De stad is en blijft eerder een magneet dan een roltrap. Zo stelt Tineke Lupi in reactie op het essay van Frank van Dam en Dorien Manting. In de netwerksamenleving en kenniseconomie is de stad als mechanisme om vooruit te komen in het leven herontdekt. Maar volgens Lupi gaat die weg niet per definitie omhoog, dat heeft de recente crisis laten zien. Juist daardoor zijn sommige groepen sterker aan de stad gebonden dan voorheen.
18 2015/03 S+ROThemaStad van straksStad als magneetDe alsmagneetS+RO 2015/03 19ThemaStad van straksStad als magneetTineke LupiPlatform31tineke.lupi@platform31.nlvan deze eeuw hebben we een stroomaan literatuur gezien die de glorieuzecomeback van steden beschrijft. Hetsuburbane tijdperk, gekenmerkt doorverval van de grote stad, identiteitslozeurban sprawl en volgens sommigeacademici zelfs afbraak van socialecohesie, is ten einde, constateerdenvele auteurs bijna genoegzaam. Mensenwillen weer in de stad wonen, wantdaar `gebeurt het', zo houden socioloogRichard Florida en econoom EdwardGlaeser ons al jaren voor.Nu is Amerika niet Europa en zeker nietNederland, maar ook hier hebben we algeruime tijd aanwijzingen dat de grotesteden hun aantrekkingskracht hebbenhervonden. De inmiddels bekende krimpaan de randen van het land wordtgevoed door een constante trek naar destad. Gentrification is al lang geenacademische term meer en de yupp's(young urban professional parents)staken hun kop reeds in 2002 op. Nuwas destijds nog geen sprake van eenlandelijke demografische trend. VanDam en Manting bevestigen dat erinmiddels onomstotelijk statistischbewijs is en we te maken hebben meteen nieuwe beleidswerkelijkheid.Nieuw ruimtelijk beleidUiteindelijk draait hun betoog niet omhet simpele analytische feit datNederlandse steden groeien. Van Damen Manting willen een discussieuitlokken over hoe we hier mee ommoeten gaan. Direct en indirect is >>De stad is en blijft eerder een magneetdan een roltrap. Zo stelt Tineke Lupi inreactie op het essay van Frank vanDam en Dorien Manting. In de netwerk-samenleving en kenniseconomie is destad als mechanisme om vooruit tekomen in het leven herontdekt. Maarvolgens Lupi gaat die weg niet per defi-nitie omhoog, dat heeft de recentecrisis laten zien. Juist daardoor zijnsommige groepen sterker aan de stadgebonden dan voorheen.De Nederlandse stad groeit, zo stellenFrank van Dam en Dorien Manting inhun essay `Onzekere groei stedenvereist adaptieve strategie' vast. Voorwie de afgelopen jaren enigszins devakdebatten heeft gevolgd kan dit nietals groot nieuws komen. Vanaf begin20 2015/03 S+ROThemaStad van straksStad als magneethet een oproep voor nieuw ruimtelijkbeleid op nationaal en lokaal niveau.Zeker nu de crisis over zijn hoogtepuntheen is, moeten we ingrijpen om al dezebevolkingsgroei met nieuwe huizen ingoede banen te leiden. Hierin weerspie-gelt zich onze traditie in ruimtelijkeordening als sturend en corrigerendmechanisme in Nederland.Verwijzend naar achtergrond voor degrootstedelijke heropleving hebben VanDam en Manting een punt. Het is medeaan het beleid van stedelijke vernieu-wing en visie op de compacte stad tedanken dat de aantrekkingskracht van`de stad' is toegenomen. Ook in veelEuropese steden komt de urbanrenaissance voort uit een strategischeaanpak van het binnenstedelijke gebied.Dit was echter een reactie op heteerdere beleid van gebundelde decon-centratie in buitenwijken, groeikernenen new towns. Steden mochten langetijd vooral niet teveel groeien uit angstvoor `Amerikaanse taferelen' of`Belgische toestanden'. In het ruimtelijkbeleid overheerste de menselijke maaten verdelende rechtvaardigheid. Dezogenaamde roltrapfunctie waar VanDam en Manting op doelen is implicietjarenlang door de overheid ondersteundals h?t perspectief voor de midden-klasse. Daarin stond Nederland nietalleen. Meeus en De Decker hebben inhun studie naar de Vlaamse suburbani-satie mooi beschreven hoe maatschap-pelijke carri?re en woonpad voornaoorlogse generaties ??n op ??n liep.1Deze `betovering' is echter inmiddelsdoorbroken, zo is ook hun conclusie. Deroltrap eindigt niet meer automatischmet een verhuizing uit de stad naar eenrustige woonwijk in het buitengebied.Voor de hogere middenklasse was dit aleen tijdje zo. De Wijs-Mulkens brak in1999 al met de standaardgedachte datmensen naarmate ze welvarenderworden de stad verlaten en suburbani-seren.2 De reden hierachter was vooralsociaal-cultureel. Waar je voorheenstatus uitdrukte door de drukke, krappestadwijk achter je te laten, begon hetnu juist van identiteit te gelden als je erbleef. En daarvoor hoef je niet in hartjeAmsterdam te wonen.Economische motievenDe afgelopen vijftien jaar zijn er veleeconomische motieven bij gekomen diede heropleving van de stad hebbenbestendigd. Zoals Van Dam en Mantingterecht stellen, hebben we de stad alsmechanisme om vooruit te komen inhet leven, herontdekt in de netwerksa-menleving en kenniseconomie. Dewereld is niet plat zoals ThomasFriedman3 stelt, maar in termen vanPhilip McCann juist enorm `spiky'.4 H etgegeven dat steden als concentratievan mensen en bedrijvigheid perspec-tieven bieden, gaat ver terug voordatFielding zijn roltraptheorie introdu-ceerde. De nog altijd immens populaireJane Jacobs5 beschreef al veel eerderhoe `de stad' welvaart genereert enbewoners kansen biedt. Verschillendewijken en buurten vervullen daarin elkhun functie, waarmee de stad nietalleen een magneet of spons is maarook interne roltrap.In de opkomst van de moderne samen-leving kon de middenklasse in dewesterse samenleving zich aan ditfenomeen ontworstelen. Technologieen welvaart maakten het mogelijkoveral te wonen en werken, metruimtelijke verspreiding tot gevolg. Alswe terugkijken is dit niet meer dankorte periode in de geschiedenis en goldhet lang niet voor iedereen. Steden zijnaltijd de plek geweest waar migrantenaankomen en zich langzaam een wegbanen in de maatschappij. In veelniet-westerse landen in de stad ookaltijd blijven groeien door de aantrek-kingskracht op `armen'. De stad is enblijft kortom eerder een magneet danroltrap. In ons deel van de wereld is ditproces een aantal decennia stopgezet,maar economische ontwikkelingen vande afgelopen jaren hebben het systeemweer op gang gebracht.The great resetOpvallend is dat, voordat de crisis echtuitbrak, het kabinet in 2008 de Struc-tuurvisie Randstad2040 lanceerde, metals motto `sterke steden, sterkeRandstad, sterk Nederland'. Het waseen pleidooi voor de economisch-ruim-telijke herinrichting van Nederland. Wemoesten ophouden met de verdelenderechtvaardigheid en concentreren opde echte powerhouses van de economiein de steden. Van het beleid is uiteinde-lijk weinig terecht gekomen omdat deruimtelijke ordening vrijwel geheel opslot ging. Toch is er in die periode bijnaprecies gebeurt wat me toen voor-stond, vrijwel geheel door de keuzesvan mensen zelf. In economischonzekere tijden speel je op safe met eentrek naar of verblijf in de stad. Zozorgde de crisis voor een ingrijpendeeconomische herstructurering vanNederland. Florida beschreef dit voorAmerika al in 2010 als `The great reset'.Nu de economie weer aantrekt zal diteffect misschien wat afzwakken. Dedienst Onderzoek en Statistiek van degemeente Amsterdam houdt errekening mee dat een deel van de gezin-nen die de afgelopen jaren in de stadbleven, op termijn toch naar buitenzullen vertrekken. Niettemin is duidelijkdat flexibilisering op alle gebieden `hereto stay' is, dus jongeren zullen naar destad blijven komen. Voor de schareZZP-ers en jongvolwassenen metmeerdere, onzekere banen of creatieveondernemingen, inmiddels met denieuwe geuzennaamYucky getooid, isde stad d? plek. Ook de hogere midden-klasse die kind en carri?re combinerenblijven waarschijnlijk aan stedengebonden. Dit drijft huizenprijzen op enbe?nvloedt het type bedrijvigheid. Degevolgen hiervan voor Nederland zijnverstrekkend. Krimpgebieden zullenstraks te boek staan als afvalputje vanhet land waar alleen ouderen enkansarmen overblijven. Middelgrotesteden en groeikernen raken bevolktdoor de lagere middenklasse enS+RO 2015/03 21ThemaStad van straksStad als magneetmigranten met minder gunstigeperspectieven, samen met een vergrij-zende bevolking. In de grote stedendomineren enerzijds de `well to do'middenklasse en anderzijds de jongerendie er wel hip uit zien, maar economischgezien vaak een grillig bestaan hebben.Met deze grote `reset' in het achter-hoofd is er grote behoefte aan eennieuw ruimtelijk beleid. Daarbij moetenwe ervoor waken in de automatischeplanologische kramp te schieten vangrootschalige bouwplannen om deoverbevolking in de stad af te latenvloeien naar het `ommeland'. Als we ietskunnen leren uit de afgelopen periodevan crisis is het dat scenario's enstructuurvisies `van bovenaf' niet meerpassen bij de netwerksamenleving ofparticipatiemaatschappij van deeenentwintigste eeuw. Niet voor nietswerden deze ingeruild voor termen alsorganische planning, transformatie,urbane acupunctuur, co?peratievegebiedsontwikkeling en collectiefparticulier opdrachtgeverschap. Dit isvele malen moeilijker dan het ouder-wets plannen en bouwen, maar wel derealiteit van vandaag.Traditie heruitvindenJuist in het Jaar van de Ruimte is het tijdons te bezinnen op het heruitvinden vande Nederlandse traditie om de uitdagin-gen van nu en de toekomst aan te gaan.Wat we nodig hebben is ruimtelijkbeleid dat strategie en visie koppelt aanpraktische oplossingen die aansluitenbij wensen en bewegingen van mensen.De stad groeit, dat betekent niet dat ernet zoveel nieuwe, reguliere woningennodig zijn. Feitelijke (nieuw)bouwpro-ductie zou niet langer meer hetcriterium moeten zijn. Oplossingen voormet name de toestroom van jongerennaar steden liggen niet zozeer in schaal,maar juist creatieve, flexibele woonvor-men. In hetzelfde gebied staan namelijktalloze panden leeg. In plaats van hierweer een hotel of bedrijfsverzamelge-bouw van te maken, zou herbestem-ming naar wonen prioriteit moetenkrijgen. We weten dat dit in de praktijkniet makkelijk is. De urgentie wordtechter steeds hoger. Nu de demografi-sche en economische trends onmisken-baar zijn geworden, wordt het tijd voorruimtelijke transformatie van de stad. Noten1 Meeus, B. en De Decker, P. (m.m.v. BartClaessens), De geest van suburbia, GarantUitgevers N.V., Antwerpen, 2013.2 Wijs-Mulkens, E. de, Wonen op stand.Lifestyles en landschappen vande culturele en economische elite,Proefschrift Universiteit van Amsterdam,Het Spinhuis, Amsterdam 1999.3 Friedman, T.L., The World is Flat. A briefHistory of the Twenty First Century,Farrar, Straus and Giroux. 2005.4 McCann, Ph., The Economic Geography ofGlobalization: Is the World Flat or Spiky?,CURDS Annual Distinguished Lecture,University of Groningen, 2010.5 Jacobs, Jane, The Death and Life of GreatAmerican Cities, Random House, NewYork,1961.Tineke Lupi is senior projectleider Wonenbij Platform31.
Reacties