Volkshuisvesting mag van oudsher primair een nationale aangelegenheid zijn, langzaam maar zeker vertoont het wel degelijk een internationale kant.
DOOR JOOST NIEUWENHUIJZEN, EUROPEAN FEDERATION FOR LIVINGIIn een tijd waarin euroscepsis hoogtij viert en de nationale pro-jecten die onderhevig zijn aan het Europese eenwordingsproceseen veelheid aan eurokritische smaken verduurt, is het opmerke-lijk dat er steeds vaker en massiever een ander geluid hoorbaar isvanuit het werkterrein van woningcorporaties.Uit een inventarisatie van de raakvlakken tussen het Nederlandse socia-le huisvestingsysteem en andere systemen in verschillende Europeselanden komt naar voren dat er veel te leren is over de grens. Uiteraardook andersom, daar Nederland een rijke volkshuisvestingstraditie kenten een naar Europese maatstaven grote voorraad aan sociale huurwo-ningen telt. Vanuit deze gedachte ontwikkelde de European Federationfor Living, EFL, zich tot een breed Europees netwerk van woningcorpo-raties, marktpartijen en wetenschappelijke instituten. Op dit momenttelt EFL 35 leden uit 7 verschillende landen en de trend is stijgend. Hoeis de toenemende belangstelling voor Europese samenwerking te ver-klaren, en wat is precies de meerwaarde van een samenwerking opEuropees niveau?De essentie van Europese samenwerking tussen woningcorporatiesdoor het uitwisselen van kennis is gelegen in waardecreatie. Dat wilzeggen dat het partnerschap concreet iets moet opleveren en niet isbedoeld voor een eindeloos overlegcircuit. Partijen gaan gemeenschap-pelijk over tot cocreatie en maken gebruik van de kennis van gelieerdepartijen in de vastgoedketen. Het doel is niet noodzakelijk uniformiteitdoor het integreren van producten en diensten, maar eerder innovatie.Inmiddels hebben EFL-leden succesvol in drie Europese subsidiepro-jecten samengewerkt en is een nieuw project in de maak. Een aantalvoorbeelden van succesvolle projecten ter illustratie.Het succesvolle I-Stay@Home project is een goed voorbeeld van eengeslaagd resultaat van samenwerking op Europees niveau. Het is evi-dent dat grensoverschrijdende kwesties als vergrijzing het best gebaatzijn bij een gezamenlijke inzet door het bundelen van krachten enexpertise. In het kader van het thema `actief ouder worden en solidari-teit tussen de generaties' heeft de EU daarom in 2012 toegezegd eendeel van het I-stay@home project te financieren via het Interreg IV-Bprogramma, door het toekennen van 2,5 miljoen euro aan projectsubsi-die.Het initiatief, afkomstig van zowel woningverhuurders als technischepartners uit Noordwest Europa, heeft zich ten doel gesteld het realise-ren van een Europees ICT-platform dat oudere huurders van corpora-ties toegang verschaft tot een groot aanbod van ondersteunende domo-tica diensten. Participerende woningcorporaties, waaronder hetNederlandse De Woonplaats en SWB Lienden, krijgen de unieke gele-genheid om hun oplossingen in 100 (!) huurwoningen van de participe-rende corporaties live te testen. Daarnaast kunnen zij producten endiensten in de platformdatabase integreren en de beschikbaarheidhiervan vergroten, waardoor niet alleen de corporaties, maar mensenuit alle delen van Europa kunnen profiteren van de oplossing.Het project TRIME (Trias Mores Energetica) vangt in het najaar van2014 aan. Hier werken 12 corporaties uit 5 landen samen aan het be?n-vloeden van bewonersgedrag ter besparing van energie. Innovatieveervaringen uit binnen en buitenland worden getest en ge?mplemen-teerd. Vanuit Nederland participeren Eigen Haard (Amsterdam) enHavensteder (Rotterdam). Een succesvolle aanvraag is inmiddels inge-diend bij de Europese Commissie.Het Zwitserse EFL lid KEOTO ontwikkelde het zogenaamde `Full ZeroConcept'. Dit is opgezet als een systematische benadering voor de toe-passing van duurzame en kosteneffici?nte oplossingen in de bouwsec-tor. Full Zero is CO neutraal, gerekend over de gehele levensloop vaneen gebouw, productie/beheer en sloop. Het streven naar een zo duur-zaam mogelijke oplossing wordt gerealiseerd door optimaal gebruikvan `on site' productie', dat wil zeggen zo veel mogelijk realiseren in depre-fabricatie. Het project omvat zowel nieuwe projecten als renovatiesen wordt ontwikkeld in een Europese context, om zo een maximumaan kennis binnen te halen uit het buitenland. Er wordt momenteelge?nventariseerd voor een pilot in Amsterdam. Een pilotlocatie isinmiddels aangewezen.Het is slechts aan klein aantal voorbeelden van geslaagde uitwisselingtussen Nederlandse en buitenlandse partners in de volkshuisvesting.21TIJDSCHRIFT VOOR DE VOLKSHUISVESTING NUMMER 4 AUGUSTUS 2014VOLKSHUISVESTING OVER DE GRENSOVER DE GRENS VALTEEN HOOP TE LERENVolkshuisvesting mag van oudsher primair een nationale aangelegenheid zijn, langzaam maar zekervertoont het wel degelijk een internationale kant.
Reacties