Roelof werkt naar eigen zeggen aan een cultuuromslag in de wereld van waterveiligheid. Hoe kun je van een dijkversterking een maatschappelijk veel rijker initiatief maken? Zijn inspiratie heeft hij opgedaan in Enschede. Na de vuurwerkramp werd hij als 33 jarig raadslid ineens wethouder stadsontwikkeling en leidde hij de 60 hectare grote wederopbouw van de wijk Roombeek. “In Enschede ontdekte ik hoe je met ontwerpkracht maatschappelijke programma's kunt verbinden”.
Er was voor zijn komst al een ruimdenkende houding in het waterschap. Het programma ‘De dijk is van allemaal’ bestond eigenlijk al en het aanleggen van vrij liggende fietspaden over dijken was al lang geen taboe meer. “Dat de verbrede manier van denken hier echt in de cultuur zit, merk je wanneer belanghebbenden door een dijkversterking in de knel komen te zitten. Ieder gezin krijgt dan persoonlijke aandacht en voelt zich gehoord”.
In waterschap Rivierenland speelt de opgave van 200 km dijkversterking. De primaire opgave is natuurlijk het zorgen voor waterveiligheid, maar het waterschap vliegt deze opgave aan als zowel een technische als een ruimtelijke innovatie. Daarmee kunnen de talrijke kansen voor het verbreden van de maatschappelijke waarde voor het gebied worden benut. “Wij werken als waterschap aan het helen van leefgemeenschappen. Door het mogelijk te maken weer te leven op en aan de dijk wordt de kaalslag in het rivierenland voor een deel teruggedraaid. We zoeken de belanghebbenden vanaf het begin van het planproces actief op en proberen met hen creatief problemen op te lossen. Juist op die manier ontstaan veel mogelijkheden om maatschappelijke urgenties met het versterken van de dijk te combineren. Sleutels voor succes zijn ruimtelijk ontwerp en zorgvuldige participatie”. Een effectief instrument blijkt bijvoorbeeld een omgebouwde camper, die rondrijdt door de wijken en waarin iedereen die maar wil, persoonlijk wordt geïnterviewd (de zgn. campertour). “Participatie is niet heel complex, het gaat gewoon om eerlijke en open gesprekken met mensen over hun wensen en dromen”.
Daarnaast introduceerde Roelof ook een extern Q-team, als waarborg voor de ruimtelijke kwaliteit die wordt gemaakt. Op verzoek van de medewerkers heet het bij hen de dijkinspiratietafel. Hiermee wordt het niet de zoveelste te nemen horde, maar juist een inspirerende verrijking van het proces.
De meeste weerstand voor zijn brede aanpak ondervindt Roelof vanuit de gemeenten. Het blijkt lastig om hen ervan te overtuigen dat het bij het mogelijk maken van wonen op de dijk niet gaat om het oprekken van woningbouwcontingenten. Ook vinden ze het vaak ongemakkelijk dat het waterschap direct met bewoners spreekt. Het gaat Roelof erom met de bewoners bijzondere plekken te maken.
Als zijn grootste uitdaging bij het waarmaken van zijn ambities ziet hij het verbinden van de ruimtelijke wereld en de waterwereld. “Ook een Deltaprogramma voor Energietransitie zou enorm helpen en het waterschap kan daarin een helpende hand bieden. We hebben gezien wat de kracht is van deze aanpak, dwars door ambtelijke en politieke structuren heen”. Zo kunnen waterschappen helpen energieproducenten en afnemers meer in lijn met elkaar te brengen. “Ik heb liever 11.000 waterschappers die dingen doen, dan 12.000 beleidsambtenaren bij andere overheden die dingen opschrijven”.
Bekijk hier website De dijk is van ons allemaal
Places of Hope is een tentoonstelling en serie activiteiten over hoe we samen de toekomst van Nederland vormgeven. Dit alles onder het motto 'Zin in de toekomst!' Met kunstenaars, science fiction films, ateliers en workshops gaat de bezoeker op zoek naar het goede leven van morgen.
Reacties
Wabbe de Vries - Hanzehogeschool Groningen, opleiding Vastgoed en Makelaardij 09 oktober 2018 15:55
Een prachtig initiatief dat ons aller steun verdient. Kijken over de rand van de emmer is nu meer dan ooit de essentie van oplossingsgericht denken als het om grote en complexe vraagstukken gaat. Interdisciplinariteit of zelfs Multidisciplinariteit brengt oplossingen van vragen naar voren waar een enkele discipline geen antwoord op heeft. Hierbij is angst voor het onbekende, angst voor eventuele risico's de grote belemmering. Regelgeving moet daarbij als faciliterend worden gezien en mag nooit een excuus zijn om iets niet in gang te zetten.