‘Het economische profiel en de lobbykracht van de Drechtsteden richting provincie en Den Haag wordt met de toetreding van Hardinxveld-Giessendam versterkt’, stelt Peter Verheij, portefeuillehouder Bestuur en Netwerk van de Drechtsteden. Net zoals de zes andere gemeenten heeft Hardinxveld-Giessendam zowel een sterk maritiem profiel als een stevig profiel op het gebied van logistiek als transport. Ook Arno Brok, voorzitter van het Drechtstedenbestuur en burgemeester van Dordrecht: ‘Er ontstaat steeds meer behoefte aan doeltreffende regionale samenwerking. Door als zeven Drechtsteden onze krachten te bundelen en verbinding te maken met het bedrijfsleven, met provincie, Rijk en Europa versterken we de kracht van onze stedelijke maritieme regio.’

Verheij: ‘Met zes gemeenten hebben we de gemeenschappelijke regeling ontworpen en ingericht en zijn in tien jaar tijd vrij vergaand gaan samenwerken. Hardinxveld-Giessendam stapt op een rijdende trein. Dat getuigt van lef.’ De regio is daarbij niet over een nacht ijs gegaan. Nadat Hardinxveld-Giessendam in december vorig jaar polste of toetreding mogelijk was, is er een onderzoek naar onder meer de (financiële) voor- en nadelen gedaan. ‘Dat onderzoek leverde alleen maar bevestiging op dat het een goede stap zou zijn’, aldus Verheij.

Voor Hardinxveld-Giessendam was toetreding tot de Drechtsteden een vrij logische stap, stelt waarnemend burgemeester Roel Augusteijn. ‘Ik ben hier eerder, van 2006 tot 2008, waarnemend burgemeester geweest. In die tijd voerden we al de discussie over de wijze waarop we de gemeente konden versterken.’ Een hoge urgentie had dat toen nog niet. In de jaren erna is bekeken wat de beste oplossing voor Hardinxveld-Giessendam zou zijn. Daarbij passeerden twee hoofdopties de revue: versterking van de samenwerking binnen de Gemeenschappelijke Regeling Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (AV) of, als dat niet zou lukken, de toekomst in de Drechtsteden zoeken. In de GR Alblasserwaard-Vijfheerenlanden zitten naast Hardinxveld-Giessendam ook Giessenlanden, Gorinchem, Leerdam, Molenwaard en Zederik.

‘Toen ik medio vorig jaar terug kwam, merkte ik dat er eigenlijk nog niets was opgelost, maar dat de noodzaak tot versterking urgenter was geworden.’ Versterking binnen Alblasserwaard-Vijfheerenlanden bleek niet haalbaar, waarop de blik naar de Drechtsteden werd gericht. In december werd tot het onderzoek besloten en hoewel sommige raadsleden het opeens wel heel snel vonden gaan, stemde een meerderheid in juli in met toetreding tot de Drechtsteden. ‘Daar werden we onmiddellijk warm welkom geheten’, aldus Augusteijn. ‘We hebben een duidelijke en gezamenlijke ambitie om de regio te versterken en dat geeft een goed gevoel.’

Pluspunt bij de toetreding tot de Drechtsteden vindt Augusteijn de democratische legitimatie van de regiobesluiten in de Drechtraad. ‘Mijn gemeenteraad behoudt haar politieke primaat. Op heel veel plekken in Nederland worden taken en bevoegdheden naar Gemeenschappelijke Regelingen overgeheveld, waarbij de invloed van de raad miniem is. Voor het wezen van de democratie vind ik dat verwerpelijk. Voor mij is dit een persoonlijke drijfveer om voor de Drechtsteden te kiezen. Ik zou wensen dat meer Gemeenschappelijke Regelingen de democratische controle à la de Drechtsteden zouden worden vormgeven.’

De toetreding van de zevende gemeente is wel een pittige klus, stellen zowel Verheij als Augusteijn. Niet in de laatste plaats omdat er zowel moet worden ontvlecht als ‘ingevlochten’. ‘We nemen daarvoor ruim de tijd’, aldus Augusteijn. Ongeveer de helft van de taken die Hardinxveld-Giessendam nu zelfstandig uitvoert, worden centraal belegd. Dat betekent dus ook wat voor de ambtenaren van Hardinxveld-Giessendam. ‘Er wordt gewerkt aan een implementatieplan en overgangsregeling. Stapsgewijs wordt de samenwerking de komende jaren concreter’, voegt Verheij daaraan toe. Er wordt toegewerkt naar officiële, juridische toetreding uiterlijk per 1 januari 2018. Sinds 2006 vormen Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht de Drechtsteden.

Bron: Binnenlands Bestuur