Stel, dat we precies wisten hoe we openbaar vervoer moesten organiseren; dat we konden voorspellen wat steden goed doet functioneren; dat we mensen hun eigen energie konden laten opwekken, op hun dak of elders; dat we waterveiligheid konden combineren met mooie landschappen. Zo utopisch is dit niet, want het zou allemaal kunnen: de kennis is er, de ontwerpen zijn gemaakt, er is geld voor infrastructuur. In de weg staan niet zozeer wetten en bezwaren, maar gebrek aan noodzaak en ambitie.
PlatformStel, dat we precies wisten hoe weopenbaar vervoer moesten organise-ren; dat we konden voorspellen watsteden goed doet functioneren; dat wemensen hun eigen energie konden latenopwekken, op hun dak of elders; dat wewaterveiligheid konden combinerenmet mooie landschappen. Zo utopischis dit niet, want het zou allemaal kun-nen: de kennis is er, de ontwerpen zijngemaakt, er is geld voor infrastructuur.In de weg staan niet zozeer wetten enbezwaren, maar gebrek aan noodzaaken ambitie.Er zijn grote ruimtelijke veranderingengaande en het is beter is voor Neder-land/West-Europa wanneer we diemet visie en ontwerpkracht tegemoettreden. De onderbouwing hiervan iste vinden in de bijlage Maak Ruimte bijdeze S+RO.Het Jaar van de Ruimte is gestart vanuiteen terugblik op de grote opgavenvan de Vierde Nota en de Vinex, en opde toekomst gericht geraakt door deverkenning van de ruimtelijke opgavenvan nu. Het ruimtelijk debat over dieopgaven moet nog op gang komen. Inde discussie over de toekomst lijkt devraag dominant of veranderingen nogwel van overheidswege te sturen, jazelfs positief be?nvloedbaar zijn, enoverheerst bij bijvoorbeeld de ministervan IenM het geloof in de spontanereddende werking van nieuwe techno-logie?n.Het lijkt mij goed het Jaar te beginnenmet een kleine opruiming. Teveel ener-gie is de afgelopen jaren naar positie-en identiteitsdiscussies gegaan, vooralbij de provincies en stadsregio's. Gover-nance zonder agenda is als kwaliteitzonder object: een leeg begrip.Een andere mythe die ik zou willenontzenuwen is die van proceskennis alsmotor tot verandering. En dan vooralvan good practices en voorbeeldpro-jecten. We komen om in de toolkits,kwaliteitskaders, proceshandreikin-gen, projectprotocollen, convenan-ten, agenda's en routekaarten in deruimtelijke ontwikkeling. Maar waarging het ook alweer over? In oplopendegeldingsdrang zijn al die boekjes en kof-fertjes een uitdrukking van willen delenen geven, een erfenis willen achterla-ten, een monument voor de waarde-volle werkzaamheden, een opmaat totechte resultaten. Hoe verhogen we dekwaliteit van onze steden en regio's56 2015/01 S+ROPlatformOpruimen en inspirerenAnnemiek RijckenbergZelfstandig adviseur stedelijkeontwikkelinga.rijckenberg@planet.nlOpruimenen inspirerenPlatformen onze milieuprestaties in Europa?Niet door processen te ontwerpen, weldoor de opgaven zo goed mogelijk teonderzoeken, samen met ontwerpers,belanghebbenden en belangstellendenop de publieke tribune.Op mijn persoonlijke verlanglijst voorhet Jaar staat ook het verdwijnenvan de zelfbenoemde goeroes van degebiedsontwikkeling. Het psychologise-rend jargon over leiderschap, lef, verlei-ding en passie lijkt over zijn hoogtepuntheen. Nu overheerst het samen bouwenen bottom-up ontwikkelen. Maar daarhebben we die goeroes en marktpar-tijen toch eigenlijk niet voor nodig?De discussie over de ruimtelijke orde-ning is de laatste decennia teveel vanuithet perspectief van de haastige (markt)ontwikkeling gevoerd. In de tijd dat debomen nog tot in de hemel groeidenwerd vooral het laaghangend fruitgeplukt; de gemakkelijk te ontwikkelenlocaties, de gegarandeerde winsten. Bijtransformatie en herontwikkeling zijndie snelle winsten ver te zoeken, maarligt ook weer de kans om maatschap-pelijke initiatieven, jonge ondernemers,nieuwe laboratoria en collectievewoonvormen een plek te bieden. Mitsnatuurlijk wordt afgeboekt op onrealis-tische boekwaardes. Nu door de finan-ci?le crisis veel partijen uit beeld zijnverdwenen zou het zonde zijn om bijnaderend herstel weer op de oude voetverder te gaan. Toch lijkt dat stilletjeste gaan gebeuren. Nieuwe wethoudersgeven lege grond het liefst uit aan debekende beursgenoteerde partijen, inplaats van aan nieuwe collectieven.Wat ik niet zou willen opruimen is dekennis en inspiratie uit de afgelopen 25jaar. Van veel van destijds uitgezettebeleidslijnen worden nu de resultatenzichtbaar. Dat geldt bijvoorbeeld voorde nieuwe landschappen voor Ruimtevoor de Rivier, of de inrichting vanstationsgebieden in de grote steden.Ik hoop, dat het onderzoek naar devoorbeeldprojecten van de Vierde Notainspiratie oplevert. En het omzien naarde resultaten van de ontwerpwedstrij-den van de EO Wijers stichting, van dearchitectuurbi?nnales in Rotterdam ende vele ontwerpen in het kader van hetDeltaprogramma.Ik durf te voorspellen, dat bij al die in-spirerende voorbeelden enthousiasteinitiatiefnemers, bevlogen bestuur-ders en goede ontwerpers betrok-ken waren. Maar zijn dat voldoendeingredi?nten om de grote opgavenaan te pakken? Over grote opgavenspreken maakt zwijgen over de rol vande overheid onmogelijk! Bij verschil-lende grote bijeenkomsten van het Jaarvan de Ruimte was er veel belangstel-ling voor de vrije tafels, en die gingenvooral over de onderliggende vraagnaar sturing en beleid.Het Jaar van de Ruimte is nog nietgeadopteerd door de sectoren die degrootste ruimtelijke impact gaan heb-ben de komende decennia. In het ener-gieakkoord ontbreekt een ruimtelijkeparagraaf, en er gaapt een kloof tussende traditionele energiemaatschappijenen hun spreekbuizen op het ministerievan EZ en de innovatieve zelfdoeners.Het Deltaprogramma kent geen land-schappelijke doelstellingen. De tot-standkoming (of het uitblijven) van in-frastructuur gefinancierd uit het MIRTis nog steeds een black box. Wanneerje geld voor infrastructuur aanbiedtontstaat er vraag naar infrastructuur,los van alle verkeersprognoses. Wateen ruimte en energie zou er kunnenvrijkomen bij het heroverwegen vande asfaltplannen door deze in te ruilenvoor herbestemming, bijvoorbeeld.Daar ligt dus de grote uitdaging voorhet komend jaar: verbindingen tussenopgaven, sectoren en partijen. Uitruilvoor betere plannen mogelijk gaanmaken. Ik verheug me er op. S+RO 2015/01 57PlatformOpruimen en inspireren
Reacties