Een slimme oudere denkt na over de toekomst, nu het duidelijk wordt dat de zorg de vergrijzing niet meer gaat bijhouden. Maar hoe regel je die toekomst op het platteland? Als de woning klaar is voor de toekomst, is het dorp dat dan ook, en je gemeente? Zijn er straks nog een huisarts, een buslijn en andere voorzieningen in de buurt? Slim, voorbereid en op tijd kiezen is belangrijk.
Een scenario van rampspoed is snel geschreven, want de voorzieningen op het platteland gaan achteruit, verschillende rapporten hebben dat duidelijk gemaakt. Bij de laatste provinciale verkiezingen waren verdwijnende bushaltes zelfs een thema, maar dat die snel weer terugkomen is niet waarschijnlijk, want in Nederland bestaat geen recht op voorzieningen.
Ook de beschikbaarheid van zorg in dunbevolkte gebieden gaat met de oplopende (dubbele) vergrijzing steeds meer knellen, al was het alleen maar omdat de beroepsbevolking afneemt. Een gemeente als Súdwest-Fryslân rekent al aan scenario’s om mensen met een zorgvraag meer te concentreren in de grotere kernen, omdat eenzelfde zorgniveau in de 89 grotere en kleinere kernen van hun gemeente, met verspreid wonende ouderen steeds meer een uitdaging wordt.
Toch zijn er slimme keuzes te maken voor ouderen over woning, locatie en met wie je ouder wilt worden. Voorzieningen zijn niet het enige dat een leefomgeving leefbaar maakt. Uit peilingen van de noordelijk planbureaus blijkt keer op keer dat inwoners van Noord-Nederland heel gelukkig zijn. Rust, ruimte en groen worden hoog gewaardeerd, ook in de ‘voormalige’ krimpgebieden. Als je welvaart breder neemt, scoren veel plattelandsgebieden hoger dan veel stedelijke gebieden.
Voorzieningen en leefbaarheid zijn ook niet synoniem. In de coronatijd noteerde het Kadaster Noord-Nederland dat van de instromers uit de Randstad een groot deel 55+ was, die met overwaarde hun huis in en rond Amsterdam verkochten om buiten te gaan wonen. Of deze mensen daar over vijftien jaar nog zo gelukkig wonen hangt van veel factoren af. Drentse gemeenten zagen eerder ook weer oudere senioren na twintig jaar ‘Drentenieren’ re-urbaniseren naar kinderen en familie.
Als senior kun je ook bewuster naar je leefomgeving en naar met wie je wilt wonen kijken. ‘Samen ouder worden’ in een Naoberof Knarrenhof kan op groeiende belangstelling rekenen van senioren maar ook van dorpen en gemeenten. Op de kaart van Stichting Knarrenhof staat het inmiddels blauw van de initiatiefgroepen in heel Nederland die samen willen wonen in een nieuwerwets hofje en daarbij beloven naar elkaar om te kijken.
Ook dorpen denken na over de ouderen in hun dorpen. In het Drentse dorp Vledder hebben de dorpsorganisaties zelf een woonvoorziening gerealiseerd tegen de dorpskern aan. In Eexterveen (475 inwoners) heeft het dorp met een soort dorpsontwikkelingsmaatschappij na tien starterswoningen ook zes seniorenwoningen gerealiseerd. Comfortabele vrijstaande woningen met alle faciliteiten op de benedenverdieping. Bijkomend voordeel was dat ook een aantal grotere huizen en boerderijen vrijkwam voor gezinnen. Zonder dat het zwart op wit staat zeggen deze dorpen daarmee impliciet: deze ouderen horen bij het dorp, wij zorgen voor ze.
Opvallend bij veel van dit soort initiatieven is dat ze vaak door wat oudere vrijwilligers worden gedragen, een architect, iemand uit de bouw of de zorg, net rond of met pensioen. Deze hebben kennis en tijd, maar zien ook het belang van het organiseren van de leefbaarheid nu en in de toekomst. Een slimme senior stapt daarom misschien ook wel in het bestuur van een dorpswinkel, of zorgcoöperatie. Of begint een nieuwe carrière als buschauffeur op de dorpsbus, zodat er straks ook nog vervoer is als hij of zij dat nodig heeft.
Reacties