Voor dr. Fransje Hooimeijer, universitair hoofddocent Delta Urbanism aan TU Delft, is het niet meer dan logisch landgebruik af te stemmen op de seizoenen en wat het watersysteem nodig heeft. Zij stelt twee vragen. Wat kan de natuur doen voor ons? En wat kunnen wij doen voor de natuur? Ook wij zijn de natuur.
“De strijd tegen klimaatverandering wordt nogal eens beschouwd als een luxeprobleem. Dat is het niet, maar voor grote groepen mensen geldt dat andere problemen veel belangrijker zijn. Enkele jaren geleden mocht ik aan een universiteit in Buenos Aires een lezing houden over water. Iedereen vond het mooi en aardig, maar tegelijkertijd werd mij voorgehouden dat veel inwoners wel iets anders aan hun hoofd hebben. Grote groepen zijn veroordeeld tot een bestaan in ‘favelas’. Krottenwijken. Ze leven in armoede. Het is er gevaarlijk. Elke dag moeten zij zien te overleven. Waarom zouden wij hen met de gevolgen van klimaatverandering belasten? Ook in een tamelijk welvarend Europa zijn veel mensen bang, ze hebben het gevoel geen controle meer te hebben over hun leven. Populistische leiders spelen handig op die angst in.
We zullen onze grote opgaven dus veel beter moeten verbinden met onze sociale opgaven. Het ‘vergroenen’ van steden moet bijdragen aan een grotere bestaanszekerheid; mensen die het niet zo goed hebben moeten voordeel ondervinden van de versterking van de natuur. Dat is overigens gemakkelijker gezegd, dan gedaan. Hoe laten we iedereen in die verandering participeren? We zullen met elkaar veel beter moeten nadenken over ‘ecosysteem-participatie’. En daarbij moet het om meer gaan dan alleen grote stedenbouwkundige ingrepen. De overgang naar een ander voedselsysteem biedt naar mijn idee ook een ingang. Vroeger hadden veel mensen in ons land hun eigen moestuin en produceerden zij zelf hun voedsel. Dat zorgde voor zelfredzaamheid in samenhang met de natuur; nu zitten we gevangen in complexe voedselsystemen. Er valt dus nog een wereld te winnen; ons overheidsbeleid zou erop gericht moeten zijn mensen te ondersteunen bij die verandering.”
Hooimeijer refereert aan statistieken. “Als we allemaal stoppen met vleesconsumptie dan hebben we voor bijna veertig procent een oplossing voor de opwarming van de aarde. Dat is substantieel, maar de gesprekken daarover vinden over hun hoofden plaats. De uitkomsten van klimaatonderzoek vinden geen weg naar het alledaagse die informatie landt niet in de folders van de Dirk of Albert Heijn.” Al meent ze wel, dat jongere generaties beter geïnformeerd raken. “Ik merk het aan mijn eigen kinderen. In het middelbaar onderwijs krijgt de uitputting van de aarde en de noodzaak van verandering wel degelijk aandacht. De jeugd krijgt op allerlei manier dat ontwerp mee, maar dan nog is het niet verwonderlijk dat op dit moment veel mensen een schuilplek zoeken bij populistische leiders die de noodzaak van systeemverandering bagatelliseren.”
Co Verdaas, de nieuwe Deltacommissaris legt graag uit dat we een zeespiegelstijging van wel vijf meter met enorme gemalen en massieve dijken het hoofd kunnen bieden. En de duizelingwekkende bedragen die daarvoor in de (verre) toekomst op tafel moeten worden gelegd, die kunnen we makkelijk betalen.
Reacties