Log in
inloggen bij Ruimte en Wonen
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Content / Blogs

Ieder voor zich en God voor ons allen

Wat we goed vinden voor de maatschappij als geheel, vinden we als het onszelf betreft vaak lastig te accepteren. In de ontwerpende beroepen, maar ook in de energietransitie is dit soort gedrag hardnekkig, zelfs contraproductief.

Karel van het Reve verhaalt in één van zijn radiotoespraken over een philharmonie-orkest. De muzikanten staan, zo vertelt Reve,  geheel achter de voorgenomen bezuinigingen op cultuur, maar het dan voorliggende, door de gemeente genomen besluit te bezuinigen op de financiële bijdrage aan hún specifieke orkest, ja, dat kan toch écht niet door de beugel…

Wat we goed vinden voor de maatschappij als geheel, vinden we als het onszelf betreft vaak lastig te accepteren. Dat geldt zeker ook in de ontwerpende beroepen, niet alleen in de muziek- of theaterwereld. Een voorbeeld. Vele oudere architecten (voor het gemak 60+) zullen altijd in het openbaar beweren dat ze jonge architecten een warm hart toedragen en helpen waar mogelijk. De jeugd heeft immers de toekomst en door belangstelling te tonen voor de nieuwste generatie, blijft men zelf ook toekomstbestendig en ‘jong’. Herkenbaar? Zodra echter één van die jongeren in concurrentie meedoet in een competitie, een aanbesteding of anderszins, dan is het mantra van de oudere collega steevast dat aan de plannen van de jongeren toch duidelijk te zien is dat ze ervaring missen, een inferieur plan hebben gemaakt, verkeerde afwegingen en onheldere keuzes maken, de opgave niet begrepen of slecht doordacht hebben – en zo gaat het verder.

Ook in de energietransitie is dit soort gedrag hardnekkig, zelfs contraproductief. We zijn allemaal voor een gezonde lucht, minder CO2 en een stabiel klimaat, maar om nou een zonnepaneel op het dak te plaatsen, ja zeg, wat kost dat wel niet? Toen 18 juni jongstleden één van de sprekers tijdens een goedbezochte en inspirerende bijeenkomst van ‘Nederlandwordtanders’ in Den Haag vroeg wie er met duurzaamheidsmaatregelen thuis bezig was, stak slechts een enkeling zijn hand omhoog. Natuurlijk, het kon zijn dat alle overige aanwezigen al jaren in een energieneutraal huis woonden, de vraag net even niet goed hoorden of zich in het openbaar sowieso nooit durven uiten op milieugebied. Na afloop bleek echter zonneklaar dat ook bij het publiek van deze bijeenkomst sprake was van verschillend gedrag ten aanzien van theorie en praktijk. Een prachtig modulair bouwsysteem, waardoor gebouwen naar behoefte kunnen krimpen en groeien, geheel in lijn met de laatste energiebeperkende snufjes, kreeg tijdens de presentatie luid applaus. Maar de architecten die ik na afloop sprak konden er in de eigen ontwerppraktijk te weinig mee: de module was beperkend, de beukmaat niet goed, te eenzijdige lichttoetreding...de wens om toch zelf iets nieuws te ontwerpen prevaleerde. Ik denk dat dat gedrag een echte energietransitie in de woningbouw tegenhoudt. Waar blijft die o zo gewenste eenentwintigste-eeuwse pendant van de goed kopieerbare doorzonwoning, waar blijft dat energieneutrale standaardhuis dat met rijen tegelijk in allerlei gemeentes in Nederland wordt neergezet, zonder dat daar steeds opnieuw aan ontworpen hoeft te worden? Nederland wordt pas anders als we overal hetzelfde gaan doen!

In de duurzaamheidswereld kom je wel vaker contraproductief gedrag tegen. De theorie wordt gedeeld, maar in de praktijk staat men elkaar bijkans naar het leven. Ook dat werd tijdens de bijeenkomst van Nederlandwordtanders duidelijk. Windmolenliefhebbers hebben iets tegen zonnepanelen-omarmers; elektrische-autogelovigen winden zich op over iedere bus-op-waterstof. En believers  in geothermie vinden warmtekoudeopslagdeskundigen of warmtenetadepten op hun weg. Die laatste groep wordt op zijn beurt weer weggehoond door milieubewuste burgers die liever zelf zo’n kleinschalig windmolentje op hun dak zetten. Zo zijn we rond; iedereen verwijt de buurman de verkeerde keuzes te maken. Waarom, beste wereldverbeteraars, waarom zo intolerant en vijandig tegenover de naaste collega, die het – weliswaar met een andere techniek – ook goed voor heeft met het voortbestaan van flora en fauna op aarde? Is de gezamenlijke vijand niet fossiele brandstof? Moeten we daar de pijlen niet op richten? Zijn we niet allemaal blij met het resultaat van de meest recente klimaattop van de G7? Dat gaan we toch eendrachtig en vol goede moed verwezenlijken? Gun elkaar succes, want alle beetjes helpen. Of is dat ook weer niet goed?

Hoe het ook zij, de redding is nabij en komt van boven. Toen paus Benedictus XVI op 21 april 2007 het concept ‘voorgeborchte’ afschafte, en zo miljoenen vierkante meters verblijfsruimte vlak naast de hemel (voorwaar een toplocatie!) overbodig en ledig maakte, was kort daarop de kredietcrisis een feit en kwam de wereldwijde leegstand van kerken, kantoren, retail, publiek vastgoed en boerderijen goed op gang. De paus bleek een uitstekende toekomstvoorspeller. Nu zijn opvolger Paus Franciscus de klimaatactivistische encycliek Laudato Si’  heeft uitgebracht, waarin het Vaticaan zich solidair verklaart met milieuorganisaties en een halt toeroept aan het broeikaseffect en consumentisme, verwacht ik dat het ook met dat onderwerp snel zal gaan. Daar is slechts weinig voor nodig: leg die energievretende ruzies bij, verenigt u, vermenigvuldigt u, en redt de aarde.

Allard Jolles is architectuurhistoricus. Bij het Rijksvastgoedbedrijf is hij afdelingshoofd Strategie en plaatsvervangend directeur portefeuillestrategie en portefeuillemanagement.

Reacties

Renda ©2024. All rights reserved.