34 2015/03 S+ROThemaStad van straksSegregatie in AmsterdamKaart 1: Amsterdam in zes zonesOude stad19e eeuwse gordelVroeg 20e eeuwNoordNaoorlogse ringNa 1990 en landelijkHaven- en bedrijventerreinSegregatieop weg naar een nieuwe ongelijkheidS+RO 2015/03 35ThemaStad van straksSegregatie in AmsterdamFiguur 1: WOZ ontwikkeling in dezes zones 2003-2013 Bron O+SAmsterdam, 2014Wouter van GentUniversiteit van AmsterdamW.P.C.vanGent@uva.nlWillem BotermanUniversiteit van AmsterdamW.R.Boterman@uva.nlin Amsterdam19eperifeer/nieuw020031002005200200730020094002011 2013centrale stad20enaoorlogsnoordAmsterdamDe tweedeling tussen stad en periferiewordt steeds groter. Zeker nu veelhoogopgeleiden en creatievelingenweer naar de stad trekken. Ook inAmsterdam is de tweedeling tussen dewijken binnen en buiten de Ring(ringweg A10) duidelijk aanwezig.Autochtoon, succesvol binnen de ringen achterstand, armoede en allochtoonbuiten de Ring. Althans, zo wordt vaakgezegd. Willem Boterman en Woutervan Gent onderzoeken die `nieuwevermeende ongelijkheid'.Rond de afgelopen eeuwwisseling werdduidelijk dat de stad, na jaren vanleegloop en economische neergang,weer in opmars is. Zowel qua economieals qua inwoneraantal groeien deEuropese steden weer. De stad is weereen plek voor waar hoogopgeleiden encreatievelingen willen werken en, zolang mogelijk, willen wonen. Dezeverandering is vooral zichtbaar in debuurten aan de randen van de oudeNederlandse binnensteden. In vergelij-king met 25 jaar geleden zijn buurtenals Lombok in Utrecht, Katendrecht inRotterdam, Regentessekwartier in DenHaag of De Pijp in Amsterdam onher-kenbaar veranderd. Ondanks dit succesvan de stad, zijn er tegelijkertijd veelzorgen om sociale ongelijkheid in destad. E?n van de manieren waaropongelijkheid zich openbaart en mani-festeert in het collectieve bewustzijn isdoor de wijze waarop mensen beteke-nis toekennen aan de ruimte. Deervaring van inkomens- en klasse-ongelijkheid is sterk verbonden met destad en haar ommeland. `De Grachten-gordel', `Benoordenhout' staan in hetdagelijks taalgebruik gelijk aan elite enrijkdom; `Kanaleneiland' of `Rotterdam-Zuid' zijn ijkpunten voor geconcen-treerde armoede, achterstand enstadsellende. >>36 2015/03 S+ROThemaStad van straksSegregatie in AmsterdamTabel 2: Aantal huishoudensmet hoog inkomen in gemeenteAmsterdam 2000-2011 (aantallen induizenden) Bron O+S Amsterdam,bewerking auteursTabel 1: Aantal huishoudens metlaag inkomen (exclusief studenten)in gemeente Amsterdam 2000-2011(aantallen in duizenden) Bron: O+SAmsterdam, bewerking auteursRuimtelijke tweedelingIn de discussie over groeiende ongelijk-heid in steden, wordt er veel gesprokenover een groeiende tweedeling tussencentrum en periferie. Een goedvoorbeeld hiervan is de vermeenderuimtelijke tweedeling van Amsterdamin een gebied binnen de ring: welvarend,autochtoon, succesvol; versus hetgebied buiten de ringweg A10: achter-stand, armoede en allochtoon. In hetrapport `Divers en Ongedeeld' van deAdviesraad Diversiteit en Integratiewordt echter geconcludeerd dat ditbeeld van een in twee stukken uiteen-vallende stad niet gerechtvaardigd is.1Ook in een lange reeks studies naarruimtelijke ongelijkheid in Amsterdamwordt steeds geconcludeerd dat deniveaus van segregatie in Amsterdamgematigd zijn en dat de niveaustamelijk stabiel zijn.2 Toch zijn erstudies die juist de dynamiek in deAmsterdamse buurten benadrukken enwijzen op nieuwe processen enpatronen van ruimtelijke uitsortering:gentrification en stadsvernieuwings-operaties.3 De woningwaardes in decentrale delen van de stad stijgenharder dan die in de naoorlogse wijkenen de betaalbaarheid staat daarmee intoenemende mate onder druk (ziefiguur 1). Analyse van de niveaus vaninkomens en etnische segregatie in Am-sterdam geeft een beeld hoe de bevol-king verandert en in hoeverre er sprakeis van een toenemende tweedeling.Data en methodesWe hebben om de mate van segregatieen de veranderingen door de tijd heente kunnen meten gebruik gemaakt vandata op het niveau van buurtcombina-ties van Onderzoek en StatistiekAmsterdam met betrekking tot hetinkomen en de etniciteit. We kijken naarautochtonen en eerste en tweedegeneratie Surinaamse, Turkse, enMarokkaanse migranten. Inkomen is ophuishoudensniveau waarbij telkens deonderste 20 procent van het landelijkbesteedbaar inkomen en de bovenste20 procent als groepen wordengebruikt. De index die we gebruiken isde Dissimilariteitsindex (D) die aangeefthoe gelijk of ongelijk de beschrevengroepen over de stedelijke ruimte zijnverdeeld. De D-maat heeft een waardetussen de 0 tot 100. De interpretatievan dit getal is te zien als het aandeelvan de bevolking dat zou moetenverhuizen om een gelijke verdeling tekrijgen over de stad. Deze maat is nietgevoelig voor de groepsgrootte, maarwel voor het schaalniveau waarop dezeberekend wordt.We hebben deze segregatiemaatberekend voor buurten, maar ook voorandere ruimtelijke eenheden om een2000 2004 2008 2011 Groei 2000-2011Oude stad 15,3 15,8 14,6 14,9 -2,6%19e-eeuwse ring 33,3 31,3 28,9 28,6 -14,1%Vroeg 20e-eeuwse ring 27,2 26,2 26,6 26,7 -2,0%Noord 11,5 11,1 11,5 11,1 -3,8%Naoorlogse periferie 27,4 26,1 28 29,6 +7,9%Perferie na 1990/ landelijk 1,5 1,5 2,5 3,6 +144,9%Totaal Amsterdam 116,3 112 112,1 114,5 -1,5%% van huishoudens in A'dam 31,3% 31,2% 31,2% 29,8%2000 2004 2008 2011 Groei 2000-2011Oude stad 8,0 7,8 9,3 9,2 +15,1%19e-eeuwse ring 11,8 13,1 15,8 16,3 +37,8%Vroeg 20e-eeuwse ring 12,2 12,8 14,2 15,1 +24,1%Noord 4,6 3,9 3,9 4,4 -3,7%Naoorlogse periferie 11,9 10,4 10,4 11 -7,5%Perferie na 1990/ landelijk 4,1 3,9 5,7 6,4 +57,6%Totaal Amsterdam 52,5 51,9 59,3 62,4 +18,8%% van huishoudens in A'dam 14,3% 14,4% 16,0% 16,3%S+RO 2015/03 37ThemaStad van straksSegregatie in AmsterdamFiguur 3: ontwikkeling inkomenssegregatie (D) 2000-2012 (hoogste enlaagste kwintiel) in ringenBron O+S Amsterdam, 2004-2014Figuur 2: Ontwikkeling inkomenssegregatie (D) 2000-2012 (hoogsteen laagste kwintiel) tussenbuurtcombinatiesBron: O+S Amsterdam, 2004-2014ander perspectief te kunnen krijgen opde ruimtelijke dynamiek. We hebben debuurten samengevoegd op het niveauvan ringen die het concentrischepatroon van uitbreiding van Amster-dam volgen. We onderscheiden de oudebinnenstad (stadsdeel centrum); denegentiende eeuwse gordel; en devroeg twintigste-eeuwse gordel.Buurten in deze drie ringen vormensamen met stadsdeel Noord het gebiedbinnen de ringweg. Amsterdam-Noordhebben we (behalve landelijk Noord) alseen aparte ruimtelijke eenheid behou-den vanwege de grote verscheidenheidaan bouwperiodes en woonmilieus.Buiten de ring onderscheiden we tweezones: de naoorlogse stadsuitbreidin-gen; en de meest perifere delen van destad (buurten van na 1990, waarondertwee nieuwe Vinex-locaties plus delandelijke delen van Noord, West enZuidoost) (zie kaart 1). Behalve desegregatiemaat voor deze ringenhebben we ook de over- en onderverte-genwoordiging van de verschillendegroepen uitgerekend en de trend overde tijd heen weergegeven.BevolkingstrendsHet aantal huishoudens in Amsterdamgroeit in de periode van 2000 tot 2011met 3,6 procent. Deze groei is voor eenbelangrijk deel toe te schrijven aannieuwbouw in Vinex-locaties (IJburg,Oostelijk Havengebied en Osdorp deAker). Tabel 1 en 2 laten de aantallenhuishoudens zien met respectievelijkeen laag en hoog inkomen. Het valt opdat het in de periode van bevolkings-groei, het aantal lage inkomensafneemt. Dit zorgt dan ook voor eenrelatieve afname van lage inkomens,van iets meer dan 30 procent van debevolking naar iets minder. Alleen in denieuwe Vinex-locaties aan de rand vande stad neemt het aantal toe. Dit iswaarschijnlijk toe te schrijven aan denieuwe sociale woningbouw in dezebuurten. De afname is het grootst in denegentiende-eeuwse ring, waar na 11jaar bijna 5000 minder huishoudensmet kleine beurs wonen.Het beeld bij de hoge inkomens lijkt hetspiegelbeeld van de lage inkomens. Degroei is fors groter dan de bevolkings-groei (18,8 procent) en het aandeelneemt toe naar 16,3 procent van hettotaal aantal huishoudens. Deze groeivindt vooral plaats in het gebied binnende ringweg en de nieuwe periferie in denieuwe buurten aan de randen van destad. Alleen in Noord en de naoorlogseperiferie zien we een afname, waarbijmoet worden opgemerkt dat na 2008het aantal hier ook licht stijgt.Er is dus sprake van een grote dyna-miek die het beeld van een toenemendetweedeling lijkt te bevestigen; Amster-dam lijkt rijker te worden en dit gebeurtvooral in buurten binnen de ring ennieuwe buurten aan de rand. De vraagis of er inderdaad sprake is van(toenemende) segregatie.InkomenssegregatieWanneer we de mate waarop inko-mensgroepen ongelijk verdeeld zijnover de stedelijke ruimte uitdrukken ineen segregatiemaat valt het op dat desegregatie van lage inkomens inAmsterdam betrekkelijk laag is (D=15) ,maar voor hoge inkomens beduidendhoger ligt (D=26) (Figuur 2). Wat ookopvalt is dat de maat vrij stabiel is. Ditbetekent dus dat de mate waarin dezegroepen verdeeld zijn tussen allebuurten van Amsterdam niet sterk >>0,0020000,0720040,1420080,2120120,28hoge inkomenslage inkomens0,0020000,0320040,0720080,1020110,13hoge inkomenslage inkomenshoge inkomenslage inkomenshoge inkomenslage inkomens38 2015/03 S+ROThemaStad van straksSegregatie in AmsterdamTabel 3: Vertegenwoordigingsindexveranderd is tussen 2000 en 2011.Er lijkt dus op het eerste gezicht geentoename van ruimtelijke tweedeling.De stabiele buurtmaat kan eenbelangrijke dynamiek verhullen. Depatronen waar de verschillendeinkomensgroepen geconcentreerd zijnkunnen wel degelijk verschoven zijn.Figuur 3 berekent de segregatiemaatvoor hoge en lage inkomens op dezelfdemanier, maar deelt de stad niet inbuurten in, maar in de concentrischezones. Er blijkt dat de algemene niveausvan segregatie lager zijn, maar detrends juist veel scherper. De segrega-tie van hoge inkomens neemt behoorlijktoe, terwijl lage inkomens juist gelijkerverspreid in de stad wonen. Er is duseen verschuiving gaande in de patronenvan hoe inkomensgroepen over de stadverdeeld zijn.Tabel 3 illustreert deze verschuiving inmeer detail. Deze tabel laat de onder-en oververtegenwoordiging zien in dezones. Een waarde van onder de 100betekent ondervertegenwoording enboven 100 oververtegenwoording.4Deze waarden liggen ten grondslag aande segregatiemaat. Het valt op dat degrootste verschuiving zich heeftvoorgedaan in de negentiende-eeuwsering. Hier waren lage inkomens sterkoververtegenwoordigd in 2000 en hogeinkomens juist fors ondergerepresen-teerd. In 2011 zijn de lage inkomensafgenomen, maar nog steeds bovenge-middeld aanwezig. De hoge inkomenszijn echter na een sterke groei nuoververtegenwoordigd in deze ring. Ditis duidelijk verbonden met het procesvan gentrification dat zich in velebuurten daar voordoet.Een tegenovergestelde trend iswaarneembaar voor de naoorlogseperiferie. Hier waren lage inkomensondervertegenwoordigd, maar is nurelatief hoog. Hoge inkomens zijndaarentegen sterk afgenomen in ditdeel van de stad en hun aandeel is nuhet laagst van alle zones.Etnische segregatieDe tweedeling van de stad wordt echterniet alleen ervaren op basis vaninkomensgroepen, maar ook vanetniciteit. De vraag is of hierin eensoortgelijke trend waarneembaar is.Zoals figuur 4 duidelijk maakt is deetnische segregatie beduidend hogerdan de inkomenssegregatie. Autochto-nen zijn behoorlijk gelijk verdeeld overde ruimte, maar de drie anderebevolkingsgroepen, Surinamers, Turkenen Marokkanen wonen meer geconcen-treerd. Wat ook opvalt is dat tussen debuurten het niveau van segregatie voordeze drie groepen vrij stabiel is, maarde segregatie van autochtonen neemtflink af.Wanneer we dezelfde maat berekenenop basis van de ringen zien we echterandere trends (zie figuur 5). Er is eenduidelijke trend naar sterkere segrega-tie op basis van ringen voor allegroepen. Dit is vooral het gevolg vanLage inkomens Hoge inkomens2000 2004 2008 2011 2000 2004 2008 2011Oude stad 106,1 115,0 106,6 107,7 122,7 122,5 128,4 122,019e-eeuwse ring 112,9 112,1 106,4 104,0 88,8 101,2 109,9 108,8Vroeg 20e-eeuwse ring 100,1 99,0 100,8 100,7 99,0 104,4 101,7 104,5Noord 94,9 92,5 99,6 96,6 83,2 70,1 63,9 70,3Naoorlogse periferie 94,5 94,1 100,9 102,7 90,7 80,9 70,9 70,1Perferie na 1990/ landelijk 37,1 36,2 45,0 56,8 227,2 203,1 193,8 185,2het verdwijnen van de drie grootsteallochtone groepen uit de centraledelen van de stad en een toename, metname in de naoorlogse wijken en Noord.De buitenste ring kent een vrijwelrepresentatieve vertegenwoordiging.Dus, wanneer we naar ringen in plaatsvan buurten kijken blijkt dat ooketnische segregatie toeneemt.Twee soorten tweedelingOp basis van de huidige niveaus vanetnische en inkomenssegregatiekunnen we niet spreken over tweede-ling in Amsterdam. De dissimilariteits-indices zijn daarvoor te laag, zekervanuit internationaal perspectief.Kijkend naar de stedelijke trends,gebaseerd op de verdeling tussenbuurten, lijkt er hierin ook weinig teveranderen.Echter, de analyses op basis van deringen laten andere trends zien.Wanneer we buurten op basis vanwoonmilieu clusteren blijkt dat desegregatie voor hoge inkomenstoeneemt, terwijl voor lage inkomensde verschillen kleiner worden. Dit lijktmisschien tegenstrijdig, maar is teverklaren doordat hoge inkomens zijngedaald in die delen van de stad waarze al ondervertegenwoordigd waren(Noord en naoorlogse ring), behalve denegentiende-eeuwse wijken waar hogeinkomens spectaculair groeiden en nuzelfs oververtegenwoordigd zijn. Ditbeeld wordt ook gereflecteerd in desterke stijging van de woningwaardesS+RO 2015/03 39ThemaStad van straksSegregatie in AmsterdamFiguur 5: Ontwikkeling etnischesegregatie (D) 2002-2013 (Surinamers,Turken, Marokkanen, Autochtonen)in ringenBron: O+S Amsterdam, 2004-2014Figuur 4: Ontwikkeling etnischesegregatie (D) 2002-2013 (Surinamers,Turken, Marokkanen en Autochtonen)in buurtcombinatiesBron: O+S Amsterdam, 2004-2014in deze zone. Het lijken met name dezetrends te zijn die debet zijn aan debeleving van een groeiende tweedelingin de stad. Zeker omdat deze ook wordtweerspiegeld in de etnische segregatie,waarbij dezelfde beweging van denegentiende-eeuwse ring naar denaoorlogse stad waarneembaar is.Arme huishoudens nemen echter hetsterkst af in gebieden waar zij voor-heen het meest vertegenwoordigdwaren en nemen toe in gebieden waarhun aandeel relatief laag was. Hierdoorzijn lage inkomens juist gelijkmatigerover de stad verdeeld. Dit hangt samenmet de gelijke verdeling van de geregu-leerde huursector. Onze cijfers latenechter nog nauwelijks de effecten vande recente deregulering van socialehuur zien (Donnerpunten, EU-regule-ring, verhuurdersheffingen). Wanneerde effecten hiervan voelbaar worden ende betaalbaarheid van deze gebiedenverder verslechtert zal ook de segrega-tie van lage inkomens toenemen.Vergelijkbare deregulering in populairesteden zoals Londen, Stockholm enKopenhagen laat namelijk zien dat doorhoge vraag en speculatie de woning-prijzen aanzienlijk hoger kunnenworden en de bevolkingssamenstellingsnel kan veranderen.Ruimtelijke trendsIn de Nederlandse context is Amster-dam een extreem geval, maar degeschetste ruimtelijke trends zijn ookvan toepassing op andere grote steden.Met de deregulering en afbraak van desociale huursector en de toenemendepopulariteit van de stad zal de vrijewoningmarkt een duidelijkere ruimte-lijke tweedeling teweegbrengen tussencentrum en stedelijke periferie. Noten1 Adviesraad Diversiteit en Integratie/Stadforum, Divers en Ongedeeld,Stadsforum, Amsterdam, 2014.2 Van Dalen, G.; Deurloo, R. en Musterd,S., Segregatie op microniveau, AMEAmsterdam, Amsterdam, 1995. En:Musterd, S., `Segregation, urban space andthe resurgent city', in: Urban Studies, 43(8),2006, pp 1325-1340. En: Musterd, S. en VanGent, W.P.C., `Changing welfare contextand income segregation in Amsterdamand its metropolitan area, 2004-2011', in:Tammaru, T.; Marciczak, S.; Musterd, S.en Van Ham, M. (red.), New Perspectives onSocio-economic Segregation in EuropeanCapital Cities, Routledge, London, 2015.3 Van Gent, W.P.C., `Neo-liberalization,Housing Institutions and VariegatedGentrification; How the `Third Wave' Brokein Amsterdam', in: International Journal ofUrban and Regional Research, 37 (2), 2013,pp 503-522. En: Boterman, W.R. en VanGent, W.P.C., `Housing Liberalization andGentrification; the Social Effects of TenureConversions in Amsterdam', in: Tijdschriftvoor Economische en Sociale Geografie, 105(2), 2014, pp 140-160.4 De index is het aandeel van de groepwoonachtig in de zone gedeeld door hetaandeel van de gehele bevolking in de ring.Willem Boterman en Wouter van Gentzijn verbonden aan de afdeling Geografie,Planologie en Internationale Ontwik-kelingsstudies van de Universiteit vanAmsterdam.020000,12520130,250,3750,5TurkenMarokkanenSurinamersAutochtonen0,0020020,0720130,140,210,28SurinamersAutochtonenTurkenMarokkanen
Reacties