Het besef dat we leven in het Antropoceen heeft grote gevolgen voor de aanpak van ruimtelijke opgaven. Willen we de negatieve invloeden van de mens op de aarde ten positieve keren, dan zullen we eerdere ruimtelijke ingrepen moeten herzien én herstellen. Getijdenpark Eiland van Brienenoord in Rotterdam is hier een voorbeeld van. Midden in de stad is de voorheen stenige Nieuwe Maas weer zichtbaar als deltarivier.
Eiland van Brienenoord is het resultaat van een negentiende-eeuwse verslibbing van een zandplaat, later vonden daar ook industriële activiteiten plaats. De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) bouwde er in de jaren zestig grote tanks voor de opslag van olie die daar werd opgepompt met ‘ja-knikkers’. De opslagtanks zijn inmiddels verdwenen. Daarna verscheen op het westelijk deel van het eiland een dok, waarin gebouwd werd aan de elementen voor de riviertunnel van de Rotterdamse metro. En eind vorige eeuw lagen er nog plannen voor de bouw van een groot conferentiehotel, maar dat plan - dat op grote weerstand van de lokale bevolking kon rekenen - is ingehaald door de tijd.
Er kwam iets heel anders: een getijdenpark. Wie het park werkelijk wil beleven, doet er verstandig aan om rubberlaarzen aan te trekken. Het 21 hectare grote eiland, gelegen in de buitenbocht van de Nieuwe Maas, biedt volop aanleiding om buiten de gebaande paden te treden. Kinderen mogen hier hutten bouwen en de kans dat je tijdens het wandelen een ondergelopen vlonder aantreft is groot. Aan de westelijke en zuidelijke kant van het eiland is een getijdengeul aangelegd. De hoge kades zijn vervangen door lange flauwe taluds. Daardoor is het verschil tussen eb en vloed goed zichtbaar, een belangrijk uitgangspunt van het ontwerp. De Nieuwe Maas is de enige rivier in Nederland waar de invloed van eb en vloed nog zo groot is. Door de open verbinding van de Nieuwe Maas via de Nieuwe Waterweg met de zee, stijgt en daalt het waterpeil hier twee keer per dag zo’n anderhalve meter. Die deltadynamiek was in de stad amper nog zichtbaar, maar dat is door de aanleg van het park hersteld.
Opdrachtgever: gemeente Rotterdam
Ontwerp getijdenpark: gemeente Rotterdam
Ontwerp uitkijkpunt: H+N+S Landschapsarchitecten en Next Architects
Ontwerp: 2017-2019
Realisatie: 2019-2022
Uitvoering: Van de Ven, Martens, Van Oord, Van Oord Marine-Ingenuity, Hakkers, De Boer & De Groot (uitkijkpunt).
Budget: 23 miljoen euro
Financiering: gemeente Rotterdam, Rijkswaterstaat, Provincie Zuid-Holland, Havenbedrijf, Van oord Dredging and Marine Contractors, Europese subsidie (LIFE IP)
Adviseurs: Ark Natuurontwikkeling, Wereld Natuur Fonds en Het Zuid-Hollands Landschap.
Het getijdenlandschap biedt een rijke leefomgeving voor allerhande planten en dieren, zoals trekvissen, de spindotter (een gele bloem), de vlinder bruin blauwtje, vleermuizen, zelfs bevers en de in Nederland zeldzame rivierrombout, een libelle met een geelgroen lijfje. Vogels tref je hier volop, zoals de steltloper en de lepelaar, die bij eb met hun snavels in het zand prikkend op zoek zijn naar voedsel. Ook voor de mens is er op het eiland van alles te beleven. Recreatie is een belangrijke pijler onder het project. Voor de leefbaarheid van de steeds verder verdichtende stad - Rotterdam krijgt er jaarlijks ongeveer 4.000 nieuwe inwoners bij - is recreatief groen op steenworpafstand van de woonwijken een voorwaarde. Het getijdenpark laat bezoekers de Nieuwe Maas als deltarivier beleven, maar laat hen ook ervaren dat de rivierrombout en de Rotterdammer of een door vloed ondergelopen eiland en een wolkenkrabber prima buren kunnen zijn.
Tot eind jaren negentig richtte Rotterdam zich vooral op de wederopbouw van de binnenstad. Stedenbouw en architectuur waren leidend. De verblijfskwaliteit liet te wensen over. Vanuit de Dienst Stadsontwikkeling is de afgelopen decennia gewerkt aan een structurele vergroening van de stad, met zichtbaar resultaat. Een beleid gericht op het aantrekken van mensen met middeninkomens naar Rotterdam, een voor de stad economisch interessante doelgroep, hielp bij de financiering daarvan. Een hoogwaardige openbare ruimte levert immers een aantrekkelijke stad op, een voorwaarde voor veel mensen om zich op een specifieke plek te willen vestigen. De aandacht in de stadsontwikkeling verschoof ook, van enkel alsmaar bouwen naar vergroening en herstelwerk van het openbare groene weefsel, met als belangrijk onderdeel daarvan de rivier de Nieuwe Maas.
Opgaven van nu, zoals klimaatverandering, vervuiling of het verdwijnen van biodiversiteit, vragen bovendien om een radicaal andere ontwerphouding. Architectuur, stedenbouw en landschap los van elkaar zien is een idee uit het fossiele tijdperk. Constructiever is het om te ontwerpen vanuit het idee dat stad en landschap in elkaar grijpen. Vrijwel elke bouwopgave is immers ook een landschappelijke opgave. Hoe om te gaan met de bodem en de watersystemen bij het bouwen van een nieuwe woonwijk? Welk landschap laat een architect achter? Hoe bouwen we duurzame wijken waar het prettig leven en ontspannen is, in plaats van enkel een plek met massa’s woningen? De combinatie van denken over een meer duurzame leefomgeving en werken aan een leefbare stad, deed de gemeente Rotterdam met nieuwe ogen naar de Nieuwe Maas kijken. Deze rivier was voorzien van stenige kades en gekanaliseerd, en als rivier nog maar weinig beleefbaar. Nadat de industrie steeds vaker de stad uittrok, waren de stenen kades niet meer nodig en konden ze worden verzacht. Dit idee werd op de regionale schaal van een visie voorzien. Vanaf 2016 startte Rotterdam het Programma ‘Rivier als Getijdenpark’ met steeds meer partners, zoals de provincie Zuid-Holland, Rijkwaterstaat en verschillende hoogheemraadschappen en werd het onderdeel van het nationaal Deltaprogramma. Het programma is gericht op het terugbrengen van het getijdensysteem op verschillende plekken in de Maas in stedelijk gebied. Het levert zowel op gebied van ecologie, als van recreatie winst op, zonder dat het de nog bestaande industrie in de weg zit. Getijdenpark Eiland van Brienenoord is één van de projecten die uit dat programma is voortgekomen.
Via een vlonder krijgt de bezoeker toegang tot het voormalige dok waar in de jaren zestig de tunneldelen voor de Rotterdamse metro werden gemaakt. Foto Arnoud Verhey.
“Juist het feit dat het getijdenpark binnen de gemeente maar een klein project was, heeft eraan bijgedragen dat het lukte om het park te realiseren,” vertelt Laurence Peels, gemeentelijk projectmanager van het getijdenpark. “Alles was klein aan ons project, ook het projectteam en het budget. Wij opereerden daardoor onder de radar. Niemand keek mee en zo ontstond er speelruimte om te beginnen.” Het ontbreken van een risicodragende financierende partij - er is bijvoorbeeld geen bouwproject waaruit ontwikkelaars winsten kunnen halen - maakte het onmogelijk het gehele plan in een keer uit te voeren. Peels: “We hebben uiteindelijk vijftien subsidiepotjes aangeboord.” Ze zucht een keer diep en vervolgt lachend: “Ik ben nog steeds druk bezig met de boekhouding daarvan, maar ik heb wel bewezen een zeer kundig subsidieaanvrager te zijn.” Een kwaliteit die absoluut nodig is in teams die werken aan dit soort projecten. “Per stap besloten we wat te doen. Bij tegenvallende budgetten gingen we bezuinigen, en als het financieel meezat konden we juist iets extra’s doen.” Uiteindelijk kwam er ruim voldoende budget beschikbaar om het plan in zijn geheel met hoge kwaliteit uit te voeren.
Ook niet eenvoudig was de kwestie van veiligheid. Peels: “De stad is verantwoordelijk voor de veiligheid van burgers in de openbare ruimte en ‘struingroen’ met veel water geeft risico’s. Wat als er iemand kopje onder gaat? Het Rotterdamse bestuur heeft lef getoond door achter de ontwikkeling van het park te gaan staan. Dat blijkt ook uit de moties die door de gemeenteraad werden ingediend. Die daagden vaak uit nét dat stapje extra te maken. Zo kwam van hen de vraag om in de stad een natuurlijke zwemlocatie te realiseren. De kans is nu groot dat we dat in het getijdenpark nog voor elkaar gaan krijgen.”
Doorsnede van het nieuwe profiel. De hoge kades zijn vervangen door lange flauwe taluds met wadplaten, slikken en schoren. In rood de oude taludlijn. Zo is het verschil tussen eb en vloed zichtbaar en bieden de taluds voor planten en dieren een comfortabele leefomgeving. Beeld gemeente Rotterdam.
Het Eiland van Brienenoord kreeg volop aandacht in de vakwereld en werd bekroond. In 2023 kreeg het een eervolle vermelding van de Rotterdamse Architectuurprijs én won het de wildcard van de Gulden Feniks. Het feit dat het getijdenpark in beide prijzen werd geëerd was niet vanzelfsprekend. Van oudsher zijn dergelijke prijzen gericht op de gebouwde omgeving. Bij het winnen van de Rotterdamse Architectuurprijs kopte het Algemeen Dagblad: ‘Bijzonder: Eiland van Brienenoord kan beste ‘gebouw’ van Rotterdam worden’. Een landschappelijk project als architectuurprijswinnaar, dat was de stad nog niet gewend. Ook voor de Gulden Feniks-jury was het even wennen, zo’n natuurlijk herstelproject.
De waardering die uit deze winsten spreekt is een signaal dat de context van het ruimtelijk vakgebied verschuift. Dat we spreken over renovatie in relatie tot landschap is een nieuwe, maar meteen ook zeer urgente opgave. En een renovatieproject was het getijdenpark zeker. In de context van dit soort projecten wordt doorgaans gesproken over het scheppen van condities waardoor natuurlijke processen hun gang kunnen gaan. Dat klinkt wal al te romantisch. De realiteit is een grote verbouwing waarbij de oorspronkelijke natuurlijke condities eerst flink op de schop gaan. Een grond-, weg- en waterbouwer heeft samen met een aannemer met zwaar materieel grond verzet. Met behulp van flinke graafmachines werden boom- en plantwortels uit de grond gerukt en geulen gegraven. Grond werd weer hergebruikt, bijvoorbeeld om tussen de strekdammen aan de westkant het water minder diep te maken. Kortom: nieuwe natuur ontstaat niet vanzelf, die moet worden opgebouwd. Pas als alle herstelwerkzaamheden achter de rug zijn, krijgt de natuur vrij spel.
Herstelwerk, zowel de verduurzaming van wederopbouwflats, de transformatie van kantoorkolossen, het futureproof maken van schoolgebouwen of het omvormen van industriële terreinen tot woon-werkgebieden én ook het ‘renoveren’ van landschappelijke projecten zijn belangrijke onderdelen om – met een bewuste houding ten aanzien van de kwalijke gevolgen van het antropoceen – te bouwen aan de leefbare en gezonde leefomgevingen van de toekomst. Voor Rotterdam is de klus nog niet geklaard. Naast ‘gewoon beginnen’ weten ze in Rotterdam ook wel van wanten met ‘gewoon doorgaan’. Peels en haar team zijn bezig met een volgend getijdenpark; Getijdenpark Feyenoord dat tussen Eiland van Brienenoord en het Mallegatpark in ligt. Zo bouwen ze gestaag door aan die grootschalige stedelijke / landschappelijke hersteloperatie.
Aanleg van het Getijdenpark Eiland van Brienenoord. Zicht op het gebied tussen de strekdammen. Foto Paul Martens
Het Nationaal Renovatie Platform richt zich op de bestaande gebouwde omgeving. Bij het partnernetwerk van het NRP zijn meer dan honderd bedrijven en organisaties aangesloten uit de volle breedte van de vastgoedsector. Met agenderende, lerende en ‘prijzende’ werksessies en programma’s brengen we langjarige complexe samenwerkingen tot stand en verdiepen we kennis rondom transformatie, renovatie en hergebruik. Zo dragen we bij aan de versnelling van circulair en biobased materiaalgebruik, de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad, kortom aan een toekomstbestendig gebouwd Nederland. NRP heeft vanaf 2024 een partnership met Aeneas media, uitgever van Ruimte + Wonen. Jaarlijks rijkt NRP de Gulden Feniks uit, dé prijs voor de beste transformatie- en renovatieprojecten in Nederland. In 2023 was Getijdenpark Eiland van Brienenoord één van de winnaars. De jury betitelde het nieuwe park als ‘een project echt van deze tijd.’ Marieke Berkers, auteur van het artikel, is programmamanager Gulden Feniks bij NRP.
Reacties