De vernieuwing van het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT) voorziet in een behoefte om breder naar een gebiedsopgave te kijken en zal daarom als werkwijze verder doorgroeien. Vanuit deze gedachte werd op de Conferentie MIRT in april 2016 het tweejarige rijk-regio programma Vernieuwing MIRT afgesloten. Dit artikel behandelt aan de hand van praktijkervaringen hoe de brede blik in de praktijk kan worden toegepast en welke kansen dit op kan leveren.
Platformkelingen dan mobiliteit alleen komenhierdoor beter tot hun recht. Knelpun-ten worden niet meer automatischvertaald in wegverbredingen of dijk-verhogingen, maar in oplossingen diegebiedsgericht zijn. Vanuit het Rijk ishet van belang dat een goede afwegingwordt gemaakt voor welk probleemgeld beschikbaar wordt gesteld, waarbijvanuit de vernieuwing MIRT ook slimmecombinaties en samenwerkingsvormenworden gezocht.MIRT-onderzoekOostkant AmsterdamLuc de Vries van het ministerie IenMwerkt als projectmanager aan hetMIRT-onderzoek Oostkant Amsterdam.Hij is enthousiast over de aanpak. `Wekijken hoe je die opgaven kunt ver-binden en waar je als Rijk geld in zoukunnen steken. De ruimte om anderepartijen mee te nemen is veel groter,maar deelnemers hebben ook snel ver-wachtingen aan de financi?le inbrengvan het Rijk. Het is dus de kunst om opeen andere manier verbanden te leggen,zonder dat er direct geld aan te pasDe brede blik bij vernieuwing MIRTDe vernieuwing van het Meerjaren-programma Infrastructuur Ruimteen Transport (MIRT) voorziet in eenbehoefte om breder naar een gebieds-opgave te kijken en zal daarom alswerkwijze verder doorgroeien. Vanuitdeze gedachte werd op de ConferentieMIRT in april 2016 het tweejarige rijk-regio programma Vernieuwing MIRTafgesloten. Dit artikel behandelt aande hand van praktijkervaringen hoe debrede blik in de praktijk kan wordentoegepast en welke kansen dit op kanleveren.Sinds maart 2015 wordt door overhe-den onder de noemer Vernieuwing MIRTsamengewerkt aan de programma'sVernieuwing MIRT en Meer Bereiken. Ditvoorjaar is de nieuwe aanpak ge?va-lueerd en zijn ervaringen uitgewisseldop de Conferentie MIRT. Het werkenvolgens de uitgangspunten van Ver-nieuwing MIRT wordt als een positieveontwikkeling gezien. In samenwer-king met de regio kan de ruimtelijkedoelstelling beter tot zijn recht komen.In deze werkwijze is de gebiedsopgavehet uitgangspunt voor het onderzoeken draait het niet alleen om oplossin-gen voor geconstateerde knelpuntenrondom rijksinfrastructuur. Daarbij isde rol van de regio gelijkwaardiger enminder gericht op het verkrijgen vanfinanciering. In deze gebiedsgerichtebenadering wordt met een brede blikgekeken naar de verschillende belan-gen. Zijn er wellicht meekoppelkansen?De evaluatie van het Programma Ver-nieuwing MIRT, uitgevoerd door bureauRoyal Haskoning DHV, laat zien dat inlopende projecten, door samenwerkingmet regionale partijen, gebiedsontwik-kelingen daadwerkelijk breder wordenbeschouwd. Zo wordt in het MIRT-onderzoek Oostkant Amsterdam deopgave onderzocht hoe mobiliteit, eco-nomie en natuur met elkaar in balanskunnen komen. Het onderzoek richtzich niet direct op oplossingen voor eengeconstateerd knelpunt, maar op debetekenis van het knelpunt vanuit hetbrede perspectief van het hele gebied.Daarbij wordt bezien welke andere kan-sen kunnen ontstaan bij de afwegingvan het knelpunt en toekomstige oplos-singen. Ook andere ruimtelijke ontwik-56 2016/03 S+ROPlatformDe brede blik bijvernieuwing MIRTGeke KiersCommunicatiebureau Geke Kierskiersjrn@hetnet.nlPlatformkomt. Uiteindelijk moet er wel duidelijk-heid komen over de beschikbaarheidvan geld. Dat is een voorwaarde voorhet starten van een verkenning, als vol-gende stap voor het oplossen van hetvastgestelde probleem. Dit is nog eenvan de aanbevelingen van de CommissieElverding.'De aanleiding van het lopende MIRT-onderzoek Oostkant Amsterdam is hetverwachte knelpunt in de doorstromingop de A1 tussen knooppunt Muiderbergen knooppunt Eemnes. `Vanuit de natio-nale mobiliteits- en capaciteitsanalyses2013 worden in de toekomst problemenvoorzien. Op basis hiervan heeft deminister in een Tweede Kamer-briefaangegeven dit knelpunt en anderegeconstateerde knelpunten op hetnationale hoofdwegennet vanuit eenbreed perspectief te onderzoeken. Debetekenis van de A1 wordt onderzochtin het licht van de ontwikkeling vanhet gebied en de andere problemenen kwaliteiten die zich hier voordoen.Waar liggen bijvoorbeeld de belangenvan andere partijen? Welke problemenervaren maatschappelijke organisatiesen bedrijven? En wat is het gezamenlijkbelang?'In dit proces bleek dat er aan de Oost-kant van Amsterdam vanuit de omge-ving ook opgaven zijn voor economie,natuurkwaliteiten, evenals landschapen water, naast bereikbaarheid. Dekwaliteiten van het gebied wil men inde toekomst behouden en/of verster-ken en de economische ontwikkelingvraagt om aandacht. In periodiekegebiedssessies is vanuit verschillendedisciplines gekeken naar de problemen,ontwikkelingen en visie op bereikbaar-heid, economie, natuur en landschap. Devraag is dan: als de A1 in de toekomst >>Drie pijlers vernieuwing MIRT:1. Samenwerking: Het gebruik van beproefde en nieuwe vormen van samen-werking tussen overheden op basis van gelijkwaardigheid van overheden envan overheden met maatschappelijke partners en marktpartijen.2. Een brede blik: Vraagstukken benaderen vanuit de opgaven in plaats van deoplossingen (projecten) en uitgaan van een gebiedsgerichte benadering, daarwaar dat nodig is.3. Maatwerk: ruimte om in te spelen op onzekerheden en veranderende om-standigheden en kansen. `Op maat' besluiten door kortetermijnbeslissingen teverbinden aan langetermijnopgaven (adaptief programmeren).Duurzaamheid in het MIRTEen nieuwe opgave is om duurzaamheid vanaf het begin in elke MIRT-fase meete nemen. In de brede blik en samen met de gebiedspartners wordt hiervooractief gezocht naar meekoppelkansen. Bij lopende Rijkswaterstaatsprojectengeldt dat hoe eerder verduurzaming wordt meegenomen, hoe duurzamer heteindresultaat. Lang niet altijd pakt deze duurzame oplossing dan duurder uit.Een aanbeveling vanuit Vernieuwing MIRT is om duurzaamheid automatischonderdeel van de opdracht te laten zijn. In lopende pilots blijkt duurzaamheidin het gedrang te komen als dit niet in de opdracht staat.S+RO 2016/03 57PlatformDe brede blik bijvernieuwing MIRTPanorama centrum Utrecht.Platformeen knelpunt vormt, welke oplossingenkomen dan in beeld, gezien alle kwali-teiten en andere aandachtspunten inhet gebied? En hoe kan het oplossen vanhet bereikbaarheidsknelpunt gekoppeldworden aan de natuurkwaliteiten? Is ereen relatie met economische ontwikke-ling van regio's of de nabijheid van ste-den? Volgens Luc is het op deze maniersamen naar het gebied kijken nog wen-nen voor de deelnemers. `Deskundigenvanuit de Ruimtelijke Ordening pratenniet vaak met mensen van bereikbaar-heid, landschap of economie. Terwijlze raakvlakken hebben of in hetzelfdegebied werken.'Diverse organisaties hebben wel ambi-ties richting 2025 of 2030 geformuleerd,maar vooral voor het eigen beheer-gebied of eigen verantwoordelijkheid.`Dat vuurtje, om over grenzen te kijken,gaat pas branden als de verschillendeperspectieven of opgaven wordenbenoemd en met elkaar in verbandworden gebracht. Zou men bijvoor-beeld meer toeristen in de toekomstwillen trekken en verblijfskwaliteitwillen toevoegen? En wat is dan de rolvan infrastructuur? Wat betekent deeconomische ontwikkeling voor dereisafstanden van woonhuis tot werk-locaties? Vragen die in het kader van ditproject ook niet opgelost worden, maarwel voor het hele gebied benoemd wor-den.' Luc merkt dat men gaandeweghet proces hier enthousiast over wordt.In deze community kunnen gemeen-ten en andere organisaties goed uit devoeten, hoewel het lastig blijft om hetgebied centraal te stellen in plaats vande eigen verantwoordelijkheid. `Rijk enprovincies richten zich toch enigszinsop de kosten van een onderzoek in re-latie tot de directe opbrengsten uit hetMIRT. Terwijl maatschappelijke organi-saties het op zich al waardevol vindenom het gesprek gezamenlijk te voeren.'Binnenkort rondt hij zijn analyse afvan de verwachte problemen rondombereikbaarheid in het gebied, gezienvanuit de gehele ontwikkeling van hetgebied. Op basis hiervan kan beoor-deeld worden of gezamenlijke, danwelafzonderlijke oplossingen zinvol zijn.Bij dit proces zijn ook jongeren be-trokken. Het MIRT-proces gaat overproblemen en oplossingen, die pasover tien tot twintig jaar tot realisatieleiden. Om die reden is de mening vantoekomstige generaties van belang. Lucvertelt: `Via de organisatie One WorldCitizens is het ons gelukt om jeugd enjongeren te betrekken bij het gebied.De jongeren uit deze organisatie gavennamelijk aan meer invloed uit te willenoefenen op beleidsprocessen van over-heden. Belangrijke punten die door henaangegeven zijn voor de ontwikkelingvan het gebied zijn werkgelegenheid,circulaire economie, sociale behoefte enonderwijs.'Daarnaast hebben groepjes afgestu-deerde jongeren zonder werk ervaringopgedaan met overheidsvraagstuk-ken. Een van deze groepen heeft een`serious game' ontwikkeld, om snelzicht te krijgen op de belangen vandiverse organisaties van landschap,natuur en recreatie. Omwonenden vande A1 zijn daarbij niet als afzonderlijkedoelgroep betrokken. `Wij weten indeze fase helemaal niet of oplossingenaan de A1 zelf zullen worden uitgewerkten of deze gevolgen zullen hebben voor58 2016/03 S+ROPlatformDe brede blik bijvernieuwing MIRTPanorama centrum Utrecht.Platformomwonenden. Wellicht dat dat een uit-komst is van het proces, maar dat ligtnog volledig open.'GebiedsverkenningUtrecht OostIn de Gebiedsverkenning Utrecht Oostworden ambitie, opgaven en maatre-gelen onderzocht, in vervolg op hetBestuurlijk Overleg MIRT 2015 (BOMIRT).Maatregelen worden gebaseerd opeen adaptieve aanpak. Dit gebeurt inopdracht van de regionale partijen enhet rijk. Bestuurders van de gemeenteUtrecht, de provincie, het ministerievan IenM, Rijksuniversiteit Utrechten Utrecht Science Park zijn hierbijdirect betrokken. Daarnaast wordt ookafgestemd met een brede kring vanregionale partijen en met de andere de-partementen. Ruimtelijk-economischeontwikkeling, duurzaamheidsopgavenen mobiliteitsvraagstukken worden insamenhang beschouwd. In het gebiedleven flinke ambities. De topsector LifeSciences bereidt zich erop voor om ookinternationaal de concurrentie aan tegaan. Dit leidt direct en indirect tot veelwerkgelegenheid, met name hoogge-kwalificeerde banen. Ook de sector za-kelijke dienstverlening blijft groeien. Dedruk op de woningmarkt is groot. Datwordt de komende decennia opgevan-gen in Leidsche Rijn, in het Centrum-gebied en (selectief) in het Utrecht Sci-ence Park. De regio verwacht doorgroeivan Utrecht naar 400.000 inwoners.Wat heeft de regio daarvoor nodig? Enwelke nieuwe mobiliteitsoplossingenhoren daar bij? Hoe kunnen de juisteruimtelijke structuurkeuzes helpen bijhet oplossen van mobiliteitsknelpun-ten? Het resultaat, de Gebiedsverken-ning Utrecht Oost, wordt geagendeerdvoor het BOMIRT eind 2016.Structuurvisie GrevelingenVolkerak-ZoommeerDe brede blik, waarbij de regio breedwordt betrokken, is niet nieuw. Insommige projecten zijn nauwe samen-werkingen in het gebied al veel eerderingezet. Dit is bijvoorbeeld het gevalbij het Volkerak-Zoommeer, waar algeruime tijd door het ministerie vanIenM met onder andere provincies, wa-terschappen, samenwerkingsverbandenen het ministerie van EZ wordt gekekennaar oplossingen voor het waterkwali-teitsprobleem. Volgens Reinoud Verweijvan IenM is samenwerking hier ook eennoodzaak, omdat de oplossingsrichtingveel belangen raakt. Daarnaast heeft deregio zelf ook wensen.Sinds 2012 wordt deze samenwerkingmet de regio voortgezet in het kadervan de rijksstructuurvisie Greve-lingen Volkerak-Zoommeer, waarbijin samenhang gezocht wordt naaroplossingen voor de waterkwaliteit inbeide gebieden. Ook meekoppelkansenvoor recreatie, visserij en energie zijnin het onderzoek betrokken. Zo is in deOntwerp-rijksstructuurvisie voor deGrevelingen een ontwikkelperspectiefopgenomen met een doorlaat in deBrouwersdam, waardoor er beperktgetij terugkomt in het Grevelingenmeer.Energie is een meekoppelkans die zichvoor het Grevelingenmeer voordoet. Ditkan bijvoorbeeld door de doorlaat op tewaarderen met een getijdencentrale.Hiervoor heeft met marktpartijen een`Joint Fact Finding' plaatsgevonden, >>S+RO 2016/03 59PlatformDe brede blik bijvernieuwing MIRTPlatformoftewel een interactief proces, waarbijmeerdere partijen met elkaar in discus-sie gaan. De conclusie hiervan was dateen getijdencentrale haalbaar is, mitser voldoende subsidie wordt verleend.In de ontwerp-rijksstructuurvisiewordt voor het Volkerak-Zoommeereen ontwikkelperspectief geschetstvoor het weer zout maken van hetVolkerak-Zoommeer via een doorlaatin de Philipsdam, waardoor er weer enverbinding komt met de Oosterscheldeen er beperkt getij terugkeert. Meekop-pelkansen in dit gebied zijn er onderandere voor de visserij in de vorm vanschelpdierenteelt. Daarnaast heeftde regio belangstelling om het gebiedrondom de Binnenschelde bij Bergen opZoom recreatief te ontwikkelen.Binnen het project liggen veel kansenen er is veel tijd ge?nvesteerd in hetonderzoeken van medefinanciering.Reinoud: `Een lastige stap, zeker bij pri-vate partijen. Het is bijvoorbeeld voorvissers moeilijk om nu verbindingen aante gaan voor het afstaan van mogelijketoekomstige winsten van schelpdie-renteelt.' De stap van meekoppelkansnaar medefinanciering is dus lastig. Opdit moment is er nog een aanzienlijkdekkingstekort voor de maatregelenvoor het verbeteren van de waterkwa-liteit in de Grevelingen en het Volkerak-Zoommeer. De voorgestelde ingrepenzijn duur en kunnen moeilijk via eenfasering worden aangelegd. Voor deplannen rondom het Volkerak-Zoom-meer ziet Reinoud Verweij wel een kansvoor een adaptieve stap door alvast testarten met de uitvoering van de Del-tabeslissing Zoetwater. Deze maatre-gelen zorgen voor een betere en minderkwetsbare zoetwatervoorziening. `Alsde doorlaat in de Philipsdam wordtgerealiseerd komt er instroom van zoutwater en zal er een alternatieve zoet-wateraanvoer voor de landbouw moe-ten zijn. Dit is een no-regretmaatregeldie uitgevoerd kan worden, voordathet Volkerak-Zoommeer daadwerkelijkzout wordt.'Het beeld uit de onderzoeken Oost-kant Amsterdam, GebiedsverkenningUtrecht en Structuurvisie GrevelingenVolkerak-Zoommeer komt overeenmet andere projecten waar ervaring isopgedaan met de vernieuwing MIRT. Deonderzoeken leveren andere informatieop dan voorheen het geval was. Omdie reden wordt uitgekeken naar deresultaten voor het vervolg. Kunnenknelpunten inderdaad beter gezamen-lijk vanuit het gebied worden opgelost?Of blijken de problemen zo groot dat ergeen relatie is met het gebied? Van-uit de gezamenlijke aanpak kan ookbewust gekozen worden om problemenafzonderlijk op te lossen.Meer informatieHelen Land, Leerplatform MIRT en MIRT Spelregels helen.land@minienm.nlSuzan Beumer Leerplatform MIRT enMIRT Spelregels Susan.vanderWart@minienm.nlLuc de Vries, DGRW ? projectmanager MIRT-onderzoek Oostkant AmsterdamLuc.de.Vries@minienm.nlReinoud Verweij, DGRW ? projectmanager Structuurvisie Grevelingen VolkerakZoommeer reinoud.verweij@minienm.nlJaap Bernhard van DGRW, projectmanager Gebiedsverkenning Utrechtjaap.bernhard@minienm.nlwww.leerplatformmirt.nlHoe verder?Bij het verder ontwikkelen van de ver-nieuwing MIRT blijft het LeerplatformMIRT als hulpmiddel een belangrijkecentrale rol spelen. Op deze websitezijn de aanbevelingen en leerervarin-gen te vinden vanuit de evaluatie ende gesprekstafels van de LandelijkeConferentie MIRT. Dit najaar zal deactualisatie van de spelregels MIRT opbasis van de uitkomsten VernieuwingMIRT worden afgerond. Tot eind 2016wordt het Programma Meer Bereikennog voortgezet. Dit programma biedtondersteuning aan acht concrete breedopgezette MIRT-projecten.Het programma Vernieuwing MIRT kanop basis van deze resultaten leidentot een betere samenwerking tussenrijk, regio, partijen en personen in deomgeving. Geke Kiers is journalist en eigenaar vanCommunicatiebureau Geke Kiers.Dit artikel verscheen eerder invakblad Toets. Als lid van S+RO kuntu nu ook alle artikelen van Toetsonline raadplegen en downloaden:www.toets-online.nl.60 2016/03 S+ROPlatformDe brede blik bijvernieuwing MIRT
Reacties