Opkomende economieën nemen het stokje over van de meer ontwikkelde, omdat die landen veel meer geld steken in gebouwen en infrastructuur. Dat is ook de reden dat China de eerste plaats overneemt van de Verenigde Staten. Dat blijkt uit de ‘Global Built Asset Wealth Index’, die afgelopen maandag door ontwerp- en consultancyorganisatie Arcadis is gepubliceerd. 

De index maakt een schatting van de waarde van de gebouwen en infrastructuur in 32 landen, die samen goed zijn voor 87 procent van het wereldwijde bruto binnenlands product. Het onderzoek is voor Arcadis gedaan door het Centre for Economics and Business Research, waarin ook een voorspelling wordt gedaan voor de komende tien jaar.

De totale waarde van de bebouwde omgeving in de wereld komt nu uit op 218 biljoen Amerikaanse dollar (218.000.000.000.000). Dat staat gelijk aan bijna 31.000 dollar per persoon, levend op onze aarde. De waarde van de Chinese bebouwde omgeving komt neer op 47,6 biljoen dollar en in Nederland is de waarde 2,15 biljoen dollar.

Waar Nederland dus negende staat met een bedrag van 128.000 dollar per inwoner als de waarde van de bebouwde omgeving wordt omgeslagen naar het aantal personen in een land heeft Qatar Singapore verdrongen van de eerste plaats. In Qatar is de waarde van gebouwen en infrastructuur 198.000 dollar per persoon waard waar dat in Singapore 192.000 dollar is.

Uit het onderzoek blijkt dat de focus van investeerders ligt in de Randstad. Hergebruik van leegstaande gebouwen heeft de voorkeur boven nieuwbouw, vanwege de enorme leegstand op de kantorenmarkt die Nederland heeft. De kwaliteit van onze infrastructuur is hoog, zeker ook omdat deze netwerken veelvuldig gebruikt worden. Het goede nieuws is dat onze overheid de komende jaren veel investeert in infrastructuur, zoals de Noord-Zuidlijn en Zuidasdok in Amsterdam.