Om de steeds drukker wordende steden aantrekkelijk en leefbaar te houden, is een goede toegang tot stadsgroen en omliggende natuurgebieden cruciaal. Landelijk gelegen stations - buitenpoorten genoemd - kunnen een belangrijke rol spelen in het duurzaam ontsluiten van het landschap. Toch is er maar weinig aandacht voor dit type ov-knooppunten. En dat is jammer. Want met relatief kleine investeringen in deze gebieden kan het groen zowel fysiek als mentaal dichter bij de stadsbewoner komen te liggen, stijgt het draagvlak voor onderbenutte stations en wordt het ov aantrekkelijker voor inwoners van het landelijk gebied.
Met de huidige verstedelijkingsopgave is er veel aandacht voor binnenstedelijke verdichting. Met name in de grote steden wordt een aanzienlijke groei van de bevolking verwacht. Zo zal het inwonersaantal van Amsterdam stijgen tot meer dan een miljoen mensen in 2030, wordt in diezelfde periode voor Den Haag een groei van circa 100.000 inwoners verwacht, en ook Rotterdam, Eindhoven en Utrecht mogen de komende 10 tot 15 jaar naar alle waarschijnlijkheid tienduizenden extra mensen verwelkomen1.
Door de woningen voor deze nieuwe inwoners te bouwen in de nabijheid van bestaande woningen, winkels, werkgelegenheid en infrastructuur wordt het draagvlak voor deze voorzieningen vergroot, worden bestaande stedelijke gebieden versterkt en kunnen waardevolle landschappen worden opengehouden2.
Tegelijkertijd vraagt de toenemende bevolking om maatregelen die helpen om onze steden leefbaar en aantrekkelijk te houden. Naast het stimuleren van andere vormen van mobiliteit, en goede (publieke) voorzieningen, vraagt de toenemende drukte in de stad om aantrekkelijke en goed toegankelijke groengebieden en recreatievoorzieningen. Het gaat daarbij om een uitbreiding en kwaliteitsverbetering
van binnenstedelijk groen, zoals stadsparken, maar minstens zo belangrijk is het verbeteren van de toegang tot de grotere natuurgebieden in de regio die vaak op afstand van de stad liggen. Juist voor die laatste categorie, zouden landelijk gelegen openbaarvervoersknooppunten een uitkomst kunnen bieden.
22
Station Ruurlo BRON: ROB DAMMERS
23
Mike Emmerik
Stations als
poort naar
het landschap
Om de steeds drukker wordende steden aantrekkelijk en leefbaar
te houden, is een goede toegang tot stadsgroen en omliggende na
tuurgebieden cruciaal. Landelijk gelegen stations ? buitenpoorten
genoemd ? kunnen een belangrijke rol spelen in het duurzaam
ontsluiten van het landschap. Toch is er maar weinig aandacht voor
dit type ovknooppunten. En dat is jammer. Want met
relatief kleine investeringen in deze gebieden kan het groen zowel
fysiek als mentaal dichter bij de stadsbewoner komen te liggen,
stijgt het draagvlak voor onderbenutte stations en wordt het ov
aantrekkelijker voor inwoners van het landelijk gebied.
24
M
et de huidige verstede-
lijkingsopgave is er veel
aandacht voor binnen -
stedelijke verdichting.
Met name in de grote
steden wordt een aanzienlijke groei van de
bevolking verwacht. Zo zal het inwoners -
aantal van Amsterdam stijgen tot meer
dan een miljoen mensen in 2030, wordt in
diezelfde periode voor Den Haag een groei
van circa 100.000 inwoners verwacht, en
ook Rotterdam, Eindhoven en Utrecht mo -
gen de komende 10 tot 15 jaar naar alle
waarschijnlijkheid tienduizenden extra
mensen verwelkomen. Door de woningen voor deze nieuwe in -
woners te bouwen in de nabijheid van be -
staande woningen, winkels, werkgelegen -
heid en infrastructuur wordt het draagvlak
voor deze voorzieningen vergroot, worden
bestaande stedelijke gebieden versterkt en
kunnen waardevolle landschappen wor -
den opengehouden. Tegelijkertijd vraagt de toenemende be -
volking om maatregelen die helpen om
onze steden leef baar en aantrekkelijk te
houden. Naast het stimuleren van andere
vormen van mobiliteit, en goede (publie -
ke) voorzieningen, vraagt de toenemende
drukte in de stad om aantrekkelijke en
goed toegankelijke groengebieden en re -
creatievoorzieningen. Het gaat daarbij om
een uitbreiding en kwaliteitsverbetering
van binnenstedelijk groen, zoals stadspar -
ken, maar minstens zo belangrijk is het
verbeteren van de toegang tot de grotere
natuurgebieden in de regio die vaak op af -
stand van de stad liggen. Juist voor die
laatste categorie, zouden landelijk gelegen
openbaarvervoersknooppunten een uit -
komst kunnen bieden.
Groen als voorwaarde voor een
aantrekkelijke stad
Dat de stedelijke bevolking grote behoefte
heeft aan groene ruimte werd extra duide -
lijk tijdens de coronapandemie, toen men
massaal naar de parken en natuurgebieden
trok. Het Amsterdamse Vondelpark moest
worden afgesloten om de toegestroomde
mensenmassa te beheersen, terwijl bos-
wachters vanuit het hele land opriepen om
25
Artist impression van WormerveerBRON: PROVINCIE NOORD-HOLLAND
op piekmomenten niet meer naar natuur-
parken te komen. Uiteraard ging het hier
om een uitzonderlijke situatie, waarbij de
druk op de natuur werd opgestuwd door de
coronamaatregelen, maar het signaal past
binnen een langere trend waarbij beheer -
ders het steeds drukker zien worden in de
Nederlandse (stads)natuur. Met name de impact van mensen die met
de auto de natuur intrekken, begint steeds vaker te knellen. Op mooie weekenddagen
staan de parkeerplaatsen van menig na -
tuurpark bomvol, en als de zon schijnt staan
er lange files naar het strand. Dit is niet al-
leen vervelend voor de bezoekers die van
het landschap of de zee willen genieten,
maar veroorzaakt ook overlast voor omwo -
nenden. Het heeft bovendien een negatieve
impact op de natuur zelf. Het zou dan ook
goed zijn om alternatieve, duurzamere vor -
26
STATIONS VERSTERKEN HET NETWERK
men van mobiliteit te stimuleren voor een
bezoek aan onze recreatiegebieden. Hele -
maal gezien een steeds groter deel van de
stedelijke bevolking geen auto (meer) bezit:
uit principe of omdat zij de kosten hiervoor
niet kunnen betalen. Voor beide groepen is
een goede ov-verbinding naar bos of strand
van groot belang. Juist hier ligt een onbenutte potentie. Er
zijn tal van stations die zich nu al goed le -
nen als toegangspoort naar de natuur, maar
zelden worden gebruikt door recreanten.
Mensen zijn niet bekend met deze plekken
als mogelijk startpunt voor een bezoek aan
de natuur. Soms zijn het geen aantrekkelij -
ke plekken om te verblijven of liggen er
fysieke barrières tussen het station en het
aangrenzende natuurgebied.
Knooppuntontwikkeling als
basis voor een duurzame
verstedelijking
Wanneer we bedenken dat knooppunt-
ontwikkeling in de afgelopen jaren een cru -
ciaal onderdeel is geworden van het ruimte -
lijkeordeningsbeleid, is het opvallend dat er
maar beperkt belangstelling is voor de
ov-knooppunten die het landschap ontslui -
ten. Het loont namelijk om aandacht te ge -
ven aan álle knooppunten in het netwerk,
van groot tot klein en van stedelijk tot lan -
delijk. Juist door ze in een regio goed op
elkaar af te stemmen, en eventuele ingre -
pen in de omgeving te laten aansluiten bij
de 'genius loci' en de ontwikkelkansen van
een plek, ontstaat een aantrekkelijke en ge -
varieerde stadsregio waar men prettig kan
wonen, werken en recreëren en zich duur -
zaam kan verplaatsen met behulp van het
openbaar vervoer. Een belangrijk hulpmiddel om de poten -
tie van de verschillende knooppunten in
beeld te brengen is het zogenoemde vlin -dermodel dat door Vereniging Deltametro
-
pool is ontwikkeld op basis van de theorie
van Luca Bertolini over knoop- en plaats -
waarde (zie ook het vlindermodel in 'Be -
stemming verrijkt' op p. 54). Hierop voort -
bouwende, ontwikkelde Vereniging
Deltametropool in samenwerking met de
Provincie Noord-Holland voor de publicatie
Maak Plaats! vervolgens twaalf knooppunt -
milieus, die nauw aansluiten bij de knoop-
en plaatswaarde van een aantal arche-
typische plekken in het land. Zo zijn sommi-
ge knooppunten gelegen in hoogstedelijke
gebieden en verknopen tram, trein, metro
en bus met elkaar, terwijl andere juist in
een dorpse omgeving liggen waar het mobi-
liteitsaanbod en de frequentie vaak beperk -
ter is. De in Maak Plaats! geformuleerde
knooppuntmilieus variëren dan ook van
stedelijke omgevingen zoals 'de wereld -
stad', 'de grootstad', 'de binnenstad' of 'het
metropolitaan centrum', tot minder inten -
sief gebruikte en meer excentrisch in het
netwerk gelegen plekken als 'het hubdorp',
'het centrum dorp', of 'de buitenpoort.' Met name die laatste drie categorieën en
dan in het bijzonder de buitenpoort, kun -
nen een belangrijke rol vervullen in het ver -
beteren van de toegankelijkheid van het
landschap voor de stedeling. Mensen die
een dagje van de natuur willen genieten
zouden zich op deze knooppunten welkom
moeten voelen en het gevoel krijgen dat ze
direct in een landschappelijke omgeving
staan. Dit kan bijvoorbeeld door het realise -
ren van betere wachtvoorzieningen, be -
wegwijzering en bezoekersinformatie, het
aanbieden van huurfietsen of door het groe -
ner en aantrekkelijker inrichten van de
openbare ruimte. Hierdoor worden deze
knooppunten ook aantrekkelijker voor
mensen die daar in de buurt wonen en met
de fiets of e-bike naar het station komen om
27
STATIONS VERSTERKEN HET NETWERK
vanaf daar met het openbaar vervoer naar
school, werk, familie of vrienden te reizen.
Zo wordt gebruik van het ov beide kanten
op gestimuleerd en wordt het netwerk effi -
ciënter gebruikt.
Pilot buitenpoorten
De Provincie Noord-Holland heeft in 2019
het initiatief genomen om het concept van de
buitenpoorten verder uit te werken. In sa -
menwerking met onder andere de Metro -
poolregio Amsterdam (MR A), NS en een
aantal gemeenten, werd een pilot opgezet
met de stations Wormerveer, Almere Oost -
vaarders en Santpoort Noord als testlocatie. Voor ieder knooppunt werd een ruimtelij -
ke analyse gemaakt. Er werden een aantal
criteria geformuleerd waaraan een buiten -
poort zou moeten voldoen. Zo moet het
landschap dichtbij en het liefst zichtbaar
zijn vanaf het station en moet de reis vanaf
de stad niet langer dan een half uur duren.
Op het knooppunt zelf moet vervolgens in -
formatie worden aangeboden over het na -
bijgelegen natuurgebied. Dit gebied moet
vanuit het knooppunt uiteraard ook goed
toegankelijk zijn. Daarnaast zijn er bij voor -
keur faciliteiten aanwezig als een fietsver -
huurpunt en een plek waar men iets kan
eten of drinken. Vervolgens werd er voor
ieder knooppunt in de pilot een ruimtelijke
schets en visualisatie gemaakt om te illu -
streren welk type ingrepen kunnen helpen
om de potentie als buitenpoort te verzilve -
ren en de plek aantrekkelijker te maken
voor recreanten. Daarnaast bevatte de pilot ook nadrukke -
lijk een bewustwordingscampagne om de
bereikbaarheid van natuurgebieden met
het openbaar vervoer onder de aandacht
van de stedeling te brengen. Want hoewel
er veel kwalitatief hoogwaardige groenge -
bieden in de MR A aanwezig zijn, weten veel inwoners en bezoekers ze nog niet altijd te
vinden, laat staan met ov. In de binnenstad
van Amsterdam verschenen in de zomer
van 2019 daarom reclameborden met 'Stap
in het buitenleven' met af beeldingen van
natuurgebieden. Beeldschermen op Am -
sterdam Centraal toonden luchtfoto's van
het landschap met vertrektijden van de
eerstvolgende trein ernaartoe. Wanneer
men vervolgens uitstapte op Santpoort
Noord, de locatie waarvoor de campagne
uiteindelijk verder werd uitgewerkt, werd
men welkom geheten door beelden van het
nabijgelegen duingebied en informatie over
de omgeving, en kon men zo de Kennemer -
duinen in wandelen via een nieuwe wan -
delroute. Hoewel de pilot Santpoort Noord
in de zomer van 2019 veel enthousiasme en
publiciteit opleverde, is er geen vervolg aan
gegeven aan de buitenpoortontwikkeling
op dat station. Dit kwam doordat de ge -
meente genoodzaakt was budgetten anders
toe te wijzen vanwege de coronacrisis. Wel
wordt momenteel in de provincie bekeken
of Bussum-Zuid, Wormerveer, Castricum
en Heerhugowaard ontwikkeld kunnen
worden tot buitenpoort. Ook voor de stati-
ons Spaarnwoude en Halfweg-Zwanenburg
lopen studies.
Bewijslast op andere plekken
Terwijl de pilot in Noord-Holland nog geen
concreet resultaat heeft opgeleverd, zijn er
Stap in het
buitenleven
28
op andere plekken in het land wel degelijk
initiatieven die bijdragen aan zowel f ysiek
als mentaal toegankelijk maken van recrea -
tielandschappen met het openbaar vervoer.
Op een aantal plekken is de omgeving rond -
om het station opnieuw ingericht.
Een mooi voorbeeld hiervan is het vernieuw -
de station Driebergen-Zeist dat in mei 2020 werd geopend. Waar men hier eerst uitstapte
in een stenige omgeving, die in geen enkel
opzicht deed denken aan het omliggende
landschap, is het groene karakter van de
landgoederen nu doorgetrokken tot aan het
station. Hierdoor krijgen reizigers het gevoel
binnen 8 minuten reizen vanaf Utrecht
Centraal, direct op de Utrechtse Heuvelrug
Digitale schermen op Amsterdam CS BRON: PROVINCIE NOORD-HOLLAND
29
uit te stappen. De herinrichting van de open-
bare ruimte maakt het hiermee niet alleen
een prettige plek om te verblijven of om over
te stappen, maar versterkt ook de symboli-
sche waarde en aantrekkingskracht van het
station als toegangspoort tot het landschap. Ook het Gelderse station Ruurlo is in
deze context interessant. Dit knooppunt ligt midden in de achterhoek en biedt toe
-
gang tot een aaneengesloten natuurgebied
met landgoederen en boswachterijen. Bij
de vernieuwing van de stationsomgeving
in 2011 is hier een in het oog springende
houten voetgangersbrug aangelegd die
beide kanten van het spoor met elkaar ver -
bindt om zo de nieuw aangelegde parkeer -
plaatsen eenvoudig bereikbaar te maken
(zie het openingsbeeld). Het is echter niet zozeer de verbinding
die hier interessant is, maar misschien wel
belangrijker is de iconische waarde van de
brug zelf, die een echte poort tot het
landschap symboliseert. Daarbij maakt het
ook het landgoed Roderlo, waar in het bij -
behorende kasteel zich sinds 2017 een mu -
seum voor modern realisme heeft geves -
tigd, eenvoudig toegankelijk vanaf het
station. Tot slot is het waardevol om de Hoekse lijn
te benoemen, en dan met name het station
Hoek van Holland Strand als buitenpoort
avant la lettre. Deze spoorlijn die eind 19e
eeuw werd aangelegd, maakte het al decen -
nia mogelijk om vanaf Rotterdam eenvoudig
de kust te bereiken. Tot de aanleg van de eer -
ste Maasvlakte in de jaren 60, waardoor de
kustlijn verder de zee in kwam te liggen,
Het groen komt zowel fysiek als
mentaal dichter bij
de stadsbewoner te liggen
30
Station Driebergen-Zeist BRON: FANTAGLOBE11
Een programma voor Nederland
Ondanks deze inspirerende en succesvolle
initiatieven, zou het goed zijn als er een
meer systematische aanpak zou komen ter
stimulering van bezoek aan natuurgebie -
den met het openbaar vervoer. De aanpak
zoals voorgesteld in Noord-Holland waar -
bij een publiekscampagne wordt gecombi-
neerd met betere faciliteiten op stations,
stapte men vrijwel direct uit op het strand.
Na die tijd moest men ca 15 minuten lopen. Bij de recente ombouw van het spoor tot
een metrolijn, waarbij het tracé werd
aangesloten op het Rotterdamse metronet -
werk, is echter besloten om de lijn weer te
verlengen, waardoor men in de toekomst
opnieuw letterlijk op het strand kan in- en
uitstappen.
31
een aantrekkelijke openbare ruimte daar-
omheen en goede verbindingen naar het
landschap, dat daardoor zowel fysiek als
mentaal dichterbij komt, lijkt een slimme
strategie. Een bijkomend voordeel kan zijn dat on -
derbenutte stations meer draagvlak krijgen
en dorpen in het buitengebied goed verbon -
den worden met de rest van de regio. Gelukkig staan de eerste contouren voor
een dergelijk programma in stijgers. In mei
dit jaar presenteerde de rijksoverheid, sa -
men met provincies en vervoerders een ge -
zamenlijke Actieagenda OV-Knooppunten
als uitvoeringsagenda van het Toekomst -
beeld OV 2040. Hierin worden de buiten -
poorten genoemd als concept dat de ko -
mende decennia door meerdere stadsregio's
kan worden toegepast op de locaties die
hier geschikt voor zijn. De mogelijkheden lopen uiteen, niet al-
leen omdat in sommige regio's minder be -
schermd landschap aanwezig is, zoals bij -
voorbeeld in Rotterdam, maar ook vanwege
de verschillen in recreatiebehoefte vanuit
bepaalde bevolkingsgroepen. Nu is het tijd om concreet te gaan werken
aan een duurzame toegankelijkheid van het
landschap voor alle stedelijke inwoners.
Met een reeks van relatief kleine ingrepen
kan een groot verschil worden gemaakt.
De eerste
contouren staan in de stijgers
ONLINE
Scan de qr-code voor het
online artikel. Reageer en
bekijk de literatuurlijst.
Reacties