Van oudsher zijn markten de (stedelijke) plekken waar mensen samenkomen voor uitwisseling van producten en ideeën. Het zijn de knopen in de economische, culturele en sociale netwerken, waar een direct contact is tussen koper en handelaar maar ook tussen kopers en handelaars onderling. In een veranderende wereld (globalisering, digitalisering, individualisering) blijven de marktplaatsen overeind en kennen zelfs een groei.
Een markt biedt de mogelijkheid voor economische revitalisering van buurten en versterking van de lokale identiteit, blijkt uit het onderzoeksproject ‘Public Markets’ van PPS (Project for Public Space). Dit wordt ook duidelijk uit recente voorbeelden in Nederland, zoals de Rotterdamse Markthal als icoon en plek van ontmoeting, en de vele initiatieven voor markten met lokale producten.
De markt is daarmee een elementair onderdeel van de maatschappij en de economie, die op de laagste en meest simpele schaal de schakel vormt tussen vraag en aanbod. In Informal Market Worlds – Atlas staan de ‘informele markten’ centraal. Alhoewel een harde definitie ontbreekt en er een grijs tussengebied lijkt te bestaan, gaat het bij de informele markten om die markten die niet worden geregisseerd of gereguleerd vanuit de overheid of vanuit bedrijven, maar die bottom-up het veld van vraag en aanbod accommoderen: soms uit noodzaak zoals in conflictgebieden, soms als ideaal of hobby zoals de vlooienmarkten.
Het boek geeft 72 casestudies van informele markten, voorafgegaan door een essay over informaliteit in de huidige globalisering en wereldeconomie. Dit nogal academische essay met informatie en theorie over inkomen, arbeid en handelsblokken vormt het inleidend kader voor de casestudies. Voor de liefhebber van de theorie is er parallel aan deze Atlas nog de Informal Market Worlds – Reader verschenen met verschillende artikelen over globalisering, vrijemarkteconomie en informaliteit.
De casestudies zelf zijn onderverdeeld in een negental categorieën die niet zijn bepaald vanuit een omvattende ruimtelijke of geografische taxonomie, maar vanuit de idiosyncrasie (typische eigenschap) van de politiek-economische omstandigheden van de markten. Zo is er het type van de ‘Post-conflict Markets’, de markten die zijn ontstaan tijdens en na conflictsituaties om te voorzien in de dagelijkse behoeften van de mensen. Deze informele markten zijn daarmee ook de meest basale in hun opzet en hun functie. Ook de ‘Border Markets’ vervullen een belangrijke handelsfunctie, ditmaal als uitwisselingsmarkt van producten die persoonlijk de grens over worden gebracht en die niet via normale handelswegen kunnen worden geïmporteerd of alleen tegen hoge importtarieven.
Aan de andere kant van het spectrum van de informele markten vinden we de ‘Hipster Markets’, de vlooienmarkten en tweedehandsmarkten die vooral in de westerse wereld meer een uiting van een lifestyle zijn dan een economische noodzaak: ‘“Physical markets” revamped profile as primarily leisure destinations, as places of culinary and social entertainment rather than basic provision.'
Gezamenlijk geven de casestudies een breed overzicht van informele markten wereldwijd met elk hun eigen achtergrond en ontstaansgeschiedenis. Na lezing blijven wel enkele vragen hangen: wat maakt een markt nu precies informeel? Van een aantal cases is het overduidelijk dat ze ontstaan zijn in de informele economie, zoals de straatverkopers in de ‘Wayside Markets’. Andere markten blijken deels georganiseerd en gereguleerd, zoals de vlooienmarkten in Kopenhagen en de ‘Swap Meets’ in Zuid-Californië. In andere gevallen blijkt het te gaan om markten voor immigranten zoals de Pacific Mall in Toronto, die zich specifiek richt op de grote groep Chinese bewoners van de stad en welbeschouwd een etnisch geprofileerd winkelcentrum is (met onder meer verkoop van illegale DVD’s en import). De onderbouwing van het begrip informeel is daarom theoretisch en academisch, terwijl de voorbeelden laten zien dat het vooral een schemergebied is waar de formele en informele economie elkaar tegenkomen.
Ook lijkt de ondertitel van het boek, The Architecture of Economic Pressure, meer te beloven dan het waarmaakt op architectonisch vlak. De casestudies zijn goed beschreven en met een situatietekening en foto’s toegelicht. De daadwerkelijke architectuur in de zin van ontworpen gebouwde en fysieke structuren komt minder duidelijk naar voren in de meeste cases. Dit kan een vanzelfsprekendheid worden genoemd, omdat informele markten vooral ook een tijdelijke structuur kennen van kramen, tenten en containers. Slechts in enkele gevallen is er sprake van gebouwde markten zoals de bazars en malls, en de overkapping van de Encants Vells in Barcelona. Tegelijkertijd gaat de gekozen indeling op basis van de zogenoemde idiosyncrasie voorbij aan de mogelijkheid om juist in de structuur en opzet van de markten een ‘architectuur’ te vinden, die inzicht geeft in het feitelijk functioneren van de markten met looproutes en ontmoetingsplekken.
De Atlas geeft een mooi overzicht van hoe adaptief handelaars in verschillende situaties zijn om hun producten te kunnen verkopen, ondanks aanwezige beperkingen zoals grenzen of formele regelgeving en structuren. Het is daarmee een inkijk in hoe de markt als economisch systeem van belang is, zowel voor de formele als de informele economie, waarbij niet de architectuur centraal staat als ontwerpicoon maar vooral ten dienste van de handel en wandel van de mensen – dat wat een stad maakt en bindt. Het belang van markten voor stedelijke ontmoeting en placemaking van gemeenschapsplekken is daarmee groter dan hun louter economische functie.
Peter Mörtenböck, Helge Mooshammer (red.), nai010 Publishers, Rotterdam, 2015
26 november 2024 Leven onder het luchtruim
29 oktober 2024 Huilende bruiden
12 september 2024 Oud water in de nieuwe tijd. Schoon grondwater is van levensbelang
Reacties