Log in
inloggen bij Ruimte en Wonen
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Content / Nieuws

Monumentale waarde gaat niet om mooi of lelijk

15 september 2015

Bureau Monumenten en Archeologie en de Commissie voor Welstand en Monumenten in Amsterdam willen graag aan de voorkant van het renovatieproces worden betrokken, net als de andere partijen bij ketensamenwerking. Dat is één van de uitkomsten van het Rendakaffee van 10 september in de hoofdstad.

Hans Boonstra van Bureau Monumenten en Archeologie is gretig ingegaan op de uitnodiging van Renda om deel te nemen aan deze discussie. Hij wil dat bouwers, corporaties en architecten een ander beeld krijgen van zijn beroep. “Het is niet onze hobby om lastig te zijn. Mensen denken dat wij in onmogelijkheden denken, maar mijn boodschap is: kijk naar de mogelijkheden, niet naar de onmogelijkheden. Beschouw ons niet als soort politieman, zie ons als adviseurs”, verzoekt hij. Boonstra, die ook lange tijd voor een corporatie heeft gewerkt en bekend is met het klappen van de zweep, realiseert zich dat zijn huidige werkgever in het verleden wellicht te weinig heeft gecommuniceerd dat zij er is om mee te denken en innovaties te stimuleren.

Wel of geen monument

Rob de Jong, management directeur bij Sto Isoned, lokt Boonstra uit de tent met de opmerking dat hem niet altijd duidelijk is waarom het ene pand wel en het andere niet die monumentale status heeft. De Jong was betrokken bij de renovatie van de Bosleeuw, een pand zonder monumentale status. Boonstra: “Slechts 2% van de gebouwen in Nederland heeft een monumentale status, dat wordt bepaald door de politiek. Daar is beleid op gemaakt en daar zijn we samen verantwoordelijk voor. Dus ook de bouwers en corporaties.”

Hester Aardse van Monumentenzorg is duidelijk in haar verhaal. “Het gaat helemaal niet om mooi en lelijk. De culturele waarde is hetgeen wat ertoe doet. Koningsvrouwen is om haar cultuurhistorische waarde wel een rijksmonument en de Bosleeuw niet.”

Koester het onvervangbare

Alle aanwezigen lijken zich bewust te worden van het feit dat bij de renovatie van rijksmonumenten de waarde van het algemeen belang door alle ketenpartners moet worden gedeeld. Het is dus belangrijk om met gelijkgestemden aan een dergelijke renovatie te werken. Peter Rutten van PR Architectenburo, reageert: “Het draait niet alleen om die monumentale waarde. De panden waar het nu over gaat, hebben ook een gezamenlijke waarde. Bewoners, omwonenden; zij hebben daar een gevoel bij. Dat moet door alle ketenpartners worden gezien.”

De gevel van een monumentaal pand blijft onaantastbaar. Hoewel iedereen het eens is over de efficiëntie van het isoleren aan de buitenkant – inclusief hogere isolatiewaarden en het feit dat het goedkoper is – is de gevel juist de plek die met alle denkbare voorzichtigheid moet worden behandeld. Aardse: “Het materiaal is een beleving. Als je op vakantie bent in een oude stad wil je ook die muur voelen. Het oude materiaal is onvervangbaar, dat moeten we koesteren.”

Boonstra daagt de industrie uit met middelen en/of technieken te komen die zijn geschikt voor isolatie van buitenaf en de monumentale gevels intact houden. De Jong, die eerder heeft aangegeven dat “zijn branche in de jaren tachtig en negentig ons land geen plezier heeft gedaan”, deelt die ambitie en glimlacht. 

Duurzaam én mooi

De discussie moet vooral gaan over de renovatie van die hele grote groep portiekflats die geen monumentale status hebben, maar wel aan een nieuw uiterlijk toe zijn en moeten worden verduurzaamd. Dat stelt Marianne Loof van de Commissie Welstand en Monumenten, die was betrokken bij renovatie van de Bosleeuw. Alle aanwezigen beamen dat veel panden destijds slecht zijn gerenoveerd, vaak zelfs ‘verpest’. Er moet in heel Nederland een inhaalslag worden gemaakt, waarbij verduurzaming en uiterlijk van het gebouw op gespannen voet staan met elkaar. Het is haar ervaring dat veel corporaties en bouwers vooral de eisen omlaag willen hebben, omdat het anders te duur wordt. “Ze denken in of-of, maar het moet zijn en-en”, zegt Loof. “De Bosleeuw is daar een zeer geslaagd voorbeeld van; een renovatie met een beperkt budget waarbij het pand aan de buitenkant een modern, tweede leven heeft gekregen en de verduurzamingsambities zijn behaald. Door de inspanning van architect, leverancier, bouwer en bewoners is het hier gelukt. Het is mogelijk en daar ben ik trots op.”

Ook geeft Loof aan dat de Welstandscommissie graag meewerkt en meedenkt over bepaalde uitdagingen. Zij is tijdens de zoektocht en ontwikkeling van de juiste steenstrips regelmatig komen kijken en in gesprek gegaan met de architect. Ook de doorontwikkeling van de kozijnen die in Koningsvrouwen zijn gebruikt en bij de Bosleeuw tot een standaard product zijn verworden, was zeer inspirerend. Loof: “Ook wij worden nog wel eens ervaren als een lastige hobbel op het einde van een weg. Dat is zo jammer. Neem ons mee, we geven ruimte voor innovaties; er kan veel meer dan je denkt.” Ze benadrukt dat iedereen toch dezelfde ambitie heeft: in een noodtempo ervoor zorgen dat Nederland verduurzaamt. “Voordat de Noordpool smelt”, aldus Boonstra.

De wijk in

De geïnteresseerden zijn eerder op de middag in twee groepen verdeeld om de panden te bekijken. Een wandeling van zo’n vijf minuten brengt hen bij Bosleeuw, een lang gebouw met duidelijk een nieuw likje.

Bosleeuw

Vol trots steekt Iskander Pané, KAW architecten, van wal over het gebouw de Bosleeuw. “De voorkant is een stuk mooier geworden dan de achterzijde. Daar zijn de kunststof kozijnen vervangen door aluminium kozijnen met een klassieke uitstraling. De dunne steenstrip heeft het gebouw een fris uiterlijk gegeven, zonder dat het ‘1942-imago’ verdween”, legt hij aan zijn eerste groepje uit. Het gebouw ziet er duidelijk vernieuwd uit. Je ziet dat de gevel een opfrisbeurt heeft gehad en de ramen zijn omlijst door strakke kozijnen. “De achterkant is helaas wat minder, de centjes waren op. Ondanks dat is het uiterlijk van het gebouw er ook daar op vooruit gegaan. We wilden bijvoorbeeld per se de televisieschotels uit beeld, vanwege het uiterlijk. Die staan nu op het dak; bij de zonnepanelen en uit het zicht.”

Er is niet alleen gewerkt aan het uiterlijk van het gebouw. Veiligheid en duurzaamheid waren net zo belangrijk. “De dunne steenstrip heeft een isolerende functie. We zijn van heel slecht geïsoleerd naar energielabel C gegaan. Daarnaast hebben we ervoor gezorgd dat de portiek veiliger is. Dat hebben we opgelost met camera’s, natuurlijk licht, betere verlichting en het plafond is verhoogd,” vertelt Pané.

Koningvrouwen van Landlust

De Koningsvrouwen van Landlust heeft wel een monumentale status. Er golden daarom meer regels waar de architect zich aan moest houden. Zo moest de gevel volledig intact blijven. Bij aankomst is er dan ook niets opvallends nieuws te zien aan het gebouw. Philip Breedveld van archivolt architecten: “Het gevelbeeld van dit pand is niet veranderd vanwege de status. We wilden het energiezuiniger en duurzamer maken en de zon kon ons daarbij goed helpen, hadden we bedacht.” Een warmte-koudeopslaginstallatie (wko-installatie) in de kelder kan alle overige warmte opslaan. Deze kelder was voorheen de stookkelder, hier werden de kolen in de kachel geschept. “We hebben het nu omgebouwd tot wko-installatie; in het hele gebouw is geen cv-ketel te vinden. Aan de westzijde staat bij goed weer de hele dag de zon op de ramen. Hier kan de wko-installatie niet voor genoeg koeling zorgen en was het dus nodig om zonwering op te hangen,” legt Breedveld uit.

De renovatie heeft de plattegrond van Koningsvrouwen flink veranderd. “De woningen zijn ruimer geworden, maar daardoor zijn er natuurlijk wel minder woningen. We zijn van 240 naar 188 woningen gegaan,” vervolgt Breedveld. De renovatie was hard nodig. Het gebouw aan de Louise de Colignystraat had veel gebreken. “De technische staat was niet al te best, overal was asbest te vinden en dat zorgde soms voor veel problemen bij reparaties en onderhoud. Veel badkamers hadden last van schimmel vanwege de slechte ventilatie, het bleek brandgevaarlijk, energetisch was ook niet alles in orde en er waren muizen. Heel erg veel. Een bewoner heeft ons verteld dat hij op één avond een stuk of negen muizen had gedood”, besluit Breedveld.

Lessons learned

  • Ga uit van de mogelijkheden i.p.v. de onmogelijkheden; betrek Commissie Welstand en Monumenten en Bureau Monumenten en Archeologie aan de voorkant van een renovatie bij het ontwikkelen van nieuwe producten en mogelijkheden.
  • Reacties

    Renda ©2024. All rights reserved.