Op 1 juli is de Omgevingswet door de Tweede Kamer aangenomen. Complexe, langdurige processen in de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland lijken voorbij. De Omgevingswet zorgt voor minder regels, meer kwaliteit voor de leefomgeving, een grotere keuzevrijheid voor ondernemers en kortere procedures.
Met de Omgevingswet wordt het eenvoudiger om een bestemmingsplan tijdelijk te wijzigen. Ook houdt de nieuwe wet rekening met regionale verschillen, zoals stedelijke groei en bevolkingskrimp, en kan er beter ingespeeld worden op actuele ontwikkelingen, zoals het aanpakken van leegstand. De Omgevingswet maakt het straks mogelijk om meer te experimenteren en verschillende partijen vroegtijdig bij nieuwe ontwikkelingen te betrekken. Het succes van deze stelselherziening zit in de uitvoering. Om de Omgevingswet ook daadwerkelijk in werking te laten treden in 2018 is het belangrijk dat er nu al wordt gestart met de implementatie.
Tijdens het congres ‘Omgevingswet 2015’ op 11 november a.s. staan de gevolgen van de nieuwe wet centraal. Welke mogelijkheden biedt de Omgevingswet in de praktijk? Waar zit de ruimte? De nadruk ligt op de consequenties voor grote en kleine gebiedsontwikkelingen.
Friso de Zeeuw (praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling aan de TU Delft en directeur nieuwe markten BPD) schetst de kansen en dilemma’s die samenhangen met de invoering van de Omgevingswet. Chris Kuijpers (Directeur-generaal Milieu en Internationaal bij het ministerie van IenM en ambtelijk verantwoordelijk voor de Omgevingswet) gaat in op de actuele stand van zaken en haalt accenten uit de wet aan.
Reacties