Het heeft Marjan de Blok tien jaar gekost, maar half mei ligt de waterwoning die zij samen met haar partner en kinderen gaat bewonen, dan toch echt in het Johan van Hasseltkanaal in Amsterdam-Noord. “We wonen nu nog hoog en klein in de Staatsliedenbuurt, ik kan niet wachten totdat ik hier in een hangmat op het terras lig,” zegt De Blok, die in het dagelijkse leven programmamaker is. De waterwoning bestaat uit twee verdiepingen: drie slaapkamers en een badkamer boven, op de begane grond een woonkeuken die doorloopt naar een lager zitgedeelte.
Het huis dat op een betonnen bak drijft, telt ruim honderd vierkante meter, vertelt De Blok terwijl binnen wordt geklust. “De keuken en kasten bouwen we zelf en we doen het schilderwerk. De rest laten we doen, want we hebben een tweeling van twee jaar oud.”
Het idee om een duurzame drijvende wijk te bouwen, paste goed bij de ambities van de gemeente Amsterdam om van Buiksloterham een circulaire wijk te maken. De Blok: “Toen we begonnen stonden er woonboten getekend op de kaart, maar het was crisis en het had geen prioriteit.” Maar De Blok zette door en kreeg het voor elkaar dat er dertig duurzame waterkavels konden komen. Ze weet dat er op dit moment nergens in Europa een duurzamere waterwijk bestaat. “De groep toekomstige bewoners heeft zelf de lat op het gebied van duurzaamheid hoger gelegd dan de gemeente ons vroeg. Maar we hopen dat we snel door andere waterwijken ingehaald worden.”
Naast triple glas, duurzaam hout, warmtepompen, zonneboilers en zonnepanelen voegt het smart grid in de pionierswijk iets extra’s toe. “We kunnen schone energie aan elkaar leveren. In Nederland mag dat eigenlijk niet omdat je dan je eigen energiebedrijf bent. Maar we hebben toestemming om hiermee te experimenteren.” Ook het omzetten van ‘zwart water’ uit de toiletten in energie door het waterbedrijf past bij de circulaire wijk.
De Blok begon zelf zonder partner aan het avontuur en wist toen nog helemaal niet of ze het wel zou kunnen betalen. “We hebben nu op beide verdiepingen een terras, wat heerlijk is, maar het is ook een bezuiniging geweest. Ook andere bewoners hebben op de woongrootte of duurzame maatregelen moeten besparen.” Op één drijvend huis na dat ongeveer een miljoen euro waard is, raamt De Blok de goedkoopste woningen op ongeveer drieënhalve ton. Het gaat dan om woningen die een kavel delen. “Het blijft veel geld, maar voor Amsterdam is dat voor tachtig vierkante meter geen slechte deal.”
Reacties