Een column van Matthijs de Boer van Matthijs de Boer Stedenbouw b.v. waarin hij een vergelijking trekt tussen stedenbouw en het tv-programma Maestro. "Ook daar blijkt vaak een dirigent voor het orkest te staan, die geen opleiding heeft gehad voor waar hij/zij mee bezig is."
4 2016/02 S+ROIntroColumnEen van de meest ergerlijke televisieprogramma's is datwaarin bekende Nederlanders proberen een orkest te diri-geren: Maestro. Met totale minachting voor de schoonheidvan muziek en voor de zware opleiding van vele jaren, die hetkost om het vak van dirigent uit te oefenen.Dat ze afgaan is natuurlijk de grap van het programma.De overmoed afgestraft. Of, het orkest is geroutineerd enmaakt er nog wel wat van, ondanks de waardeloze dirigent.En die BN-er gaat zichtbaar denken dat hij/zij eigenlijk alleskan. Opgeblazen ego's, zelfoverschatting.Hoe erg is dat? Ach, het gaat niet om leven en dood. Er zijnweinig grote belangen mee gemoeid. Als we het zat zijn zap-pen we verder en gaan we over tot de orde van de dag. Entoch is het erg. Want hier staat de schoonheid op het spel.Componisten hebben hard gewerkt aan het bedenken vanprachtige stukken en de manier waarop die uitgevoerd moe-ten worden. Door nu een ondeskundige als dirigent voor hetorkest te zetten, wordt het vakmanschap waarmee mooiemuziek wordt gemaakt geridiculiseerd.De vergelijking met de stedenbouw dringt zich op. Ook daarblijkt vaak een dirigent voor het orkest te staan, die geenopleiding heeft gehad voor waar hij/zij mee bezig is. Eenwethouder, een projectontwikkelaar, een afdelingshoofd, eenmanager. Die dirigeert op basis van macht in plaats van vak-bekwaamheid. En de stedenbouwkundigen van de gemeen-telijke dienst en van het ingehuurde bureau doen hun bester desondanks wat van te maken. Dat het resultaat er ophet eerste gezicht nog best wel aardig uitziet, is aan hen tedanken. Er is wel een groot verschil: verkeerde beslissingenin de stedenbouw wreken zich doorgaans later, als het geluidvan de muziek allang is weggestorven.Maar ach, het gaat niet om leven en dood. Hoe belangrijk isdie stedenbouw nou helemaal? H??l belangrijk. De betrok-kenheid van mensen bij plannen heeft vaak te maken meteen kortetermijnbelang. De deskundigen moeten ook wakenover de langere termijn. Ruimtelijke ontwikkelingen induurzame banen leiden. Mooie steden maken voor nu envoor later. Het goede voorbeeld geven aan de rest van dewereld, vanuit een vrij riante positie qua welvaart, econo-mie, technische kennis en mogelijkheden. Daar is enig gezagbij nodig. Maar dan wel gebaseerd op deskundigheid en visie.De dirigent moet een vakman zijn. De baton moet trefzekergehanteerd worden.Stedenbouw is geen rocket science. De techniek lijkt simpel.Er is geen machinerie onder de motorkap, waar niemandnaar kijkt behalve de monteur die ervoor is opgeleid. Wijhebben een vak waar juist iedereen verstand van heeft.Iedereen kan meepraten, iedereen is betrokkene, iedereenbelanghebbende. Dat gaat over gewone alledaagse dingen:straten en plantsoenen, woningen en andere gebouwen,hoog of laag, parkeerplaatsen en fietspaden. Dat steden-bouw toch een vak is, een `kunde', moeten wij blijkbaar beteruitleggen.Want die orkestleden en die dirigenten, houden die welrekening met het publiek? Wat het horen wil, en hoe? Uit-eindelijk is het publiek de doelgroep. Daar wordt de muziekvoor gemaakt. Wanneer musici uitsluitend voor hun eigengenoegen bezig zijn, is het snel afgelopen met de professi-onele beoefening. Het publiek heeft indirect inspraak in hetrepertoire en de kwaliteit. Het applaus is tegenwoordig eenbeleefdheidsritueel, maar het publiek stemt met de voeten:als niemand naar het concert gaat, zal er niet gespeeld wor-den. Een ondeskundige dirigent voor het orkest is wel eenheel verkeerd signaal.Ook bij stedenbouwkundige projecten is belangrijk wat hetpubliek ervan vindt. Dat laat zich terecht niet zomaar allesvoorschotelen. Achterover leunen en genieten lukt in de stadpas als alles in orde is. Tot het zover is eist men zijn rol opin het planproces. Het gaat om je eigen leefomgeving, nietnaar het concert gaan is geen optie. De betrokkenheid gaatook verder dan bij concertbezoek. De ondeskundige `dirigent'komt al snel op het idee het publiek dan maar zelf mee te la-ten spelen. Maar op niveau idee?n en programma's concreti-seren in een ruimtelijk ontwerp is het werk van vakmensen,de stedenbouwkundigen. Bij de stap van belangenafwegingnaar beslissingen, moet op deskundigheid vertrouwd kunnenworden en niet op macht of populariteit.Zo'n metafoor gaat natuurlijk altijd ergens mank. Steden-bouwkundige planprocessen zijn interactief, in tegenstel-ling tot een concert, dat doorgaans eenrichtingverkeer is? afgezien van verzoeknummers. Daarmee is het nog steedsgeen goed idee om het publiek verantwoordelijkheid gevenvoor de kwaliteit van de uitvoering. `Bottom up muziek' krijgje dan. Dat klinkt voor geen meter. Maar dirigenten zonderopleiding horen het verschil niet eens. Matthijs de Boer is stedenbouwkundige en eigenaar van mat-thijs de boer stedenbouw b.v.Maestro! Wie zijn de dirigenten van de stad?Matthijs de Boermatthijs de boer stedenbouw b.v.www.mdbs.nl
Reacties