Opnieuw een snikhete zomerse dag in de stad Utrecht. Veel suppers in de gracht, jongeren zwemmen in het kanaal of zoeken verkoeling in één van de parken. Ik vlucht voor een paar uur naar het buitengebied en ga al peddelend naar IJsselstein. Een corona-proof kanotochtje over de Hollandse IJssel. Tijdens een korte stop in het vestingstadje zien we een aantal gemeenteambtenaren op zoek naar geschikte plekken voor 'cirkels in het gras'. In navolging van veel andere steden willen ze ook hier geverfde witte lijnen voor kleine groepjes mensen, zittend in een eigen bubbel en op veilige afstand van alle anderen.
Covid19 zet de stedelijke openbare ruimte onder druk. Waar mensen steeds kleiner wonen en velen noodgedwongen thuiswerken is er behoefte aan buitenlucht, een ommetje, na de talloze video calls met collega’s. Sinds de intelligente lockdown is de openbare ruimte ineens ook een risicovolle plek waar een onbekend virus rondzwerft dat iedereen kan treffen. Elkaar ontmoeten is nu levensbedreigend. Dus wordt de ruimte gedomineerd door cirkels, pijlen, rood-witte linten, regels, waarschuwingsborden en rotondes. Vaak vriendelijk en humoristisch van toon: “houd een piano afstand” (concertzaal Tivoli/ Vredenburg), “blijf op 9 frikadellen van elkaar” (strandtent) en “fijn dat je hier wacht” (supermarkt). Al deze aanwijzingen zorgen ook voor ongemak: sta ik op de goede plek, loop ik in de juiste richting en houd ik voldoende afstand? Druktemeters en digitale stadsplattegronden moeten bezoekers en bewoners van grote steden bewust maken van blauwe, groene, gele en rode gebieden. De oude binnensteden kleuren overwegend rood. Straten en stegen zijn te smal om voldoende afstand te kunnen houden. Inmiddels veranderen ruime pleinen in terrassen en worden openbare bankjes beplakt met stickers en afgezet met rood-witte linten. Zomaar ergens neerstrijken en rondkijken is er niet meer bij. Reserveren is verplicht en betalen alleen mogelijk via een QR-code. De buitenruimte lijkt steeds meer op een binnenruimte met alle die regels. Elkaar spontaan tegenkomen en ontmoeten, een belangrijke functie van openbare plekken (zie artikel in Raum magazine 2020), is niet meer vanzelfsprekend. En nu we niet te dicht bij elkaar mogen komen neemt de druk op de stad toe. Het is de vraag wie het recht heeft zich in park of aan de waterkant te begeven tijdens deze zomerse hitte? Mensen zonder tuin of balkon, families met kinderen in hoge flats, eenzame ouderen of jongeren die toch al zo weinig mogen. Moeten we time slots maken voor het gebruik van de openbare ruimte of zorgt de huidige pandemie voor een herwaardering van het platteland en een trek uit de stad?
De tentoonstelling Countryside, the Future van architect Rem Koolhaas opende vlak voor het virus de stad New York bereikte. In het Guggenheim Museum staan beelden en installaties over rurale alternatieven in een tijd waarin meer dan de helft van de wereldbevolking in steden leeft. Volgens Koolhaas is het “volledig absurd dat iedereen op een kluit gaat zitten." Is dat zo? Volgende week starten weer veel nieuwe studenten hun master Human Geography in Utrecht met het gezamenlijk lezen van Edward Glaesers’ boek Triumph of Cities. Een reactie op anti-stedelijk beleid en een pleidooi voor stedelijke verdichting, die niet alleen creativiteit en innovatie bevordert, maar ook duurzaam is.
?Als stadsgeograaf zie ik het ‘nieuwe normaal’ als een (tijdelijke) herinrichting van de openbare ruimten en het stedelijke leven. Covid19 werkt als een katalysator voor eerder ingezet en gewenst beleid: meer ruimte voor voetgangers in de centrale winkelgebieden, meer aandacht voor de verblijfswaarde en een vergroening van de stad. Dus niet de dualiteit tussen stad en platteland opnieuw introduceren maar de voordelen van beiden integreren. De stad als huiskamer waar iedereen elkaar ontmoet was al een utopie. Wel blijft het belangrijk om stedelijke openbare ruimten zo te ontwerpen dat mensen uit verschillende bubbels elkaar tegenkomen en verdringing van specifieke groepen wordt voorkomen. Voorlopig op veilige afstand in de cirkels in het gras.
Reacties