De energietransitie heeft helaas ook een keerzijde. Het ziet er bijvoorbeeld naar uit dat kwetsbare groepen mogelijk procentueel fors meer moeten betalen voor de energietransitie. Het sociale aspect van de energietransitie moet daarom meer aandacht krijgen. Slimme maatregelen nu kunnen problemen op een later tijdstip voorkomen blijkt uit het onderzoek 'Winnaars en verliezers van de energietransitie' van ECN, Tertium, Alliander en Milieudefensie.
Laten we hem Jan noemen. De 56-jarige technicus uit het dorpje Dulder in de Achterhoek is een verliezer van de energietransitie. Een paar maanden geleden heeft hij te horen gekregen dat zijn baan als monteur van gasturbines voor Siemens ophoudt te bestaan. Het bedrijf zet voortaan vol in op de ontwikkeling van duurzame alternatieven. Extra pijnlijk voor Jan is dat hij als oprichter van de lokale actiegroep “Dulder TegenWind” al jaren protesteert tegen het feit dat steeds meer boeren in de streek hun koeien inruilen voor windmolens inclusief drie turbines die hij vanuit zijn eigen achtertuin kan zien. Tot overmaat van ramp heeft hij zelf een torenhoge energierekening van meer dan 300 euro per maand vanwege een slecht geïsoleerd huis. Jan zou best willen isoleren, maar heeft daarvoor geen geld, zeker niet nu hij zijn baan kwijt is.
De energietransitie wordt vaak gepresenteerd als technologisch project dat goed is voor de 3 P’s: people, planet en profit. Maar de positieve drieklapper heeft ook een keerzijde. Uit de geschiedenis weten we maar al te goed dat de overgang naar een nieuw energiesysteem ook verliezers kent. Van het verdwijnen van de Friese turfstekers tot de sluiting van de Limburgse mijnen, en van de landschapsvervuilende hoogspanningsmasten tot de aardbevingen in Zeerijp.
Tot nu toe gaan de discussies meestal over de vraag of het technisch en organisatorisch haalbaar is over te schakelen op duurzame energie. De sociale gevolgen van de transitie blijven nog onderbelicht. Maar de situatie van de fictieve Jan uit Dulder toont hoe ingrijpend de gevolgen zouden kunnen zijn. Die constatering vormde voor ECN, Tertium, Milieudefensie en Alliander aanleiding om verkennend onderzoek te doen naar de winnaars en verliezers van de energietransitie. Door middel van expertsessies, interviews en literatuuronderzoek brachten de partijen in kaart op welke terreinen problemen kunnen ontstaan. Het werd een agenderende studie, die er hopelijk toe leidt dat beleidsmakers de ergste vormen van ‘energieongelijkheid’ de komende jaren kunnen voorkomen.
De Amerikaanse duurzaamheidswetenschapper Clark Miller beschrijft hoe parallel aan energietransities veranderingen optreden in waarden, beslissingen en gedrag binnen een samenleving. ‘Eerdere transities leren ons wat de belangrijkste aspecten van een grote energietransitie zijn: de sociale, economische en politieke omwentelingen waarmee ze gepaard gaan.’ Dergelijke omwentelingen leiden onherroepelijk tot een herverdeling van geld, macht en onderlinge verhoudingen.
Je kan talloze manieren verzinnen waarop de energietransitie zou kunnen leiden tot nieuwe vormen van ongelijkheid. Denk bijvoorbeeld aan bereikbaarheid: nu al mag de eigenaar van een Volkswagen Golf 1.9 TDI Trendline uit 2001 op diesel niet meer met zijn auto in de binnenstad van Utrecht komen, terwijl Tesla-rijders hun bolide rustig kunnen inpluggen bij een laadpaal aan de Oude Gracht en zo nog gratis kunnen parkeren ook. Trek deze trend door en je ziet de tweedeling ontstaan: terwijl gefortuneerden vrijelijk met hun auto door de straten zoeven, staan minder gefortuneerden te wachten op de bus. Wijlen Margaret Thatcher zou eens hebben opgemerkt dat: ‘A man who, beyond the age of 26, finds himself on a bus can count himself as a failure.’ Maar is dat ook echt de samenleving die we willen?
Reacties