Werelderfgoed raakt steeds meer aan de ruimtelijke ordening. Het is in Nederland één van de weinige taken waar het Rijk nog verantwoordelijk voor is, maar ook lokaal slaat de invloed neer. De beschermde status leidt niet alleen tot rechten en plichten, maar opent ook nieuwe deuren. Bijvoorbeeld naar UNESCO-toerisme.
8 2015/04 S+ROThemaWerelderfgoedIntroductieArjan HarbersRedacteur S+ROWerelderfgoed is actueler dan ooit.Niet alleen omdat op het moment vanschrijven er tempels in Palmyra wordenopgeblazen, gebouwen in Aden zijn be-schoten en Aleppo al langer in puin ligt,maar ook omdat werelderfgoed steedsmeer raakt aan de ruimtelijke ordening.Het is in Nederland ??n van de weinigeruimtelijke taken waar het Rijk nogverantwoordelijk voor is, verankerdin de Structuurvisie Infrastructuuren Ruimte (SVIR) en in het Meerjaren-programma Infrastructuur, Ruimte enTransport (MIRT). Maar ook op lokaalniveau slaat de invloed neer. Rondom demolens van Kinderdijk zag de ProvincieZuid-Holland af van het plaatsen van ?geen ironie ? vijf windturbines, nadatzij een Heritage Impact Assessmentuitvoerde. En in dit nummer van S+ROlaat Ben de Vries zien hoe ontwerperszich op een lager schaalniveau kunnenvoegen naar de randvoorwaarden dievoortvloeien uit een erfgoedstatus.De status van werelderfgoed heeftdus zo zijn ruimtelijke impact. MichaelKloos hamert er in dit nummer op datde werelderfgoedstatus tot rechten enplichten leidt. Het Elbedal in Dres-den werd in 2009 afgevoerd van deWerelderfgoedlijst nadat een nieuweElbebrug het panorama zou verstoren.Het is dan ook niet verwonderlijk datonder meer Vincent Kompier1 en ErrikBuursink2 ten tijde van de opname vande Amsterdamse grachtengordel op deWerelderfgoedlijst, wezen op de ruim-telijke beperkingen die hier mee ge-paard zouden gaan. In dit nummer vanS+RO, vijf jaar later, blikt Fred Feddesterug op de UNESCO-druk op Amster-dam. Loes Veldpaus keek over de grenswaar zij onderzoek verrichtte naar deruimtelijke transformaties van we-relderfgoed, want die zijn wel degelijkmogelijk. Hans Renes breekt ten slotteeen lans voor de cultuurlandschappen(Elbedal!) die op de Werelderfgoedlijsttussen wal en schip dreigen te vallen.Ze zijn immers noch natuurlijk nochbouwkundig erfgoed en dat zijn nounet de twee hokjes waarbinnenUNESCO denkt.Zelf ben ik een echte UNESCO-toerist.Bij het maken van een verre reis kijk ikaltijd vooraf op de kaart of er werel-derfgoed op mijn pad ligt. Onderwegworden Rastst?ttes en aires vermedenen rijden we naar werelderfgoedloca-ties. Liever een overnachting in Telc,Kotor, Nancy, Avila of Regensburg dan ineen Formule1-hotel. Werelderfgoed is innegen van de tien gevallen een garantievoor een prachtige en bovendien inte-ressante locatie. In Nederland ligt dezeverhouding voor toeristen iets lager.Hoe interessant het Woudagemaal inLemmer of de stelling van Amsterdamook zijn, buitenlandse gasten zou iktoch eerder naar Willemstad, het stad-huis van Gouda of naar Marken sturen.Ik maak hierboven duidelijk de denkfoutdat werelderfgoed synoniem zou moe-ten zijn met een toeristische attractie.Dat is natuurlijk onzin. Werelderfgoedgaat verder. Het is een toeristischeattractie met een verhaal, met eenverleden en het is authentiek. Soms, inhet geval van Mont Saint-Michel, Ve-neti? en Dubrovnik is het een massaletoeristische attractie, die men zonderwerelderfgoedstatus ook wel weet tevinden. Soms ook is het een verborgenparel, voor de fijnproevers. In Nederlandzou ik nooit naar de Beemster zijn gere-den als het geen werelderfgoed was. Enhet was zeer de moeite waard.De UNESCO-toeristen hebben inNederland de keuze uit vier thema'swaarop actief gestuurd wordt. Derepubliek in de zeventiende eeuw,Nederland-Waterland, archeologie enHet Nieuwe Bouwen. Daarbij ontbrekenstedenschoon, religieus en industrieelerfgoed. Het lijkt of de NederlandseUNESCO-voordracht zich laat leidendoor de Nederlandse koopmansgeest.Een bezoek aan Schokland, de Kinder-dijk, de Beemster en het Woudagemaalwrijft er bij de toerist in dat Nederlanduitmunt in waterveiligheid. En de inter-nationaal opererende Nederlandse ar-chitectenbureaus zullen zich bovendienniet schamen voor de Van Nellefabrieken het Rietveld-Schr?derhuis. Bij dezeNederlandse bias lijkt de Nederlandseexportlobby dus beter aan zijn trekkente komen dan de toerismelobby. Datzou je pervers kunnen noemen, maareen vergelijkbare handelspolitiek heeftvolgens Hans Renes ook in het bui-tenland geleid tot die karakteristiekewerelderfgoedlocaties. Nederland heeftnu opnieuw vier a-typische locatiesgenomineerd. In de S+RO-editie vanjuni dit jaar schreef Catherine Visser alover de Nederlandse nominatie van deLimes. Dr? van Marrewijk introduceertin deze Werelderfgoed-special vanS+RO de drie overige nominaties voorde Werelderfgoedlijst. Qua toerismezullen ze het verschil niet gaan maken,maar er valt een hoop te leren. Noten1 https://www.archined.nl/2008/09/werelderfgoedstatus-bescherming-beloning-of-bedreiging/2 https://www.archined.nl/2011/09/erfgoedstatus-grachtengordel-is-een-blunder/WerelderfgoedIllustratie: Max KismanMK2014S+RO 2015/04 9ThemaWerelderfgoedIntroductie
Reacties