THEMA
ONDER DE GROND
#1/2021
Voorheen 'Tijdschrift voor de Volkshuisvesting' en 'S+RO'
Heb je ook interesse om partner te worden, neem dan contact op met Yvette Vierhout via telefoonnummer 073-2051028 of via e-mail y.vierhout@aeneas.nl
Meer informatie over deze bedrijven en het partnerschap staat op ruimteenwonen.nl/partners
Ruimte en Wonen wordt mede mogelijk gemaakt door onze
partners. Een partner van Ruimte en Wonen geniet van veel aantrekkelijke voordelen, waaronder een korting op het
lidmaatschap en een pro? elpagina op deze website. Omdat het partnerschap in onderling overleg wordt ingevuld, sluiten de voordelen precies aan bij de behoeftes van de partner.
1
ARTIKELEN
6 Over het bewaken van
spectaculaire eenvoud
Kwaliteitszorg bij de
versterking van de
Afsluitdijk
16 Ruimte voor riolering
alsjeblieft!
Waarom riolering
thuishoort in de
ondergrond
22 Ontwerpen vanuit
de doorsnede
De boven- en
ondergrond van de stad
als een samenhangend
systeem
44 Bouwen aan
Nederland
Vraagt om een integrale
systeembenadering van
de leefomgeving
Onderzoek
ondergrond Politieke
perspectieven
THEMA
ONDER DE GROND
50 Duurzaam ordenen,
ook in de ondergrond
Regie op de ondergrond
62 Een aanbod you
can't refuse
Aanbod oplossen
woningmarktvraag-
stukken van
maatschappelijke
partijen aan politiek
74 De opmerkelijke
terugkeer van
ruimtelijk beleid
Met kandidaten
in gesprek over
verkiezingsprogramma's INTERVIEWS
34 "De ondergrond komt
boven"
Interview met Mattijs van
Ruijven, Wil Kovacs en
Wiebe Oosterhoff
EN VERDER
4 Hoofdredactioneel
De werkelijkheid onder
de grond
30 Beeldessay
Down to earth
60 Recensie
Kiosk in de stad
72 Column
Verdronken in de polder
Praktijk
onder de
grond
COVER
Foto Rijkswaterstaat
Inhoud
2
Anne- Jo Visser
Manager energietransitie,
Gemeente UtrechtAnnemiek Rijckenberg
Hoofdredacteur Ruimte en
WonenFransje Hooimeijer
TU Delft
Jutta Hinterleitner
TU Delft Like Bijlsma
Planbureau voor de
Leefomgeving Lilian van Karnenbeek
Universiteit Utrecht
Martin Peersmann
Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties Paul Gerretsen
Vereniging Deltametropool
Peter Boelhouwer
TU Delft
Aan dit nummer werkten mee:
Auteurs
3
RUIMTE + WONEN NETWERK
Rob van Hilten
Socioloog en
beleidsadviseur Hilde Blank
BVR adviseurs
ruimtelijke ontwikkeling
4
Steden over de hele wereld
zakken in laaggelegen
deltagebieden, door grond-
water- en delfonttrekking,
ontwatering en het gewicht
van de gebouwde massa.
Het maakt zeespiegelstij -
ging niet het probleem voor
een volgende generatie,
maar van nu. Nederland, zo
vertelt expert bodemdaling
Gilles Erkens aan ieder die
het horen wil, kent de lang -ste door mensen veroor
-
zaakte bodemdaling, al
bijna duizend jaar, en lijkt
in een lock-in te zitten. We
zijn nu eenmaal gewend dat
op een bepaalde manier aan
te pakken en blijven daar,
zo goed en zo kwaad als het
gaat, mee doorgaan. Er is in
Nederland geen landelijke
strategie voor de aanpak en
die is wel nodig. Bij gebrek
daaraan ontstaan er veel
gelegenheidssamenwerkin -
gen, maar die krijgen het
niet voor elkaar om de te
lage waterpeilen voor de
landbouw te verhogen.
Tijdens het Nationaal
Congres Bodemdaling is de
Coalitie Stevige Steden
gepresenteerd. Verreweg de
grootste schade als gevolg
van bodemdaling ontstaat
in het stedelijk gebied. Deze
schade loopt alleen maar
verder op. Tot 2050 wordt
5,2 miljard euro schade in
de openbare ruimte en de
schade aan gebouwen en
funderingen beloopt vol-
gens het PBL 16 miljard
euro als we niets doen.
In oktober 2020 is de
City Deal 'Integrale Aanpak
De werkelijkheid
onder de grond
Nature bericht erover, de
dubbele ramp: zeespie-
gelstijging gelijktijdig met
bodemdaling. In veel ver-
stedelijkte delta's is het
een groot probleem aan
het worden. De 'relatieve
zeespiegelstijging' wordt
nu meer veroorzaakt
door bodemdaling dan
door het smelten van de
ijskappen op Groenland
en Antarctica.
Nederland kent de langste
door mensen veroorzaakte
bodemdaling"
5HOOFDREDACTIONEEL
Openbare Ruimte' onderte
-
kend, inclusief ondergrond.
Het initiatief voor de City
Deal komt voort uit de ge -
meente Amsterdam met de
Integrale Ontwerpaanpak
van Amstelstad en de
Kopgroep Beheer, waar -
onder de gemeente Rotter -
dam, die een onderzoek
heeft laten uitvoeren door
Joachim Declerck naar de
rol van beheer bij de aan -
pak van transities in wij -
ken. De budgetten voor
beheer overtreffen de bud -
getten voor nieuwe investe -
ringen, maar als je niet slim
kunt investeren lopen die
beheerkosten alleen maar
verder op. Tijd dus om dat
anders te doen. Het minis -
terie van Binnenlandse
Zaken nam vervolgens het
initiatief voor deze City
Deal. Wij staan niet meteen
te trappelen van enthousi-
asme bij de term City Deal.
Het Rijk praat mee, formu -
leert de regels voor het
format en begrenst de
processen. Die zijn na de
ondertekening en het Jour -
naalmoment voor de minis -
ter niet meteen een garan -tie voor de zo broodnodige
concrete afspraken. Er
zitten geen DG's aan tafel,
de organisatiekosten zijn
laag. Maar de agendering is
er, en u leest in het verhaal
van Rotterdam hoe belang
-
rijk dat is. Something's got to give , de
steden moeten op zoek naar
een efficiëntere inrichting
van onze infrastructuur,
niet alleen onder de grond
maar ook erboven. Leren
omgaan met de onderlinge
af hankelijkheden tussen
dat wat zich onder de grond
afspeelt en wat erboven.
Samengaan van ontwerp en
beheer, van natuur en on -
dergronds energietrans-
port. De grote opgaven zijn
daarmee nog niet van een
programma en van dekking
voorzien. Het Rijk decen -
traliseert de eigen beleids -
wensen, maar de aanpak
van bodemdaling, verdro -
ging en verzakking, en van
de degradatie van het bo -
demleven is nog te weinig
geborgd. Gemeenten heb -
ben structureel te weinig
geld om Artikel 21 in de
Grondwet uit te voeren: De zorg van de overheid is
gericht op de bewoonbaar
-
heid van het land en de
bescherming en verbete -
ring van het leefmilieu. Dit nummer gaat naar de
drukker op de dag van de
verkiezingen. Ruimte en
Wonen heeft samen met de
Hogeschool Utrecht en
Platform 31 een succesvol
verkiezingsdebat georga -
niseerd. Aan de nieuwe
generatie woordvoerders
zal het niet liggen, die
trappelen -enkele uitge -
zonderd- van ambitie om
het woningtekort, de ver -
duurzaming en de ruimte -
lijke wanorde aan te pak -
ken. We spreken elkaar!
Annemiek Rijckeberg
Hoofdredacteur Ruimte en
Wonen
Paul Gerretsen
Vereniging Deltametropool
6
Ruimtelijke kwaliteit bij de versterking van de Afsluitdijk
Over het
bewaken van
spectaculaire
eenvoud
AfsluitdijkBRON RWS-LEVVEL
7
Tekst Annemiek Rijckenberg
Bij het thema onder de grond een artikel over de
Afsluitdijk? Absoluut, want ook bij de Afsluitdijk
weten niet veel mensen, wat zich allemaal afspeelt
in het water en tussen de stenen, en hoe complex
het is om tot een goed plan te komen en dit ook uit
te voeren. Op het gevaar af de mythe over het per-
fect geordende Nederland in stand te houden is dit
een enthousiast verhaal over de ruimtelijke kwali-
teit bij de Afsluitdijk, gebaseerd op openbare bron-
nen en interviews.
8
Zorgvuldig ingerichte
kwaliteitsborging
Het kostte jarenlange discussies en onder
-
zoek, hoe de Afsluitdijk van 1932 versterkt
en gerestaureerd zou moeten worden. Eric
Luiten was de eerste voorzitter van het kwa -
liteitsteam, tussen 2013 en 2016. Hij con -
stateert, dat de voorbereiding van het pro -
ject Afsluitdijk geheel tegen de tijdgeest
inging. Na het nog centraal aangestuurde
en met veel Rijksgelden gesteunde Ruimte
voor de Rivier was in de Tweede Kamer de
onzalige motie Koppejan aangenomen:
RWS moest terug naar de kerntaken, geen
ecologische franje of ruimtelijke kwaliteit
meer, maar sober en doelmatig uitbeste -
den. "Jan Hendrik Dronkers, toenmalig DG
van Rijkswaterstaat, heeft er voor gezorgd
dat de Afsluitdijk niet onder dit zuinige re -
gime ging vallen. Hij heeft een structuurvi-
sie voorbereid, waarin alle zeilen werden
bijgezet: de dijk moest overslagbestendig
worden en zo bescherming bieden tegen
zeespiegelstijging, verduurzaamd én voor -
beeldig ontworpen en vormgegeven. En er
kwam geld voor de regio." In 2011 is de Rijksstructuurvisie vastge -
steld, gevolgd door een Europese aanbeste -
ding georganiseerd om één landschapsar -
chitect en één architect voor het hele traject
tot de oplevering aan het project te verbin -
den. Vanaf maart 2013 werken Paul de Rui-
ter en Yttje Feddes onafgebroken aan de ont -
werpopdracht. Zij hebben eerst een
voorbeeldig Masterplan Beeldkwaliteit ge -
maakt voor alles wat er speelt rond de Af -
sluitdijk (dus ook de initiatieven uit de regio)
en vervolgens dit Masterplan vertaald in een
Esthetisch Programma van Eisen voor het
'rijksproject', dat wil zeggen de opgave voor
water veiligheid en wateraf voer. Yttje Feddes
kan boeiend vertellen over de zoektocht
naar eenvoudige, maar effectieve regels, zo -als het verbod op golf brekers aan de Wad
-
denzijde, en de verplichting tot een gezette
stenen bekleding aan de IJsselmeerzijde.
"Soms werd de strijd tegen het water tot een
strijd tegen de belevingsindustrie. Hoeveel
iconen kan dit toonbeeld van eenvoud en
vanzelfsprekendheid aan? Alle partijen ver -
plichtten zich aan het Masterplan Beeldkwa -
liteit, maar de verleiding van de identiteits -
versterking piept altijd om de hoek." Het kwaliteitsteam ging van start in 2013,
in een brede samenstelling van deskundighe -
den, en bracht vele openbare adviezen uit
aan het bestuurlijk overleg van alle betrok -
ken partijen. Luiten: "Ik zag mijn verant -
woordelijkheid als het bewaken van de sa -
menhang der dingen, het vooruit blijven
kijken en alle kansen op de verschillende am -
bities zo lang mogelijk in beeld houden. Be -
paalde thema's bleven terugkomen, hebben
we voldoende aan alle duurzaamheidsknop -
pen gedraaid, hoe interpreteren we de water -
bouw in de context van de 21steeeuw? We
zijn op aangeven van Marinke Steenhuis tot
het voorstel gekomen voor nulmetingen,
voor ecologie, erfgoed en beleving, om de
voortgang te meten. Zonder die referentie -
kennis sta je op achterstand. Maar met als
permanent te vermijden valkuil dat wij niet
schijnverantwoordelijk moesten worden
voor een succesvol project! Sommige leden
van het kwaliteitsteam gedroegen zich af en
toe als pseudo-opdrachtgevers." De omgeving en omringende bestuursla -
gen moesten bij de plannen worden betrok -
ken, en konden hun eigen wensen inbren -
gen, waarbij het Rijk middelen had voor
cofinanciering. Zo kreeg de regio de kans om
een extra kwaliteitsimpuls te geven, bijvoor -
beeld voor recreatie en natuur. Hiervoor is
het projectbureau De Nieuwe Afsluitdijk op -
gericht. In opdracht van de DNA hebben de
bureaus Paul de Ruiter architecten en Fed -
9PRAKTIJK ONDER DE GROND
des/Olthof het ontwerp voor de vismigratie
-
rivier gemaakt. Ook hebben ze de locatie
voor het Waddencentrum ontworpen.
Verbreding en
vermaatschappelijking
Daan Zandbelt werd in 2016 rijksadviseur
voor de fysieke leefomgeving en stapte op
een rijdende trein. Het kwaliteitsteam draai-
de vier jaar en was aan het trainen voor de
aanbesteding, en aan het inspelen op nieuwe
initiatieven van het projectbureau de Nieu -
we Afsluitdijk. "Het bijzon -
dere bij de Afsluitdijk is dat
het bijna nooit voorkomt,
dat RWS zelf het initiatief
neemt voor de ruimtelijke
kwaliteit. Meestal zijn dat
andere partijen. Dat is niet
alleen uit trots op het pro -
ject, RWS doet dat ook uit
lijfsbehoud, om aan het
werk en aan tafel te blijven. Voor RWS be -
staat de opgave uit twee delen: af voeren van
overtollig water vanuit het IJsselmeer én
versterking van de dijk, maar die noodzaak
is minder groot, want de Afsluitdijk is geen
dijk, maar een dam, er dreigt feitelijk geen
watersnood. Naast waterveiligheid bood het
plan ruimte aan bredere doelstellingen, zo -
als het verhogen van de natuur- en wa -
terkwaliteit in het IJsselmeer, en bevorde -
ring van het toerisme in Friesland. En de
Nieuwe Afsluitdijk moet duurzaam zijn, cir -
culair gebouwd, energieneutraal, klimaat -
bestendig, vis-doorlatend, met herstel van
de oorspronkelijke biotopen en begroeiing.
Daar kwam nog de vraag bij hoe het wereld -
erfgoed Waddenzee voor cultuur in te vul-
len: wat is nog mogelijk." Marinke Steenhuis en Joop Schaminée
maken vanaf 2013 deel uit van het kwali-
teitsteam. Zij zijn beiden enthousiast over het proces rond ruimtelijke kwaliteit, en
over de samenwerking met de vaste pro
-
jectleider van RWS, Lukas Meursing.
Steenhuis: "In de eerste twee adviezen
staat alles al, we hebben een topteam ge -
kregen om een integrale visie op de kwali-
teiten te formuleren, met een ecoloog, een
waterbouwkundige, een architect, een cul-
tuurhistoricus en een adviseur duurzaam -
heid en toerisme. In de eerste vier jaar wa -
ren we alles aan het uitvinden, en
ijkpunten aan het zoeken, dat werden de
nulmetingen. Toen volgde de fase van ver -
breding en verdieping van de doelstellin -
gen, culminerend in de aanbesteding. En
nu de uit voer ing?." Schaminée is erg blij met het voorstel het
werelderfgoed Waddenzee uit te breiden tot
het waddengebied, inclusief de eilanden. In
de Commissie Verkenning Nationale Par -
ken, onder voorzitterschap van Pieter van
Vollenhoven, wordt de combinatie natuur,
cultuur en landschap voorgesteld. "De Af -
sluitdijk is natuurlijk begonnen als een eco -
logische en sociale ramp door de vernieti-
ging van een unieke binnenzee en de
cultuur van de visserij." Steenhuis: "Die pijn
wordt zichtbaar gemaakt in het Zuiderzee -
museum. Eind jaren '20 stond de economi-
sche structuur weliswaar op kantelen, maar
de dijk heeft al met al toch een sociaal en
economisch landschap weggevaagd. Het
werd onze rol om de kwaliteit van de Af -
"Ontwerpen vanuit de
logica van de plek"
10
Topview Levvel Q4 2020. BRON RWS/LEVVEL
biet, om maar een enkeling te noemen.
Spectaculaire planten, verwant aan onze
huidige groenten. Die zijn gebonden aan de
zilte kant met beukende golven. Basalt mag
niet meer, er kwam een nieuwe bekleding,
Quattro- en Lev velblokken. De ingenieus
ontworpen Quattroblocks op het boven-
talud hebben, met hun openingen waartus -
sen planten kunnen groeien, vermoedelijk
dezelfde mogelijkheden. Er zijn nu experi-
menten gaande met het uitzaaien van al die
bijzondere soorten, en dat lijkt te gaan luk -
ken op de nieuwe dijk. Het tweede succes is de vismigratierivier,
een watergang voor zeeprik, paling, elften,
stekelbaarsjes, die drie kilometer meandert.
Met een gradiënt met één meter hoogtever -
schil, met de overgang van zout naar zoet, is
het een mini-getijdenlandschap geworden,
sluitdijk van 1932, de horizon en de trans
-
parantie te bewaken. Het principe van de
spectaculaire eenvoud was daarbij zeer be -
hulpzaam. Dat is niet altijd leuk voor archi-
tecten, en vraagt innerlijke discipline. Er
zijn erg veel partijen betrokken; je wilt je
niet voorstellen, wat er zonder de ontwer -
pers en het kwaliteitsteam zou zijn ge -
beu rd."
Successen
Schaminée: "In acht jaar heb ik een grote
stijging in de ambities voor natuur en land -
schap waargenomen. Ik zie grote succes -
sen. Ten eerste: voor de dijkbekleding aan
de waddenkant kon het basalt niet meer
volstaan, terwijl het zulk mooi landschap
was geworden, onze eigen rotskust, met bij -
zondere soorten: wilde kool, zeekool, zee -
11
vergelijkbaar met de Biesbosch en de bijbe-
horende biotopen, in de vorm van een radia -
tor. De geschiedenis is afleesbaar, dit gaat
spectaculair worden, en bedreigde flora hel-
pen we om terug te komen volgens de werk -
wijze van het Levend Archief. Bijvoorbeeld
bittere veldkers, spindotter, driekantige bies
en Duitse dot, en wie weet wat meer. Het meest recente 'succes in wording' is
de beplanting van de grote zandlichamen
met lokaal bijzonder struweel, belangrijk
voor de vogeltrek van oost naar west en te -
rug langs de dijk, en passend in het open
landschap. Bij de schootsvelden zal de leeg -
te en openheid behouden moeten blijven,
met een lage graslandbegroeiing in plaats
van grote bosschages." Steenhuis tikt de cultuurhistorische ele -
menten af: Kazematteneilanden, de spuis- luizen, het Dudokmonument, waar de hore
-
ca veel te klein is, het beschermd
dorpsgezicht Kornwerderzand. Samen met
de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is
er veel aandacht voor de toekomst van dit
erfgoed. "Cultuurhistorie is ook immateri-
eel, wat zijn de kernwaarden in een gebied,
inclusief ecologie? Hoe kun je ontwerpen
vanuit de logica van de plek? Dat betekent
de waardering vanuit het verleden intelli -
gent vertalen naar de toekomst. Het Kwali-
teitsteam heeft daarom het instrument van
het Transformatiekader aan de Stuurgroep
geadviseerd, met succes. Nu zijn de ont -
werpkaders vanuit cultuurhistorie en ecolo -
gie voor Kornwerderzand en de Kazematte -
neilanden bijna gereed." Zandbelt: "Verkennen door ontwerp, dat
is bij de Afsluitdijk al een eeuwenoude tradi-
tie, die begon bij de eerste verkenning door
van Diggelen in 1848, ruim voor het aantre -
den van Lely en het besluit tot aanleg en de
bouw zel f." Steenhuis: "Maar wel een bumpy road, be -
gaanbaar door de steun van Lukas Meursing.
We hebben voortdurend beargumenteerd,
waarom zaken extra moest worden onder -
zocht en afgewogen." Zandbelt: "Als voorzitter onderhield ik
contact met de stuurgroep en met de Nieuwe
Afsluitdijk, om adviseren in het luchtledige
te vermijden. Het is een balanceeract, de
stuurgroep ontvangt, maar die zien wij niet
of nauwelijks, wat is de escalatielijn bij ern -
stige verschillen van opvatting? Niet alles
kan, maar 27 adviezen hebben wel de lijn
van spectaculaire eenvoud vastgehouden."
Aanbesteding en uitvoering
De aanbesteding bestond na een voorselec -
tie uit een dialoogfase met drie aannemers -
combinaties, om de bedoelingen duidelijk
te maken en te reflecteren op voorstellen
PRAKTIJK ONDER DE GROND
12
"Iemand moet
blijven nadenken
over de lange
termijn en het
grotere geheel"
PRAKTIJK ONDER DE GROND
van de aannemers. Cruciale elementen wa-
ren de eis om de Waddenkant niet met golf -
brekers te beschermen, maar door een ver -
hoging, met een profiel, waarin een fietspad
zou passen. De dijk mocht niet in zijn karak -
ter worden aangetast. Duurzame materia -
len, slimme oplossingen, en een ruim bud -
get. Elke aannemer moest een Plan
Vormgeving maken waarin duidelijk werd
hoe aan de eisen werd voldaan. Er was een
EMVI bonus van 25 miljoen voor de mate
waarin het project een 'toonbeeld van wa -
terbouw in de 21ste eeuw zou worden.
EMVI staat voor 'Economisch Meest Voor -
delige Inschrijving', waarbij zowel de prijs
als de kwaliteit meetelt in de aanbieding.
Daan Zandbelt en Paul de Ruiter en Yttje
Feddes hadden een adviserende rol in de
dialoog en bij de beoordeling. De ingedien -
de Plannen Vormgeving zijn geheim, alleen
het winnende ontwerp is openbaar en
wordt nu gemaakt. Die winnaar was de combinatie Lev vel: de
BAM en van Oord, met Benthem Crouwel en
West 8 als ontwerpbureaus. Opvallend in
hun plan is dat ze niet alleen pompen inbou -
wen bij Den Oever maar ook nieuwe spuislui-
zen maken. Omdat ze ook 25 jaar onderhoud
hebben is dat rendabel (minder energiever -
bruik door pompen). Een opvallende innova -tie zijn de 75.000 in drie jaar onderzoek ont
-
wikkelde Lev vel blocks, speciaal ontworpen
voor de Afsluitdijk, maar zoals BAM hoopte
op veel meer plekken toepasbaar.
Sinds de start van de uitvoering in april 2019
zijn De Ruiter en Feddes de supervisoren over
de uitvoering ? door beoordeling van de ont -
werpen die de aannemer ter goedkeuring
voorlegt en tussentijds collegiale overleggen
met technici en ontwerpers en beoordeling
van de esthetische kwaliteit van de opgele -
verde onderdelen. Omdat er zo veel partijen
betrokken zijn bij de vergunningverlening is
het Koepeloverleg Borging Omgevingskwali-
teit opgericht, onder voorzitterschap van de
Rijksadviseur, waarin idealiter de ontwerpen
van de aannemer worden besproken vóór ze
worden ingediend. Het kwaliteitsteam heeft
hier op aangedrongen, omdat er zeven gre -
mia bij de toetsing betrokken zijn: welstand-
Spui- en pompcomplex Den
Oever - pompen doorsnede.
BRON RWS/LEVVEL
13
en monumentencommissie van Sudwest
Fryslan, provinciaal landschapsadviseurs,
RCE, kwaliteitsteam, de superviserende ar-
chitecten, Inspectie voor de Leefomgeving.
Het sentiment is veranderd, door de haast
wordt te laat advies gevraagd, en verdwijnen
doelen uit zicht. Zandbelt: "Drie voorbeel-
den, positief en negatief: de ontwerpers surf -
ten mee op de golven, en de grootste vernieu -
wing is het extra fiets- en wandelpad aan de
Waddenkant, een grote kwaliteitssprong met
een waterbouwkundige functie, voortgeko -
men uit het Esthetisch programma van Eisen
van Feddes en De Ruiter. Maar we zijn niet blij met het verlies aan
uitzicht op het IJsselmeergebied vanaf de
A7 vanuit Friesland. Bescherming hiervan
was een uitgangspunt in het Masterplan. De
marktpartijen hebben als EMVI aangebo -
den de A7 te vernieuwen met een bredere en veiliger weg, wat mogelijk wordt ge
-
maakt door een nieuwe vangrail. De tus -
senberm op de A7 was kwetsbaar, niet be -
stand tegen overslag van water, maar nu
wordt een hoge vangrail aangelegd, tegen
ons advies in. En wat ik me ook af vraag, is
waarom aan de eis van een energie-neutra -
le Afsluitdijk niet kon worden voldaan door
een extra windturbine in het Windpark
Fryslân in plaats van weggefrommelde zon -
nepanelen. Zorg voor details en integrale
uitvoering blijven belangrijk!"
"Laatste nieuws"
Grote projecten worden steeds meer syno -
niem met overschrijdingen en vertraging.
Ook de Afsluitdijk kwam eind 2020 in het
nieuws met een geschat tekort van 200 mil-
joen, door een fout in de berekening van de
risico's aan de IJsselmeerzijde. Om 'golf -
14
klap' bij laag water op te kunnen vangen
moeten de spuisluizen bij den Oever veel
zwaarder, en dus duurder worden. Alles
hangt met elkaar samen, dit leidt tot gefa-
seerde uitvoering en op onderdelen uitstel
van de oplevering. De precieze kosten en de
dekking moeten nog worden bekend ge -
maakt. Gelukkig ligt de versterking van de
dijk zelf op schema. De bestuursvoorzitter van de BAM zegt bij
de presentatie van de jaarcijfers: 'Dit doen we
nooit meer, projecten als de Afsluitdijk en de
zeesluis bij IJmuiden geven te veel risico's'. Daan Zandbelt is het volgende opgeval-
len: "De risico's van grote projecten zijn de
afgelopen jaren bij de gww-aannemers
neergelegd, en die lopen er op stuk. Ze ho -
ren meer in publieke handen te blijven.
RWS wil nu stoppen met deze manier van
aanbesteden en de risico's beperken: meer
regie, kleinere projecten. Ik heb in zes Q-teams gezeten. De projecten werden
voor ? 3 miljard aanbesteed, en er is in
-
middels ? 1 tot 1,5 miljard meerwerk!" Bij de conferentie over klimaatadaptatie
op 25 en 26 januari jl. verscheen de Afsluit -
dijk majestueus in beeld. Volop werkzaam -
heden, er leek niets aan de hand, ondanks de
tekorten en drie jaar uitstel. Maar wat zijn
drie jaar in het bestaan van dit waterstaat -
kundig icoon?
Slot
In haar boeiende essay "Rijk als rentmees -
ter" analyseerde Marinke Steenhuis vier
succesvolle grote infrastructurele projec -
ten van nationaal belang. Deze hebben één
ding gemeen: ze kwamen tot stand vanuit
een project-overstijgend, gemeenschappe -
lijk geformuleerd doel. Een doel waarin de
sectorale en departementale doelen in dia -
loog met lokale overheden, gebiedspartij -
KoornwerderzandDE AFSLUITDIJK RIJKSWATERSTAAT
15
PRAKTIJK ONDER DE GROND
en en marktpartijen werden geïntegreerd
in het ontwerp en vervolgens georgani-
seerd in het planproces. Voldoet de Afsluit-
dijk ook aan deze succescriteria? Marinke
Steenhuis: "Het icoon moest gerestaureerd
worden en aangepast aan de 21e eeuw,
maar dat had ook heel lomp kunnen ge -
beuren. Er bestaat een genootschap van
gelijkgestemden die staan voor continu -
i teit in de zorg voor integrale kwaliteit, bij -
voorbeeld Ruimte voor de Rivier, de A8/
A9, de Hollandse Waterlinie. Die traditie
was bij RWS naar de achtergrond verdwe -
nen. Pas in de laatste jaren worden weer
ingenieurs aangenomen, in plaats van pro -
cesmanagers. In navolging van Mariana
Mazzucato bepleit ik een zelf bewuste in -
vesterende overheid. Het is nu lastig lave -
ren, moeilijker om toegang tot bewinds -
personen te krijgen, en om een lange
termijnperspectief vorm te geven." Joop Schaminée: "Nederland was vanuit
maakbaarheidsidealen en calvinisme afge -
dreven van het besef van de waarde en
rechten van de natuur, maar dat is een
systemische rimpeling geweest. De Afsluit -
dijk is onderdeel van een groter geheel, dat
is een groeiend besef met nieuwe kansen
voor planten en dieren." Daan Zandbelt: "Terugkijkend op mijn
vier jaar is voor mij de algemene les dat Ne -
derland in de traditie van temmen van wa -
ter, natuur en samenleving, wereldwijd
zeer ver is gekomen, maar al langer tegen
de grenzen aanloopt. Er is een begin ge -
maakt om de samenleving als één geheel te
zien, te sturen zonder totale controle, ik zie
een kanteling in het denken, ook bij Rijks -
waterstaat. Iemand moet blijven nadenken
over de lange termijn en het grotere geheel,
ook bij de Afsluitdijk. Die rol komt terug, er
is een bredere afweging nodig, minder toe -
val. In de totstandkoming van het uiteinde -
lijke plan en voor de nabije toekomst wor -
den steeds meer doelen in het programma
opgenomen en daar is ruimte voor, mits
goed ontworpen en ingepast." Wouter Veldhuis is in december 2020 be -
gonnen als derde voorzitter van het kwali-
teitsteam. "De komende jaren zien we ho -
pelijk het daadwerkelijk realiseren van het
hele project, met alle grote uitdagingen in
de techniek van de uitvoering. Het wordt
onze uitdaging om alle initiatieven die dit
internationale icoon willen omarmen en
toe-eigenen te synchroniseren en in te pas -
sen. Dit noodzaakt tot een herijking van
een aantal elementen in het Masterplan
om samenhang te bewaren en richting te
geven. Deze herijking loopt mooi op met
het proces dat de regionale partners door -
lopen om meer grip te krijgen op een goede
inpassing van toeristische en recreatieve
i n f r a st r uc t uu r."
16
BouwgebiedFOTO LILIAN VAN KARNENBEEK
17
Tekst Lilian van Karnenbeek
Een van de bekendste buizen in de Neder-
landse ondergrond is zonder twijfel de rio-
lering. In de Nederlandse ondergrond ligt
voor circa 150.000 kilometer aan riolering.
Op enkele woningen in het buitengebied
na, is elk huishouden in Nederland aange-
sloten op het riool. Toch is er één gebied in
Nederland waar honderden mensen woon-
achtig zijn zonder dat zij een aansluiting op
het riool hebben. Dit gebied heet Ooster-
wold. Wat is hier aan de hand?
Waarom riolering thuishoort in de ondergrond PRAKTIJK ONDER DE GROND
Ruimte
voor
riolering
alsjeblieft!
18
I
n de Flevopolder in de gemeenten Al-
mere en Zeewolde ligt het weids uit-
gestrekte gebied Oosterwold. Eenie -
der die een bezoek aan Oosterwold
brengt, zal zich realiseren dat het
gebied in meerdere opzichten uniek is. Het
meest in het oog springt de enorme verschei-
denheid aan vrijstaande woningen, varië -
rend van joerts, prefabwoningen en tiny hou -
ses tot woningen die naar eigen ontwerp zijn
gebouwd. Ook de afwisseling van verharde
en onverharde kavelwegen, en de hoeveel-
heid zonnepanelen, kippen, appel- en peren -
bomen valt op. Wie oog heeft voor detail ziet
in de meeste tuinen een aantal deksels, ver -
scholen achter een rietveld van een helofy -
tenfilter. Opmerkelijk is het ontbreken van
infrastructuur en voorzieningen: er zijn geen
trottoirs en fietspaden, en ook winkels zijn
nauwelijks vindbaar. Overigens kun je bij
verschillende bewoners wel fruit, groenten
en honing kopen. Het unieke karakter van Oosterwold heeft
alles te maken met de plannen van de be -
trokken overheden. De eerste plannen van
Oosterwold dateren van 2012, toen onder
meer de gemeenten Almere en Zeewolde, de
provincie Flevoland, en het Rijksvastgoed-
bedrijf de handen ineensloegen en het lege
polderlandschap aanwezen voor gebiedsont -
wikkeling. De betrokken overheden waren
het over een ding eens: geen gebiedsontwik -
keling op basis van modernistische princi-
pes. Het roer moest volledig om. Oosterwold
moest ontwikkeld worden door bewoners
die (bijna) zelf voorzienend leven. Ter stimu -
lering van een zelf voorzienend leven stelde
de betrokken overheden een aantal uit -
gangspunten op. De bewoners kopen een ei-
gen kavel op plek naar keuze. Vervolgens is
het aan de bewoners om een eigen woning te
(laten) bouwen, voedsel te telen en oogsten,
energie op te wekken, en samen met ande -ren een kavelweg aan te leggen. En daar
blijft het niet bij. Een zelf voorzienend leven
behoeft geen riolering, aldus de betrokken
overheden. In Oosterwold moeten de bewo
-
ners dan ook zelf hun af valwater opvangen,
zuiveren en lozen.
Een korte geschiedenis
van de rioolbuis
Geen rioolbuizen in de ondergrond van Oos -
terwold, het is vanuit een historisch oog -
punt op zijn zachtst gezegd opmerkelijk.
Wie de geschiedenis van de rioolbuis indu -
ikt, komt al snel tot de conclusie dat het riool
eeuwenoud is. In het Romeinse Rijk zijn al
buizen neergelegd die overeenkomsten ver -
tonen met de huidige rioolbuis. Ook in Ne -
derland is de rioolbuis niks nieuws. In de
Nederlandse steden ging het tot aan de in -
dustriële revolutie met name om open bui-
zen waarin poep, plas en af val werd verza -
meld. Tijdens de industriële revolutie, toen
de bevolking naar de stad trok, werden de
problemen van dit open systeem snel duide -
lijk. De enorm slechte kwaliteit van het op -
pervlaktewater zorgde voor onhygiënische
omstandigheden met de uitbraak van veler -
lei ziekten en epidemieën tot gevolg. Vanaf
de loop van de negentiende eeuw werd af -
valwater daarom in toenemende mate opge -
vangen in een gesloten systeem van riool-
buizen. Men werd zich ook bewust van de
noodzaak om af valwater te zuiveren. Hal-
verwege de twintigste eeuw openden de
meeste rioolwaterzuiveringsinstallaties in
Nederland. Onder invloed van een toene -
mend milieubewustzijn werden de afgelo -
pen decennia steeds meer eisen gesteld aan
het zuiveren van af valwater. Goed be -
schouwd heeft mens en milieu enorm veel
baat gehad bij het opvangen en zuiveren van
af valwater. Zo verbeterde de volksgezond -
heid aanzienlijk. De sanitaire revolutie in
19PRAKTIJK ONDER DE GROND
het Verenigde Koninkrijk in de negentiende
eeuw, waarin drinkwater van af valwater
werd gescheiden, werd niets voor niets in
2007 door lezers van het vakblad British Me
-
dical Journal uitgeroepen tot de belangrijk -
ste medische mijlpaal sinds 1840. De riole -
ring was hierin allesbepalend.
Wet- en regelgeving afvalwater
Dat het opvangen, zuiveren en lo -
zen van af valwater een publieke
taak is in Nederland, mag gezien
de enorme collectieve voordelen
geen verrassing zijn. Wet- en re -
gelgeving bepaalt de invulling
van deze publieke taak. De Wet
milieubeheer stelt een zorgplicht
in voor het inzamelen en trans -
porteren van stedelijk af valwater
op gemeentelijke grondgebied
door middel van riolering. Een
gemeente kan besluiten tot
niet-rioleren en voor een alterna -
tief systeem kiezen indien met
het alternatieve systeem eenzelfde graad
van milieubescherming wordt bereikt. Een
gemeente kan eveneens bij de provincie een
ontheffing van haar zorgplicht aanvragen.
Deze provinciale ontheffing wordt enkel
verleend als niet-rioleren doelmatig wordt
geacht, bijvoorbeeld omdat het een buiten -
gebied betreft of omdat het binnen de be -
bouwde kom om minder dan tweeduizend
inwonerequivalenten gaat. De Waterwet
kent waterschappen een zorgplicht toe voor
het zuiveren en lozen van af valwater. In de
nieuwe Omgevingswet houdt de wetgever
grotendeels vast aan de bedoelingen van de
geldende wetgeving. De gemeente behoudt
de zorgplicht en mogelijkheden om niet te
rioleren; het waterschap behoudt de zorg -
plicht voor het zuiveren van af valwater. De
provinciale ontheffing komt te vervallen. Toch kan de provincie wel invloed uitoefe
-
nen via instructieregels.
Geen riolering, wat dan wel?
Het niet-rioleren in Oosterwold is vanuit
een gezondheids- en milieuoogpunt moei-
lijk te begrijpen. Maar de politieke wind die
door Almere raast, biedt een verklaring
voor deze keuze. Nadat de wateren van de
Zuiderzee waren drooggelegd, werd de stad
Almere door de overheid tot in detail op de
tekentafel bedacht. Deze doorgeschoten
maakbaarheidsgedachte heeft de politiek
doen besluiten om de regie in de ruimtelijke
ordening steeds vaker los te laten. Niet de
overheid, maar de burger is aan zet. Met dit
idee in het achterhoofd zijn de plannen voor
Oosterwold bedacht. Paradoxaal wel door
die 'loslatende' overheid. Het geloof in de
zelfredzaamheid van de burger betekent
overigens niet dat de overheid achterover -
leunt. De overheid heeft in overeenstem -
ming met wet- en regelgeving tal van regels
opgesteld waaraan burgers zich moeten
houden. Het af valwatervraagstuk in Oos -
terwold is hierop geen uitzondering. De vraag rijst hoe bewoners in Oosterwold
afvalwater verzamelen, zuiveren en lozen
"In Oosterwold
moeten bewoners
zelf hun afvalwater
opvangen, zuiveren
en lozen"
20
zonder aansluiting op de riolering en een af-
valwaterzuiveringsinstallatie. De meeste be -
woners hebben gekozen voor een individuele
behandeling van afvalwater (bekend onder
de af korting IBA). Een IBA is een systeem dat
het mogelijk maakt om op eigen perceel af -
valwater te zuiveren. Het af valwater wordt
gezuiverd doordat bacteriën organische stof -
fen af breken. Door middel van een classifica -
tie (I, II, IIIA en IIIB) wordt het zuiverings -
rendement van een IBA-systeem aangegeven.
Hoe hoger het nummer van de classificatie,
des te hoger het zuiveringsrendement. Bij
IBA-systemen met een hoge classificatie
wordt actief zuurstof toegevoegd voor een ef -
ficiëntere en snellere zuivering. Na de zuive -
ring kan het af valwater geloosd worden in
een dichtbijgelegen waterweg of vijver. Het is aan de bewoners zelf om te bepalen
of af valwater individueel of collectief wordt
opvangen, gezuiverd en geloosd. In de toe -
lichting van het bestemmingsplan staat be -
schreven dat de gemeente Almere ervan uit -
gaat dat bewoners af valwater op collectieve
schaal opvangen, zuiveren en lozen. Toch
wijst de praktijk anders uit. Op enkele bewo -
ners na, heeft nagenoeg elk huishouden een
eigen IBA-systeem geïnstalleerd. Bewoners
kunnen niet zomaar voor elk IBA-systeem
kiezen. Het waterschap verplicht de bewo -
ners om een vergunning aan te vragen voor het lozen van af valwater. In die vergunning
zijn bepaalde lozingsnormen opgenomen
waaraan moet worden voldaan. Op welke
manier bewoners aan die lozingsnormen vol-
doen, mag zelf worden bepaald. Desondanks
komen de gestelde eisen overeen met een
IBA-systeem met een classificatie IIIB, dat on
-
der meer zwevende stoffen, stikstof, fosfaat
zuivert. Het waterschap gebruikt deze lo -
zingseisen om de kwaliteit van het opper -
vlaktewater te beschermen. Het
waterschap controleert de lozing -
snormen van alle IBA-systemen
met enige regelmaat.
De effecten van
IBA-systemen
Zelf je af valwater behandelen, het
vergt nogal wat. Maar nog belang -
rijker, het heeft ook de nodige ef -
fecten op het milieu. Uit de contro -
les van het waterschap blijkt dat
meerdere IBA-systemen niet voldoen aan de
gestelde lozingsnormen. De oorzaken lopen
uiteen. Zo zijn IBA-systemen vatbaar voor
technische problemen. Een veelgehoord pro -
bleem in Oosterwold is de beperkte zuivering
van fosfaat. Daarnaast kan de werking van
een IBA-systeem negatief worden beïnvloed
omdat er producten in het systeem komen die
daar niet thuishoren. Maar uiteindelijk zal de
schaal van Oosterwold pas echt voor proble -
men zorgen. Het cumulatieve effect van hon -
derden IBA-systemen, gecombineerd met
meerdere slecht functionerende systemen,
resulteert in een verslechtering van het op -
pervlaktewater. Deze verslechtering kan na -
delige gevolgen voor de volksgezondheid be -
tekenen. In dit verband kan er ook gewezen
worden op het niet voldoen aan de wet: in
Oosterwold wordt niet eenzelfde niveau van
milieubescherming bereikt en er is ook geen
provinciale ontheffing.
"Als er een systeem
een plek verdient in de
ondergrond, dan is het
de riolering wel"
21
PRAKTIJK ONDER DE GROND
De nadelige effecten van het niet-rioleren
stonden geregeld ter discussie. Recentelijk
hebben de betrokken overheden dan ook een
knoop doorgehakt: nieuwe bewoners wor-
den wel degelijk op de riolering aangesloten.
De gemeente gaat een hoofdriool aanleggen
op de hoofd- en polderwegen. Verreweg de
meeste bewoners in Oosterwold wonen niet
aan zo'n hoofd- of polderweg, maar aan een
zelf aangelegde kavelweg. De nieuwe bewo -
ners dienen zelf rioolbuizen in de onder -
grond van de kavelweg te plaatsen en aan -
sluiting te zoeken op het hoofdriool. Op die
manier blijft een zelfvoorzienend leven toch
het uitgangspunt. De bestaande bewoners
zijn niet verplicht zich alsnog op de riolering
aan te sluiten, mits het IBA-systeem voldoet
aan de lozingsnormen. Indien het systeem
niet voldoet aan deze kwaliteitseisen, is aan -
sluiting op de riolering onontkoombaar.
Ruimte voor het riool!
De ambitie om de bewoners zelf voorzie -
nend te laten leven hebben de betrokken
overheden ronduit serieus genomen. Ner -
gens in Nederland wordt op de schaal van
Oosterwold geëxperimenteerd met een au -tarkisch systeem van afvalwaterbehande
-
ling. En dat is logisch. Nederland is een
dichtbevolkt land en iedereen heeft ten
zeerste baat en belang bij aansluiting op de
riolering. Er is brede overeenstemming
over nut en noodzaak: de riolering komt ie -
ders volksgezondheid en het milieu ten goe -
de. Tot op heden bestaat er geen ander sys -
teem dat op grote schaal zoveel bescherming
biedt aan het milieu en de volksgezondheid
als het riool. Vanuit een gezondheids- en
milieuoogpunt is een IBA dan ook geen al-
ternatief voor riolering (uitzonderingen
daargelaten). Als er dus een systeem een
plek verdient in de ondergrond, dan is het
de riolering wel. Ook in Oosterwold. Laten
we alsjeblieft genoeg ruimte behouden in
de ondergrond voor die grijze buizen. Een
Nederland met riool, iets beters kunnen we
elkaar toch niet wensen.
Rietveld. FOTO LILIAN VAN KARNENBEEK
Het artikel is gebaseerd op een eerder
verschenen wetenschappelijke artikel uit
het tijdschrift Journal of Environmental
Planning and Management.
22
De boven- en ondergrond van de stad als een
samenhangend systeem
Ontwerpen
vanuit de
doorsnede
Steam densi? cation.BRON TUD DELTA URBANISM
23
Tekst Fransje Hooimeijer, Jutta Hinterleitner en Paul Gerretsen
Geen gezonde stad zonder een gezonde ondergrond. En toch zijn de
bodem en zijn bijbehorend eco- en watersysteem een sluitstuk in de
gebiedsontwikkelingspraktijk. Wat, als we eens vaker doorsnedes
door de boven- en ondergrondse stad zouden tekenen en de
'technische ruimte' van natuur en de stad onder het maaiveld meer
aandacht zouden geven? Kunnen we daarmee tot een duurzamere
inrichting van de stedelijke ruimte komen?
24
ONDERZOEK ONDERGROND
I
n Nederland is stedelijke groei
voornamelijk verdichting: het con-
centreren van functies, meervou -
dig ruimtegebruik, intensief ge -
bruikte parken en pleinen,
hoogbouw. Maar naast de hoogte, moeten
we ook de diepte in. Meer gebouwen bete -
kent ook meer kabels en leidingen, par -
keergarages, metrotunnels, ondergrondse
passages en zo voorts. De ondergrond is de
'basis' van de stad, al staat dat niet altijd
scherp op ons netvlies. Daar ligt de techni-
sche ruimte, de machinekamer van de ste -
delijke infrastructuur, waar door bijvoor -
beeld energie- en mobiliteitstransitie
steeds nieuwe technische voorzieningen
aan worden toegevoegd. Maar er ligt voor -
al ook de voorwaarde van natuurlijk leven,
het eco- en watersysteem, cruciaal in de
opgaven van klimaatverandering en biodi- versiteit. Steeds vaker is in Nederland de
ondergrondse ruimte ook deel van de pu
-
blieke ruimte, met stedelijke functies en
aantrekkelijke verblijfsruimte en belang -
rijke verbindingen. Alleen door de boven-
en ondergrond als een integrale opgave te
beschouwen, kunnen we onze steden toe -
komstbestendig maken. In steden met een dichte bebouwing is
integraal ontwerpen noodzakelijk. Bij -
voorbeeld bij de geplande binnenstedelijke
ontwikkelingen van het Central Innovation
District in Den Haag of de gebieden die
Rotterdam in haar hoogbouw visie aan -
wijst, verloopt stedelijke ontwikkeling
fundamenteel anders dan in een buiten -
wijk. Hier zijn de systemen van boven- en
ondergrond niet alleen in de openbare
ruimte verbonden, maar is ook ruimte on -
der de gebouwen in beeld als dragers van
Ontwerpend onderzoek naar het ideale ruimtegebruik
in de doorsnede van de verdichte stad
De auteurs van dit artikel zijn betrokken bij de ontwerpverkenning, 'Stad x ruimte ? De
doorsnede van de stad als drager voor ruimte- en waardecreatie', die in het voorjaar van 2021
van start zal gaan. De stelling van dit project, geïnitieerd door de TU Delft, het COB, Vereniging
Deltametropool en de Vlaamse overheid is dat ontwerpen vanuit de doorsnede van de stad kan
helpen oplossingen te vinden voor de hier geschetste complexe vraagstukken. Voor de
ontwerpstudie leveren meerdere Nederlandse en Vlaamse steden testlocaties aan: extreem
verdichte plekken met verschillende ondergrondse condities die tegen het licht gehouden
worden. Hierbij staan vragen centraal als: Kunnen gebouwen delen van de stedelijke infrastruc-
tuur opnemen om de ondergrond te ontlasten? Wat is de rol van ondergrondse verblijfsruimten
en gebouwde infrastructuur, en welke rol kunnen zij krijgen in het op orde krijgen van het
ecosysteem van de stad? Door middel van ontwerpend onderzoek in een lerend netwerk waar
de stakeholders van de testlocaties zitting in nemen, zal worden onderzocht hoe de complexe
opgaven in de verschillende stedelijke gebieden kunnen worden vertaald naar duurzame
ontwerpen. Dit levert naar verwachting nieuwe in- en vergezichten op voor de deelnemende
steden, maar ook voor de toekomstbestendige inrichting van onze steden in het algemeen.
Volg het project op https://www.cob.nl/wat-doet-het-cob/vakgebieden/ordening-en-waarde/
ontwerpstudie-stad-x-ruimte/
25
"Als je de
doorsnede
uittekent, wordt
duidelijk waar knel punten, maar ook
kansen liggen"
FRANSJE HOOIMEIJER
26
nieuwe duurzame infrastructuur; anders-
om vraagt de beperkte ruimte onder de
grond soms ook van gebouwen dat ze in -
frastructuren of ecosystemen deel van het
gebouw maken. Voorbeelden van over de hele wereld la -
ten zien dat de interactie tussen onder -
grond en bovengrond het ruimtelijk rende -
ment van de stad kan verbeteren, vooral door het combineren van functies. Het
Louvre in Parijs en het Wintercircus in
Gent zijn representatief voor de meer
-
waarde van de ondergrond in het beter
benutten van historisch waardevolle ge -
bouwen. Les Halles in Parijs en de Beurs -
traverse in Rotterdam zijn voorbeelden
van hoe ondergrondse ruimte ook een
kwalitatieve meerwaarde kan vormen
Basisoverzicht van de Systeem Verkenning Ruimte en Ondergrond. BRON TUD DELTA URBANISM
27
door het toevoegen van nieuwe functione-
le lagen aan de stad. Het Erasmus Medisch
Centrum in Rotterdam gebruikt de onder -
grondse ruimte van het naastgelegen Mu -
seumpark als belangrijke schakel in de ver -
dichtingsstrategie. Het uitplaatsen van
parkeren maakte ruimte op de ziekenhuis -
locatie om stapsgewijs de oude gebouwen
te vervangen voor nieuwe. Bovendien
heeft de parkeergarage een waterberging
van 10.000 m3, wat een deel van de water -
overlast in het Oude Westen oplost. Daar -
bij beslaat de ondergrondse warmte-koude
opslag van het medisch centrum een veel
groter deel dan alleen het eigen terrein en
loopt die onder het park door. Wellicht dat
in de toekomst op nog grotere diepte het
ziekenhuis ook gebruik kan maken van ge -
othermie, waarmee de footprint straks ook
3 kilometer diep wordt. Interessante andere culturele en klima -
tologische achtergronden voor het gebruik
van ondergrondse ruimte zijn te vinden in
Japan en Canada. In Osaka is een heel win -
kelgebied ondergronds dat binnen de Ja -
panse cultuur niet als benauwend wordt
ervaren. Omdat Japan al rond 1900 metro -
polen kende zijn mensen daar gewend om
ruimte te delen. In Toronto bestaat er een
steeds verder groeiend ondergronds net -
werk met winkels en ingangen van gebou -
wen, dat een groot deel van de 's winters
steenkoude straten als looproute vervangt.
Denken vanuit de doorsnede
Vooral in het westen van Nederland vergen
ondergrondse ingrepen behoorlijke kunst -
werken en is ondergronds bouwen kost -
baar. De ondergrond wordt er wel 'dik wa -
ter' genoemd, beheerd door gecontroleerde
grondwaterstanden, vatbaar voor water -
overlast, verdroging, verzakking, verzil -
ting, vervuiling en andere 'plagen'. Kran -tenkoppen over lekkende kelderbakken,
schade aan funderingspalen, ondergelo
-
pen parkeergarages en de moeizame aan -
leg van metrotunnels, geven af en toe een
inkijkje in deze ongekende wereld. Het wa -
tersysteem is er een belangrijke conditie
voor ondergronds bouwen, zeker in relatie
tot de opgaven van klimaatverandering. De 1,7 miljoen kilometer kabels en leidin -
gen die in Nederland in de grond ligt, waar -
van 126.000 kilometer riolering, wordt be -
heerd door ongeveer 950 kabel- en
leidingbeheerders, met 483 gemeenten. In
Rotterdam alleen al ligt 2500 kilometer aan
rioolbuizen, met een totale vervangings -
waarde van 1,6 miljard euro. De stad is, net
als veel andere steden, bezig met een ver -
vangingsoperatie. Veertig kilometer per jaar
à 100 euro per meter die wordt gefinancierd
met directe af boeking van de vervangings -
investeringen. Hoe kwetsbaar dit systeem
kan zijn laten de schades zien: telecomka -
bels (inclusief CAI en OV) en laagspannings -
kabels ? die over het algemeen het dichtst
onder het maaiveld liggen ? ondervinden
tien tot twintig duizend schades per jaar. Het
riool ondervindt honderden schades per jaar
door graafactiviteiten.
Het areaal kabels en leidingen wordt
door verdichting steeds omvangrijker en
de energietransitie introduceert nieuwe
"De ondergrond is de 'basis' van de
stad, al staat dat
niet altijd scherp op ons netvlies"
ONDERZOEK ONDERGROND
28
"Het watersysteem is
er een belangrijke
conditie voor
ondergronds bouwen"
netten voor warmtetransport, elektrische
netten voor laadpalen, en leidt tot het ver -
vangen van ouderwetse gasleidingen voor
wellicht waterstof. Vrijwel niets gaat eruit
en er komt alleen maar meer bij, de onder -
grondse 'machinekamers' raken steeds
voller. Veel gemeenten weten niet meer
hoe ze de bomen nog in het straatprofiel
moeten krijgen, laat staan infiltratiestro -
ken voor regenwater waar de klimaatadap -
tatieprogramma's om vragen. In binnen -
stedelijke gebieden is de gangbare manier
van bouwen en de toenemende noodzake -
lijke infrastructuur nauwelijks meer te
combineren met de grote opgaven die een
ander klimaat met zich meebrengt en de
daarmee samenhangende noodzakelijke
versterking van de biodiversiteit en infra -
structuur voor hernieuwbare energie. De Nederlandse ruimtelijke ordening
heeft wel juist door het feit dat we een
klein en lastig grondgebied hebben een
zeer sterke traditie van coöperatie. On -
danks de lagenbenadering uit de jaren ne -
gentig, waarin de ondergrond als belang -
rijk verstrekpunt is geïdentificeerd,
ontstaan plannen nog altijd vanuit de plat -
tegrond. Als je echter de doorsnede uitte -
kent, wordt duidelijk waar onvermoede
knelpunten, maar ook kansen liggen. De doorsnede laat zien dat de stad een samen
-
spel is tussen statische gebouwen en de dy -
namiek van de infrastructuur, het water -
systeem en het ecosysteem. Het verdichtten
van steden en daarmee gepaard gaande
verzwaring van infrastructuur samen met de eisen die het natuurlijke eco -
systeem ons oplegt, dwingen ons
daarom om vanuit de doorsnede
te gaan ontwerpen.
Integrale aanpak
Het betrekken van de onder -
grond in de eerste fase van plan -
vorming ligt in Nederland al
enkele jaren op de tafel. De
(voormalige) Carrousel Onder -
grond en Waarde, die sinds 2017
omgevormd is tot een program -
ma van het Centrum voor Ondergronds
Bouwen (COB), werd door ingenieursbu -
reaus van gemeenten actief ontwikkeld,
omdat zij zagen dat veel problemen bij de
uitvoering van projecten zouden kunnen
worden voorkomen als de (geo-)data van
de ondergrond aan de start van een project
zouden kunnen worden meegenomen
(COB, 2016; Amsterdam, 2019). Aan de TU
Delft wordt bij de onderzoeksgroep Delta
Urbanism sinds 10 jaar, samen met de Ge -
meente Rotterdam, Deltares en TNO, on -
derzoek gedaan naar het samenbrengen
van onder- en bovengrond in de ruimtelij -
ke planvorming. Het onderzoek richt zich
op methodes voor een structurele dialoog
tussen alle betrokken disciplines en het
vinden van een gezamenlijke taal en ver -
beelding van de integrale aanpak. Ter structurering van de dialoog is de
Systeem Verkenning Ruimte en Onder -
grond (SVRO) ontwikkeld (Hooimeijer &
Maring, 2013). Het biedt een systeemover -
zicht van informatie van de ondergrond en
29
de bovengrond, en kan worden gebruikt
om systematisch de relaties en interferen-
ties tussen boven- en ondergrond te bekij -
ken. De ervaring leert dat alleen door de
ondergrond vanaf het begin van een plan -
vormingsproces te tekenen deze bestaans -
recht krijgt in de gebiedsontwikkeling. In
een integrale aanpak gaat het tekenen sa -
men met het rekenen, en kan op basis van
data en ontwerp een integraal plan tot
stand komen. Hiertoe is het Technisch Pro -
fiel ontwikkeld dat in feite de rauwe disci-
plinaire data van de ondergrond vertaalt
naar een samenhangend ruimtelijk beeld
in een doorsnede. Op basis van het Tech -
nisch Profiel kunnen allerlei oplossingen
worden voorgesteld en in een potentie -
kaart in beeld worden gebracht. Deze
kaarten maken het mogelijk op voorhand
kansen en problemen in plannen te identi-
ficeren, en zijn een cruciale schakel naar
het ontwerp dat erop volgt. Vergelijkbaar
hiermee wordt de ondergrond door de ge -
meente Amsterdam samengebracht in de
'Integrale ontwerpmethode openbare
ruimte'[1], een bruikbaar raamwerk voor
het ontwerp van duurzame straatprofie -
len, dat thema's zoals leefmilieu, water en
flora & fauna in het proces integreert.
Duurzame stedelijke
verdichting op alle
schaal niveaus
Het inpassen van ondergrondse ruimte
kan als een katalysator voor grotere opga -
ven van het bodem- en watersysteem wer -
ken door plaats vrij te houden die anders
door bebouwing zou worden ingenomen.
Op de schaal van de kavel kan hetzelfde
gedaan worden: het bouwen van een klei-
ner ? maar dieper en hoger gebouw laat
ruimte voor open bodem: goed voor de bio -
diversiteit, waterbuffering en hittereduc -tie. Bovendien kunnen er door deze inte
-
grale blik in het algemeen betere
verbindingen gelegd worden met het na -
tuurlijk ecosysteem en kan er inspiratie
gevonden worden voor natuur-inclusief
bouwen. De schaal van het grotere gebied
geeft aanleiding de bebouwing op een an -
dere manier, met een ander business mo -
del, van (groene) nutsvoorzieningen te
voorzien. Te denken valt aan decentrale
systemen waarin de producenten van de
infrastructuur ook de eigenaren blijven.
Uit deze mogelijkheden komt een nieuwe
doorsnede naar voren waarin de onder- en
bovengrondse ruimte verbonden zijn in
het gebouw en met de systemen in haar
omgeving. De doorsnede omvat niet alleen
het gebouw, maar ook de relaties met de
systemen op de grote schaal. Ondergrond inclusief ontwerpen maakt
het mogelijk om meervoudig ruimtegebruik
niet alleen als een stapeling van behoeften
van mensen te interpreteren, maar ook om
het ecosysteem in de stad de ruimte te ge -
ven en te ondersteunen. Het bewust leggen
van de link tussen de gebiedsschaal en de
schaal van de kavel en het gebouw kan op
verschillende manieren het duurzaam ont -
wikkelen van een gebied verbeteren.
ONDERZOEK ONDERGROND
[1] https://openresearch.amsterdam/nl/
page/58877/integrale-ontwerp methode-
openbare-ruimte
30
Down to earth:
droogte in de delta
STUDIO MARCO VERMEULEN.
31
Een meterslange doorsnede door het Nederlandse landschap en haar
ondergrond toont de specifieke wateropgaven waar de regio's de komende
tijd een oplossing voor zullen moeten vinden. Waterkwaliteit, verzilting en
verdroging vormen de belangrijkste problemen. Door tot onder de grond te
laten zien hoe het zoetwatersysteem werkt, wordt de zoetwateropgave helder.
Deze kan dienen als hefboom bij een integrale aanpak van de transitieopga-
ven in de Nederlandse delta.
Het IABR-Atelier 'Down to Earth' toont problemen en oplossingen voor
verschillende landschappen. Per deelsysteem wordt een toekomstbeeld
geschetst met bouwstenen om het water-bufferend vermogen te vergroten.
Deze variëren van het vernatten van veengebieden tot het vergroten van
zoetwaterbellen in de duinen. Ook wordt een zoetwater getijdengebied in de
Maas voorgesteld dat werkt als een natuurlijke zuiveringsmachine. In de stad
zullen sponsparken en polderdaken de bodemdaling en hittestress tegen-
gaan.
De hier getoonde beelden zijn uitsnedes ter plekke van de Noord Hollandse
duinen en veengronden en het Brabantse zand. De doorsnede is onderdeel
van de IABR tentoonstelling DOWN TO EARTH: DROOGTE IN DE DELTA en is
gemaakt door Studio Marco Vermeulen.
Down to
earth
32
33
BEELDESSAY
34
Praktische oplossingen, lange termijn visie, nieuwe werkwijzen en City Deal
in Rotterdam
"De ondergrond
komt boven"
35
Tekst Annemiek Rijckenberg en Jutta Hinterleitner
De ondergrond in Rotterdam is in beweging, letterlijk en ? guurlijk.
Jutta Hinterleitner en Annemiek Rijckenberg gingen in gesprek met
Mattijs van Ruijven, hoofd Stedenbouw Rotterdam, Wil Kovacs,
manager ondergrond bij Stadsbeheer, en Wiebe Oosterhoff,
strategisch adviseur Stadsbeheer.
Werkzaamheden Bergse
Dorpsstraat Rotterdam.
FOTO BERTUS BOOGERT,
GEMEENTE ROTTERDAM
36
Rotterdam staat op de kaart met over-
stromingsrisico's, verzilting, de orde -
ning van kabels en leidingen, slappe
bodem, verdroging, paalrot en funde -
ringsproblemen. Is dit nog te over -
zien, en hoe pakken jullie dit aan?
Mattijs van Ruijven: "De grootste verschui-
ving in het denken is dat we in Rotterdam
de beheer- en ontwikkelopgave aan het
koppelen zijn: niet alleen repareren, maar
ook ontwikkelen, extra woningen toevoe -
gen, én verdichten én klimaatadaptatie. De
meeste technische kennis zit bij het Ingeni-
eursbureau en de dienst Stadsbeheer, die
probeert alle assets in ondergrond en bo -
vengrond in kaart te brengen, en de beheer -
vraagstukken beter toegespitst te krijgen." Wil Kovacs: "De ondergrond heeft in Rot -
terdam geen eigen beleidsparagraaf, in
Amsterdam wel. Bij ons is buitenruimte in
beleidsstukken gedefinieerd als samenhan -
gend geheel van bovengrond én onder -
grond. Buitenruimte moet dus integraal
gelezen worden. Die ondergrond bestaat uit vele kubieke
kilometers ruimte, en is in zijn totaliteit een
publieke verantwoordelijkheid. Het is een
'openbare ruimte', waar beperkingen zoals
de privaatrechtelijke grenzen in de platte -
grond, niet gelden. 'Bodem' is de term van -
uit de milieuwetgeving, en is een déél van
de ondergrond. Wegblijven van eigendoms -
discussie is belangrijk, ook bij de ontwikke -
ling van plannen door stedenbouwkundi -
gen en landschapsontwerpers, de
ondergrond moet los van privaatrechtelijke
grenzen worden bezien. Om dat goed te laten functioneren, is er
een 'kernregistratie ondergrond' opgestart.
Doel is om de ondergrond transparant te
kunnen weergeven, maar dat is exclusief
gebouwde samengestelde objecten. Kelders
en dergelijke zijn apart geregistreerd. Wiebe Oosterhoff: "De verdichting van
Rotterdam leidt tot een enorme druk bo -
ven- en ondergronds. Daarnaast zijn er de
grote transities: biodiversiteit, klimaat,
energie. Dit maakt een andere aanpak en
programmering nodig, voor vergroening en
extra buizen in de ondergrond. Om dat goed te organiseren moeten in
feite Stadsontwikkeling en Stadsbeheer sa -
mengevoegd worden. We moeten op zoek
naar het beste van beide werelden!"
Wordt er in Rotterdam integraal ont -
worpen aan boven- en ondergrond?
Gaat de ondergrondse stad de boven -
grondse bepalen?
MR: "De dienst Stadsbeheer ziet de onder -
grond als beheerverantwoordelijkheid,
maar alle domeinen moeten in boven- en
ondergrond gaan denken. De ondergrond
bepaalt vaak wat er bovengronds gebeurt:
meer heftige regenval vraagt meer water -
opslag, zoals waterpleinen, en voor infiltre -
ren is doorlatendheid nodig. Het verzakken
van de buitenruimte maakt gebouwen min -
der toegankelijk. Door hetere zomers en
minder neerslag ontstaan problemen voor
het groen in de stad." WK: "We komen uit een tijdperk waarin
ruimte geen probleem was en het makkelijk
was alles in de ondergrond te leggen, die was
zacht, makkelijk om in te graven. Het ge -
bruik van de ondergrond gaat veranderen, je
kan niet een straat vol met bomen zetten
zonder de wortels in te plannen. Er zijn drie
domeinen die conflicteren, klimaat, energie -
transitie en kabels en leidingen." WO: "Het instrumentarium is nu sterk op
de bovengrond gericht, 'de omgevingsvisie
stopt bij het maaiveld', maar de opgave is
driedimensionaal. Ook voor de ondergrond
is er één opgave, het mogelijk maken van alle
transities en de vernieuwing van de stad.
37
PRAKTIJK ONDER DE GROND
BRON: STRAADKRANT 5 2021, BOSCHSLABBERS LANDSCHAPSARCHITECTEN & BURO BERGH
BRON: STRAADKRANT 5 2021, BOSCHSLABBERS LANDSCHAPSARCHITECTEN & BURO BERGH
38
Het vraagt om planologisch instrumentari-
um voor de ondergrond dat er nu niet is."
Hoe zijn jullie opgaven aan het kop-
pelen?
MR: "Rotterdam heeft hoge duurzaamheids -
eisen en wil ook de betaalbaarheid van wo -
ningen beschermen. Er zijn problemen met
funderingen en achterstallig onderhoud. We
moeten herstel van de bestaande situatie koppelen aan de verschillende nieuwe opga
-
ven. Alleen zo leidt het daadwerkelijk tot een
integrale verbetering
[1]. Slimmer bouwen is
nodig, zoals de drijvende constructies van
Leonidas in Kralingen-Oost. Niet integraal
de grond ophogen, maar de bouwwijze aan -
passen aan de ondergrond. Waar het koppe -
len lukt, zoals bij de waterpleinen of op da -
ken van gebouwen, zie je een immense
uitstraling en enthousiasme."
Ondergrondscan. BRON: STRAADKRANT 5 2021,
BOSCHSLABBERS
LANDSCHAPSARCHITECTEN
& BURO BERGH
1 JAMMER GENOEG MOGEN CORPORATIES KOSTEN VOOR ONDERHOUD ALLEEN VAN DE BELASTING AFTREKKEN, WANNEER ZE GÉÉN
AANVULLENDE VERBETERINGEN AANBRENGEN. (AR)
39
PRAKTIJK ONDER DE GROND
WK: "Het grootste probleem is dat we als
superspecialisten de oplossing niet hebben.
We zijn deskundig op het verleden, 'Hoe we
het tot nu toe hebben gedaan'. Ik geloof zeer
in pilots en proefprojecten. Als je voor de
energietransitie stadsverwarming uitrolt,
past dan over 10 jaar de af valscheiding er
nog in? Iedereen moet open samenwerken
en denken, luisteren en afstemmen. Nieu -
we generaties lijken dat vanzelfsprekender
te doen en ik ben recentelijk uit mijn functie
gestapt om hen ruimte te bieden. In BoTu, Bospolder-Tussendijken, ging in
smalle straten de keuze tussen waterleidin -
gen, infiltratiekratten en bomen. De buizen
voor restwarmte lopen door die straten,
maar vervolgens is er geen ruimte meer
voor bomen. Eén opgave gerealiseerd bete -
kent dat andere zoals hittestress en aange -
naam straatbeeld worden verwaarloosd.
Dat voorkomen vraagt afstemmen, advies
inwinnen, goede adviseurs, die allemaal
meedenken en elkaar helpen. Bijvoorbeeld
door in iedere straat elke leiding maar één
40
keer te leggen, met aansluitingen over en
weer. BoTu is de eerste wijk in de energie-
transitie, daar leren we heel veel van. Ieder
project wordt weer beter dan het vorige.
Over tien jaar doen we het vast anders en
beter, maar we moeten ergens beginnen!" MR: "De nieuwe vorm van stedenbouw,
samenwerken met meerdere disciplines,
vraagt om expertise over de gevolgen van
de keuzes. Integraliteit is nu allesbepa -
lend. Next City is ons programma om nieu -
we opgaven inzichtelijk te maken: is het een systeem-, een verdelings- of een inpas
-
singsvraagstuk? Systeemkennis én gevoel
voor de ruimtelijke impact van de keuzes
zijn van belang." WK: "De belangrijkste vooruitgang vind
ik, dat planologen en stedenbouwkundigen
de ondergrond nu ook tot hun domein reke -
nen. De ogen van een nieuwe generatie ont -
werpers zijn geopend, zij zíen de onder -
grond. Het proces van onderzoek en
ontwerp geeft durf voor nieuwe stappen, en
dan moeten wij loslaten, dat is best eng!"
Groot riool waar stadsverwarmingsbuizen onderdoor steken. BRON GEMEENTE ROTTERDAM
41
Dus alles wordt nu 3D?
WK: "In het Stationsgebied is de onder-
grond al meegenomen, bij de Koopgoot ook,
bij de Coolsingel gedeeltelijk. De grote me -
trostations zijn ook vanuit 3D herontwik -
keld. Nesselande is nu een pilot, de hele
wijk is in 3D getekend. Deze weergave van
vastgelegde data is een goede registratie,
maar het ontwérpen van de ondergrond
moet nog komen. Dat vinden mensen span -nend. De werkelijkheid in 3D veroorzaakt
ook vervreemding, het beeld mag niet té
mooi worden. Het is voor een reëel beeld
dan nodig de kwaliteit te downsizen. Beper
-
ken moet je leren, want de techniek is onbe -
grensd! Een zeven is voldoende." MR: "De ondergrond in 3D is nu klaar,
bruikbaar en toegankelijk
[2], en die maakt
ook duidelijk, dat de impact van onder -
grondse contouren veel groter is dan de
kavel. Bijvoorbeeld WKO installaties heb -
ben een grotere ondergrondse omvang in
impact en voetafdruk dan het gebouw
waar het voor gerealiseerd wordt. Bij het
Centraal station kwamen we er achter dat
al die bouwwerken in de ondergrond (fun -
dering, garages en tunnels) een grote im -
pact kunnen hebben op grondwaterstro -
men. Dat is toen net goed gegaan.
Kan de gemeente Rotterdam al die
rollen aan?
Mattijs van Ruijven: "Beheer van de open -
bare ruimte, boven- en ondergronds, ligt op
het bord van de gemeente, maar we kunnen
niet onbeperkt blijven stapelen als alles in
die publieke ruimte opgelost moet worden. De herinrichting van de Coolsingel is
prachtig, maar ook daar zijn concessies ge -
daan. De werkelijkheid is weerbarstig: veel
verschillende partijen in de ondergrond met
eigen afschrijvingstermijnen, en kennis over
elkaars planningen ontbreekt; de kabelaars
zijn zonder bestemmingsplan ondergrond of
verplichte kabelgoot moeilijk te beteugelen.
We staan voor een nieuwe fase: de grote tran -
sities (energie, mobiliteit, klimaat) en drukte
in de ondergrond vragen nieuwe competen -
ties. Open manieren van samenwerking en
bundelen van financieringsstromen van be -
heer, moeten worden uitgevonden.
PRAKTIJK ONDER DE GROND
2 VIAHTTPS://WWW.ARCGIS.COM/HOME/ITEM.HTML?ID=8A6B6626670B4720AC067DC432E7A5F
42
Ondergrondse leidingen in Charlois. BRON GEMEENTE ROTTERDAM
Zijn de gemeentelijke ? nanciën en de
bestuursstructuur op deze nieuwe
opgave ingericht?
Wil Kovacs: "De stad krijgt er gratis een
enorme portie ondergrond bij, 165 Km³! Ik
heb door studenten laten uitzoeken, of de
gemeente zich kan terugtrekken uit de re-
gelpraktijk. Conclusie: Je kunt het niet aan
de chaos overlaten, de gemeente moet de
regierol behouden. De ondergrond valt in
Rotterdam onder vier wethouders: econo-
mie, milieu, klimaat en veiligheid. We vroe-
gen ons ook af of het logisch zou zijn een
economische waarde van bijvoorbeeld één
Euro per m³ aan de ondergrond toe te ken-
nen, maar dat is niet logisch. Je kunt niets
vermarkten of kapitaliseren, en dus gaan
we uit van een kapitaalwaarde nul. Van
daaruit kun je rekenen met toegevoegde of
afnemende waarde. Wanneer je de onder-
grond volpropt zodat je de ruimte niet meer kunt benutten, is het negatief voor de stad,
dan kun je niet door met je plannen.
We moeten denk ik verordeningen gaan
maken met een indelingssystematiek, en
daarom hoort ondergrond thuis in het be-
leid voor de openbare ruimte." WO: "De vormgeving van dit nieuwe be-
leidsterrein is onderwerp van de nieuwe City
Deal 'Integrale Aanpak Openbare Ruimte' die
op dit moment wordt uitgewerkt door het Rijk
en een 10-tal gemeenten, w.o. Rotterdam.
[3]
Deze City Deal gaat over de relatie onder-
en bovengrond, en dat is vreemd genoeg een
nieuw onderwerp voor het Rijk. Er zijn
Reacties