De vijf principes uit het Manifest 2040 om samen te werken aan de woon- en leefomgeving van 2040 (zie kader 2) introduceren een nieuwe manier van werken in de ruimtelijke ontwikkeling. Rond de tafel zit een aantal vakgenoten uit verschillende hoeken: gemeente, provincie, Rijk, kennisinstelling en adviespraktijk. Wat ze gemeen hebben is hun ervaring met het opstellen van een Omgevingsvisie. Hoe kijken zij naar de vijf samenwerkingsprincipes?
40 2015/05 S+ROThemaJaar van de RuimteRuimtelijke activeringmaatschappelijke initiatievenRuimtelijke activeringmaatschappelijke initiatievenRondetafelgesprek oogst Jaar van deRuimte voor OmgevingsvisiesS+RO 2015/05 41ThemaJaar van de RuimteRuimtelijke activeringmaatschappelijke initiatievenDenise VrolijkVakredacteur S+RODe vijf principes uit het Manifest 2040om samen te werken aan de woon- enleefomgeving van 2040 (zie pagina 43)introduceren een nieuwe manier vanwerken in de ruimtelijke ontwikkeling.Rond de tafel zit een aantal vakgeno-ten uit verschillende hoeken: gemeen-te, provincie, Rijk, kennisinstelling enadviespraktijk. Wat ze gemeen hebbenis hun ervaring met het opstellen vaneen Omgevingsvisie. Hoe kijken zij naarde vijf samenwerkingsprincipes?Hana L?ra P?llsd?ttir (plaatsvervan-gend programmaleider NationaleOmgevingsvisie bij het ministerie vanInfrastructuur en Milieu) trapt af: `Voorhet ministerie en de Nationale Omge-vingsvisie is het Jaar van de Ruimte eencadeau. Het maakt bewust wat deruimtelijke ontwikkeling kan betekenenin deze tijd waarin het gaat om opgavenen mensen te verbinden zonder dat erveel geld voor is. Het Jaar van de Ruimteagendeert de ruimtelijke transforma-tieopgaves, het vakmanschap, deveranderopgaves en het beheer van deruimte. Het gaat hierbij om een veelgrotere groep dan de ruimtelijkontwikkelaars en planologen alleen.'Om deze grotere groep te kunnenbereiken is een gedragsverandering vanbetrokken partijen noodzakelijk.Riet Dumont (procesregisseur ruimte-lijke ontwikkeling bij de provincieGelderland) bevestigt die noodzaak:`We moeten nu echt dingen andersgaan doen, maar het is nog een hell of ajob om mensen uit de groef te krijgen.'Volgens Martie Meijer (directeurgemeente Velsen, en eerder werkzaambij de gemeente Houten) zijn vertrou-wen, volharding, lef en verbindenbelangrijke sleutelwoorden. Meijer: `Eendienstverlenende houding en goedeinformatievoorziening helpen daarbij.'Jeroen Niemans (projectleider Jaar vande Ruimte bij Platform31): `Tijdens hetJaar van de Ruimte komt vooral de"bovenwereld" (lees: vakwereld) aan hetwoord, terwijl het juist ook belangrijk ishet gesprek met de "onderwereld" (lees:ondernemers, bewoners, burgers, directbetrokkenen) op gang te krijgen. Zekermet het Manifest 2040 in het achter-hoofd, dat moet een zo breed mogelijkgedragen document worden datmensen er niet omheen kunnen. De vijfprincipes uit het Manifest 2040 zijnvoor die gedragsverandering belangrij-ker dan de zeven opgaven.'Omgevingskwaliteit borgenPaul Gerretsen (hoofdredacteur S+ROen agent van de Vereniging Deltametro-pool) vraagt zich af of het vierdeprincipe (omgevingskwaliteit) wel thuishoort in het gesprek over gedragsver-andering van alle betrokken partijen.Gerretsen: `Het is een nogal vakmatigprincipe.' Dumont: `Het vak steden-bouwkundig ontwerp wordt sowiesoanders. De ontwerper van vandaag iseen vertaler van doelen en ambities enondersteunt het veranderingsprocesmet beelden. Peter Commissaris(projectleider De Inspiratie van Alphen,DIvA) noemt als voorbeeld de kansen-kaarten die er in Alphen aan den Rijngemaakt zijn. Zo'n kaart is een inspira-tiebron en uitnodiging tot gesprek.'Gerretsen: `Bestaat hier niet het gevaardat de omgevingskwaliteit, wat in mijnogen een culturele daad is, zal afglijdenals de ontwerper vooral in dienst vanhet proces staat? De Nederlandsetraditie van land maken is vrij specifiek:het scheppende karakter waarbij jevoortbouwt op natuurlijke processen.Die ingenieurskunst is kenmerkendvoor Nederland. Kunnen we dezetraditie, die kwaliteit goed borgen?'Meijer: `Het mental ownership speelthier een belangrijke rol. Mensen moetende veranderde omgeving wel terugherkennen. Staat het nieuwe te ver vande cultuurgeschiedenis af, dan zullen zijhet nooit zo mooi vinden ? is mijnervaring.' Marty van de Klundert(Spacevalue) herkent de spagaat tussende waarde die experts aan een gebiedtoekennen en de waarde die het gebiedvolgens burgers heeft. Hij werkt samenmet de Bond van Nederlandse Steden-bouwkundigen en Planologen (BNSP)aan verschillende pilots voor de >>Deelnemers rondetafelgesprekYves de Boer ? voorzitter Jaar van de RuimteHana L?ra P?llsd?ttir ? plaatsvervangendprogrammaleider Nationale Omgevingsvisie bij het ministerievan Infrastructuur en MilieuRiet Dumont ? procesregisseur ruimtelijke ontwikkeling bijde provincie GelderlandPeter Commissaris ? teamleider ruimtelijke plannen,projectleider De Inspiratie van Alphen ? DIvA, gemeenteAlphen aan den RijnMartie Meijer ? directeur gemeente Velsen, eerderprogrammanager gemeente HoutenMarty van de Klundert ? Spacevalue, kennismakelaarPilots Omgevingsvisie BNSPJeroen Niemans ? projectleider Jaar van de Ruimtebij Platform31Paul Gerretsen ? hoofdredacteur S+RO en agent van deVereniging Deltametropool, moderator42 2015/05 S+ROThemaJaar van de RuimteRuimtelijke activeringmaatschappelijke initiatievenOmgevingsvisie. De snelheid van socialmedia, waar veel van dit soort pilots, enoverigens ook de totstandkoming vanhet Manifest 2040, te volgen zijn haaltde besluitvorming en zoektocht naarwaardes in. Vooral die laatste raakt opde achtergrond.Kwaliteit normatief begrip?Dumont: `In Gelderland staat omge-vingskwaliteit bovenaan het lijstje,maar het is moeilijk concreet te maken.'Van de Klundert: `De EU-regelgeving ishelder, zeker als het gaat over milieu-waarden. De reductie van bijvoorbeeldroetuitstoot is te toetsen. Verbeterenvan ruimtelijke kwaliteit zou in diegedachtegang ook meetbaar, objecti-veerbaar moeten worden.' Gerretsen:`Maar dan wordt het een normatiefbegrip en krijg je niet meer dan eenresultante van goede bedoelingen.'Dumont: `Het gaat niet om de grootstegemene deler, dan krijg je een grijzesoep. Recht doen aan de wensen vanmensen en aan het vakmanschap ?daar gaat het om.'Yves de Boer(voorzitter van het Jaar van de Ruimte)wil geen waterig soepje met hier endaar een vetoog: `Het RIVM hanteertstreefwaarden om gezondheid eengoede plek in de ruimtelijke omgevingte geven. Daar kunnen we een voor-beeld aan nemen.'De definitie van ruimtelijke ontwikke-ling uit het boekje Toevoegen vanruimtelijke kwaliteit geeft de transitiesin de ruimtelijke ontwikkeling volgensDe Boer precies de waarde die zemoeten hebben, namelijk: de ruimtelijkeontwikkeling levert toegevoegdewaarde aan maatschappelijke initiatie-ven die een impact hebben op deruimte. De Boer: `Zo wordt ruimtelijkekwaliteit spannender, meer eigentijdsen niet doctrinematig.' Dat ruimtelijkekwaliteit toch nog steeds als taak vande overheid wordt gezien bevestigenvoorbeelden uit Velsen (herontwikke-ling Noordzeekanaal) en de inspiratievan Alphen (de nieuwe samenwerkingtussen bewoners, bedrijven, onderne-mers, instellingen en de gemeente). InAlphen is het bijvoorbeeld lastig ombewoners en ondernemers blijvend aantafel te krijgen. P?llsd?ttir: `Het is heelbelangrijk maatschappelijke waarde toete voegen aan nieuwe ruimtelijkeinitiatieven en daar bij direct betrokke-nen ook naar te vragen. Verbinden ishierbij het sleutelwoord.'Vertrouwen in hetparticulier initiatiefHet particulier initiatief (principe 2)krijgt een steeds grotere rol in deruimtelijke ontwikkeling, maar wemoeten er niet alles van verwachten enhet ook niet alleen aan particulierenoverlaten. Van de overheid worden nogsteeds kaders verwacht. Meijer: `Het iseen illusie om te denken dat je alles aanhet particulier initiatief kan overlaten.Dat hebben we bij de herprogramme-ring van een toekomstige kantorenlo-catie in Houten wel gemerkt. Een louterfaciliterende rol van de gemeente wasvoor de uitgenodigde bedrijven,verzekeraars, ontwikkelaars, kennisin-stituten en bewoners te open kaart.Kaarten werden tegen de borstgehouden, de verbinding kwam niet totstand.' Als er geen gedeelde urgentie isgebeurt er weinig, zo blijkt ook in dekrimpregio Achterhoek. Dumont:`Kiezen en maatwerk is belangrijk.'De Boer draait het om: een urgentie kanook geboren worden. Bijvoorbeeld dooreen plan te lanceren waarvan opvoorhand al zeker is dat het in degemeente niet goed zal vallen. Danontstaat als vanzelf de vraag: wat danwel? Volgens De Boer krijg je desamenleving in beweging door daar aante haken waar al beweging is en opzoek te gaan naar mensen die bereidzijn om mee te denken en hun nek uit testeken. Van de Klundert gaat bijparticipatieprocessen altijd op zoeknaar de lokale smaakmakers en nodigthen uit mee te denken. Dumont: `Tijdspeelt hierbij ook een rol, mensenmoeten vaak wennen aan het idee datze mee kunnen denken. Die ruimtemoet je ze wel geven. Dit kan wel eenjaar of vijftien duren.' De Boer: `Belang-rijk is dat je communiceert wat jegedaan hebt.'Geen centrale spelerGerretsen: `Allemaal mooie technieken,maar wat betekent dit voor de Omge-vingsvisie?' Niemans: `De Omgevingsvi-sie komt in de plaats van de Structuur-visie en kent meer planonderdelen dieelk een andere houdbaarheid hebben.De lange termijn kan gecombineerdworden met de korte termijn.' Van deKlundert: `De planhorizon komtdichterbij.' Dumont: `De stip op dehorizon mag best ver liggen, maar in detussentijd moeten we mee manoeuvre-ren met de mogelijkheden en transitiesdie zich aandienen.' Commissaris: `InAlphen aan den Rijn benoemen wedaarom ambities en inspiraties in deOmgevingsvisie.' Van de Klundert: `Ikzou het bijna intenties noemen.'Gerretsen: `Hoe gaat dit in zijn werk bijde Nationale Omgevingsvisie?' P?llsd?t-tir: `Ook op het nationale niveaumoeten we kijken naar de urgentie,flexibiliteit en duurzaamheid ? dat zijnbasiswaarden. De urgentie van hetDeltaprogramma, bijvoorbeeld, isduidelijk.' Gerretsen: `Zit hier de linkmet het derde principe "regels in dienstvan actie"? Uitgaan van ambities inplaats van targets halen?' De Boer: `Wemoeten nog eens goed kijken naar derolverdeling in het Huis van Thorbecke.Politiek is er sterke behoefte aandecentralisering, maar hoe haal je dannationale doelstellingen? De overheidmag meedoen met de NationaleOmgevingsvisie, daar kaders voorstellen, maar treedt niet meer op alscentrale speler. De overheid is partneren geen initiatiefnemer.' Meijer: `Er isnog een behoorlijke zelfreflectie nodigvoordat de overheid een faciliterenderol kan spelen en de gemeente alsmaatschappelijk dienstverlener kanS+RO 2015/05 43ThemaJaar van de RuimteRuimtelijke activeringmaatschappelijke initiatievenoptreden.' De Boer: `De Crisis- enHerstelwet heeft de eerste stappen ombuiten de lijntjes te kleuren mogelijkgemaakt.' Van de Klundert vindt dat erdan wel aan verwachtingsmanagementgedaan moet worden: `Dereguleringleidt niet tot handelingsvrijheid.'Kaders vastleggenGerretsen maakt zich zorgen over hetvak van ontwerper: `Als er geen groteontwerpen meer gemaakt kunnenworden, wat betekent dat voor dekwaliteit van de ruimte?' P?llsd?ttir:`Goede openbare ruimte (veilige,gezonde leefomgeving), stedenbouw-kundige structuur (vakmanschap) enbereikbaarheid zijn belangrijke kaders,maar binnen die kaders kan heel veel.Duidelijke rollen en verantwoordelijkhe-den zijn belangrijk.' Meijer: `Leg je ophet hogere schaalniveau dan meer vast,en op het lagere schaalniveau minder?'Niemans: `Hoe dichter bij de mensen jekomt, hoe groter de kans dat zemeedoen.' P?llsd?ttir: `Gedeeldeigenaarschap en mental ownership iscruciaal.' Commissaris: `In Alphenexperimenteren we nu met begin-spraak in plaats van een voorontwerpbestemmingsplan te presenteren. Datwerkt goed. Het is aan de gemeente omde beginspraak en de uiteindelijke visiegoed te matchen.' Van de Klundert:`Loslaten van regels hoeft geenpuinhoop te worden, maar biedtkennelijk kansen.' Meijer wordt eenbeetje naar van de kaders: `Waarom gaje iets op slot zetten om iets andersmogelijk te maken? Dat heeft niets mettransformatie te maken. Probeer dat teregelen wat je in stand wil houden ofbeschermen.'Ander soort vakmanschapGerretsen: `Het verbinden van opgaven(principe 1) blijkt in de praktijk dusweerbarstig. Dat we lerend ontwikke-len (principe 5) is een realiteit, zo blijktuit dit gesprek.' Niemans: `Maar hoekomen we voorbij het experiment?'Meijer ziet de Omgevingsvisie als eenBarbapapa-pop; de visie kan zijngedaante net als de Barbapapa-poppenin elke gewenste vorm brengen, zo lijkthet. Van de Klundert: `In de hyperge-specialiseerde samenleving ontstaat algauw de hang naar integraliteit.' DeBoer: `De ruimtelijke ontwikkeling lijktnu teveel op een patatsnijder, zoalsHans Leeflang (bestuurslid Jaar van deRuimte) het noemt. De enige samen-hang is dat de gesneden stukkenaardappel samen de friteuse in gaan.Daarom is er een ander vakmanschapnodig: met een bredere, meer bestuur-lijke blik en mensen die in staat zijn ommee te bewegen. En dan niet langer ineen hi?rarchische structuur (verticaal)maar meer horizontaal.' P?llsd?ttir:`Wisseling van posities binnen de rijks-overheid, die lange tijd door dezelfdepersonen bezet zijn geweest, is eenbelangrijke stap in die ontwikkeling.'De Boer, tot slot, overdenkt de urgentievan de veranderopgave: is er werkelijksprake van een turning tide? `Demaatschappelijke urgentie gaat hetpolitieke vraagstuk meer en meerbe?nvloeden. Daardoor ontstaat ermeer behoefte aan een zelfacterendesamenleving. De rol van de overheid isfaciliterend. Burgers en professionelepartijen zoeken opnieuw naar ruimte-lijke initiatieven met maatschappelijkewaarde. De Nationale Omgevingsvisie,de omgevingsvisies van gemeenten enprovincies zijn een rode draad diebestendigheid naar de toekomst heeft.Het is een vlek of verzamelpunt op dehorizon. De neiging het laatste detailaltijd als eerste in te willen vullen werktbeklemmend en berokkend schade. Alleprofessionele partijen in de ruimtelijkeontwikkeling en de overheid moetenzich kwetsbaar opstellen in de discussieen de handen in elkaar slaan. De ruimteis het meest intrigerende domein waarmaatschappelijke ontwikkelingenneerslaan. Het huidige politiekeenthousiasme voor ruimtelijke active-ring van maatschappelijke initiatievenmoeten we vasthouden.' VIJF PRINCIPES OM SAMEN TE WERKEN AANDE WOON- EN LEEFOMGEVING VAN 2040OPGAVEN VERBINDENVERTROUWEN IN PARTICULIER INITIATIEFREGELS IN DIENST VAN ACTIEOMGEVINGSKWALITEIT BEHEREN EN CRE?RENLEREND ONTWIKKELEN12345
Reacties