Gezond gedrag hangt samen met allerlei factoren die ruimtelijk experts niet kunnen beïnvloeden: sociaaleconomische situatie, persoonlijke motieven en culturele leefstijl. In het ontwerp van de directe leefomgeving kan de stedenbouwer wel gezonde leefomstandigheden creëren. Dit streven is niet nieuw. In de afgelopen 150 jaar zijn verschillende gezondheidsthema’s de revue gepasseerd in de stedenbouw. Ad de Bont geeft een overzicht.
18 2016/01 S+ROThemaGezonde StadGezonde verstedelijking:een lange traditieAd de BontUrhanh Urban Design en TU/ewww.urhahn.comGezond gedrag hangt samen metallerlei factoren die ruimtelijk expertsniet kunnen be?nvloeden: sociaalecono-mische situatie, persoonlijke motievenen culturele leefstijl. In het ontwerpvan de directe leefomgeving kan destedenbouwer wel gezonde leefom-standigheden cre?ren. Dit streven isniet nieuw. In de afgelopen 150 jaar zijnverschillende gezondheidsthema's derevue gepasseerd in de stedenbouw. Adde Bont geeft een overzicht.Een goede gezondheid is een grootgoed. In het lijstje `wat vindt u belang-rijk in het leven?' staat een goedegezondheid immer op ??n. Een gezonde,sportieve leefstijl en gezonde voedingzijn populair. Prachtig allemaal, maartegelijkertijd zien we een steeds dikkerwordende, suikerverslaafde samenle-ving ontstaan. Helaas is een gezondeleefstijl vooral weggelegd voor dehoger opgeleiden. Gezondheid en eenhoge levensverwachting hebben nogsteeds een relatie met de sociaalecono-mische status. We willen allemaalgezond zijn, maar wat hebben weervoor over en passen we ons gedragook aan? Ons (gezonde) gedrag hangtsamen met allerlei factoren dieruimtelijk experts niet kunnen be?n-vloeden: sociaaleconomische situatie,persoonlijke motieven en cultureleleefstijl. Ruimtelijk experts kunnen welinvloed uitoefenen op de woon- enleefomgeving. Deze bepaalt mede onzefysieke en mentale gezondheid: eengezonde stad biedt de bewonersgezonde leefomstandigheden. Ditstreven is niet nieuw, maar al decenniaeen basis voor het handelen vanruimtelijk ontwerpers. De gezondheids-thema's fluctueerden echter door dejaren heen.Het begon met de hygi?nistenDe `Hygi?nisten', een groep vooruitstre-vende artsen die in de tweede helft vannegentiende eeuw opkwam voor deverbetering van de openbare hygi?neen volksgezond, staan aan de basis vande gezonde stad. In die tijd waren dehygi?nische omstandigheden in deverkrotte binnensteden erbarmelijk.Gezonde verstedelijking:een lange traditieGezondheidsthema's speelden nauwe-lijks een rol in de stadsontwikkeling.Slechts enkele vooruitstrevende medici,verlichte industri?len en idealistischearchitecten bekommerden zich om degezondheid van de arbeiders die leefdenin de verkrotte binnensteden metslechte woningen zonder goederiolering en/of schoonwater voorzie-ning. De stadsuitbreiding vond plaatsvia zogenaamde revolutiebouw:donkere, kleine (alkoof)woningen, somsrug-aan-rug, in krappe stadsbuurten.Tuinen ontbraken veelal en de stratenwaren zeer smal. Geen gezondewoonsituatie. Velen leden aan tubercu-lose. In deze periode stichtten vooruit-strevende industri?len incidenteelkleine woonparken voor arbeiders,zoals het Agnetapark in Delft ? aange-legd door de eigenaren van de gist- enspiritusfabriek die daar was gevestigd.In Frankrijk werd het eerste grootscha-lige wooncomplex met galerijwoningengesticht door Godin en Charles Fourier:Familist?re in Guise (1859-1885), gerichtop gezonde leefomstandigheden voorde arbeiders.S+RO 2016/01 19ThemaGezonde StadGezonde verstedelijking:een lange traditieVinex-wijk Noorderplassen-WestAlmere, 2013. Foto: Christian van ElvenCC BY-ND 2.0De tuinsteden met frisselucht en veel groenIn 1898 publiceerde de beroemdeEngelse stedenbouwkundige EbenezerHoward zijn Garden City Utopia:Tomorrow, a peaceful patch to realreform. Howard beschreef hierin zijnideaal: een kring van groene tuinstedenals ideale oplossing voor de uitbreidingvan Londen. Gezondheidsoverwegingenzoals frisse lucht, goede hygi?ne enveel groen speelden een belangrijke rol.In de eerste decennia van de twintigsteeeuw werd volop ge?xperimenteerdmet gezonde wijken en steden. Deidee?n van Howard werden doorRaymond Unwin uitgewerkt in deklassieke voorbeeldwijken Letchworthen Welwyn. Een bijzonder voorbeeld isRadburn van Stein & Wright uit 1929. Indeze woonwijk is een volledig autovrijsysteem van wandel- en fietspadenaangelegd. Deze wijk werd geprofileerdals ideale woonwijk voor gezinnen metkinderen. Baanbrekend is eveneensTony Garniers publicatie Une cit?industrielle, ?tude pour la constructiondes villes (1917). Hierin wordt eenradicale functiescheiding in de modernestad gepropageerd. Wederom metgezondheidsmotieven als reden. Deeerste modernistisch uitbreidingenzoals de Duitse Siedlungen R?merstadten Weissenhof zijn de directe erfgena-men van deze tuindorpen. In eenmodernistische setting met rationelebouwstroken, veel ruimte en groen zijnde gezondheidsidealen uitgewerkt.Aandacht voor de bezonning en schonelucht waren de krachtige uitgangspun-ten. De vooroorlogse, modernistischewoonblokken kunnen worden be-schouwd als gezondheidsmachines.Woningen en woongebieden waar degezondheid van de bewoner centraalstond.Woningwet enGezondheidswet: de basisvoor de gezonde stadIntussen was in Nederland in 1901 deWoningwet opgesteld, opmerkelijkgenoeg samen met de Gezondheidswet.Het doel was een verbetering van destedelijke leefomstandigheden en hetbevorderen van `goede woningbouw'.Samen hebben de wetten aan de basisgestaan van de moderne stedenbouwen de gezonde stad. Dankzij de Woning-wet waren gemeenten in staat grond teverwerven, waren ze verplicht omuitbreidings- en bestemmingsplannenop te stellen en konden woningcorpora-ties op grote schaal sociale woningen-bouw realiseren. Vanaf het interbellumzijn op grote schaal wijken gebouwdmet degelijke sociale woningbouw eneen goed functionerend rioleringssys-teem. Een groot verschil met deschamele revolutiebouw uit denegentiende eeuw: vergelijk de oudePijp en de Dapperbuurt in Amsterdammet klassieke, monumentale stadswij-ken zoals Berlages Amsterdam-Zuid ofallerlei tuinwijken. Ook in Nederlandwerden in die tijd de eerste projectenvolgens de idealen van het NieuweBouwen gerealiseerd. Voor alle wijkengold dat ze gezondheidsidealenbelichamen. Impliciet in de klassiekestadswijken, expliciet in de modernisti-sche woongebieden, gebouw volgendhet CIAM-adagium licht, lucht enruimte. De stadslucht werd tegelijker-tijd schoner door de grootschaligetoepassing van technische innovaties(energievoorziening, uitstoot indus-trie?n), een zegen voor de gezondheid.In deze periode werd voor het eerstrekening gehouden met plekken voorsport en spel. Denk bijvoorbeeld aanOlympiapark, De Mirandabad enOlympisch Stadion in het eerdergenoemde Amsterdam-Zuid.Geplande gezondheidNa de Tweede Wereldoorlog breekt dewederopbouw aan. De vooroorlogseexperimenten met het Nieuwe Bouwenworden vanaf de jaren 1960 op groteschaal toegepast in de naoorlogsewoonwijken. Hier ontstond de >>20 2016/01 S+ROThemaGezonde StadGezonde verstedelijking:een lange traditieAgnetapark Delft, plattegrond 1880.Bron:The JR James Archive CC BY-NC 2.0Nederlandse planningstraditie.Planologen, stedenbouwkundigen enonderzoekers introduceerden eenplanmatige, wetenschappelijkebenadering. Steden en wijken werdenfunctioneel geordend en overlastveroorzakende industrie?n verdwenennaar nieuw aangelegde bedrijventerrei-nen. In de woonwijken werd eenhi?rarchische wegenstructuur ontwik-keld, het doorgaande verkeer werdlosgekoppeld van de directe woonom-geving. Dit alles ten gunste van onzegezondheid. Daarnaast werd ook metgezondheidsaspecten zoals bezonning,ruimte voor sport en spel, afvalverwer-king, fiets- en wandelstructuren,groenstructuur rekening gehouden.Alles vertaald in normen, kengetallenen richtlijnen die direct inspelen op hetverbeteren van de stedelijke basiscon-dities waarin de gezondheidsrisico'sworden geminimaliseerd.We maken u gezond: demaakbare samenlevingGesteld kan worden dat deze naoor-logse woningbouw leidde tot ontworte-ling en een existenti?le crisis. Demenselijke maat was verdwenen in demodernistische woonwijken en hunopvolgers, de nog grootschaligermegastructuren zoals de Bijlmer.Ongezonde leefomstandigheden warenhet gevolg, hoezeer de wijken ookgericht waren op comfortabelewoningen, grootschalig groen en ruimtevoor wandelen en fietsen. Menhunkerende naar kleinschaligheid engeborgenheid. In de jaren 1970 ontstondeen tegenbeweging: de periode van de`maakbare samenleving'. Hygi?ne, licht,lucht en ruimte waren niet langer deoverheersende gezondheidsthema's:ontwerpen waren gericht op dementale gezondheid. Een antwoord opde ontworteling en stress was de`herbergzame stad', een reactie op dedrukke binnensteden en anoniemewoonwijken. De tegenbeweging prediktkleinschaligheid, bewonersparticipatieen sociale cohesie. Dit heeft geleid totde kleinschalige stadsvernieuwingsge-bieden en de bekende bloemkoolwijkenin groeikernen zoals Lelystad, Houten,Zoetermeer en Nieuwegein. Het geloofin de maakbare samenleving klinkt doorin de stedenbouw en architectuur vandeze wijken.Tegelijkertijd kwam het milieubewust-zijn op. Startpunt was het rapport `Degrenzen aan de groei' van de Club vanRome uit 1972. Dit milieubewustzijnvertaalde zich in het streven naargezonde, duurzame steden. Duurzamevervoerswijzen raakten in zwang. Debinnensteden raakten vol, overalstonden auto's. Het ruimtebeslag en deuitstoot waren belangrijke drijfverenom langzaam verkeer en openbaarvervoer te stimuleren. In de groeiker-nen ligt het primaat bij directe lang-zaam-verkeersstructuren (bijvoorbeeldHouten) en fijnmazige hart-op-hartopenbaarvervoersystemen (bijvoor-beeld Almere en Zoetermeer). In dewijken konden de bewoners autovrij descholen, winkels, groengebieden enoverige voorzieningen bereiken(voorbeeld Haagse Beemden in Breda).Grote groengebieden dooraderen degroeikernen en haar monofunctionelewoonwijken met lage dichtheden,omvangrijke werkgebieden en centra.De afstanden tussen deze gebieden zijndoor onder andere door dit groen somszo groot geworden dat de auto hetmeest gebruikte vervoermiddel isgeworden. Opmerkelijk omdat dewijken zijn opgezet vanuit het perspec-tief van de fietser. Meer groen is dusniet altijd goed. Binnensteden met eenhoge mate van functiemenging leidentot meer fietsen en wandelen.De gezondheid van de stadDe periode van 1990 tot 2005 was eenperiode van voorspoed. De ruimtelijkeordening en stedenbouw speelden in opde behoeften van de kritische woon-consument: goede comfortabelestadsappartementen en Vinex-locatiesmet riante woningen, gelijkgestemden,de auto voor de deur en alle suburbanevoorzieningen nabij. Het Vinex-beleidwas gericht op het versterken van decompacte stad om de stadsvoorzienin-gen te ondersteunen, het landschap tesparen en het openbaar vervoer tebevorderen. Omdat Vinex-locatiesechter per definitie nabij de stadsrand(en dus ook nabij de snelwegen) lagen,was een goede autobereikbaarheidgegarandeerd. Het hoogwaardigopenbaar vervoer bleef vaak achter-wege of kwam te laat. Het resultaat:S+RO 2016/01 21ThemaGezonde StadGezonde verstedelijking:een lange traditieOnder: Amsterdam Zuid gezien vanafhet Okura Hotel. Foto:Tiemen RapatiCC BY-NC 2.0Boven: Agnetapark Delft 2007. Foto:Gerard Stolk CC BY-NC 2.0wijken met een ideale autobereikbaar-heid. Niet echt een bijdrage aan degezonde stad.In deze periode werden de duurzaam-heidsthema's verder uitgewerkt. Hetresultaat zijn duurzame wijken metveel biodiversiteit, gescheiden ver-keerssystemen, duurzame watersyste-men, ecologische zones en natuurlijkbeheer. De wijk is supergezond gewor-den, de vraag is echter of de mens ookgezonder is gaan leven in deze wijken:zijn mensen meer gaan bewegen, hetgroen gaan ervaren, zich gezonder gaanvoelen? Dat kunnen we ons met rechtafvragen.En nu: een passievesamenlevingDoor de vergaande automatisering vande samenleving in de afgelopendecennia is de trend van het minderbewegen doorgezet. Mensen hoevenniet te bewegen als ze niet willen.Bewegen is een keuze geworden: deauto, roltrap, scooter, lift, e-bike,Segway, de computer, de afstandsbe-diening en allerlei huishoudelijkeapparaten maken beweging overbodig.Veel (nieuwe) welvaartsziekten hangensamen met deze inactiviteit: obesitas,depressiviteit, dementie en hart- envaatziekten nemen toe en zijn deels teverklaren door inactiviteit. Mensenbewegen te weinig, terwijl het ? bewe-zen ? bijdraagt aan de beperking vandeze ziektes. Gelukkig dringt dit besefook door in ons vakgebied. Op veelplaatsen wordt ge?xperimenteerd metbeweegvriendelijke omgevingen. Meerbewegen (wandelen, fietsen, sport enspel) staat hoog op de agenda.Verleiden tot gezond gedragDe opgave is nu om steden te ontwer-pen die verleiden tot gezond gedrag.Zorg dat de bewoners worden verleidom te fietsen, te sporten, te recre?ren,dat kinderen en senioren op een veiligemanier de buitenruimte actief kunnengebruiken. Voorbeelden te over. Ditdoen we niet door gedrag te verbieden,maar door gezonde alternatieven aante bieden. Het is een nieuwe, urgenteinvulling van het begrip gezonde stad.Een invulling die antwoord probeert tegeven op de nieuwe welvaartsziekten.De gezonde stad is niet nieuw, derecente invulling van het thema wel.Aan het minimaliseren van de gezond-heidsrisico's uit de twintigste eeuwwordt het maximaliseren van gezond-heidswinst toegevoegd. Hoe kan deleefomgeving ruimte bieden aan gezondgedrag? Een mooie ambitie voor ons vakin de komende jaren. Dit artikel is gebaseerd op een essay vanAd de Bont uit de publicatie `Ruimte engezondheid, een vanzelfsprekendecombinatie?' (RIVM en TU/e, 2015).Ad de Bont is stedenbouwkundige bijBureau Urhahn en de TU/e. Hij ismedeoprichter van het Platform GezondOntwerp, een platform gericht op deontwikkeling van gezonde steden(samenwerking TU/e, RIVM, Kenniscen-trum Sport en Pharos).
Reacties