Log in
inloggen bij Ruimte en Wonen
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Content / Artikelen

'Nieuwe coalities voor nieuwe antwoorden'

Bert Pots - 1 oktober 2024

Het Platform Woonopgave meent dat de wooncrisis niet op de eerste plaats moet worden bestreden door nieuwe gebiedsontwikkeling, maar door binnen de bestaande voorraad 'woningen te vinden'. Herverdeling van bestaande (woon-)ruimte is duurzamer en gaat veel sneller dan de bouw steeds opnieuw van (grootschalige) woongebieden. Bovendien moeten er vooral betaalbare woningen bijgebouwd, die ook in de toekomst betaalbaar zijn. Dat vraag om een afscheid van de 'woningmarkt'. En juist afscheid van het marktdenken past niet in het idioom van Mona Keijzer en haar kompanen, constateert architect Sanne van Manen.

Sanne van Manen ziet dat de overheid in het Voorontwerp Nota Ruimte de veelheid aan opgaven in onze stedelijke gebieden erkent. In die steden moet het hoofd worden geboden aan de gevolgen van klimaatverandering en moet de warmtetransitie inhoud krijgen.

Steden kampen met vuile lucht en geluidsoverlast. En het is zaak duurzaam te bouwen. Bij een toenemend aantal inwoners is het bovendien belangrijk de beschikbare openbare ruimte anders te verdelen, vaker ten gunste van voetgangers en fietsers. “Het is goed de complexiteit van al die vraagstukken te erkennen, maar vraag is: wordt die complexiteit vertaald in met elkaar verbonden oplossingen? Er moeten heel veel woningen worden toegevoegd, maar dat gebeurt niet op zo’n manier dat tegelijkertijd verschillende problemen worden opgelost.”

Koppelkansen

Zij is een van de initiatiefnemers van Platform Woonopgave. Doel van het platform is om vanuit een brede kring van ontwikkelaars, ontwerpers, gemeenten, corporaties en beleggers nieuwe coalities te smeden om samen nieuwe antwoorden te bedenken.  “We zien bij de aanpak van de wooncrisis de nadruk liggen op aantallen en snelheid.

Ook wordt veel ruimte geboden aan de markt. Vroeger waren we trots op onze volkshuisvesting, vandaag beschouwen we het als een woningmarkt. We moeten veel woningen toevoegen, daarover bestaat geen discussie, maar de opgave moet scherp zijn. We bouwen nog steeds voor de helft gezinswoningen, terwijl er al een enorme mismatch bestaat. We kiezen voor simpelweg bouwen in het weiland, terwijl juist onze naoorlogse wijken gebaat zijn bij toevoegingen. Die extra woningbouw daar kan helpen om de bestaande voorraad te verduurzamen, de leefbaarheid te verbeteren en voorzieningen op peil te houden.

We kiezen voor optoppen, maar kijken alleen naar losse gebouwen. Het gaat zelden om de vraag wat een buurt als totaal nodig heeft of hoe we doorstroming kunnen bevorderen. En vergeet niet: de focus op snelheid leidt er vaak toe dat er helemaal geen sprake is van snelheid. In de drang om te bouwen en te bouwen worden heel vaak allerlei belangrijke stappen overgeslagen. Buurten worden opeens geconfronteerd met ingrijpende vernieuwingsplannen. Buurtbewoners die zich vervolgens niet gezien voelen maken bezwaar en de snelheid gaat door lange juridische procedures verloren. Terwijl als we al die koppelkansen wel zouden benutten, dan kan een win-win situatie ontstaan. Het is dus beter te handelen vanuit een samenhangende visie en te kiezen voor een integrale aanpak.”

Woningen splitsen

Onderdeel van de visie kan zijn, zo meent Van Manen, dat we onder ogen zien dat in de toekomst veertig procent van onze huishoudens bestaat uit eenpersoonshuishoudens. Volgens de jongste cijfers van het CBS woont nu 1 op de 5 mensen alleen. “Het is dus niet meer dan logisch dat we in de toekomst toewerken naar een andere verdeling van de woonruimte.

En daar kunnen we nu al mee beginnen. Als we grote woningen splitsen, dan wonen er in een wijk meer mensen, ontstaat er meer levendigheid en zijn voorzieningen makkelijker overeind te houden. Mobiliteit is eveneens een groot vraagstuk en verduurzaming van de bestaande voorraad vraagt veel aandacht.

Als we dat in samenhang met elkaar zouden bezien, als we meer met ons verstand zouden werken, dan ‘vinden’ we niet alleen woningen, maar leveren we ook een bijdrage aan leefbare, toekomstbestendige wijken en buurten.” Het Platform heeft berekend dat er in ons land een tot misschien wel twee miljoen woningen te vinden zijn.

Ontmoeting stimuleren

Zij droomt van steden met veel inwoners die aanvoelen alsof er in de natuur en in verbondenheid met elkaar wordt gewoond. “We moeten daarvoor anders gaan nadenken over openbare ruimte, onze mobiliteit, maar vooral ook over onze woongebouwen.

Onze woningen kunnen veel aangenamer en veel groener; gestapelde woningen zouden ook ‘een voortuin’ kunnen hebben. Gebouwen moeten zodanig worden ontworpen dat door de aanleg van bijvoorbeeld binnentuinen niet alleen meer groen wordt geboden, maar dat de bewoners ook makkelijker contact met elkaar kunnen hebben. Het gaat daarbij niet om een collectieve ruimte waar mensen elkaar gedwongen ontmoeten, dat werkt niet, maar maak ‘toevallige ontmoeting’ mogelijk.

Creëer een terras bij de voordeur, een plek waar ook de buren langslopen, net zoals in een wijk met rijwoningen en voortuinen. Dat geeft mensen het gevoel dat zij niet alleen zijn, maar in onze huidige systematiek zijn dergelijke ontwerpen financieel niet haalbaar. We weten dat de gevolgen van eenzaamheid leiden tot een miljardenrekening voor de samenleving. Er is dus geld, maar in de alledaagse werkelijkheid van ontwikkelaars gaat het heel anders.

Door de druk op de business case maken zij gebouwen met steeds minder buitenruimte. Woningen worden ook steeds dieper, met minder daglicht. Als ik uitleg dat het anders zou moeten, dan lachen ze mij uit. Betere gebouwen zijn volgens ontwikkelaars en beleggers onbetaalbaar, ook omdat er duurzaam moet worden gebouwd.”

Andere systemen

De doodlopende weg van projectontwikkeling doet Sanne van Manen verlangen naar nieuwe financiële systemen waarin die kwaliteit wel kan worden geboden. “Een simpele oplossing is om te kijken naar woningbouw door coöperaties. We zien ze in ons land nog niet zo vaak, Amsterdam misschien uitgezonderd.

Het succes van dergelijke projecten is vaak afhankelijk van de tomeloze inzet van betrokken bewoners. Dit valt te professionaliseren, steden als Zurich en Wenen bieden mooie voorbeelden van ontwikkelbedrijven zonder winstoogmerk. In Zurich zijn ze daar nog maar zo’n dertig jaar mee bezig, toch maakt daar 1 op de 5 woningen als onderdeel uit van een coöperatie. Zo kunnen wij ook nadenken: waar willen we met onze woningbouw naar toe?”

Maar is de werkelijkheid van bijvoorbeeld het Voorontwerp Nota Ruimte niet dat we niet zo zeer betere steden, maar vooral meer steden willen maken. Van Randstad naar Bandstad. “Wij hebben geen behoefte aan nieuwe uitleggebieden, maar ook op die locaties valt binnen de bestaande bebouwing nog enorm veel nieuwe woonruimte te vinden.

Gezien de bodem is de gedachte om in Apeldoorn of Enschede te verdichten een betere keuze, dan woningbouw in onze polders. De nota is geschreven vanuit de ruimtelijke ordening, het is goed dat we dat weer doen, maar de kloof tussen de ruimtelijke ordening en de woonopgave wordt niet gedicht, juist daarover moeten we veel meer met elkaar in gesprek.”

Sanne van Manen

Na haar studie aan de TU Delft en de ETH in Zürich is Sanne van Manen in 2010 gaan werken bij RE-ST architecten in Antwerpen. In 2015 maakte ze de overstap naar MVRDV, alwaar ze werkte aan projecten als Valley op Amsterdam Zuidas en nieuwe gebouwen voor de Jaarbeurs in Utrecht. Ook bracht zij de ‘Dakencatalogus’ uit, een publicatie met een overzicht van mogelijk dak gebruik. Vanaf dit voorjaar werkt ze al zelfstandig ontwerper. Ook is zij initiatiefnemer van Platform Woonopgave.Daarnaast geeft ze les op de Academie van Bouwkunst in Rotterdam en is ze betrokken bij het Platform Wederopbouw Rotterdam.

Actieagenda Wonen

Het Platform Woonopgave heeft een actieagenda van tien punten opgesteld om de wooncrisis op een betaalbare, duurzame, eerlijke en toekomstbestendige manier te lijf te gaan.

1. Eerst woningen vinden, dan pas nieuw bouwen

De woonopgave begint in de bestaande bebouwing. Uit onderzoek van Platform Woonopgave blijkt dat er nog een tot twee miljoen woningen te ‘vinden’ zijn door herverdeling van bestaande (woon)ruimte. Woningen vinden is duurzamer en sneller te realiseren dan nieuwbouw, met minder stikstof- en CO2-uitstoot.

2 . Iedereen een betaalbare woning, nu én later

Er moeten betaalbare woningen bijkomen, die ook in de toekomst te betalen blijven. Zet in op veel meer sociale huurwoningen en maak ‘middenhuur’ ook sociaal door het onder te brengen bij corporaties. En voorkom speculatie op grond.

3. Niet slopen maar herstellen

Materialen zijn schaars en duur, en grondstoffen raken op. Renoveren in plaats van slopen is zelfs duurzamer dan duurzame nieuwbouw. Door een sloopverbod wordt het vanzelfsprekender om te investeren in bestaande gebouwen en verloedering of leegstand te voorkomen.

4. Maak nieuwbouw duurzaam en gezond

De bouw moet een omschakeling maken. Duurzaam bouwen is allang mogelijk. Een duurzame woning is een gezonde woning, zo wel fysiek (prettig binnenklimaat en fijne materialen), als mentaal (geen zorgen om de energierekening).

5. Bijbouwen in wijken, niet in weilanden

De kosten voor buitenstedelijk bouwen lijken lager, maar door bijkomende kosten voor onder meer infrastructuur, grondwerk en klimaatschade zijn ze uiteindelijk veel hoger. Bovendien is er binnenstedelijk nog ruimte voor zeker twee miljoen extra woningen.

6. Anticipeer nú op de toekomst

Woningen gaan lang mee. Daarom moeten we nú anticiperen op de geschiktheid van de bodem over vijftig jaar, de mogelijke zeespiegelstijging, wateroverlast of andere woonvormen passend bij toekomstige woonbehoeftes.

7. Stuur op andere waarden dan winst in euro’s

De woonopgave is nu voornamelijk eenzijdig financieel gedreven en wordt te veel gezien als een vastgoedopgave. Het ontbreekt daarbij aan een integrale maatschappelijke benadering. Een goede woon- en leefomgeving zorgt onder meer voor gezondere bewoners, minder klimaatschade, meer biodiversiteit, minder hittestress en sterkere gemeenschappen.

8. Zet bewoner en woonkwaliteit centraal

Woonkwaliteit gaat niet over ‘mooi’, maar over ‘goed’. Een goede woning heeft een slimme plattegrond, voldoende daglicht en grootte en is flexibel. Het woongebouw heeft ruimte voor ontmoeting en bewoners hebben zeggenschap over hun eigen woon- en leefomgeving.

9. Maak ruimte voor experiment en onderzoek

Woningen zijn verworden tot standaardproducten. Er is een ander aanbod van woningen nodig dat beter past bij de samenstelling van de huishoudens en de woonbehoeftes van mensen nu en in de toekomst. Hiervoor is creativiteit en experiment nodig.

10 Make Volkshuisvesting great again!

Nederland was ooit het land van innovatieve volkshuisvesting. Nu is volkshuisvesting vervangen door de woningmarkt. Stop het negatief stigmatiseren van sociale woningbouw en haar bewoners, maak sociale huurwoningen beschikbaar voor een inkomensgrens tot twee keer modaal en laat woningcorporaties weer investeren in publieke voorzieningen en innovaties.  

Reacties

x Met het invullen van dit formulier geef je Ruimte en Wonen en relaties toestemming om je informatie toe te sturen over zijn producten, dienstverlening en gerelateerde zaken. Akkoord
Renda ©2024. All rights reserved.