Log in
inloggen bij Ruimte en Wonen
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Content / Blogs

Me Vivian, you Jane

Op een mooie zomerdag in 1959 loopt een vrouw op de East 108th Street, New York. Er bungelt een fotocamera op haar borst. Dan wordt ze op haar schouder getikt.

Het had zomaar echt gebeurd kunnen zijn.

We schrijven 1959, maandag 28 september, en het is een mooie nazomerdag in New York. Op de East 108th Street, het stuk tussen 3d Avenue en Lexington, loopt een vrouw, Vivian. Ze is 33 jaar oud en er bungelt een fotocamera op haar borst. Ze woont en werkt op dat moment in Chicago als kinderjuffrouw, maar New York, haar geboorteplaats, blijft trekken. En wat is een betere dag om het dagelijkse leven aldaar te fotograferen dan maandag, de dag dat het weekend net voorbij is en iedereen zijn wekelijkse routine weer oppakt?

Plotseling is aan de overkant van 108th Street een aardig tafereel te zien. Vivian ziet het ook, en aarzelt geen moment. Zij kijkt meteen, gewend als ze is om te doen, van bovenaf door de lens van haar Rolleiflex. De mensen aan de overkant beseffen zich niet dat ze vereeuwigd worden. ‘Klik’, doet de camera, en voor altijd gevangen zijn de jongen met de autoband, die vanaf rechts het beeld inloopt, de vrolijk pratende vrouwen in het midden, de mensen die op de rug gezien met een vrouw praten die uit het raam hangt, de kindjes die het straattafereel gadeslaan vanaf de vensterbank en de oudere heer links, die naar rechts kijkt en zo met zijn blik de toevallig ontstane compositie haar innerlijke ruimte geeft. Hij staat er tevreden bij, zo lijkt het. Alles onder controle. Misschien mijmert hij wel over zijn buurtje, en over hoe vredig het er deze maandag bijligt.

Dan wordt de fotografe op haar schouder getikt. Ze schrikt, voelt zich betrapt en kijkt om. Gelukkig, niets aan de hand: naast haar staat een glimlachende vrouw, iets kleiner en zo te zien ongeveer tien jaar ouder. ‘Hi, how are you? Wat heeft u zojuist gefotografeerd?,’ vraagt de vrouw. ‘Oh, niets bijzonders, een stuk straat aan de overkant, met allemaal mensen erop die van de mooie dag genieten,’ klinkt het antwoord. ‘Maar dat is juist heel interessant,’ zegt de ander, ‘want ik ben op dit moment een boek aan het schrijven, precies over dat onderwerp. Ik wil dit soort buurten graag behouden, en er zijn tegenwoordig maar weinig andere mensen die er ook zo over denken. Wat u “niet bijzonder” noemt, is juist heel belangrijk voor het goed functioneren van een straat en een buurt. De stoep wordt gebruikt, dat is aantrekkelijk, en er zijn mensen die vanaf de begane grond, van uit hun eigen privédomein, op straat kunnen kijken en zo de boel een beetje in de gaten kunnen houden. Niemand kijkt toch graag naar een lege stoep, en niemand is graag alleen in de publieke ruimte?’

De fotografe denkt even na, en antwoordt dan: ‘U hebt gelijk mevrouw. Wat mij deed besluiten deze foto te maken, kwam inderdaad omdat er zoveel te zien was. Ik zag mensen contact maken, mensen die denk ik eigenlijk vreemd zijn voor elkaar. Dat voelde prettig. Ik heb het namelijk ook wel eens anders gezien. Bij mij in Chicago, waar het op dit moment voor de gewone man moeilijk rondkomen is, weet ik een plek waar alleen maar achterkanten van gebouwen op de doorgaans lege straat uitkijken, en waar er van oude, ondoorzichtige deuren een lange muur is gemaakt. Daar kan je alleen maar heel snel langslopen, daar wil je als passant zo snel mogelijk weer weg. Toch kan dat ook een mooie foto opleveren, eentje die juist de andere kant van uw verhaal laat zien, namelijk hoe het niet moet.’

‘Zou ik eens wat foto’s van u mogen zien?’, vraagt de kleinere dame. ‘Nee, dat doe ik nooit,’ zegt de ander, ‘dat komt misschien pas na mijn dood, maar ik ben wel blij dat u mij heeft aangetikt. Want wat u zegt spreekt mij erg aan. Straatleven fotograferen is mijn passie, en mensen op straat mijn onderwerp. Met uw boek zal het overigens, als ik uw volzinnen zo beluister, zonder afbeeldingen ook wel lukken. Mag ik u desondanks een suggestie doen? Wat ik eigenlijk fotografeer, is de choreografie van alledag. Hoe bewegen wij ons als mens door het decor van de stad? Welke gebaren, handelingen en innerlijke motivaties horen daarbij? Ik zou het fijn vinden als iemand dat eens een keer behoorlijk opschrijft, en u lijkt me de aangewezen persoon daarvoor. Ik ga trouwens weer verder, want ik ben eigenlijk op weg naar Central Park. Het is zulk lekker weer.’

‘U heeft gelijk, ik zal u niet verder ophouden. Overigens erg ongemanierd van mij dat ik mij niet eerst even heb voorgesteld. Mijn naam is Jane, en ik dank u voor uw uitleg en uw tijd. Have a nice day.’

Het had zomaar echt gebeurd kunnen zijn.

In Foam Amsterdam was tussen 7 november 2014 en 1 februari 2015 de tentoonstelling ‘Vivian Maier – Street Photographer’ te zien.

Allard Jolles is architectuurhistoricus. Bij het Rijksvastgoedbedrijf is hij afdelingshoofd Strategie en plaatsvervangend directeur portefeuillestrategie en portefeuillemanagement.

Reacties

Renda ©2024. All rights reserved.