Van indammen naar propageren, van bijsturen tot de markt z’n werk laten doen: het overheidsbeleid ten aanzien van kampeerterreinen en vakantieparken is nogal veranderd. Die veranderingen gingen soms zeer snel: moesten er het ene moment nog vooral kleinschalige, natuurgerichte accommodaties verrijzen, tien jaar later was massaliteit opeens het toverwoord. De beleidsvelden recreatie en toerisme schoven ondertussen heen en weer tussen cultureel-opvoedkundige, ruimtelijke en economische departementen. Dit beknopte overzicht brengt de vele beleidsveranderingen in beeld.
6 2016/04-05 S+ROThemaVrij!Een eeuw vakantieplanningEen eeuw vakantieBoven: De Duitse prinses Von Wiedstond al in de jaren 1910 kampeerdersop haar land in Castricum aan Zeetoe. Later ontstond hier KampBakkum. Bron: Mieke DingsOnder: De `Modelvoorschriften'hadden effect: vanaf dat momentverrezen er vrijwel alleen nog huisjesdie aan de voorschriften voldeden,zoals hier een huisje van Saxenheimin Vierhouten, jaren 1940. Bron:Regionaal Archief ZutphenMieke DingsGastredacteur/Bureau Dingesmieke@bureaudinges.nlVan indammen naar propageren, vanbijsturen tot de markt z'n werk latendoen: het overheidsbeleid ten aanzienvan kampeerterreinen en vakantie-parken is nogal veranderd. Die ver-anderingen gingen soms zeer snel:moesten er het ene moment nog vooralkleinschalige, natuurgerichte accom-modaties verrijzen, tien jaar later wasmassaliteit opeens het toverwoord.De beleidsvelden recreatie en toerismeschoven ondertussen heen en weertussen cultureel-opvoedkundige, ruim-telijke en economische departementen.Dit beknopte overzicht brengt de velebeleidsveranderingen in beeld.1930 Regels, verordeningen, voorschriftenToen het aantal kampeerders in de jaren 1930 groei-de en niet alleen tot zedelijke, maar ook tot ruimte-lijke problemen ging leiden, begon de overheidsbe-moeienis toe te nemen. Beginnende streekplanning,in combinatie met talloze regels, verordeningen envoorschriften, moest de trek naar buiten in goedebanen gaan leiden. Kampeerverboden maaktenplaats voor kampeerverordeningen. De in 1935uitgegeven `Modelvoorschriften voor zomerhuizen',die gemeenten als aanvulling op de bouwverorde-ning konden opnemen, boden handvatten om ditsoort huisjes van lichtere constructie op bepaaldeterreinen toe te staan. Daarmee plaveiden ze deweg voor vakantieparken. Overigens moest hetdagverblijf van een huisje minimaal twaalf vierkan-te meter tellen. Maximale maten ontbraken nog. 1920 Verboden!De eerste overheidsbemoeienis met het kampeerverschijnsel was nogal defen-sief van aard. Met name in het katholieke zuiden was de angst voor `onzedelijketoestanden' groot en wisten bewoners, noch overheden zich geen raad metdie `zonderlinge figuren'. Verschillende gemeenten namen in hun AlgemenePolitieverordering (APV) ? dikwijls in hetzelfde artikel dat ook prostitutie enhomoseksualiteit aan banden legde ? een kampeerverbod op. Wie toch wildekamperen, moest toestemming vragen aan de burgemeester en daarbij eenbewijs van goed gedrag kunnen overleggen. S+RO 2016/04-05 7ThemaVrij!Een eeuw vakantieplanningplanningverzekeringsmaatschappij Nillmij,die in de jaren 1950 een ketenvan voorbeeldige huisjesparkenopbouwde. Foto: onbekendBoven: De Stichting Veilig Tehuis gingvanaf 1946 de kampeerterreinenen vakantieparken keuren. Bron:Nationaal Archief Den Haag1950 Sturen en stimulerenEind jaren 1940 kwam de Rijksdienstvoor het Nationale Plan (RNP) er achterdat er niet zozeer een tekort aanvakantierecreatieruimte was, maardat het vooral aan accommodatiesontbrak. En dan vooral aan zoge-naamde `doelmatige' accommodaties,die `in de eerste plaats voldoen aande elementaire eis van psychischeen fysieke regeneratie in de natuur,waaraan vrijwel elke in een niet-uit-gesproken plattelandsmilieu levendeburger behoefte heeft. Daarnaastdienen echter zedelijk-culturele maat-staven te worden aangelegd, die menals persoonlijkheidsvormende waardekan aanduiden. Een derde maatstafis de financi?le bereikbaarheid voorallen die aan een vacantiebestedingbuitenshuis en in de vrije natuur be-hoefte hebben'.1 De RNP dacht dan aankleinschalige kampeerterreinen en va-kantieparken met `stijl'. In de hoop dieaccommodaties te stimuleren, brachtde RNP in 1950 het rapport `Doelma-tige vakantie-accommodatie' uit entrachtte zoveel mogelijk ondernemersin duwtje in die richting te geven. Noten1 RNP, Doelmatige vacantie-accommodatie,Den Haag 1950, z.p.Onder: Zo zag de RNP hetgraag: blije stadskinderenvoor hun vakantiehuisje op DeKoerberg in Heerde, 1955. DeKoerberg was gerealiseerd door1940 CentralisatieDe Duitse bezetters brachten de nationaleplanning in een stroomversnelling. De door heningestelde Rijksdienst voor het Nationale Plan(RNP) omarmde recreatie ? in lijn met eerderebinnenlandse pleidooien hiertoe ? als een cru-ciale functie die de `stadsmensch' lichamelijk engeestelijk `bevrijding' kon bieden.1 Daarom wildeze zoveel mogelijk `vacantierecreatieruimte'behouden. Het in 1947 gepresenteerde Vacan-tierecreatieplan reserveerde maar liefst eenderde van ons land en werd door bezwaren vanlandbouwzijde spoedig weer van tafel gescho-ven. De Duitse poging om het vrijetijdsaanbodnaar een hoger cultureel plan te tillen, mislukte.Wel kwam er na de Tweede Wereldoorlog eenStichting Veilig Tehuis, die kampeerterreinen envakantieparken ? en vooral de leiders daarvan ?ook `geestelijk' ging keuren. Noten1 Cleyndert Azn., H., `Het nationalenatuurruimtenplan', in: Tijdschrift voor deVolkshuisvesting nummer 15, 1934, pp. 16-20, p. 18.8 2016/04-05 S+ROThemaVrij!Een eeuw vakantieplanningvooral in Drenthe, langs deNoordzeekust en in zuidelijk Brabantkonden verrijzen, 1963.De `Structuurschets voor de (...)openlucht-recreatie' gaf aan datnieuwe `voorzieningen voor deweekend- en vakantierecreatie'1960 Massale oplossingenDe nadruk op `stijl' verdween alssneeuw voor de zon toen eind jaren1950, begin jaren 1960 duidelijk werddat de hoeveelheid vrije tijd snel gingtoenemen en dat er steeds meerrecreatie-behoevende stedelingenbij gingen komen. `Vervoer, verblijf,vertier' werd het motto en de eerderzo gevreesde Engelse holiday-campswerden nu om hun massale ruim-telijke voordelen geprezen. De roepom adequaat beleid zwol aan enresulteerde uiteindelijk in 1963 inde (eerste) `Structuurschets voorde ruimtelijke ontwikkeling van deopenlucht-recreatie', een paar jaarlater al gevolgd door een tweede.De Structuurschets vormde hetruimtelijk kader voor een grootssubsidiesysteem: ondernemers die inde stimuleringsgebieden verblijf envertier wilden ontwikkelen, kondensubsidie krijgen voor de onderbouw(riolering, wegaanleg, enzovoort)daarvan. Een hausse aan plannenvolgde. Stille hoop van de rijksover-heid was, dat de vakantieparkende toenemende honger naar buitenwonen konden stillen. S+RO 2016/04-05 9ThemaVrij!Een eeuw vakantieplanningDe `Nota landelijke gebieden' maaktevooral ruimte voor kleinschaligerecreatie, zoals kamperen bij de boer,1977.1970 Aandacht voor landschap en natuurDe gestroomlijnde planningsmachinerie uit de jaren1960 haperde toen in 1973 het rapport van de Clubvan Rome verscheen, dat duidelijk maakte dat ergrenzen aan de groei waren en dat de levenswijzewaar de Structuurschetsen uit de jaren 1960 op ge-baseerd waren, bijstelling behoefde. Met name twee-de huisjes golden nu als `verwerpelijk en asociaal (...),omdat daardoor de ruimte die het verkeer opeistgroter wordt, het platteland versnipperd en over-stroomd raakt, recreatiemogelijkheden per hoofdvan de bevolking minder worden'.1 De nieuwe Notalandelijke gebieden uit 1977 stond grotere vakantie-accommodaties alleen nog toe rondom de steden enstadsgewesten en dan het liefst in gebieden waar alenige `ruis' was, zoals bij bestaande accommodaties,infrastructuur en woonkernen. Landschappelijkeinpassing was een noodzaak. Evenals differenti-atie: het recreatiebeleid zoals uiteengezet in deStructuurvisie Openluchtrecreatie uit 1977, richttezich nu nadrukkelijk op de vakantieparticipatie van`achterstandsgroepen' zoals bejaarden, jongeren engehandicapten. Noten1 Geciteerd door N. van Loo, `Tweede woning enbuitenplaatsen in het landschap', in: Nederlands Dagblad,9 maart 1974.10 2016/04-05 S+ROThemaVrij!Een eeuw vakantieplanningNederland vakantieland, ofwelde `Nota toeristisch beleid'verbeeld op de omslag van`Recreatievoorzieningen', 1980.1980 Toeristisch productNederlandNa ruim vijftien jaar lang verwaar-lozing kreeg de rijksoverheid in1979 opeens weer aandacht voor deeconomische zijde van de recre-atie, en hoe! Aanleiding was het feitdat er sinds 1977 meer toeristischgeld Nederland uitvloeide dan dater binnenkwam. De rijksoverheidwilde dit tij keren door Nederland alsvakantieland op de kaart te zet-ten. Holland-promotie, verbeteringvan de dienstverlening en meerattracties en accommodaties metslechtweervoorzieningen waren debelangrijkste pijlers van het nieuwebeleid. Het Rijk spoorde, in lijn methet decentralisatiebeleid, provin-cies aan om toeristisch-recreatieveontwikkelingsplannen (TROP) temaken ? wat in de praktijk dikwijlsresulteerde in niet in overig (ruim-telijk) beleid verankerde verlang-lijstjes ? en om ondernemers metgrootste plannen met open armente ontvangen. Vakantieparken metvierhonderd huisjes ? in 1960 nogondenkbaar ? en een subtropischzwemparadijs vormden de nieuwestandaard. S+RO 2016/04-05 11ThemaVrij!Een eeuw vakantieplanningNederland Waterland waseen van de ruimtelijkeontwikkelingsperspectieven die de`Vierde Nota' presenteerde, 1988.1990 Nederland WaterlandNa een periode van wat op zichzelf staandeverlanglijstjes, kreeg Nederland vakantielandeind jaren 1980 alsnog een stevige plek in hetruimtelijk beleid. De Vierde Nota over de ruim-telijke ordening benadrukte het economischbelang van toerisme en maakte duidelijk datNederland zich, vooral wat de waterrecreatiebetreft, van de rest van Europa moest gaan on-derscheiden. Nederland Waterland was daarom??n van de zeven ruimtelijke ontwikkelingsper-spectieven die de Vierde Nota presenteerde. Inde praktijk betekende dit vooral dat Friesland? de provincie die zich bij het maken van deTROP-verlanglijstjes het meest terughoudendhad opgesteld ? zijn wateren voor ondernemersopen moest gaan stellen. Dit deed het, met denodige tegenzin. Toen een paar jaar later bleekdat niet zozeer de watersport, maar vooral dekust toeristen trok ? die had halverwege dejaren 1990 een `marktaandeel' van bijna dertigprocent ? waren de mooiste plekjes al aan ont-wikkelaars vergeven. 12 2016/04-05 S+ROThemaVrij!Een eeuw vakantieplanningHof van Saksen in het DrentseNooitgedacht. Foto: Sybilla KalfsbeekNieuwe vakantieparken speeldensteeds vaker in op de ruimtelijkekwaliteit of belevingswaarde van deomgeving, zoals de in 2007 geopende2000 Ruimtelijke kwaliteit vooropRond de eeuwwisseling kwam er steeds meer kritiek op de verrommeling envervlakking van het landschap, door onder meer het snel toenemend aantalvakantieparken. Terwijl enkelen zich afvroegen of er ?berhaupt nog wel ruimtewas voor al die parken ? nee, zeiden de experts ? werd `niet nog meer vanhetzelfde!' een breed gedragen geluid. De rijksoverheid reageerde op de kritiekdoor in de Vijfde Nota ruimtelijke kwaliteit centraal te stellen. Groene contou-ren moesten de belangrijkste natuurgebieden en landschappen ? waaronder deeerder gepresenteerde Ecologische Hoofdstructuur (EHS) ? tegen ongewensteontwikkelingen beschermen en in de zogenaamde `balansgebieden' gold eenstrikt toetsingskader, ook voor vakantieparken. Hoewel de Vijfde Nota nooit be-krachtigd werd, leidde de boodschap in de praktijk niet alleen tot een charmeof-fensief van recreatieondernemers, maar ook tot meer aandacht voor ruimtelijkekwaliteit(sverschillen) bij de planning en het ontwerp van nieuwe parken. S+RO 2016/04-05 13ThemaVrij!Een eeuw vakantieplanning2010 Ondernemers om de tafelMet name op het voorgestelde contourenbeleid van de Vijfde Nota kwam veel kritiek.Tegenstanders vonden het veel te dirigistisch en defensief. De vrijetijdsindustrie voeldezich niet serieus genomen. Als alternatief presenteerden enkelen een gebiedsgerichteaanpak die in de praktijk, ook door enkele vooruitstrevende ondernemers ? die mededoor de terugtredende overheid in begonnen te zien dat de ruimtelijke kwaliteit van hunomgeving cruciaal was voor het welslagen van hun onderneming ? al her en der werdtoegepast. De Nota Ruimte ging deze aanpak vanaf 2006 uitdragen en riep de decen-trale overheden op om ondernemers wat vaker om de tafel te vragen. Die ondernemersprobeerden, mede ondersteund door Stichting Innovatie Recreatie en Ruimte (STIRR),steeds meer een rol in het ruimtelijk beleid te krijgen: in een in 2013 verschenen rap-port, presenteerden ze, in navolging van het eerder verschenen `Groeten uit Holland', degastvrijheidseconomie als `smeerolie voor gebiedsontwikkeling met duurzaam rende-ment'. Daarmee zetten ze voor het eerst de vrijetijdsindustrie als mogelijke drager vanruimtelijke kwaliteit op de kaart. Noten1 Adviescommissie Regionale Beeldverhalen, All you need is lef. De gastvrijheidseconomie,smeerolie voor gebiedsontwikkeling met duurzaam rendement, Driebergen 2013, p. 4.ongeveer 350 hectare, waaronder 200hectare recreatienatuur en nog eens100 hectare natte natuur. Impressie:Provincie ZeelandWaterdunen gold als een vande voorbeeldprojecten voorgebiedsontwikkeling. Het nog inrealisatie zijnde project bestaat uit
Reacties