, maar ook zand, kust en de ei -
landen.' In de Blauwe omgevingsvisie is wa -
ter sturend en kunnen per grondsoort ver -
schillende scenario's worden gekozen. Ook
dat gaat in zorgvuldig overleg, maar Kroon
voegt aan het polderen de bekende meta -
foor van de wortel en de stok toe. De stok
voor de zachte drang en de wortel ter verlei -
ding. Van het mes op tafel is ze niet. 'Dat
mes krijg je toch een keer terug, ook al denk
je dat je alles hebt binnengehaald', weet ze
toen ze als 32-jarige wethouder in
West-Friesland optrad.
De wortel kan van overheidsgeld komen
maar ook uit de markt. 'Er is hier in Friesland
een vooruitstrevend bouwbedrijf dat in de
campagne Fryslân Circulair een isolerende
vezelplaat van lisdodde maakt, een gewas
dat goed met nattigheid om kan gaan. Dat
zet boeren aan om op de natste percelen lis -
16
dodde te telen. Het kan een nieuw verdien -
model voor ze worden, terwijl wij het water -
peil dan omhoog kunnen brengen.'
OOST wil water laten meeliften
met stikstof en nieuwbouw
De meeste waterschappen worden geleid
door een dijkgraaf. Stefan Kuks is water -
graaf van waterschap Vechtstromen met
het hoofdkwartier in Almelo. Vlakbij ligt
Enschede, de stad die zich al tijden be -
schermt tegen van de Twentse stuwwallen
afstromend water met onder meer wadi's.
Na de vuurwerkramp van 2002 is de
Roombeek dwars door de stad terugge -
legd. De opvang van dit overlastwater
helpt de stad om meer weerbaar te zijn in
periodes zonder regen.
BRON SHUTTERSTOCK FOTOGRAAF GREENS AND BLUES
17
Want als het niet regent, zit een groot deel
van Twente zonder aanvoer van water. Zelfs
na natte winterregens staan de sloten welis -
waar hoog, maar is de lage grondwater -
stand nog niet volledig aangevuld. De oor -
zaak: vier droge jaren in een reeks van vijf
biedt het bodem- en watersysteem te weinig
hersteltijd.
'Wij moeten als waterschap van een cultuur
waarin we alle functies vanuit de achterkant
overal steeds maar in de lucht houden, toe
naar een rol om aan de voorkant grenzen te
stellen en aangeven dat water en bodem stu -
rend zijn. We doen dat al, maar het tempo
moet omhoog', constateert Stefan Kuks, te -
vens hoogleraar watergovernance aan de
Universiteit van Twente.
'Maatregelen aan de voorkant, zoals
beekdalen verbreden en verondiepen, ver -
gen tijd', zegt Kuks. Hij trekt een parallel
met het succesvolle programma Ruimte
voor de Rivier. Het kwam tot stand na de
bijna-dijkdoorbraken in 1993 en 1995 van
de Maas in Limburg en de Waal in Rivieren -
land en werpt nu vruchten af. Zelfs na de
watersnood van de Geul in Valkenburg in
2021 voorkwam het stroomafwaarts erger.
'Daar is wel twintig jaar aan gewerkt.'
Het bewustzijn van grondeigenaren en
boeren is intussen wel toegenomen. 'Al han -
gen hier ook vlaggen op hun kop, veel boe -
ren weten precies welke percelen van hun
land te nat zijn. Dat zijn de gevolgen van de
natuurlijke kenmerken van het water-
systeem. Ze wilden er eerst niet aan omdat
het de waarde van hun grond drukt. Maar
wij moeten als waterschap laaggelegen
gronden niet langer droogleggen voor de
l a ndb ou w.'
Vraagstukken voor de
waterschappen zijn
vervlochten met ruimtelijke
ordening en de inrichting
van Nederland
RUIMTELIJK BELEID
18
Er zijn politici en
bestuurders nodig die
met hun vuist op tafel
durven slaan
RUIMTELIJK BELEID
De boeren krijgen daarbij een helpende
hand toegestoken. 'We blijven met ze in
gesprek, van de Farmers Defence Force-
boer tot de natuurinclusieve bioboeren.
We moeten voorkomen dat we verder
polariseren.' Een sleutel voor succes is dat
overheden verschillende cruciale proble -
men niet langer sectoraal aanpakken, maar
integraal en regionaal. In het Nationaal
Programma Landelijk Gebied (NPLG)
liggen daar kansen, ziet Kuks.
'Waterkwaliteit, waterbeschikbaarheid,
wateroverlast aanpakken tegelijk met
de stikstofproblematiek en mogelijk ook
de energietransitie. We hebben als water -
schap al meegelift met het Investerings-
budget, dat na de varkenspest van 1997 en
later de vogelgriep beschikbaar kwam.
Nu is de stikstof kwestie een voor de hand
liggend vehikel om op mee te liften en wa -
terkwaliteit en droogte te bestrijden.'
Het is volgens Stefan Kuks daarbij ook
zaak om met watertoetsen en waterstress-
testen de uitbreidingsplannen voor de
duizenden woningen in het stedelijk
gebied te toetsen. 'We hopen met postco -
dekaarten bewoners en gemeenten bewust
te maken van kansen op schade als de
plannen in minder optimale gebieden lig -
gen.'
WEST wil van polderen naar
reguleren
In elke windstreek pakt de klimaatveran -
dering anders uit. In het Westen gaan ver -
zilting en verzakking een grotere rol spe -
len, net als de wateroverlast in
winterperioden. In Leiden constateert
dijkgraaf Rogier van der Sande dat de
Rijksoverheid een meer actieve benade -
ring van de klimaatontwikkeling kiest. 'In
plaats van lijdzaam af te wachten, moeten
we als waterschappen een plek aan tafel bij
de provincie claimen en ze wijzen op hun
verantwoordelijkheden', vindt ook Van der
Sande, die tevens voorzitter is van de Unie
van Waterschappen. 'Ik ben er niet van om
te zeggen op welke plaatsen ze niet moeten
bouwen, maar als ze duizenden woningen
willen ontwikkelen in diepe pol -
ders als Rijnenburg bij Utrecht of
Gnephoek in Alphen aan den
Rijn, moeten wij ze meer op de
risico's wijzen', meent hij.
Behalve de watergerelateerde
opgaven in het landelijk gebied
met landbouw, natuur en soms
de woningbouw als botsende be -
langen, wijst Van der Sande op
het bestaand stedelijk gebied dat
klimaatadaptief moet worden
heringericht. 'Bij (ver)nieuw -
bouw kan daar regenwater worden ingezet
voor toiletspoeling of worden vastgehou -
den in de directe omgeving. We kunnen
niet alles meer faciliteren, ook niet voor
bedrijven. Een datacenter zal geen water
meer uit rivier of vaart kunnen halen. We
zullen daar in de toekomst meer tegen
moeten zeggen: word maar zelf voorzie -
nend, haal dat koelwater maar uit effluent
(gezuiverd huishoudelijk af valwater RD).
Bedrijven moeten vooruitkijken en niet ge -
makkelijk naar de overheid wijzen.'
19
'Waterschappen moeten kortom van polde -
ren naar reguleren', aldus Rogier van der
Sande. Daarvoor zijn landelijke systeemwij -
zigingen nodig. 'Dat betekent ouderwets
ploeteren om het principe van water en bo -
dem sturend in wet- en regelgeving te gie -
ten. Het zal wel even duren voordat het er
is, maar ik vind niet dat we moeten wach -
ten. We moeten aan de slag. Al kennen we
de precieze noten niet, we kennen de mu -
ziek, we voelen het ritme aan, dus we kun -
nen dansen in de goede richting.'
Niet langer voor ons
uitschuiven
Het probleem is dat waterschappen niet al -
leen hun stem moeten laten horen op het hun
vertrouwde gebied van waterkwaliteit (Ka -
derrichtlijn Water, K RW), waterzuivering
(huishoudelijk af valwater via de riolen), wa -
terbeschikbaarheid (droogte) en watervei -
ligheid (dijken), zegt Frank Groothuijse,
hoogleraar Europees en Nationaal Omge -
vingsrecht aan de Universiteit Utrecht. 'Ze
moeten vanwege de samenhangende opga -
ven steeds meer weten van de ruimtelijke
ordening, stedelijke ontwikkeling en land -
bouw en natuur (stikstof ).'
Daarbij signaleert hij juridische proble -
men. 'Waterzaken komen weldra groten -
deels onder het bereik van de Omgevings -
wet, maar de wettelijke bevoegdheden op
gebied van Ruimtelijke Ordening liggen bij
gemeenten en vooral provincies. Provincies
krijgen in de Omgevingswet de wettelijke
regierol om gebiedsgericht de uitoefening
van taken en bevoegdheden van gemeenten
en waterschappen te coördineren. Die rol
wordt nu ook al aan provincies toebedacht,
onder meer in de recente kabinetsbrief
Water Bodem sturend , maar ik vraag me af
of provincies die regierol overal al voortva -
rend genoeg oppakken.'
Groothuijse is bang dat het principe comply
or explain uit de kabinetsbrief een achilles -
hiel wordt voor uitvoeren van ambitieus be -
leid. Een vergelijking met de KRW dringt
zich op. 'Namelijk dat Nederland van veel
Europese uitzonderingsmogelijkheden ge -
bruikmaakt door steeds maar uit te leggen
waarom we de doelen niet kunnen halen.'
We hebben kortom met water, net als met
de (landelijke) mestvraagstukken de pijn
steeds voor ons uit geschoven, en veel pijn -
stillers geslikt, maar die lijken niet meer te
werken. 'Schiphol koopt de emissierechten
van boeren op, hoe is cynisch is dat?', zegt
de jurist. Volgens Groothuijse vraagt een in -
tegrale gebiedsgerichte zoektocht naar op -
lossingen voor de samenhangende opgaven
voor fysieke leefomgeving, dat de grenzen
die water en bodem stellen ook juridisch
door werken naar ruimtelijke besluitvor -
ming. Daarvoor is het nodig dat er politici
en bestuurders zijn die met hun vuist op ta -
fel durven slaan. 'Gezien de polarisatie en
toenemende bedreigingen van politici is dat
geen sinecure. Naast het uitvoeren van hun
watertaken kunnen waterschappen de pro -
vincies en gemeenten helpen door de gren -
zen van het watersysteem scherper aan te
geven.' Een mooie doelstelling voor de ge -
combineerde Provinciale Staten- en water -
schapsverkiezingen.
20
Tarwegewassen lijden naarmate de droogte voortduurt BRON SHUTTERSTOCK FOTOGRAAF JASPER SUIJTEN
21
W
aterschappen moeten
hun weg vinden in
een complexe en prin -
cipieel onkenbare
omgeving. Hoe de
toekomst zal zijn en welk waterbeheer
daarin precies nodig zal zijn, is niet te voor -
spellen en tóch zullen waterschappen daar -
op moeten anticiperen en zich daartoe
moeten toerusten. Dat roept de vraag op
over welk strategisch vermogen de water -
schappen als organisatie ? en als bestuur ?
Martijn van der Steen en Myrthe van Delden
Het waterschap van de toekomst gaat over
dingen anders doen en over dingen niet
meer doen. Dat vereist diepe verandering,
niet alleen in de instrumenten, maar ook in
de fundamenten. Voor de verandering naar
een fair en houdbaar systeem verdient stra -
tegie en strategisch vermogen een plek in
de kern van de waterschappen.
Gezamenlijke zoektocht
Waterschap
in de wereld
van morgen
22
moeten beschikken en of ze die verande -
ring al voldoende in beeld hebben. Naar de
huidige stand van zaken hebben wij geen
onderzoek gedaan, en daarover kunnen we
dus geen exacte uitspraken doen. Wel kun -
nen we reflecteren op de manier waarop
talrijke betrokkenen vanuit de waterschap -
pen, bestuur, management en organisatie,
de afgelopen periode hebben gewerkt aan
verbetering van hun strategisch vermogen.
Strategie als praktijk
Meer dan honderd betrokkenen uit verschil -
lende waterschappen hebben in een strategie
traject van de Unie van Waterschappen geza -
menlijk nagedacht over de uitdagingen voor
het waterbeheer, de positie van de water -
schappen en de vraag beantwoord wat er
nodig is om die uitdagingen goed aan te
gaan. Vanuit de Nederlandse School voor
Openbaar Bestuur (NSOB) hebben we dat
traject begeleid en samen met externe des -
kundigen van input voorzien.
In dit artikel bespreken we een aantal wat
ons betreft opvallende en cruciale kenmer -
ken van het waterschap dat past bij de we -
reld van morgen; een waterschap dat in
staat is tot het waterbeheer dat in de toe -
komst is vereist. We hebben het dus niet
over een waterschap dat blijft hangen in
incrementele verandering of de aanscher -
ping van regels van gisteren. Maar over een
aanpak die past bij de wereld die wacht.
Daarvoor moeten wel twee cruciale vragen
worden beantwoord: welke wereld wacht
eigenlijk en welke vermogens zijn nodig om
daar goed mee om te kunnen gaan? We zul -
len hier kort bespreken welke belangrijke
uitdagingen en vermogens daarbij naar vo -
ren zijn gebracht, en die voor wat betreft
betrokkenen voor de komende periode lei -
dend moeten zijn. Daarmee vullen betrok -
kenen de strategie niet vooraf in, maar
schetsen ze de contouren en principes
waarmee ze het strategisch vermogen in
een actief en continu proces in de komende
periode concreet invulling gaan geven:
strategie als praktijk , in plaats van strategie
als plan.
Verrassing voorspelbaar
Het strategietraject draaide om het ontwik -
kelen van een langetermijnstrategie voor de
waterschappen, vanuit de vraag
wat het waterbeheer van de toe -
komst moet zijn. Dat klinkt als
een kennisvraag, waarbij nader
onderzoek kan uitwijzen wat de
toekomstige uitdagingen van het
waterbeheer zijn. Tegelijkertijd is
dat niet de realiteit. Er is over de
toekomst van water veel bekend
en er is veel 'bekend-onbekend':
we weten wat we niet weten en
kunnen daar rekening mee hou -
den door bijvoorbeeld met band -
breedtes en restrisico's te werken. Maar, de
toekomst van water gaat ook om het 'onbe -
kende-onbekende'. De toekomst die we niet
kunnen kennen, omdat er altijd onvoorspel -
baarheid is. Niet omdat waterschappen
slecht vooruitkijken, maar omdat onze toe -
komst onzeker is.
WATERSCHAPPEN
Waterschappen
moeten óók rekening
houden met wat niet
te voorzien is
23
Overstroming van de Maas in Appeltern BRON SHUTTERSTOCK FOTOGRAAF MYSTOCKVIDEO
24
WATERSCHAPPEN
Verrassing is voorspelbaar: het zál altijd an -
ders gaan dan gedacht. Omgaan met het
onbekende is een kernelement van strate -
gisch vermogen. Denk aan de dramatische
regenval die voor grote problemen en over -
stromingen in Limburg zorgde, regenval
die volgens de statistieken 'niet mogelijk'
was.
Ingewikkelde balans
Voor het waterschap betekent dit een inge -
wikkelde balans. Enerzijds kunnen zij de
beschikbare kennis maximaal benutten,
anderzijds moeten ze de beperkingen van
die kennis erkennen en de onvoorspelbaar -
heid die daarbij hoort onder ogen zien. Wa -
terschappen kunnen dus plannen op basis
van wat er is, maar moeten óók rekening
houden met wat niet te voorzien is. En daar
eerlijk over zijn. Met twee verhalen. Niet al -
leen het verhaal dat alles onder controle is,
met waterschappen die precies weten wat
er speelt en doen wat nodig is. Hier hoort
ook het verhaal van onzekerheid, onvoor -
spelbaarheid en de verrassingen waar
waterschappen professioneel en kundig op
anticiperen en reageren.
Transitie waterbeheer
Het is opvallend hoe vanzelfsprekend er
door de deelnemers aan het traject wordt ge -
sproken over de transitie in het waterbeheer.
Het waterbeheer van vandaag is niet toerei -
kend voor de uitdagingen van de toekomst.
'Hetzelfde beter doen' is volgens hen geen
toereikend antwoord op de nieuwe vragen.
Nieuwe vraagstukken dienen zich aan en
verhoudingen tussen vraagstukken veran -
deren. Het grondwaterpeil is bijvoorbeeld
een taak waarin op een nieuwe manier afwe -
gingen tot stand moeten komen. Dat vereist
nieuwe manieren van werken en denken,
maar óók het af bouwen en/of ombouwen
Sproeien in de droogteperiodeBRON SHUTTERSTOCK FOTOGRAAF MENNO VAN DER HAVEN
25
26
WATERSCHAPPEN
van bestaande vormen. Het gaat in die tran -
sitie niet alleen om de toevoeging van nieu -
we dingen, maar ook om het stoppen met of
het ingrijpend herzien van bestaande activi -
teiten. Het waterschap van de toekomst gaat
over dingen anders doen, en óók over dingen
niet meer doen. Dat vereist diepe verande -
ring, niet alleen in de instrumenten, maar in
de fundamenten. Wat die verandering in -
houdelijk precies behelst, is niet vooraf te
voorspellen. Dat het moet gaan om een duur -
zaam, fair en houdbaar systeem is wel te
voorzien. Dat vereist opbouw, maar ook af -
bouw en ombouw.
Vooruitstappen
In de gesprekken werd in eerste instantie
vaak gezegd dat waterschappen veel te bie -
den hebben en dat ze met die kennis meer
zouden kunnen doen. Dat ze assertiever
kunnen zijn in het uitdragen van hun ken -
nis en kunde. Gaandeweg het gesprek ver -
anderde de toon. Immers, als je weet dat de
klimaatuitdaging de huidige maatregelen
ver voorbijgaat en dat er radicaal meer no -
dig is, dan moet een andere houding wor -
den aangenomen. Betrokkenen zien een
plicht voor waterschappen om met de ken -
nis die ze hebben naar buiten te treden. Dat
gaat dan niet alleen over de interessante
oplossingen die ze te bieden hebben, maar
ook over majeure uitdagingen, en zaken
waar andere bestuurslagen en beleidsma -
kers te weinig aandacht voor hebben. Niet
omdat het kan, maar omdat het inmiddels
moet. Ook als dat niet leuk is. Het is nodig.
Goed dwarsliggen
Waterbeheer, zo kwam in de gesprekken
naar voren, is een opgave die waterschap -
pen zelden alleen doen. Waterschappen zijn
in het waterbeheer voortdurend in interac -
tie met anderen, variërend van burgers, be -
langengroepen en bedrijven tot collega-wa -
terschappen, andere overheden en andere
organisaties. Soms gaat dat daadwerkelijk
om waterbeheer, maar vaak ook om een bij -
drage aan de opgaven van ande -
ren. De rol van het waterschap is
niet steeds hetzelfde; integen -
deel. De kunst is om per opgave
de rol te nemen die bij die speci -
fieke context past. Soms zal dat
een hoofdrol zijn, met de water -
schappen als aanjager en regis -
seur van de anderen. Soms ligt de
regie elders en is het waterschap
één van de betrokken partijen.
Soms is die rol meegaand en meedenkend.
Maar, zo hebben we ook geconcludeerd,
soms moet de rol dwingender en is het wa -
terschap de partij die grenzen stelt en stel -
ling neemt. Waterschappen moeten tegen
sommige opgaven vaker 'nee' zeggen; bij -
voorbeeld als andere overheden keuzes ma -
ken die vanuit waterbeheer bezien op ter -
mijn schadelijk zijn. Dan gaat het niet om
meebewegen, maar om terugduwen en
grenzen stellen. De positie van het water -
schap in het netwerk is niet generiek te be -
noemen, maar is per opgave verschillend.
Het waterschap van de toekomst is in staat
die rol scherp te bepalen en daaraan invul -
ling te geven. Dwarsliggen is daarbij een
vak en goed waterbeheer vereist water -
schappen die ook dat deel goed beheersen.
Goed waterbeheer
vraagt ook om
dwarsliggers
27
Eerlijk over kosten
In de gesprekken is het vaak gegaan over de
vraag wat waterbeheer mag kosten. Daarin
constateerden de deelnemers een paradox.
Waterbeheer is een fundamenteel beginsel
voor onze samenleving, het kan letterlijk
niet zonder. Maar als het gaat over de prijs
van dat beheer dan gaat het gesprek over hoe
er meer met minder kan en hoe kosten steeds
verder omlaag moeten. Dat is geen bestendig
uitgangspunt. Waterbeheer mag meer kos -
ten, zou het nieuwe principe kunnen zijn.
Maar dat is volgens betrokkenen nog te zwak
uitgedrukt en ontkent het principiële punt:
waterbeheer is geen luxe, maar een voor -
waarde. Voor het adequaat vormgeven van
die voorwaarde ? als randvoorwaarde voor
een betekenisvol en houdbaar maatschappe -
lijk verkeer ? moeten reële kosten worden
gerekend. Mensen moeten weten wat water -
beheer oplevert én wat dat kost. Dat maakt
aan de omgeving duidelijk wat er op het spel
staat. Eerlijk over kosten zijn, hoort bij het
waterbeheer van de toekomst.
Aantrekkelijke werkgever
Het waterschap van de toekomst vereist een
organisatie die past bij de samenleving
waarin deze opereert. Met de bestaande per -
sonele samenstelling is niet iets 'mis', maar
betrokkenen geven aan dat de homogeniteit
van nu, niet het recept is voor een toekomst -
bestendige strategie. Ook waterschappen
moeten andere mensen binnenhalen, in ter -
men van culturele achtergrond, leeftijd, dis -
cipline en gender. Daar ligt een flinke opga -
ve, want de verandering moet tot stand
komen in een arbeidsmarkt waarin extreme
tekorten spelen. De waterschappen zullen
moeten zoeken naar wat hen aantrekkelijker
maakt dan andere werkgevers. Het 'pro -
bleem' van waterschappen is dan meteen
ook de kracht: waterschappen werken aan
maatschappelijke opgaven van grote beteke -
nis. Dat is precies wat veel jongeren belang -
rijk vinden aan een werkgever; werk dat er -
toe doet en wat intellectueel uitdagend is.
Strategisch vermogen
Het traject ging over strategisch vermogen en
de manier waarop waterschappen invulling
geven aan het waterbeheer dat in de toekomst
wordt gevraagd. Dat strategietraject ging om
gedeelde betekenisgeving: het vermogen om
samen over de toekomst na te denken, de uit -
dagingen in beeld te brengen, de onzekerheid
te benoemen en zelfs het onbekende-onbe -
kende ? dat waarvoor nog geen woorden of
beelden zijn ? samen een plek te geven. Stra -
tegisch vermogen is dan een gedeeld perspec -
tief, niet een concrete routekaart voor de
toekomst. Die routekaart zullen de water -
schappen gaandeweg moeten maken. Toe -
komstgericht, dus met een heel duidelijk
beeld van waar de weg heen moet leiden; en
zoekend, in die zin dat de weg niet helder in
beeld is maar de komende tijd in interactie zal
moeten worden gevonden.
De strategie is daarmee niet af, ook niet
als het 'strategietraject' klaar is. Strategie
en strategisch vermogen, zo hebben de wa -
terschappen afgesproken is een doorlopend
proces, dat in de kern van de waterschap -
pen aanwezig moet zijn: bestuurlijk, door er
een vaste portefeuille en portefeuillehou -
der voor te kiezen. En in de organisatie,
door strategie en strategisch vermogen een
goede plek te geven. Niet voor erbij, als er
tijd over is, maar als een continu proces dat
betrokkenen met elkaar voortdurend door -
lopen. Zo is het strategisch traject nooit
klaar ? en juist dat is de basis voor een orga -
nisatie om klaar te zijn voor de toekomst.
28
Bert Pots
Varen provincies voortaan een water-inclusieve koers?
Haalt de waterkwaliteit in 2027 een voldoende?
Aan idealen ontbreekt het niet bij de drie gedeputeerden,
tevens lijstaanvoerder bij de provinciale verkiezingen voor
respectievelijk PvdA/GroenLinks in Zeeland, GroenLinks
in Groningen en ChristenUnie in Flevoland. Maar de weg
is lang en de bestuurlijke mogelijkheden zijn beperkt.
Onvoldoende waterkwaliteit
Samen in actie
voor water en
bodem
H
et verkiezingsprogramma
van PvdA/GroenLinks in
Zeeland is duidelijk. De wa -
terkwaliteit van de meeste
Zeeuwse polderwateren is
slecht door uitspoeling van stikstof en bestrij -
dingsmiddelen. Anita Pijpelink ? ze om -
schrijft zichzelf als een sociaaldemocraat met
een groen hart - is gedeputeerde voor de
PvdA op terrein van water en natuur en aan -
voerder van de (unieke) gezamenlijke lijst
met GroenLinks. Volgens haar moet er in
samenwerking met het waterschap nog heel
wat gebeuren om de waterkwaliteit te her -
29
stellen. "Maar dat is niet makkelijk. Onze mo -
gelijk heden zijn beperkt. Wij zijn af hankelijk
van veel invloeden, we zijn overgeleverd aan
hogere krachten, het Rijk, de Europese
Gemeenschap, maar we kunnen wel ons ver -
haal vertellen."
Planten en vissen
In de provincie Groningen is het met de wa -
terkwaliteit niet veel beter gesteld, zegt
gedeputeerde Melissa van Hoorn. Zij heeft
water en klimaatadaptatie in haar porte -
feuille en is bij de statenverkie -
zingen lijsttrekker voor Groen -
Links. Tot 2020 was Van Hoorn
werkzaam bij Waterschap Noor -
derzijlvest. "Onze waterkwaliteit
wordt wel beter, we boeken als
het gaat om planten en vissen
vooruitgang, maar wij zijn er nog
niet. En ik ben er ook niet gerust
op dat we al in 2027 kunnen vol -
doen aan de Kaderrichtlijn Water.
Zo is bijvoorbeeld het stikstofge -
halte op een aantal plekken te
hoog. En niet alle waterschappen nemen nu
al maatregelen. Ook moeten we het gebruik
van bestrijdingsmiddelen verder verminde -
ren, maar daarvoor zijn we af hankelijk van
generieke maatregelen. Het duurt ook nog
eens heel lang voor het effect van dergelijke
maatregelen zichtbaar is in ons oppervlak -
tewater."
Harold Hofstra, gedeputeerde in Flevo -
land en portefeuillehouder van water en
natuur, en lijsttrekker voor ChristenUnie,
ziet zich eveneens geplaatst voor een uitda -
ging. "We kunnen goede stappen zetten,
maar de Kaderrichtlijn maakt het ons niet
makkelijk: als we op één specifiek onder -
deel een onvoldoende scoren, dan bereiken
we ons doel niet. Iedereen doet zijn best,
ook ons waterschap. Maar wij moeten ook
letten op de kosten, en dus is het de vraag of
we voor 2027 die gewenste kwaliteit kun -
nen realiseren."
Hij wijst nog op een ander aspect van wa -
terkwaliteit. "Voor ons als ChristenUnie telt
'rentmeesterschap'. Onder het zuidelijke
deel van Flevoland ligt een enorm water-
reservoir met goed drinkwater. Daar moe -
ten we zuinig op zijn. Daarom willen wij
graag verder vooruitkijken. Naar 2100. Hoe
staat het dan met onze waterkwaliteit en
onze waterveiligheid?
Er spelen meer issues rond waterkwaliteit
en waterbeheer. Pijpelink laakt het lange
tijd gebruikelijke tegennatuurlijk peilbe -
heer. Al wordt daar inmiddels wel anders
mee omgegaan; een hoger peil zorgt voor
een betere balans tussen natuur en land -
bouw. En in samenspraak met Waterschap
Scheldestromen moet worden geëxperi -
menteerd met het vasthouden van water in
de winter. "De zoetwatersituatie in onze
provincie is nijpend. We zijn sterk af hanke -
lijk van regenval. Er valt water genoeg,
maar niet op het juiste moment. We moeten
ons kostbare zoetwater dus beter vasthou -
den. Iedereen, van links tot rechts, is het
daarover in principe eens. Ook het water -
schap staat aan onze kant; we zullen samen
in actie moeten komen."
INTERVIEW
Wij zijn afhankelijk van
veel invloeden, we zijn
overgeleverd aan
hogere krachten
30
BRON SHUTTERSTOCK FOTOGRAAF DAMSEA
31
INTERVIEW
en bodem sturend'. "De belangen van wa -
ter en bodem moeten in onze afwegingen
worden meegenomen, maar ik zie 'water
en bodem zijn sturend' als randvoorwaar -
den. Ik hoor de Rijksbouwmeester zeggen
dat we in Nederland dus niet meer in laag -
gelegen polders moeten bouwen, maar
heel Flevoland ligt onder NAP. Daarnaast
moet het IJsselmeer als nationaal water-
reservoir worden gekoesterd. Dat begrijp
ik allemaal wel, maar de Metropoolregio
Amsterdam kampt met een enorme wo -
ningnood. De provincie Flevoland kan een
belangrijke bijdrage leveren aan het ver -
minderen van het woningtekort. We kun -
nen dus niet zo maar een streep halen door
de groeiopgave van Almere en bijvoor -
beeld de aanleg van Almere-Pampus
achterwege laten. De metropool heeft die
woningen nodig."
Wat betekent die beleidskeuze voor het
optreden van waterschappen? Van Hoorn
voorziet dat het waterschapsbestuur in
allerlei discussies prominenter aanwezig
zal zijn. "Hun adviezen, zij adviseerden
provincies altijd al over allerlei water-
onderwerpen, zullen aan politiek gewicht
winnen. Zo verwacht ik dat zij hun inzich -
ten over het effect van klimaatverande -
ring op de lange termijn proactief zullen
u itd ragen."
Waaier aan ambities
Verkiezingsprogramma's kennen een
waaier aan ambities. Zo willen PvdA en
GroenLinks in Zeeland ook dat er wordt
nagedacht over de bestuurlijke status van
de beide Scheldes als onderdeel van de
zoektocht naar natuurherstel. "De natuur
kan niet voor zichzelf opkomen, dat moe -
ten mensen doen. Het kan helpen als de
Ooster- en Westerschelde een eigenstandi -
ge positie krijgen", aldus Pijpelink.
Provincie en waterschap zijn ook in Gronin -
gen geen vreemden voor elkaar, zegt Van
Hoorn. Zeker niet. "We staan schouder aan
schouder. Al heel lang. Onze provincie
wordt geteisterd door ernstige bodem-
daling als gevolg van aardgaswinning. Die
daling heeft enorme gevolgen voor de
waterhuishouding. Alleen door intensieve
samenwerking met elkaar kunnen we die
problemen het hoofd bieden."
Hofstra onderschrijft de noodzaak van
intensieve samenwerking. "We staan met
elkaar voor ingewikkelde keuzes. Het gaat
om veel meer dan water en bodem. De
provincie moet een afweging maken tus -
sen natuurherstel, toekomstige woning -
bouwlocaties, bereikbaarheid en ruimte
voor landbouw. Maar in die keuzes kunnen
we niet zonder ons waterschap. Zij moeten
onze keuzes mede kunnen beheren en be -
heersen."
Water en bodem zijn voortaan sturend in
de ruimtelijke ordening, zo heeft het Rijk
uitgemaakt. Van Hoorn is blij dat de decen -
nialange roep van waterbeherend Neder -
land is beantwoord. "Water en bodem stu -
rend laten zijn in het ruimtelijk beleid is
volgens mij het enige juiste antwoord.
Duurzame keuzes zijn onontkoombaar om
langer in ons land te kunnen blijven
wonen." Ook Pijpelink is daarover ver -
heugd. "We kunnen de natuur niet langer
naar onze hand zetten. Dat tijdperk is voor -
bij en dat vind ik gezond. Tegelijkertijd
merk ik, dat velen willen blijven doen wat
ze altijd deden. Dat lukt niet. Ik heb geduld,
het gaat om mensen. We moeten de tijd
nemen, maar uiteindelijk ontkomen wij niet
aan meer duurzame ontwikkeling."
Serieuze kanttekening
Hofstra plaatst op zijn beurt een serieuze
kanttekening bij de reikwijdte van 'water
32
De waarde
van water
De Kleine Aa bij Someren volledig opgedroogd BRON AA EN MAAS
33
Peter van Dijk
Droogte, schadelijke stoffen en schaarste. Het is al lang niet meer
vanzelfsprekend dat er voldoende water door de beek stroomt. Hoe
zorg je voor een groter waterbewustzijn bij boeren, burgers en bedrij -
ven? Waterschap Aa en Maas staat de komende jaren voor een flinke
uitdaging. Het watersysteem loopt tegen zijn grenzen aan. "Het
gemak waarmee we nu met water omgaan, is niet meer realistisch."
34
WATERSCHAPPEN
B
rabant was afgelopen zomer
kurkdroog. In de Kleine Aa bij
Someren lagen alleen nog ste -
nen en een klein laagje mod -
der. Niet alleen het water was
weg, ook al het leven was verdwenen. Op
een enkele pol dor gras na. Ook in 2018,
2019 en 2020 werd het waterschap gecon -
fronteerd met zeer droge zomers. Door uit -
blijvende regenval, toegenomen verdamping
en uitputting van de grondwatervoorraad
liep het watertekort in rap tempo op.
De structurele effecten van verdroging in
Brabant zijn ernstig. "Als er niets verandert,
staat ons een steeds drogere en onzekere
toekomst te wachten", aldus Peter van Dijk,
dagelijks bestuurslid van waterschap Aa en
Maas. "Het klimaat is aan het veranderen, de
extremen worden extremer. Het gemak
waarmee we nu met water omgaan, is niet
meer realistisch. Er moet wat veranderen."
Het werkgebied van Aa en Maas ligt in het
oostelijk deel van Brabant en heeft een om -
vang van ruim 161.000 hectare. Het grootste
gedeelte daarvan bestaat uit hellende zand -
gronden die water niet lang kunnen vast -
houden. Daarnaast is Brabant tijdens de ruil -
verkaveling in de jaren zestig ingericht als
superefficiënte ontwateringsmachine met
ruim 40.000 kilometer aan watergangen.
Het gevolg daarvan is dat het regenwater dat
op het land valt in sneltreinvaart wordt afge -
voerd richting zee. "We moeten de balans
tussen te nat en te droog herstellen en weer -
baarder worden tegen droogte", zegt Van
Dijk. "Dat vraagt om een radicale omslag en
daar kunnen we niet langer mee wachten."
Een structurele oplossing
De natuur heeft ernstig te lijden onder de
droogte. Ecosystemen komen onder druk te
staan. Deze zomer stonden veel bomen er
verdord bij en ook de heide kleurde niet
mooi paars, maar geel. Het aantal bosbran -
den stijgt, met alle risico's van dien. En of
dat niet genoeg is, uiten diverse drink-
waterbedrijven hun zorgen over de toekom -
stige beschikbaarheid van voldoende
kraanwater. Woningbouw, verzilting,
droogte en bedrijven die steeds meer water
verbruiken, het watersysteem loopt tegen
zijn grenzen aan. Als er niet snel maatrege -
len worden genomen, raakt in 2030 niet
alleen Brabant, maar bijna heel Nederland
in de problemen. Daarvoor waarschuwde
de Vereniging van Waterbedrijven (Vewin)
afgelopen zomer.
De droogte heeft niet alleen impact op het
watersysteem, maar op de samenleving als
geheel. En de problemen zijn niet van voor -
bijgaande aard. Integendeel, de kans op
droogte neemt toe, zeker op de Brabantse
zandgronden. Het is niet meer afdoende om
in de zomer aan iedereen te vragen om zui -
nig met water om te gaan, aldus Van Dijk.
"Niet meer je auto wassen of je gazon sproei -
en of boeren een beregeningsverbod opleg -
gen zijn lapmiddelen.
Er moet een structurele oplossing komen.
Uiteindelijk moet het systeem om: door het
grondwaterpeil te verhogen, rechtgetrokken
beken weer te laten slingeren, water meer de
ruimte te geven en het water zo lang moge -
lijk vast te houden."
Maar het dwingt ook om te kijken naar al -
ternatieven als er te weinig regenwater
voorhanden is. "Als je er goed over nadenkt,
is het natuurlijk vreemd dat we onze drollen
doorspoelen met kostbaar drinkwater", zegt
Janneke Snijders, regisseur schoon water bij
Waterschap Aa en Maas. "In Vlaanderen
wordt het opvangen en hergebruiken van
regenwater zelfs voorgeschreven in het
Bouwbesluit, maar Nederlandse woningen
worden nog steeds voorzien van dakgoten
en regenpijpen die het hemelwater direct af -
35
Peter van Dijk BRON AA EN MAAS
36
voeren naar het riool. Waarom zou je heel
schoon drinkwater gebruiken om je auto te
wassen, je tuin te sproeien of je was te
draaien?"
Gezuiverd rioolwater
Een andere alternatieve bron kan gezuiverd
rioolwater zijn. De technieken worden
steeds beter. Na zuivering is het water
eigenlijk zo schoon dat het zonde is om te
lozen. Snijders: "We zouden het water kun -
nen hergebruiken in de industrie en land -
bouw, zeker in tijden van droogte."
Aan de andere kant constateert het water -
schap dat er steeds meer stoffen in het af val -
water zitten die er moeilijk uit te halen zijn.
"Zoals een grote hoeveelheid medicijnresten
en poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS)",
Zuiveringsinstallatie BRON AA EN MAAS
37
zegt Snijders. "Er is een ruimhartig toela -
tingsbeleid voor nieuwe stoffen waarbij
waterbezwaarlijkheid maar minimaal wordt
meegenomen. De industrie produceert dui -
zenden nieuwe stoffen per jaar, waardoor
steeds nieuwe schadelijke stoffen in het
water terechtkomen. Deze stoffen worden
vanwege hun water- en vetafstotende eigen -
schappen verwerkt in uiteenlopende
producten, zoals pannen, jassen en voedsel -
verpakkingen. Eenmaal in het water zijn ze
zeer lastig eruit te halen. Ook hier is bewust -
wording nodig. Ontwerpers moeten beter
nadenken welke stoffen ze gebruiken en wat
de gevolgen daarvan zijn. Misschien moeten
bepaalde stofgroepen wel verboden worden.
Wat niet in ons water komt, hoeft er ook niet
uit gehaald te worden."
Medicijnresten
Een ander groot probleem zijn medicijnres -
ten. Elke keer als we iets innemen of op
onze huid smeren, komt een deel van die
medicijnen via het toilet of de af voer terecht
in het af valwater. Volgens het RIVM be -
landt jaarlijks 190.000 kilo aan medicijn -
resten in het oppervlaktewater. Dit tast de
biodiversiteit aan en kan zelfs het gedrag
van vissen veranderen. Zij krijgen bijvoor -
beeld Prozac binnen en kunnen daar
depressief van worden. Anticonceptiemid -
delen kunnen voor geslachtsverandering
zorgen bij vissen.
"Medicijnen zijn ontworpen om zo lang
mogelijk stabiel te blijven, anders werken ze
niet goed,", zegt Snijders. "Dat is tegelijker -
tijd ook het probleem, de resten lossen niet
op en zijn moeilijk uit het water te halen.
Wat niet in ons
water komt,
hoeft er ook niet
uit gehaald te
worden
WATERSCHAPPEN
38
Het is geen vanzelf-
sprekendheid dat er
water uit de kraan
komt of altijd maar
beschikbaar is in sloten
WATERSCHAPPEN
Volgens onderzoek van het RIVM wordt
2,5 procent van de ongebruikte medicijnen
door het toilet of de gootsteen gespoeld." Aa
en Maas verkent samen met andere partijen
hoe ze kunnen omgaan met deze medicijn -
resten en nieuwe stoffen in het water. "Wat
kunnen onze inwoners, bedrijven en zie -
kenhuizen doen om te voorkomen dat deze
stoffen in het water komen, is een vraag die
we regelmatig stellen", zegt Van Dijk. "Een
aantal zaken moet op rijksniveau worden
geregeld, zoals het kritisch kijken naar toe -
lating- en vergunningverlening. Ook wat
buurlanden en andere waterschappen
doen, heeft impact op het water in deze re -
gio. Water houdt zich immers niet aan gren -
zen. Samenwerken is dan ook nodig voor
een goede waterkwaliteit."
Gelukkig wordt het bewustzijn steeds gro -
ter en zijn er verschillende initiatieven.
Apothekers in Asten meten pillen bijvoor -
beeld precies af. Als een patiënt achttien
pilletjes nodig heeft, krijgt hij geen twee
strips met tien pillen, maar echt het precie -
ze aantal. Dat klinkt logisch, maar dat is het
niet. "De apotheek krijgt betaald voor elk
pilletje dat gegeven wordt", zegt Van Dijk.
"Het systeem draait op volume en je wordt
erop afgerekend als je zo min mogelijk me -
dicijnen geeft. In Asten leverde het tot nu
toe al een reductie van 20 procent op."
Ook ziekenhuizen en zorginstellingen,
goed voor 5 tot 10 procent van de medicijn -
resten in het water, komen met initiatieven.
Zo wordt in een pilot urine met kankermar -
kers of contrastvloeistof opgevangen in spe -
ciale plaszakken en verwerkt als chemisch
afval.
Zuiveren met actieve koolstof
Aan de voorkant is dus veel winst te halen,
maar ook de waterzuiveringstechnieken
worden steeds beter. "In principe zuiveren
we met een biologisch proces het af valwa -
ter van bedrijven en particulieren", zegt
Ferdinand Kiestra, innovator bij het water -
schap. "Daar zijn onze rioolwa -
terzuiveringen op ingericht. Niet
op het verwijderen van duizen -
den soorten microstoffen. Maar
een van de kerntaken van het
waterschap is het bewaken van
de waterkwaliteit. Ons gezui -
verd water stroomt immers weer
de beek en uiteindelijk de Maas
in, waar het weer gebruikt wordt
om drinkwater van te maken.
Daarom investeren we als water -
schap in nieuwe technieken om
meer van deze stoffen uit het wa -
ter te halen."
Een van deze technieken is water zuiveren
met actieve koolstof. Op het terrein van de
RWZI in Oijen staat sinds kort een grote PA -
CAS-installatie. PACAS staat voor Powdered
Activated Carbon in Activated Sludge . De in -
stallatie is gevuld met actieve koolstof. Dat is
dezelfde stof als het anti-diarreemiddel No -
rit. "De bacteriën die bij onze zuivering wor -
den gebruikt om het af valwater schoon te
eten, krijgen hulp van dit poederkool", zegt
39
Kiestra. "Het stofje wordt gedoseerd in het
actiefslibsysteem van de rioolwaterzuive -
ring. Poederkool heeft een zeer fijne struc -
tuur en een groot oppervlak waaraan medi -
cijnresten kunnen binden. Het water is
daarna voor bijna 80 procent gevrijwaard
van medicijnresten en kan geloosd worden
in open water. Het overgebleven poederkool
vermengt zich met het zuiveringsslib en
wordt zo samen met het slib afgevoerd om te
worden verbrand."
Aa en Maas is het tweede waterschap in
Nede
Reacties