1
Middenhuur
verdiept
kloof
woningmarkt
Hoe het middensegment
wordt geframed.
EN VERDER
4 De gulden middenhuur
Hoofdredactioneel
72 Column
Ron Lander
84 Recensies
Designing Change en
Productive Amsterdam,
Space for a new economy
ARTIKELEN
14 Actief in het midden
Drie corporaties en het
middensegment
38 Inspelen op de vraag
naar huurwoningen
Aandeel particuliere huur
groeit
60 De NOVI in historisch
perspectief
Slaagkans Nationale
Omgevingsvisie
66 Cultiveer het ongemak
NOVI door de ogen van
een futurist
74 Landschap en
identiteit
Tussen nostalgie en
toekomst
REPORTAGES
56 Investeren in
Nederland
Beeldessay
INTERVIEWS
32 Interview met
Frank van Blokland
THEMA
DE GULDEN MIDDENHUUR
Dweilen
met de
kraan open
Grote steden hebben
nauwelijks grip op
middensegment
Vluchtroutes
voor het
midden
Beleid vraagt om forse
aanpassingen
6 24 46
COVER
Jan Versnel, Maria Austria Instituut. Nieuwbouw
voor de middengroepen in de jaren vijftig.
86
Ruimtelijke
concurrentie voor de
landbouw
Over de toekomst van
landbouw in ons landschap
Inhoud
2
Bob Witjes
AedesCees-Jan Pen
FontysFemke Hitzert
Centraal Bureau
voor de Statistiek
Frank van der Harst
Kadaster Gelske van Daalen
Centraal Bureau voor
de Statistiek Jasper du Pont
Follow the Money
Jeanet Kullberg
Sociaal en Cultureel
Planbureau Joost Zonneveld
Ruimte + Wonen
Laura de Bonth
Urban Synergy
Aan dit nummer werkten mee:
Auteurs
3
RUIMTE + WONEN NETWERK
Marleen Geerdinck
Centraal Bureau voor
de Statistiek Martijn Eskinasi
Ministerie van BZK
Paul de Vries
Kadaster
Peter Boelhouwer
TU Delft Petra Berkhout
Wageningen University
and Research Ron Lander
Provincie Groningen
Steef Buijs
Adviseur ruimtelijke
ordening en ontwikkeling Tessa Cramer
Fontys
4
Uiteraard is in de praktijk
de weg naar een groter
middensegment niet met
rozen geplaveid. De wo-
ningbouw gaat langzamer
dan gehoopt, de rente kan
kennelijk altijd nog lager
en onze steden zijn onver -
minderd populair bij jon -
geren, studenten, kennis-
werkers en beleggers. En
dus stijgen de woningprij -
zen en markthuren maar
door. Eenvoudige recepten
zijn er niet, want de wo -
ningmarkt is een complex
web van partijen, posities
en belangen. En daar gaan
we in dit nummer van
Ruimte + Wonen op in. Jasper du Pont van Fol-
low the Money trapt af en
stelt dat het frame van
middenhuur duur wonen
legitimeert. Beter zijn we
af, stelt hij, als de huren
niet aan de leegwaarde
gekoppeld worden, maar
de maximale lening aan de huur voor een vergelijkbare
woning. Peter Boelhouwer
nuanceert dat wat: de mid
-
denhuur knelt financieel
vooral bij woningzoekende
lage middeninkomens en
verkent beleidsopties om ze
te ondersteunen, zoals
betere afstemming van
toegankelijkheidsnormen
in koop en huur en een
grotere rol voor corpora -
ties. Vijf onderzoekers van
Kadaster en CBS verkennen
de nieuwe olifant in de
kamer: wie zijn de nieuwe
particuliere verhuurders,
wat kopen ze en hoe verhu -
ren ze het weer? Ook hebben we een drie -
luik interviews met belang -
rijke spelers in het veld. De
wethouders wonen van
Amsterdam en Utrecht
breken een lans voor be -
houd van middeninkomens
in de stad en vragen het
Rijk om meer instrumenten
om het middensegment te
kunnen reguleren. De
IVBN, de koepel van insti-
tutionele beleggers, vindt
dat bij monde van Frank
van Blokland juist een
groot risico voor de toe -
De gulden
middenhuur
Het is in principe een
overzichtelijk idee: een
ruim aanbod van huur-
en koopwoningen voor
degenen die op de markt
hun weg weten te vinden
en sociale huur voor de-
genen die dat niet lukt,
om wat voor reden dan
ook. Omdat de overheid
decennialang vooral
koop en sociale huur
heeft gestimuleerd, is het
beleid nu sterk gericht
op het vergroten van de
middenhuur, de gulden
middenweg tussen soci-
ale huur en koop. Klinkt
logisch toch?
Er zijn geen eenvoudige
recepten
5HOOFDREDACTIONEEL
komstige nieuwbouwpro
-
ductie. Ook komen drie
corporatiedirecteuren aan
het woord die een actieve
rol in het middensegment
nastreven.
Meetlat
In deze editie van Ruimte
+ Wonen gaat het niet
alleen over middenhuur.
Zo schrijft Petra Berkhout
over de toekomst van de
landbouw en Jeanet Kull-
berg pleit voor een promi-
nentere plek voor land-
schap als het om de
Nederlandse identiteit
gaat. Daarnaast besteden
we aandacht aan de Natio -
nale Omgevingsvisie
(NOVI). Vlak voor de zo -
mer is de eerste versie
daarvan gepresenteerd.
Voor welke grote uitdagin -
gen staat Nederland en
met welke visie gaan we
die aan? Steef Buijs, een
oude rot in het vak, legt de
eerste proeve van de om -
gevingsvisie langs de
meetlat van succesvolle
ruimtelijke nota's uit het
verleden. En een aanstor -
mende wetenschapper beoordeelt de NOVI op
'toekomstbestendigheid'.
Spoiler: de gewenste toe
-
komst heeft in de ogen van
Tessa Cramer te veel de
overhand. In de NOVI
wordt vooral voortgebor -
duurd op het Nederland
zoals we dat al kennen en
de vraag is of dat een toe -
komstbeeld is dat recht
doet aan de opgaven waar
we voor staan.
Voortborduren
Toch nog even terug naar
de woningmarkt. Want
ook op dat vlak staat Ne -
derland, zacht gezegd,
voor een grote opgave. Er
moeten in de komende
jaren vele duizenden wo -
ningen gebouwd worden
om aan de vraag te vol-
doen. Nog los van het ste -
vige probleem met stik -
stofuitstoot dat de bouw
momenteel in zijn greep
houdt, is het ook de vraag
wie er voor gaat zorgen dat
de betaalbaarheid van die
nieuwe woningen binnen
de perken blijft. Bij het ter
perse gaan van dit num -
mer heeft het Rijk bekend gemaakt te investeren in
de woningmarkt, maar
blijft de verhuurdershef
-
fing tot afgrijzen van de
corporatiesector oplopen.
En zowel particuliere ver -
huurders als institutionele
beleggers lopen te hoop
tegen toenemende regule -
ring en belastingdruk.
Wordt ook hier te veel
voortgeborduurd op het
Nederland zoals we dat al
kennen?
Martijn Eskinasi
Bob Witjes
Joost Zonneveld
6
Hoe het middensegment wordt geframed
Tekst Jasper du Pont
Middenhuur
verdiept kloof
woningmarkt
'Het woningmarkt beleid is af!'. Stef Blok was duidelijk optimistisch
gestemd toen hij deze lyrische woorden sprak bij zijn overstap van
Wonen en Rijksdienst naar Justitie en Veiligheid in 2017. Na deze
debuutrede op zijn nieuwe ministerie, liet hij vervolgens ook nog
optekenen dat 'de woningmarkt weer draait als een zonnetje'. Maar
daar zijn op z'n zachtst gezegd kanttekeningen bij te plaatsen.
7
Stadswoningen
Meesterkwartier Woerden.
PETER DE RUIG
8
DE GULDEN MIDDENHUUR
D
at de woningmarkt draait
lijkt evident, maar zelf zou
ik de vergelijking met een
zonnetje niet maken. Ik
denk eerder aan een centri-
fugerende wasmachine, die op volle toeren
en met nét teveel ongelijk verdeeld was -
goed dreigend heen en weer begint te stui-
teren. Pas als het programma helemaal is
voltooid kun je iets aan de situatie doen.
Alleen heeft ingrijpen dan geen zin meer. Blok was zo enthousiast, omdat hij over -
tuigd was dat de woningmarkt door zijn in -
grijpen zou gaan 'normaliseren'. Inko -
mensaf hankelijke huurverhogingen en
extra huurpunten voor huurwoningen met
hoge marktwaarde zouden in de huursector
voor meer marktwerking gaan zorgen. Te -
gelijk was met muizenstapjes begonnen aan
het af bouwen van de hypotheekrenteaftrek
en de tophypotheken. Het programma van
de woningmarktmachine was ingesteld, de
markt zou de rest doen.
Centrifugale krachten
Het ingrijpen was gericht op het weer vlot -
trekken van de woningmarkt, en het tot
stand laten komen van een vloeiende over -
gang tussen huren en kopen. Waar immers
bij een centrifugerende wasmachine het
linnen tegen de trommel wordt gedrukt
door de natuur wet van de middelpunt vlie -
dende kracht, worden de huizen op onze
woningmarkt naar twee tegenpolen ge -
duwd. Aan de ene kant is er het sociale
huursegment met kunstmatig lage huren.
Aan de andere kant is er de vrije markt voor
koopwoningen die door riante fiscale voor -
delen voor huiseigenaren en door een zeer
lage rente tot steeds grotere hoogten wordt
gestuwd. Wie het nieuws over de woningmarkt
volgt zal zich voorstellen dat zich tussen deze twee polen een soort maanlandschap
bevindt, terwijl nu nét dáár iedereen had
willen wonen. Juist ook die brandweerman,
verpleegster, en al wie maar op sympathie
kan rekenen bij het grote publiek.
Het zwaartepunt van de huurwoningen
bevindt zich inderdaad aan de onderkant
van de markt. Vooral in de vier grote steden
is het aandeel daarvan relatief groot. Wie
meer te besteden heeft komt vooral in een
koopwoning terecht.
In het verleden is vaker geprobeerd om de
kloof tussen huur en koop te dichten. Die po -
gingen richtten zich echter altijd op het op -
rekken van de financieringsmogelijkheden,
waarmee een koopwoning binnen bereik
zou komen voor gezinnen. Er werden pre -
mie-koopwoningen bedacht, staatsgaranties
op tophypotheken, leningen op twee inko -
mens, spaarhypotheken en last but not
least startersleningen.
Bij al deze innovaties gold: wie als eerste
van de regeling gebruik kon maken, wist in -
derdaad misschien net een (groter) huis te
bemachtigen. Wie later op het feest arri-
veerde zag dat door de toestroom van extra
krediet de huizen gewoon een stukje duur -
der waren geworden en weer even onbe -
reikbaar als voorheen. Terwijl de hypotheekbranche nog altijd
bezig is producten als deze te ontwikkelen,
heeft de politiek haar koers verlegd. De
wens nu is om 'middenhuur' te creëren, zo -
dat gezinnen uit het sociale segment kun -
nen doorstromen naar een huurwoning van
betere kwaliteit, of waar gezinnen terecht
kunnen als ze (nog) niet genoeg verdienen
voor een koophuis.
Middenhuur kannibaliseert
Met dit politieke frame is helaas nogal wat
mis. Wat er namelijk niet bij wordt verteld is
9
"De woning-
markt is als een
wasmachine die op volle toeren stuitert"
JASPER DU PONT
10
Vernieuwing van 36 eengezinswoningen. BRON CORPORATIENL
11
dat het 'nieuwe' segment niet zozeer aan de
markt wordt toegevoegd, maar vooral ont-
staat door het sociale segment én het koop -
segment te kannibaliseren. Want om middenhuur mogelijk te maken,
is het puntenstelsel aangepast zodat kleine -
re woningen voortaan naar de vrije sector
kunnen worden overgeheveld. Daarbij krij -
gen woningcorporaties een extra zetje om
woningen die voor liberalisatie in aanmer -
king komen af te stoten, omdat de af te dra -
gen verhuurdersheffing meestijgt met de
waarde van de verhuurde woning. Door deze maatregelen is het deel van de
sociale huurvoorraad dat ? wanneer de zit -
tende huurder zijn contract opzegt ? gelibe -
raliseerd kan worden, gestegen van 36 pro -
cent in 2009 naar 53 procent in 2018. In
dezelfde periode daalde de voorraad socia -
le huurwoningen met 6,8 procent, of bijna
180 duizend woningen, blijkt uit cijfers van
het WoON 2018. Een deel van deze woningen zal inder -
daad in het middensegment zijn beland. Al-
leen bestonden deze woningen natuurlijk al
voordat zij het stempel 'middenhuur' kre -
gen. Daar komt bij dat voor iedere woning
die naar de vrije sector werd overgeheveld,
ook een huurder naar dit segment moest
overstappen. Voor hem was er immers een
plek minder in de gereguleerde sector. Het overhevelen van de woningen heeft
dus géén ruimere markt tot gevolg, want
vraag en aanbod nemen even snel toe. Om -
dat de huizen nu in het duurdere segment
vallen en de huurder een groter deel van
zijn inkomen zal besteden aan de huur,
vloeit simpelweg meer geld naar dezelfde
hoeveelheid woningen. In het koopsegment voltrekt zich een
soortgelijk scenario. Nu kleine huizen op
toplocaties makkelijker voor veel geld in de
vrije sector te verhuren zijn, zien beleggers het kopen en verhuren van een woning va
-
ker als goed alternatief voor een slecht ren -
derende spaarrekening. Waar starters met
deze beleggers om een woning strijden wint
laatstgenoemde altijd. Zo gebeurde het dat tussen 2009 en 2018
het percentage jongeren tussen 25 en 34
jaar met een eigen woning af nam van 53
naar 45 procent. Zij kwamen veel vaker dan
voorheen in een dure huurwoning, in plaats
van in een koopwoning, terecht. In 2009
woonde nog 3,9 procent van deze leeftijds -
groep in de vrije huursector, dit percentage
liep op naar 12,5 in 2018.
Overigens zeg ik duur, omdat de mensen
die in deze leeftijdsgroep vallen en in de af -
gelopen twee jaar verhuisd zijn gemiddeld
33 procent van het inkomen uitgeven aan
een koopwoning tegen 39 procent voor een
v rije sector huur woning. Op de markt voor koopwoningen snijdt
het mes dus aan twee kanten. Enerzijds
stroomt er extra geld naar de markt van be -
leggers die veel meer kunnen bieden voor
een woning. En anderzijds stroomt meer
geld van gezinnen naar de markt, omdat zij
nu vaak meer uitgeven aan de huurwoning
dan zij zouden hebben gedaan als deze be -
leggerswoning voor het koopsegment be -
waard was gebleven.
Frame duur wonen
Er is heus een hoop te zeggen voor een meer
"Het is vaker
geprobeerd om de
kloof tussen huur
en koop te dichten"
DE GULDEN MIDDENHUUR
12
"Extra geld maakt
huizen niet bereikbaar,
het maakt ze duurder"
vloeiende overgang tussen het huur- en het
koopsegment. Ook ik denk dat de woning-
markt er beter van gaat functioneren. Maar
iedere poging om het gat te dichten door
extra geld naar de markt te laten stromen
zonder dat dit voor meer woningen zorgt is
gedoemd te eindigen in een tantaluskwel-
ling: extra geld maakt huizen niet bereik -
baar, het maakt ze duurder. De term 'middenhuur' brengt bovendien
de prettige connotatie met zich mee dat de
prijs eigenlijk heel gemiddeld en normaal
is, terwijl een huur van 720 euro in werke -
lijkheid tot de twintig procent duurste
huurwoningen hoort en tot de top 30 pro -
cent van netto maandlasten hoort bij huis -
eigenaren met een lopende hypotheek, al-
dus de cijfers van het WoON 2018. Door
te framen dat het normaal is om tweemaal
zoveel te betalen voor een huis in het mid -
denhuursegment als wanneer het sociale
huur of een hypotheek zou betreffen,
wordt invloed uitgeoefend op de prijs die
mensen normaal vinden en dus bereid zijn
te betalen. Een verbetering van onze woningmarkt
kan niet beginnen bij het accepteren en nor -
maliseren van de huidige oververhitting.
De poging om met huurverhogingen het gat
tussen huur en koop te dichten heeft impli-
ciet de hoge marktprijzen tot de norm ver -
heven. Door de huurpunten aan de WOZ-waarde te koppelen zullen huren de
marktwaarde voortaan volgen. Dit klinkt
logisch, maar het is in mijn ogen 180 graden
de verkeerde route. Het koopsegment wordt
immers ook gesteund door de overheid. Zo
is de rente nog altijd grotendeels aftrekbaar
van de belasting, is opgebouwd vermogen
in een woning onbelast en is de rente van
een groot deel van de hypotheken lager
vanwege staatsgarantie (Nationale Hy po
-
theek Garantie). In 2018 werd ongeveer 40
procent van de woningaankopen onder -
steund met deze garantie. Natuurlijk is er ook in de fiscale behandeling van
de koopmarkt gesneden, maar de
marktwaarde komt nog altijd niet
tot stand zonder fiscale stimule -
ring. Deze steun is misschien wel de
belangrijkste reden dat er weinig
huurwoningen in het geliberali-
seerde segment bestaan. Voor
mensen die genoeg verdienen is
kopen immers al gauw een aan -
trekkelijker alternatief dan huren. Een soe -
peler overgang tussen het huur- en koop -
segment zonder de prijzen op te drijven
begint bij het (sneller) af bouwen van deze
steun. Bovendien zijn huren over het algemeen
veel stabieler dan huizenprijzen. In de ons
omringende landen, maar ook in landen als
Australië, Canada en de Verenigde Staten
vertoont de prijsontwikkeling van huurwo -
ningen een veel rustiger beeld dan de waar -
deverandering van koopwoningen. De jaar -
lijkse huurverhogingen zijn in 96 procent
van de gevallen tussen de nul en de vijf pro -
cent. De jaarlijkse prijsmutatie van koopwo -
ningen valt juist in precies twee derde van
de gevallen buiten deze bandbreedte. De huren zijn dus minder vatbaar voor
renteschommelingen en speculatieve zeep -
13
bellen. Voor een stabiele woningmarkt zou
het dus beter zijn de prijzen van koopwo-
ningen te koppelen aan de huren in plaats
van andersom, zoals nu is gebeurd. Daarmee wil ik geen pleidooi houden om
de koopsector aan een puntensysteem te
koppelen. Maar vanuit het oogpunt van fi -
nanciële stabiliteit zou er bijvoorbeeld voor
gekozen kunnen worden om het risicoge -
wicht van hypotheken hoger te maken
naarmate de huur- en koopmarkt uit elkaar
groeien. Als een centrale bank dan de eco -
nomie wil stimuleren met een renteverla -
ging heeft ze een instrument in handen om
te zorgen dat de extra leenruimte niet al-
leen maar neerslaat in hogere hypotheken,
maar vooral daadwerkelijk leidt tot produc -
tieve investeringen die de reële economie
versterken. Een andere optie zou kunnen zijn om de
maximale lening die voor een huis kan wor -
den verkregen af te laten hangen van de
huur die voor een soortgelijke woning zou
worden betaald. De maximale lening zou
dan bijvoorbeeld twintig maal de jaarhuur
zijn. Deze systematiek kan in de plaats ko -
men van het bepalen van de maxima -
le Loan-to-Value waarbij een taxateur wordt
gevraagd hoeveel een huis waard is. Omdat
een taxateur slechts inschat wat de huidige
dagkoers van een huis is, is dit middel onge -
schikt als stabiliteitsinstrument. Daar komt
nog bij dat onderzoek van de Nederland -
sche Bank onlangs aantoonde dat vijftien
procent van de taxaties waarschijnlijk be -
wust te hoog zijn gedaan om een hogere le -
ning te kunnen verkrijgen. De koppeling die ik voorstel is niet de sil-
ver bullet die alle problemen zal oplossen.
Vooral starters worden immers geremd
wanneer de maximale leningen worden be -
perkt, terwijl juist beleggers en doorstro -
mers een groter deel van de woningtransac -ties voor hun rekening nemen in een
oververhitte markt. Zeker voor de beleggers
zou een prikkel nodig zijn om te zorgen dat
zij investeren in nieuwbouw in plaats dat zij
alleen bestaande huizen voor de neus van
jongeren wegkapen en verhuren voor veel
geld. Een veel hogere overdrachtsbelasting
op
buy-to-let woningen is hiervoor een ui-
termate geschikt middel.
Kloof bewoonbaar gemaakt
Dat onze 'woningmarkt-machine' is gaan
draaien valt niet te ontkennen. Maar deze is
aangezet zonder een concreet plan toe te
voegen om tot meer woningen te komen.
Voor beleggers is een deel van de prikkel
om huizen te bouwen zelfs weggenomen,
door het voor hen makkelijker te maken
kleine reeds bestaande woningen op te ko -
pen en te verhuren. Dit maakt de sociale
sector kleiner en koopwoningen duurder. De huidige aanpak om middenhuur te
creëren heeft de kloof tussen sociale huur-
en koopwoningen niet gedicht maar juist
opgerekt. De kloof is hooguit geschikt ge -
maakt om als tijdelijk onderkomen te die -
nen. Wie zijn wooncarrière echter hier moet
starten, zal het nog knap lastig krijgen er
zonder hulp weer uit te klimmen.
LEES MEER
DE GULDEN MIDDENHUUR
Lees dit artikel ook online.
14
I
n 2013 en 2014 neemt de Tweede
Kamer de corporatiesector onder de
loep. De belangrijkste aanleiding
hiervoor is, naast diverse inciden-
ten, vooral de langlopende discus -
Tekst Martijn Eskinasi en Bob Witjes
Woningcorporaties bieden vanouds
degelijke, betaalbare huisvesting aan
een brede doelgroep. Na invoering van
de nieuwe Woningwet in 2015 wordt vaak
gezegd dat corporaties niets meer mogen
doen voor middeninkomens. Dat is niet
geheel terecht. Onder de nodige voor-
waarden kan dit vanuit de zogenoemde
'niet-DAEB-tak' weldegelijk. Een interview
met drie directeuren wiens corporatie een
actieve rol pakt in het middensegment
over hun strategie en beweegredenen. Drie corporaties en het middensegment DE GULDEN MIDDENHUUR
Actief
in het
midden
15
Project De Stripmaker. Een wijk
met middenhuur en sociale huur
GOEDESTEDE
16
sie over de taakopvatting van corporaties.
De Woningwet uit 2015, die min of meer
volgt op deze discussies en de bijbehorende
parlementaire enquête, verplicht corpora-
ties om hun kernactiviteiten, de verhuur van
sociale huurwoningen (ook wel Diensten
van Algemeen Economisch Belang, DAEB),
af te scheiden van de commerciële activitei-
ten, zoals de verhuur van woningen in het
middensegment (ook wel niet-DAEB). Cor -
poraties kunnen hierbij kiezen uit twee
hoofdrichtingen: een administratieve schei-
ding en een juridische splitsing. Het belang -
rijkste verschil is dat bij juridische splitsing
de woningen in een dochter-bv komen. Waar
plannen voor nieuwbouwprojecten in het
middensegment binnen de administratief
gescheiden tak eerst een markttoets moeten
ondergaan, opereert de juridische dochter
als een zelfstandige commerciële entiteit. In
beide situaties kan de niet-DAEB-tak de
DAEB-tak financieel ondersteunen, maar
andersom is niet toegestaan. Bij de kernactiviteit, de verhuur van socia -
le huurwoningen, moeten corporaties zich
ook vooral richten op de huishoudens met de
lagere inkomens tot zo'n 38.000 euro. 80
procent van de vrijkomende woningen moet
aan deze groep worden toegewezen. Daar -
naast kunnen corporaties tijdelijk tien pro -
cent van hun woningen toewijzen aan lage
middeninkomens met een inkomen tot zo'n
42.000 euro, en kunnen ze tien procent vrij
toewijzen. Ook vanuit de DAEB-tak is het
dus mogelijk om middeninkomens onderdak
te geven. Dat gebeurt echter maar mondjes -
maat, omdat veel corporaties zich naar aan -
leiding van de parlementaire enquête zijn
gaan herbezinnen op hun missie. Bovendien
worden middeninkomens steeds vaker ge -
zien als 'van de markt', een groep die niet tot
het domein van de corporaties wordt gere -
kend. Veel corporaties kiezen dan ook princi- pieel voor de primaire doelgroep met lage
inkomens en bouwen hun activiteiten in het
middensegment in de afgelopen jaren staps
-
gewijs af, ook al is er grote vraag naar huur -
woningen in het middensegment. Wij zijn
echter juist op zoek gegaan naar corporaties
die hun ruimte willen pakken voor het mid -
densegment. Hoe kijken drie directeur-be -
stuurders, actief in verschillende delen van
het land, aan tegen het middensegment en
de rol van hun corporaties daarbij. Een ge -
sprek over beweegredenen en strategie van
Arjan Deutekom van GoedeStede in Almere,
Wim Hazeu van Wonen Limburg in Roer -
mond en Rob Haans van de Alliantie in Am -
sterdam, Almere, Gooi en Vechtstreek en
Amersfoort.
Hoe ziet de lokale woningmarkt
in jullie werkgebied er uit?
Deutekom: "In één woord: overspannen. De
minimale wachttijd is zeven jaar. Onlangs
werd er een complex van ons opgeleverd
met 62 betaalbare huurwoningen. Daar re -
ageerden maar liefst 1250 woningzoeken -
den op! En deze woningen stonden niet
eens in de populairste wijk van Almere.
Deze druk zien we in alle segmenten. Ook
in de middenhuur en de goedkope koopsec -
tor. Er zijn wel markpartijen actief, maar
welke aantallen zij precies realiseren kan ik
niet zeggen. Er vallen dus veel huishoudens
tussen wal en schip, met name huishoudens
met een inkomen tot 50.000 euro. Voor die
huishoudens zijn onze middenhuur wonin -
gen een belangrijk segment." Haans: "In het werkgebied van de Allian -
tie, zien we eenzelfde beeld. Marktpartijen
zijn zeker actief, maar bieden vooral kleine -
re woningen aan. Woningen met een huur
van 800, 900 euro zie je nauwelijks. Vooral
gezinnen kunnen hierdoor echt tussen wal
en schip vallen."
DE GULDEN MIDDENHUUR
17
"Midden-
in komens zijn nodig voor
gemengde
wijken"
WIM HAZEU, WONEN LIMBURG
18
Hazeu: "In Limburg zien we eigenlijk een
tegenovergestelde trend, maar dat leidt wel
tot vergelijkbare problemen. De markt in
Limburg is niet overspannen te noemen,
maar juist daarom trekken beleggers zich te -
rug. Zij gaan voor een lager risico in de Rand -
stad en ponden hun woningen op de top van
de markt uit. Hierdoor neemt het middenseg -
ment, zowel in de huur als in de koop, af. In
Noord-Limburg en een stad als Maastricht
zie je de druk het meest. Alleen in de Oostelij -
ke en Westelijke Mijnstreken is meer dan vijf
procent van de te koop staande woningen op
dit moment financierbaar voor middeninko -
mens. Daarnaast is Limburg een regio die
sterk vergrijst, waardoor het aantal eenper -
soonshuishoudens toeneemt. Deze huishou -
dens zullen soms ook willen huren, maar het
aanbod van speciale woningen voor senioren
wordt niet geleverd door commerciële partij -
en. Ook hier ligt een taak voor ons."
Waarom heeft het niet-DAEB-
segment een nadrukkelijke plek
in jullie portefeuillestrategie?
Deutekom: "Ik zou niet zeggen dat wij zijn
begonnen met een 'nadrukkelijke niet-DAEB
strategie'. De komst van de nieuwe Woning -
wet en de plicht om ons bezit te splitsen in
DAEB en niet-DAEB waren de concrete aan -leiding voor een herijking van onze porte
-
feuillestrategie. Wij realiseerden ons dat de
volkshuisvesting van kleur aan het verschie -
ten was. De focus kwam door de Woningwet
nog meer op de relatief arme doelgroep te
liggen, terwijl door onder andere de ven -
nootschapsbelasting en de verhuurderhef -
fing steeds minder inkomsten beschikbaar
waren voor de exploitatie van ons bezit. Wij hebben relatief veel grotere wo -
ningen en deze pasten niet meer
bij de veranderende primaire
doelgroep. Aan de andere kant is
er dus ook een grote groep in Al-
mere aangewezen op het midden -
segment. Voor hen zijn deze grote -
re woningen wel geschikt.
Bovendien kunnen we in niet-
DAEB een realistische prijs voor
deze woningen vragen en dat
helpt ons om de huren in de
DAEB-portefeuille betaalbaar te
houden." Haans: Bij de Alliantie speelde ook mee
dat middensegment woningen nodig zijn
voor investeringen in DAEB. Al was dit ze -
ker niet het hoofdargument. Al voor de her -
ziening van de Woningwet hadden wij be -
leid op het toevoegen van middensegment
huurwoningen, omdat het vanwege de eer -
der benoemde druk op de woningmarkt,
een belangrijke schakel is. Woningzoeken -
den, die vanwege hun inkomen niet in aan -
merking komen voor een sociale huurwo -
ning en voor wie de koopmarkt en
vrijesectorhuurmarkt door de hoge prijzen
geen alternatief zijn, zijn aangewezen op
het middensegment. Versterking van dit
segment zorgt voor doorstroming en daar -
mee voor een evenwichtige opbouw van ge -
bieden. Wat ook goed is om te benadrukken
is dat het niet-DAEB-aanbod van corpora -
ties een aanvulling is op de woningmarkt,
"Toevoegen van
middenhuur kan de
druk op de woning -
markt verlagen"
19
DE GULDEN MIDDENHUUR
en niet per se 'in plaats van' de markt wordt
gebouwd. Commerciële partijen hebben an-
dere rendementseisen en doelstellingen,
waardoor zij andere producten leveren dan
corporaties in de niet-DAEB. De producten
hebben dan ook een andere prijskwaliteit -
verhouding. De twee segmenten kunnen
naast elkaar bestaan, maar zijn beiden wel
noodzakelijk." Hazeu: "De groeiende vraag onder mid -
deninkomens was voor ons ook een belang -
rijke aanleiding. Zelfs in een provincie als
Limburg vallen met name huishoudens met
een inkomen tot zo'n 55.000 euro buiten de
boot. Dit zijn de leraren, de politieagenten
en de verpleegkundigen, maar denk ook
aan ZZP'ers en kenniswerkers. Hoewel dat
de koopprijzen hier natuurlijk lager liggen
dan in andere delen van Nederland, is het
ook hier soms lastig om aan een koopwo -
ning te komen. En beleggers trekken zich dus terug. Daarom voelden wij de verant
-
woordelijkheid om iets voor deze groep te
realiseren. Een tweede even zo belangrijke
reden waarom we inzetten op de middenin -
komens is onze inzet op het realiseren van
gemengde wijken met zowel sociale huur
als middenhuur. Daarmee houden we zelf
een actief sturingsinstrument in handen,
gericht op het investeren in leef bare wijken
en het tegengaan van segregatie."
Hoe ziet de niet-DAEB strategie
er ongeveer uit?
Hazeu: "Bij Wonen Limburg hebben we ge -
kozen voor een volledige juridische split -
sing. Dat heeft geleid tot de oprichting van
Wonen Limburg Accent BV. De belangrijk -
ste reden hiervoor was dat we zo een stuk
sneller kunnen handelen in het middenseg -
ment. Vanuit een bv ben je aan minder pro -
cedures gebonden dan bij een administra -
Op het Zeeburgereiland realiseert de Alliantie het complex Windkracht 9. DE ALLIANTIE
20
tieve scheiding. Denk hierbij aan de
markttoets. We weten dat er weinig markt-
partijen actief zijn die deze taak op zich wil-
len nemen, en als we de tussenstap van een
markttoets kunnen overslaan kunnen we
op een snelle en efficiënte wijze de volks -
huisvestelijke ambitie bereiken. Daarnaast
wilden we de investeringsstromen van
DAEB en niet-DAEB op een transparante
manier scheiden. Maar we kunnen wel de
opbrengsten uit de niet-DAEB ten gunste la -
ten komen aan de DAEB." Deutekom: "Bij GoedeStede hebben we
juist gekozen voor een administratieve schei-
ding. Op die manier kunnen de opbrengsten
uit de niet-DAEB goed worden ingezet voor nieuwbouwprojecten in de DAEB-tak. Zo
houden we dus eigenlijk de DAEB-tak finan
-
cieel slagvaardiger. Om te bepalen welke wo -
ningen wij wilden overhevelen, hebben we
ons bezit gesplitst op basis van de toegekende
punten in het woningwaarderingsstelsel.
Daarbij is niet ál het te liberaliseren bezit in
de niet-DAEB tak geplaatst, omdat er dan on -
voldoende woningen voor de primaire doel-
groep zouden overblijven. Woningen vanaf
zo'n 180 W WS-punten zijn naar de niet-
DAEB-tak gegaan. Daarnaast focussen we
ons in de DAEB-tak vooral op woningen tot
de aftoppingsgrenzen voor huurtoeslag." Haans: "De Alliantie heeft gekozen voor
een hybride variant, waarbij een deel van
21
de woningen administratief gescheiden is
en een deel bij een juridische dochter is on-
dergebracht. Op deze manier kunnen we
doorstroming en diversiteit in de wijken
bevorderen. In ons middenhuurbeleid kij -
ken we vooral naar de relatie tussen inko -
men en huur, waarbij de huren meebewe -
gen met de inkomensontwikkeling.
Middenhuur woningen uit de administra -
tief gescheiden tak verhuren we daarom
aan middeninkomens met een speciaal
huurcontract. Ze krijgen een korting op de
markthuur, maar wanneer hun inkomen
boven een bepaalde grens komt wordt de
korting geleidelijk afgebouwd. Daarnaast
werken we bij nieuwbouwprojecten van de juridische dochter veel samen met com
-
merciële partijen."
De minister gaat de markttoets
versoepelen en de procedure
verkorten. Helpt dit om sneller
middenhuurwoningen te reali -
s e r e n?
Haans: "Ook met een aangepaste markt -
toets, blijft er een markttoets. Corporaties
krijgen weliswaar een meer gelijkwaardige
positie, maar er zullen altijd nog wel com -
merciële partijen zijn die woningen kunnen
aanbieden. Zoals ik al eerder aangaf is het
echter zo dat commerciële partijen andere
doelen en rendementseisen hebben, en
daarmee andere producten aanbieden.
Maar dat komt niet altijd op een goede ma -
nier terug in de markttoets. Daar wordt ge -
vraagd om een woning voor doelgroep x
voor huurprijs y. Een commerciële partij
kan dat aanbieden, maar biedt wel een heel
andere woning aan dan wij zouden doen.
Over het algemeen zijn het kleinere wonin -
gen. Soms is dat prima, maar niet altijd.
Daarom is het niet-DAEB-aanbod van cor -
poraties een belangrijke aanvulling. Ook
om regie te houden op de verhoudingen tus -
sen soorten woningen in gebieden." Deutekom: "Wij schatten in dat het voor -
al gaat helpen bij gemengde projecten.
Daar is het een zeer welkome wijziging
voor. Eén van de problemen die je ziet
sinds de scheiding van DAEB en niet-DAEB
en de af bakening van de doelgroep, is dat
menging van huishoudens in wijken en
complexen lastiger is. Als de markttoets
hier soepeler in wordt, kunnen corporaties
weer makkelijker gemengde complexen re -
aliseren en dat is in onze ogen beter voor
de dynamiek in de buurt."
Hazeu: "Dat we niet te maken hebben met
de markttoets, was één van de redenen om
Project Windkracht 9:
61 sociale huur- en
49 middensegment-
woningen.
DE ALLIANTIE
DE GULDEN MIDDENHUUR
22
te kiezen voor een juridische splitsing. Onze
woningvennootschap moet eigenstandig de
toets met marktpartijen kunnen doorstaan
en kan dus ook uit de markt beleggingen
aantrekken zonder markttoets. Voor ons
maakt het dus geen verschil."
Vanuit de DAEB kan twee keer
tien procent van de toewijzin-
gen gebruikt worden voor (lage)
middeninkomens. Hoe gaan
jullie daarmee om?
Hazeu: "Wij vinden het belangrijk om een
deel van onze DAEB-woningen ook aan
mensen met een wat hoger inkomen toe te
wijzen. Het voorkomen van segregatie en
het creëren van gemengde wijken is daarbij
het belangrijkste argument. Ik zie dat we
daarbij meer doen dan andere corporaties.
Waar de gemiddelde corporatie zo'n vier
procent van de woningen in de DAEB toe -
wijst aan lage middeninkomens, zitten wij
zo rond de tien procent. Dit zijn wel vooral toewijzingen aan huishoudens met een in
-
komen boven de 42.000 euro." Deutekom: "We kunnen inderdaad een
deel van de woningen toewijzen aan men -
sen met een (laag) middeninkomen. Maar
de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat we
deze ruimte beperkt gebruiken. De angst
om over die twee keer tien procent heen te
gaan is groot omdat dit kan leiden tot moge -
lijke sancties van de Autoriteit Woningcor -
poraties. Daarnaast blijft het natuurlijk al-
tijd een lastige afweging. Enerzijds wil je
wijken gemengd krijgen, anderzijds heb je
als corporatie ook een grote betrokkenheid
bij de mensen met de allerlaagste inko -
men s." Haans: "Ook bij de Alliantie hebben we
geen concreet beleid op de vrije toewij -
zingsruimte. We gebruiken de bovenste
tien procent vooral voor 'speciale geval-
len': stadsvernieuwingskandidaten, of
voor toewijzingen waarbij bijvoorbeeld
niet helemaal duidelijk is wat voor inko -
De Akropolistoren: 48 sociale huur- en 48 middensegmentwoningen. DE ALLIANTIE
23
men iemand heeft. De onderste tien pro-
cent vult zich ten dele, het gaat om onge -
veer drie procent. We hebben onlangs wel
besloten in enkele kwetsbare complexen,
waar het leef klimaat onder druk staat,
meer te sturen hierin. Dus in de toekomst
gaan we waarschijnlijk iets meer gebruik
maken van die tien procent ruimte."
Tot slot: hoe ziet de toekomst
van de middenhuur er uit?
Haans: "Ik denk dat ook in de toekomst
vooral gezinnen met een middeninkomen
het lastig blijven houden. Uitbreidingsloca -
ties zullen ook voor hen aantrekkelijker
moeten worden gemaakt met bij -
voorbeeld goede vervoersvoor -
zieningen. Anders blijven zij toch
vooral in minder aantrekkelijke
buurten terecht komen. Er zal
meer regulering komen op de
middensegmenthuurmarkt. Daar
zitten risico's aan. Het kan bou -
wen in dit segment voor met
name commerciële partijen min -
der aantrekkelijk maken. Om een
meer ontspannen woningmarkt
te creëren is het belangrijk dat er wordt bij -
gebouwd. Een andere ontwikkeling is 'buy-
to-let'. Hierdoor wordt het voor onze doel-
groep lastiger om een woning te kopen.
Tegelijkertijd zal met deze vorm van ver -
huur vaak een maximale huur worden na -
gestreefd en kunnen huurders te maken
krijgen met minder betrouwbare verhuur -
ders. Ook ontsparen kan effect hebben op
de woningmarkt. Ouderen verkopen hun
woning en gaan op zoek naar een comfor -
tabele middensegment woning. Al deze
ontwikkelingen zorgen in mijn ogen voor
een blijvende vraag naar middenhuur." Deutekom: "Onze prioriteit zal als corpo -
ratie altijd liggen bij de goedkope wonin -gen. Maar door onze strategie hebben we
een grotere voorraad middeldure huurwo
-
ningen met een goede prijs-kwaliteitver -
houding. Deze woningen blijven we in de
toekomst aanbieden aan middeninkomens
en de middelen die we daarmee genereren
zetten we in voor de DAEB. Dit potentieel
zie ik bij meer corporaties en ik vind ook dat
daar meer op zou kunnen worden ingezet." Hazeu: "Ik verwacht dat het gat tussen de
wal en het schip nog groter zal worden. Dit
zit hem met name in de ontwikkelingen in
de koopsector. Op basis van de ontwikke -
lingen schat ik in dat de waarde van vast -
goed de komende tijd harder zal stijgen dan
de inkomens. Zeker in steden als Maas -
tricht, Weert en Venray. Daarnaast denk ik
dat beleggers zich de komende tijd nog ver -
der terug zullen trekken uit een regio als
Limburg. Al met al denk ik dus dat de vraag
naar middenhuur de komende jaren alleen
maar zal toenemen."
"In de toekomst blijven
we woningen aanbieden
aan middeninkomens"
DE GULDEN MIDDENHUUR
LEES MEER
Lees dit artikel ook online
24
Grote steden hebben nauwelijks grip op middensegment
Tekst Joost Zonneveld
Dweilen met
de kraan open
Grote steden als Amsterdam en Utrecht moeten alle zeilen bijzetten
om de middengroepen een plek in de stad te blijven bieden. Dat vin-
den Laurens Ivens en Kees Diepeveen, de wethouders Wonen van
beide grote steden, noodzakelijk voor de ongedeelde stad. Omdat
bijbouwen niet of nauwelijks soelaas biedt, vragen zij het Rijk na-
drukkelijk meer mogelijkheden om de woningmarkt te reguleren.
25
Wethouder Kees
Diepeveen
ANGELIEK DE JONGE
26
DE GULDEN MIDDENHUUR
V
anaf het moment dat de cri-
sis op de woningmarkt in
2013 voorbij is, staan de
middengroepen in de aan-
dacht. Aangewakkerd door
een lage rentestand zijn de huizenprijzen
met name in de grote steden sterk gestegen
en tegelijkertijd is het inperken van de socia -
le huursector tot overheidsbeleid verheven.
"Mensen met een modaal inkomen ? tegen -
woordig tot 60.000 euro per jaar ? heb -
ben lange tijd in allerlei soorten huizen ge -
woond," zegt Laurens Ivens, wethouder
Wonen in Amsterdam, "in sociale huurwo -
ningen van zowel corporaties als particulie -
re verhuurders en ook in koopwoningen.
Maar doordat mensen met een middeninko -
men te veel verdienen voor sociale huurwo -
ningen en de koopmarkt voor mensen met
een middeninkomen geen betaalbaar alter -
natief meer is, moesten we wel een nieuw
segment gaan creëren: het middensegment."
Met name de gereguleerde particuliere
huursector baart Ivens zorgen. "Omdat de
marktwerking in de particuliere sociale
huur geïntroduceerd is met de WOZ-waarde
als component in het woningwaardering -
stelsel, zie je dat tachtig tot negentig procent
van die woningen verdwijnt en meteen door -
schiet naar de dure huur." Hoewel de woningmarkt in Utrecht met
een veel lager maar meer geconcentreerd
percentage sociale huurwoningen, wezen -
lijk verschilt van de woningmarkt in Am -
sterdam, maakt ook Kees Diepeveen zich
zorgen over het behoud van woningen voor
middengroepen in de Domstad. "Ik krijg
signalen uit de stad van eigenaren en ver -
huurders die huurprijsstijgingen van zes of
zeven procent per jaar doorvoeren, waar zij
zich kennelijk niet voor schamen. Maar dat
brengt mensen in onmogelijke posities. Dat
gaat misschien één jaar nog wel, maar als je dat jaar op jaar krijgt, dan is dat natuurlijk
gewoon heel beroerd."
En daarbij komt nog de termijn die afge -
sproken wordt om nieuwbouwwoningen in
het middensegment te houden. Amsterdam
heeft die periode al opgeschroefd naar 25
jaar, maar Ivens zou de woningen het liefste
eeuwigdurend voor middengroepen be -
schikbaar houden. "Neem het Java-eiland,
het bekendste voorbeeld in Amsterdam.
Daar is de periode dat woningen in het mid -
densegment verhuurd worden nu voorbij.
Daar zie je enorme huursprongen gehan -
teerd worden. Overigens is deze eigenaar
nog wel bereid om de huur wat te matigen.
Als het echt een vastgoedcowboy was, wer -
den de huren nog verder opgeplust." Voor een gemengde, ongedeelde stad, is
het van belang dat mensen met verschillen -
de inkomens en achtergronden in de stad
kunnen blijven wonen, zo vinden Ivens en
Diepeveen. Laatstgenoemde: "Het midden -
segment is het smeermiddel tussen de soci-
ale huur en de vrije sector." In Utrecht staan
gemengde wijken extra hoog op de agenda
na een alarmerend onderzoek van RIGO
waaruit blijkt dat enkele Utrechtse wijken
met veel sociale huurwoningen steeds
kwetsbaarder worden.
Woondeals
Beide stedelijke regio's hebben onlangs een
woondeal met het Rijk gesloten. Daarin
staan nog geen concrete maatregelen en
plannen, maar worden acties benoemd
waar in de komende tijd aan gewerkt moet
worden om problemen op de regionale wo -
ningmarkt aan te pakken. Zowel Ivens als
Diepeveen zien het belang in van de deal in
de zin dat het een begin is van een proces
om tot concrete maatregelen te komen. Een
belangrijk onderdeel van de afspraken in de
woondeals is de zogenoemde noodknop.
27
"Particuliere sociale
huurwoningen schieten door naar de vrije sector"
LAURENS IVENS
28
Het idee voor een noodknop ? een tijdelijke
maatregel zolang de woningmarkt overver-
hit is, bedoeld om het huurniveau op basis
van een percentage van de WOZ-waarde
van de woningen te reguleren ? was een
voorstel van de commissie Van Gijzel die
zich enkele jaren geleden over de midden -
huur boog. Minister Ollongren kwam eer -
der dit jaar met een voorstel dat volgens Ivens en Diepeveen niet toereikend is. Die
-
peveen: "Voor het middensegment wil je
niet hoger uitkomen dan een huurprijs van
duizend euro per maand. Als je een percen -
tage van zes procent van de WOZ-waarde
hanteert, dan kom je daar ver boven uit."
Ivens uit zich in vergelijkbare woorden. Hij
vindt een noodknop overigens niet ver ge -
noeg gaan. "Het liefste heb ik dat het wo -
Wethouder Laurens Ivens. FOTO ALPHONS NIEUWENHUIS
29
ningwaarderingsstelsel wordt uitgebreid
naar het middensegment, daar pleit ik al
jaren voor. Een percentage van de WOZ kan
een redelijk alternatief zijn, maar dan moe-
ten we niet op huurprijzen ver boven de dui-
zend euro uitkomen. Als je kiest
voor zes procent van de
WOZ-waarde dan betekent dat,
dat we tien procent van de wo -
ningen in het midden houden,
dus dat is geen noemenswaardig
effect, als je drie procent doet,
dan betekent dat dat we drie
kwart van de woningen in het
midden houden. Ik heb beargu -
menteerd dat drie procent ook
voor beleggers een redelijk ren -
dement op kan leveren, zeker als
je de waardestijging van het vastgoed in
ogenschouw neemt. Daar kan je niet je ex -
ploitatie op baseren, maar je vastgoed
wordt meer waard en daar kan je natuurlijk
wel een pensioen op bouwen. De enige
vraag die nu bij de minister ligt is: kom nu
met een noodknop die ook het beoogde ef -
fect heeft."
Markt functioneert niet
De noodknop waarvoor de minister in de
tweede helft van 2019 met een nieuw voor -
stel komt, heeft betrekking op bestaande
woningen. Ivens is met het ondertekenen
van de woondeal tevreden dat minister Ol-
longren erkent dat betaalbaarheid in steden
als Amsterdam en Utrecht een serieus pro -
bleem is. "Heel lang kregen we alleen maar
te horen dat we meer moesten bouwen. Dat
hebben we de afgelopen jaren ook gedaan,
maar de prijzen zijn niet lager geworden.
Integendeel: die zijn alleen maar gestegen.
Dan kun je maar een conclusie trekken:
deze woningmarkt functioneert niet goed
als zelfstandige markt." Ivens vindt dan ook dat maatregelen niet erg lang meer op zich
kunnen laten wachten. "Wat dat betreft is
het wel goed dat er een woondeal is. En dat
we meer zullen moeten doen dan alleen
maar op nieuwbouw gokken. Dus zullen we
ook een noodknop moeten doen en zullen
we ook corporaties meer ruimte moeten
bieden. Dat zijn allemaal erkenningen die
in deze woondeal staan."
Ivens en Diepeveen zijn al langere tijd be -
zig om het aandeel middensegment in de
stad te behouden en waar mogelijk te ver -
groten. Zo heeft Amsterdam voor de ko -
mende jaren in het coalitieakkoord gesteld
per jaar zo'n 1700 huurwoningen aan het
middensegment toe te voegen. Ook wil Am -
sterdam veel extra corporatiewoningen bij -
bouwen, waardoor er jaarlijks zo'n 1300
corporatiewoningen verhuurd kunnen wor -
den in het middensegment. Ivens: "We kij -
ken daarbij niet naar één partner. Als het
om sociaal gaat zijn de corporaties de na -
tuurlijke partner en de markt als het gaat
om het marktsegment maar bij het midden -
segment hebben we een heel gevarieerd
speelbord waarbij we kijken of alle partijen
een stukje van hun verantwoordelijkheid
kunnen pakken om dat midden te doen." Amsterdam hanteert voor nieuwbouw
percentages voor sociaal, middensegment
"Het middensegment is
het smeermiddel tussen
de sociale huur en de
vrije sector"
DE GULDEN MIDDENHUUR
30
"Maak het corporaties
gemakkelijker om in
het middensegment te
bouwen"
en vrije sector. Utrecht neemt het gehele
woningbezit als uitgangspunt. Diepeveen:
"Wij hebben onze langjarige doelstelling
juist gekoppeld aan onze totale woning-
voorraad want daarmee bereiken we dat
ook de bestaande voorraad van corporaties
meer van waarde wordt. De corporaties
hebben zo meer positie en kunnen hun be -
staande woningen uitnutten in ruilcon -
structies met marktpartijen. Het bezit van
corporaties is in Utrecht in bepaalde wijken
geconcentreerd. Zij kijken met name naar
plekken waar ze grondposities hebben. Als
zij daar willen verdichten dan biedt dat mo -
gelijkheden om met marktpartijen een an -
dere mix te maken, bijvoorbeeld door in een
ander deel van de stad compensatie te be -
dingen. Op die manier hopen we onze wij -
ken meer gemengd te krijgen."
Gemengde stad
De grote steden krijgen nogal eens het ver -
wijt te veel te willen reguleren op de wo -
ningmarkt. Maar Ivens en Diepeveen heb -
ben een gemengde stad voor ogen waarin
voor alle doelgroepen plek is. Ivens vindt
dat alle vastgoedeigenaren en bouwende
partijen hun verantwoordelijkheid daar -
voor moeten nemen. "Met wie ik dat ge -
sprek ook voer: iedereen ziet het probleem dat de stad voor heel veel mensen onbetaal-
baar en daarmee niet toegankelijk wordt.
En dat is ook heel logisch want als je een
nieuwbouwwijk bouwt en je bouwt alleen
maar dure woningen dan wil straks nie
-
mand daar meer wonen. Want je kan er mis -
schien wel wonen maar je kinderen kunnen
er niet naar school want er staat niemand
meer voor de klas. Dus zonder dat midden -
segment ? en het sociale segment ? maak je
geen wijken die op lange termijn aantrekke -
lijk zijn en als je op lange termijn investeert dan wil je ook dat het op lange
termijn blijft renderen. Corpora -
ties zien dat ook want zij zien met
lede ogen aan dat het aantal nieu -
we verhuringen in het sociale
segment dramatisch laag is om -
dat de middengroepen nergens
heen kunnen." Diepeveen: "Het
zou helpen als we wat steun krij -
gen vanuit het Rijk. Waar je dan
toch naartoe gaat is denk ik dat
het Rijk ook gaat redeneren van -
uit een 'mixed zone'-principe,
vanuit de wens om gemengde wijken moge -
lijk te maken. En wij zien wel wat in een
segment van sociale middenhuur. Amster -
dam en Utrecht hebben natuurlijk wel een
sterke positie ten opzichte van de markt
maar die is niet oneindig. Ik zou het toejui-
chen als de landelijk politiek een over -
gangsgebied formuleert en de steden steu -
nen in hun streven naar sociale
middenhuur." Diepeveen zegt in het middensegment
zowel een rol voor marktpartijen als corpo -
raties te zien. "We zijn positief over de ver -
soepeling van de markttoets, waardoor het
voor corporaties in ieder geval makkelijker
wordt om te investeren in het middenseg -
ment. Om het tekort aan middenhuurwo -
ningen verder terug te dringen, willen we
31
met corporaties afspraken maken om hun
niet-DAEB bezit na mutatie te laten voldoen
aan ons Actieplan middenhuur. Het libera-
liseren van sociaal naar middenhuur zien
wij niet als oplossing, omdat er dan tegelij -
kertijd een sociale huurwoning verdwijnt.
Het gaat vooral om het toevoegen van nieu -
we middenhuurwoningen. Ivens kijkt daar
iets anders naar: "De ruimte voor extra in -
vesteringen door corporaties in het midden -
segment is door de rigide scheiding tussen
DAEB en niet-DAEB kleiner en ingewikkel-
der geworden. De aanpassingen in de
markttoets en overige regelgeving zijn van
beperkte positieve invloed in Amsterdam
door alle overige belemmeringen. Als we
genoeg sociale corporatiewoningen kun -
nen bijbouwen, kunnen de corporaties een
bijdrage leveren door een toename van libe -
ralisaties van voormalige sociale huurwo -
ningen maar ook door het afprijzen van hun
voormalige vrije sector huur woningen."
Afspraken met de markt
Waar de woningcorporaties nog maar be -
perkt kúnnen opereren in het middenseg -
ment, krijgen beide wethouders van
marktpartijen niet altijd de gewenste me -
dewerking. Het gaat dan niet om het bou -
wen van nieuwe woningen. Want ondanks
dreigementen vanuit de markt om de grote
steden links te laten liggen vanwege de
neiging om de woningmarkt verder te re -
guleren, wordt er volgens Ivens en Diepe -
veen ? hoewel wat minder dan voorheen ?
gewoon ingeschreven voor tenders en
wordt er dus nog steeds gebouwd. Maar als
het om bestaande bouw gaat voeren zowel
Ivens als Diepeveen in hun ogen al veel te
lang eindeloze discussies met de markt.
Ivens: "We hebben van de IVBN gehoord
wat allemaal niet kan. Zij keren zich heel
erg tegen de noodknop. Maar als ik ze ver -tel dat wij hier zo'n 50.000 particuliere so
-
ciale huurwoningen hebben waarvan er bij
mutatie 40.000 zomaar naar het dure par -
ticuliere segment overgeheveld kunnen
worden, dan vinden ook beleggers dat dat
niet kan. Maar ook dat we dat via nieuw -
bouw moeten oplossen. Alleen: wat we aan
nieuwbouw toevoegen aan de onderkant,
verdwijnt aan de bovenkant weer door
prijsstijgingen. Dat is dweilen met de
kraan open." Diepeveen: "Het is een dis -
cussie zonder einde, het houdt nooit op.
Wij hebben ons actieplan, marktpartijen
hebben hun biedboek middenhuur er in ge -
gooid. Ze zeggen niet 20 maar 15 jaar wo -
ningen in het middensegment houden en
niet één maar twee procent maximale
huurverhoging per jaar bovenop de infla -
tie. Die discussie vraagt heel veel energie.
Ik hoop dat we die discussie met de IVBN
eindelijk eens kunnen beslechten, maar ik
ben daar niet op voorhand heel optimis -
tisch over. Dus daarom zeg ik: Rijk kom
ons te hulp. Maak het corporaties gemak -
kelijker om in het middensegment te bou -
wen en biedt ons de mogelijkheid meer
bestaande woningen voor de middeninko -
mens beschikbaar te houden."
LEES MEER
DE GULDEN MIDDENHUUR
Lees dit artikel ook online.
32
INTERVIEW
FRANK
VAN BLOKLAND
Directeur van de Vereniging
van Institutionele Beleggers
in Vastgoed
33INTERVIEW
U luidt de noodklok over regulering van de woningmarkt.
Waar o m?
"Wij doen een dringende oproep om niet verder te reguleren. Er zijn diverse maatre -
gelen waar momenteel over gesproken wordt die het investeringsklimaat van insti-
tutionele beleggers ernstig bemoeilijken. De minister heeft haar plan van een nood -
knop, waarbij een percentage van de WOZ-waarde de maximale huurprijs van
bestaande woningen in het middensegment bepaalt, uitgesteld tot het najaar om
partijen lokaal de gelegenheid te geven alsnog tot elkaar te komen. Wij hopen echter
dat de noodknop ook niet in een andere variant terugkomt. Net als de beperking in
het woningwaarderingsstelsel om de invloed van de WOZ-waarde op de huurpunten
sterk te verminderen. Daarnaast is er ook nog een voorstel om de overdrachtsbelas -
ting voor beleggers te verhogen als zij bestaande koopwoningen opkopen en in huur
gaan omzetten. En hebben gemeenten zo hun eigen plannen. Vooral in Amsterdam
bestaat de neiging om het middensegment sterk te reguleren, niet alleen de nieuw -
Tekst Joost Zonneveld
Meer regulering van de woningmarkt, en specifiek het
middensegment, heeft volgens Frank van Blokland,
directeur van de Vereniging van Institutionele Beleggers in
Vastgoed (IVBN), grote gevolgen voor de bouw van nieuwe
huurwoningen. Met name in de grote steden. "Professionele
lange termijn beleggers worden gedwongen hun
investeringen te temporiseren of terug te trekken."
"Grote steden
stellen teveel
eisen"
34
INTERVIEW
bouw maar ook de bestaande middenhuur. Door bij de nieuwbouw geen huurverho
-
ging boven inflatie toe te staan, de afsprakenperiode voor middensegment huurwo -
ningen te verlengen, eisen te stellen voor minimale grootte van de woningen én
tegelijkertijd wel forse grondprijzen te vragen. Het is een stapeling van maatregelen
die het investeringsklimaat geen goed doen. Wij denken dat het beter is om de wo -
ningmarkt te stimuleren in plaats van te reguleren."
Hoe kan dat volgens u het beste gebeuren?
"Door nieuw te bouwen en dat is hard nodig in de komende jaren. Door alle regule -
ringsplannen voor zowel de bestaande woningen als nieuwbouw, worden beleggers
huiverig, terwijl de trein van de nieuwbouw nu in volle vaart vooruit moet als we in
de komende jaren de doelstelling willen halen om jaarlijks 75.000 woningen bij te
bouwen. Dat aantal gaan we dit jaar zeker niet halen. De institutionele beleggers
hebben 'slechts' 140.000 woningen in Nederland in bezit, in vergelijking met de wo -
ningcorporaties die goed zijn voor 2,3 miljoen woningen is dat niet heel veel, maar
in de afgelopen jaren waren onze leden samen wel goed voor acht- tot tienduizend
nieuwe huurwoningen per jaar, meer dan tien procent van de nieuwbouwproductie.
Ik zie dat snel veranderen als de woningmarkt door extra regels wordt ingeperkt.
Zowel als het om nieuwbouw als om bestaande woningen gaat. Het wordt nog wel
eens 'vergeten' dat onze leden juist in dat middensegment hun kernportefeuille heb -
ben: negentig procent van onze woningen wordt onder de duizend euro verhuurd."
Er zijn geen sluitende business cases meer te maken?
"Dat wordt ons wel erg moeilijk gemaakt. Bovendien bestaat er veel discussie over de
voorwaarden waaronder wij op een gezonde manier kunnen investeren. Om een
voorbeeld te geven: in Amsterdam zegt wethouder Ivens dat de grondprijzen residu -
eel zijn. Dat betekent volgens ons dat de grondprijs berekend wordt als datgeen wat
overblijft nadat de bouw- en andere kosten afgetrokken zijn. Als wij de huurprijzen
niet jaarlijks met een of twee procent boven inflatie mogen verhogen en dat decennia
lang niet mogen doen, dan wil Amsterdam eigenlijk dat wij de huren permanent
bevriezen. Dat leidt tot een zeer sterke daling van een residueel berekende grond -
prijs. De langjarige exploitatie is onderdeel van de business case van een belegger.
Als je aan ons vraagt om 200 of 300 euro onder de marktprijs en in het middenseg -
ment te verhuren, dan moet je dus iets met de grondprijzen doen. Woningcorporaties
krijgen immers ook korting op de grondprijs omdat zij niet marktconform verhuren."
En als het om bestaande woningen in het middensegment
gaat?
"Wij hebben principiële bezwaren tegen een noodknop geuit en al helemaal via de
WOZ-waarde van woningen. Wij hopen dan ook dat de minister daar definitief
vanaf ziet. Er hoeft maar één motie in de Tweede Kamer aangenomen te worden en
het percentage voor de maximale huur wordt niet zes procent zoals de minister
had voorgesteld maar vier of nog lager. Bovendien zijn woningen in een stad als
35INTERVIEW
Amsterdam nu veel waard, maar dat kan tijdens een nieuwe crisis weer volledig
anders zijn. Een WOZ-waarde is volatiel en is niet geschikt om een markthuur op te
baseren, gezien de kwaliteit en de voorzieningen in een vrije sector huurwoning."
Wethouders van grote steden zeggen dat er iets moet
gebeuren om de steden betaalbaar te houden en
middengroepen ook een plek in de stad te bieden.
"Ik begrijp best dat Amsterdam voor grote uitdagingen staat. Dan denk ik met
name aan verhuur via Airbnb en buy to let waarbij particuliere verhuurders wonin
-
gen opkopen om die voor veel geld te verhuren aan expats. Dat zijn ingewikkelde
zaken en door de ongekende populariteit van de hoofdstad ontstaan excessen die
wij ook willen helpen aanpakken. Maar we moeten denk ik wel steeds kijken welke
partijen je met welke maatregelen raakt. Institutionele beleggers zijn nette inves -
teerders die een belangrijke bijdrage
kunnen leveren aan de opgaven op
de woningmarkt. Door steeds meer
te willen reguleren maak je de pro -
blemen voor de middengroepen al-
leen maar groter want onze leden
trekken zich dan terug. Niet omdat
ze niet willen, maar omdat ze niet
meer kunnen. Als het gaat om de on -
gedeelde stad dan betekent dat naar
mijn idee overigens niet dat je voor
600 euro in de populaire Pijp een
woning moet kunnen huren. Dat
gaat eerder richting de 1200 of 1300
euro. Dat is de marktconforme prijs. Er wonen nog steeds veel mensen in woningen
met een huur die door de corporaties kunstmatig laag gehouden wordt terwijl veel
mensen meer kunnen betalen. Ik vind dat mensen die een markthuur kunnen be -
talen in een gesubsidieerde sociale huurwoning, dat ook moeten doen."
Moeten corporaties meer in het middensegment doen?
"Ik vrees dat wethouder Ivens de institutionele partijen steeds meer onder druk wil
zetten om ruimte te maken voor de corporaties. Zodat zij een grotere rol kunnen
krijgen in het middensegment met het argument 'dat de markt het niet oppakt'. Wo -
ningcorporaties die juridisch gesplitst zijn, zoals de Alliantie, kunnen binnen hun
niet-DAEB activiteiten woningen in het middensegment realiseren. Dat betekent dat
zij, net als wij, rendement moeten halen op hun activiteiten zoals de Woningwet ook
voorschrijft. Maar als het idee is om corporaties een bijdrage aan het middenseg -
ment te leveren vanuit de DAEB kant ? dus met geborgde financiering en goedkope
grond ? zoals zowel wethouder Ivens als corporatiekoepel Aedes willen - dan hebben
we wel een serieus probleem. Want dan is sprake van marktverstoring, van oneerlij -
"Problemen
middengroepen groter door regulering"
36
INTERVIEW
"Stapeling van
maatregelen
doet het inves -
teringsklimaat geen goed"
FRANK VAN BLOKLAND
37INTERVIEW
ke concurrentie. De discussie over de rol van de corporaties in het middensegment is
helaas weer terug."
U bent zeer kritisch als het om Amsterdam gaat. Hoe zit het
met andere grote steden met een grote druk op de
woningmarkt?
"In Utrecht hebben we een paar jaar geleden een vergelijkbare discussie gehad. Wij
hebben toen gepleit voor een jaarlijkse huurverhoging van inflatie plus één pro
-
cent. Dat is gelukt en dat scheelt enorm veel. In Utrecht is een Stadsakkoord geslo -
ten waar ook leden van de IVBN bij betrokken zijn. De gemeente wil met ons sa -
menwerken, ook al spreekt de gemeente nog wel in vage termen over een noodknop
en het inzetten van de WOZ-waarde daarbij. Voor Utrecht geldt dat de gemeente
zelf veel minder grond in bezit heeft in vergelijking met Amsterdam en dus beleid
wil maken over grond van derden. Dat is extra problematisch. Den Haag heeft echt minder de neiging om de woningmarkt te reguleren. Daar
heeft de gemeenteraad een vergunningstelsel ingevoerd waarbij alleen mensen met
een middeninkomen in aanmerking mogen komen voor een middenhuurwoning.
Dat is op zich nog geen gekke gedachte maar de gemeente heeft gekozen om huur -
punten te gebruiken in plaats van huurprijzen en in de praktijk kan dit betekenen dat
geliberaliseerde woningen met een huur van 1100 of 1200 euro per maand aan men -
sen met een inkomen tot 58.000 euro per jaar toegewezen kunnen worden. Wij vin -
den dat een behoorlijke huurquote. Wij vinden het verstandiger om alleen woningen
met een huur tussen 720 en 1000 euro aan middeninkomens toe te wijzen, maar de
gemeente heeft anders besloten."
Gaat de discussie over regulering vooral over de Randstad?
"De leden van de IVBN zijn voornamelijk actief in de vijf grootste gemeenten en de
veertig grotere gemeenten. We bouwen dus ook buiten de Randstad. Niet op plek -
ken waar weinig vraag is, zoals Assen, Kerkrade of Doetinchem, maar wel in Gro -
ningen, Zwolle en Maastricht. In gebieden waar een redelijk rendement behaald
kan worden en waar voldoende vraag is naar onze woningen. Buiten de grootste
steden in de Randstad kunnen we over het algemeen opereren onder normale
marktomstandigheden en hebben we nog weinig met regulering te maken, maar je
ziet ook daar de discussie ontstaan. Er zijn politieke partijen die vinden dat ze het
middensegment in navolging van Amsterdam meer moeten beschermen terwijl
wij toch echt vooral woningen exploiteren met huren onder de duizend euro per
maa nd."
LEES MEER
Lees dit artikel ook online.
38
Aandeel particuliere verhuur groeit
Inspelen op de
vraag naar
huurwoningen
39
Tekst Gelske van Daalen, Marleen Geerdinck, Frank van der Harst, Femke Hitzert, Paul de Vries
Nadat de particuliere verhuur op de Nederlandse woningmarkt
decennialang afnam, zit dit segment sinds enkele jaren weer in
de lift. Opvallend hierbij is dat de groei uit de bestaande voorraad
koopwoningen komt en niet uit de nieuwbouw. Deze ontwikke-
ling is niet overal in Nederland duidelijk zichtbaar, maar concen-
treert zich in een aantal specifieke steden en regio's.
40
DE GULDEN MIDDENHUUR
R
ond de laatste eeuwwisse-
ling waren de twee domi-
nante smaken op de wo -
ningmarkt: koopwoningen
en sociale huurwoningen.
We vergeten soms dat de groei van beide ei-
gendomscategorieën pas goed begon na de
Tweede Wereldoorlog. Nederland kende een
eeuw geleden een omvangrijke voorraad
particuliere huurwoningen. In de tweede
helft van de vorige eeuw nam dit echter sterk
af. De wederopbouw vroeg allereerst om so -
ciale huurwoningen en vanaf halverwege de
jaren zeventig kwam ruimte voor de ontwik -
keling van de koopsector. Pas na de kante -
ling van de economie in 2013 nam het aantal
en aandeel woningen in bezit van particulie -
re verhuurders duidelijk weer toe. Maar het
aandeel binnen de hele woningvoorraad
blijft, met zes procent in 2018, nog steeds be -
perkt. Deze groei van afgelopen jaren vindt
zijn oorsprong niet in nieuwbouw, maar in het opkopen van bestaande koopwoningen.
De particuliere verhuur concentreert zich in
een beperkt aantal regio's. We zien dat in
meerdere populaire wijken in Nederland
één op de vijf koopwoningen die zijn ver
-
kocht, opgekocht zijn door particulieren om
te verhuren. Maar er zijn ook wijken waar
niet of nauwelijks sprake is van particuliere
ve rhuu r.
Omvang particuliere huursector
In 2018 bestond de totale Nederlandse wo -
ningvoorraad uit 7,7 miljoen woningen. Bij -
na 3,3 miljoen (42 procent) van deze wonin -
gen zijn huurwoningen. De meerderheid van
deze huurwoningen is in bezit van een wo -
ningcorporatie: bijna 70 procent. De overige
30 procent is in het bezit van overige ver -
huurders: dit zijn bedrijven, organisaties,
institutionele beleggers én particuliere ver -
huurders. In 2018 bezaten ruim 280 duizend perso -
nen een of meer woningen voor de verhuur.
Deze particuliere verhuurders verhuurden
samen ruim 475 duizend woningen. Dit zijn
de woningen, inclusief de tweede woningen,
die worden bewoond door iemand anders
dan de eigenaar. Dat is zes procent van de
totale woningvoorraad. Verschillende ontwikkelingen werkten de
sterke toename van de particuliere huursec -
tor in de hand. In de crisisperiode (2008-
2013) daalde de aankoopprijzen voor koop -
woningen terwijl de huren stegen.
Tegelijkertijd daalde de hypotheekrente ook
door het beleid van de Europese Centrale
Bank. Hierdoor werd de verhouding tussen
aankoopprijs, de financieringskosten en ver -
huurinkomsten voor beleggers aantrekkelij -
ker, zeker omdat de rendementen op andere
financiële producten flink tegenvielen.
Daarnaast werd in het najaar van 2015 het
puntenstelsel voor huurwoningen aange -
Het CBS en het Kadaster hanteren
verschillende definities voor het begrip
'particuliere huursector'. Het CBS definieert
in dit artikel particuliere huurwoning als
'een huurwoning waarbij de eigenaar een
natuurlijk persoon is en die bewoond wordt
door iemand anders dan de eigenaar',
terwijl het Kadaster de definitie 'woning in
bezit van een natuurlijk persoon die drie of
meer woningen bezit en zelf niet in de
woning woont' hanteert. Het grootste
verschil in definities zit dus in de wijze
waarop met eigenaren met twee woningen
wordt omgegaan.
Meer informatie over de onderzoeksrap-
porten van het CBS en het Kadaster over
de particuliere huursector is te vinden op
de websites van deze organisaties.
41
"De meeste
particuliere
verhuurders
verhuren maar één of enkele woningen"
42
past. De WOZ-waarde werd een onderdeel
van de berekening. We zitten dan al in een
periode waarin de woningprijzen weer stij-
gen. In aantrekkelijke woningmarktgebie -
den gaf dit voor steeds meer woningen de
mogelijkheid om een huur boven de liberali-
satiegrens te vragen, wat erg aantrekkelijk is
voor verhuurders die op zoek zijn naar finan -
cieel rendement. Ook de vraag naar huurwo -ningen nam toe. Daarbij speelden de stren
-
gere hypotheekeisen ongetwijfeld een rol,
maar waarschijnlijk ook de verdere interna -
tionalisering van de G4 en de studen
Reacties