Corporaties en hun prestaties staan volop in de belangstelling van politiek, ambtenaren, extern toezicht en niet in de laatste plaats van huurders. De transparantie van prestaties neemt toe door instrumenten als benchmarks en visitaties. Er is recentelijk in de sector veel nadruk komen te liggen op het voldoen aan nieuwe systeemvereisten. In dit artikel staat een thema centraal waarop corporaties (nog) grotendeels vrije keuzes kunnen maken: de interne organisatie. Op basis van onderzoek laat dit artikel zien hoe corporaties door anders te organiseren beter kunnen presteren.
20 ? AnalyseANALYSEEEN SYSTEMATISCHE VERGELIJKING VAN DE INTERNEORGANISATIE EN PRESTATIES VAN CORPORATIESANDERS ORGANISEREN,BETER PRESTERENCorporaties en hun prestaties staan volop in de belangstelling van politiek,ambtenaren, extern toezicht en niet in de laatste plaats van huurders. Detransparantie van prestaties neemt toe door instrumenten als benchmarks envisitaties. Er is recentelijk in de sector veel nadruk komen te liggen op hetvoldoen aan nieuwe systeemvereisten. In dit artikel staat een thema centraalwaarop corporaties (nog) grotendeels vrije keuzes kunnen maken: de interneorganisatie. Op basis van onderzoek laat dit artikel zien hoe corporaties dooranders te organiseren beter kunnen presteren.Foto: Wilmar DikTVV_3_Compleet.indb 20 20-07-16 15:4021? Augustus 2016DOOR: STEFAN CLOUDT, ZELFSTANDIG ORGANISATIEADVISEURVanaf de brutering zijn woningcorporaties autonomeorganisaties en hebben zij een forse professionaliseringdoorgemaakt. Uitdagingen lagen de afgelopen decen-nia in maatschappelijke opgaven, in de interne organi-satie en in het toezicht. Corporaties gingen in bepaaldeopzichten meer op elkaar lijken. Kijken we bijvoorbeeld naar de organisatie-structuur dan is het woondienstenmodel (wonen, vastgoed en bedrijfsvoe-ring) nog steeds veel gebruikt (Oorschot, 2014). En in de bestuurlijke organi-satie is de Governancecode Woningcorporaties leidend. Hoewel corporatiesin bepaalde opzichten veel op elkaar gingen lijken, zijn er grote verschillenzichtbaar in de (maatschappelijke) prestaties (Aedes Benchmark, 2015). Ditroept de vraag op in hoeverre verschillen in prestaties verklaard kunnenworden door de interne organisatie. Met andere woorden: kan een corpora-tie door anders te organiseren beter presteren?Opzet van het onderzoekDit artikel vergelijkt systematisch de interne organisatie en de prestatiesvan corporaties. De omstandigheden waaronder corporaties hun prestatiesleveren zijn complex en meervoudig (zie bijvoorbeeld vertaald in de kamersvan het driekamermodel). Hierdoor wordt in dit onderzoek niet naar indivi-duele factoren gekeken, maar juist naar samenstellingen van meerdere fac-toren.Welke prestaties worden onderzocht?E?n van de moeilijkheden is het eenduidig uitdrukken van prestaties vancorporaties. Het ontbreekt de sector aan informatie over de effecten enwaardering van corporatieactiviteiten (Os, 2014). Desondanks gebruikensectororganisaties en corporaties zelf instrumenten zoals de KWH-prestatie-index en Aedes Benchmark om prestaties te vergelijken. Demeest gebruikte indicatoren voor prestaties van corporaties zijn: huurder-oordeel en bedrijfslasten.Het oordeel van gebruikers is in het algemeen een belangrijke indicatorgebleken voor de effectiviteit van organisaties die publieke diensten verle-nen. Dit artikel behandelt de organisatie-effectiviteit van corporaties; demate waarin corporaties hun missie realiseren. Het gaat dan om het verhu-ren van woningen voor hen die niet terecht kunnen bij andere verhuurders.In de literatuur wordt vaak een positief verband aangetoond tussen klant-tevredenheid, kwaliteit van de dienstverlening (verhuren van woningen) enprestaties in termen van effectiviteit. Bovendien is er op het gebied vanhuurderoordelen data beschikbaar waarmee de prestaties van corporatiesonderling vergeleken kunnen worden (KWH Prestatie-index, 2014).Gemeenten hebben via prestatieafspraken ook invloed op de effectiviteitvan corporaties. Deze volkshuisvestelijke prestaties zijn lokaal maatwerk enkunnen niet goed onderling vergeleken worden, waardoor ze niet geschiktzijn voor dit onderzoek. De prestatieafspraken en rol van gemeenten wor-den wel in dit onderzoek meegenomen in de maatschappelijke vraag.Bij effici?ntie zijn de bedrijfslasten een belangrijke en veelgebruikte indica-tor. Dit artikel bekijkt de organisatie-effici?ntie; de mate waarin een corpo-ratie haar processen zodanig organiseert dat er weinig tot geen verstoringenvan en verspillingen in de dienstverlening (verhuren van woningen) voorko-men. Deze opvatting sluit aan op literatuur over publieke dienstverleningen op de gedachten van Lean. Effici?ntie wordt uitgedrukt in de variabelebedrijfslasten per verhuureenheid. Hieronder vallen de personeelslasten(lonen en salarissen, sociale lasten en pensioenslasten), overige bedrijfslas-ten (bijvoorbeeld huisvestingskosten, vergoedingen aan commissarissen,tijdelijk personeel, advies- en automatiseringskosten en kosten voor leve-ring van diensten) en onderhoudslasten (kosten van door derden uitgevoerdonderhoud) (Corporatie in Perspectief, 2013). Variabele bedrijfslasten zijnbovendien de kosten waarop corporaties invloed hebben, bijvoorbeeld doorinkoopvoordeel te behalen of bepaalde keuzes die worden gemaakt bij hetorganiseren van de dienstverlening (Berge et al., 2013). Het zijn daarnaastook de kosten die in verband kunnen worden gebracht met het onderwerpvan dit artikel: de organisatiekosten.Welke factoren uit de interne organisatie wordenonderzocht?Het antwoord op deze vraag komt in twee delen. Eerst gaat het om deinterne organisatie van een corporatie zelf. Daarna om welke factoren vaninvloed zijn op prestaties van corporaties, in het bijzonder op de effectivi-teit en effici?ntie. Corporaties noemen zich sinds de brutering steeds vakermaatschappelijke ondernemingen. Zij gingen ieder op hun eigen wijze enmet eigen instrumenten werken aan maatschappelijk ondernemerschap.Het idee van de maatschappelijke onderneming stond jarenlang centraal inde interne organisatie en organisatieontwikkeling van woningcorporaties.In eerder onderzoek heeft de auteur in kaart gebracht welke kenmerken deTabel 1: organisatiekenmerken bij effici?ntieOrganisatiekenmerk - effici?ntie Onderbouwing uit literatuuronderzoek- Procesbenadering van strategische stu-ring gericht op maatschappelijke effectenDoor planmatig te werken aan het realiseren van de strategie en aan maatschappelijke effecten, verspilt de organisatiegeen of minder middelen zoals tijd of geld (rente) en worden verstoringen voorkomen.- Formele positie van huurder- en maat-schappelijke vertegenwoordigers in deorganisatiestructuurHet bieden van een formele structuur voor belangrijke overlegpartners versnelt besluitvorming en daardoor wordenminder of geen middelen verspild en verstoringen door bijvoorbeeld stagnerende adviezen voorkomen.- Vorm bedacht om invloed te geven aan demaatschappijHet bieden van een vorm om belanghouders invloed te geven versnelt besluitvorming en vergroot draagvlak voor werk-zaamheden, waardoor minder of geen middelen zoals tijd en geld worden verspild en verstoringen in besluitvormingworden voorkomen.- Sturing op effici?ntie Sturing op effici?ntie - door toepassing van methoden om de effici?ntie te beoordelen - leidt ook daadwerkelijk tot ver-betering van effici?ntie.- Omvang De verwachting is dat grote corporaties beter presteren dan kleine. Het onderscheid in de sector wordt aangehouden.Vertrekkend vanuit de gemiddelde omvang worden corporaties met meer dan 5.000 verhuureenheden als grootbeschouwd, minder dan 5.000 als klein.- Vroege aanhanger van de maatschappe-lijke ondernemingDe vroege aanhangers van vernieuwingen in de sector worden verwacht betere prestaties te leveren dan de corpora-ties die achterop lopen. Het onderscheid tussen vroege en late aanhangers van de maatschappelijke ondernemingwordt gelegd bij het jaar 2007 (op basis van onderzoek naar maatschappelijke ondernemingen9).Bron: Stefan CloudtTVV_3_20-25_Anders organiseren beter presteren.indd 21 25-07-16 07:0222 ? Analyseinterne organisatie van een maatschappelijke onderneming heeft bijwoningcorporaties (Cloudt et al., 2013). Een voorbeeld is maatschappelijkeinbedding. Voor woningcorporaties betekent deze inbedding dat er structu-rele vormen zijn bedacht om invloed te geven aan de lokale maatschappij ophet beleid en de keuzes van de corporatie en dat de lokale maatschappelijkeagenda wordt bepaald in overleg met belanghouders.Welke organisatiekenmerken zijn van belang voor effectiviteit en effici?ntievan corporaties? Een literatuuronderzoek geeft daar inzicht in. Prestatiesvan organisaties die publieke diensten verlenen worden, zo blijkt uit deliteratuur, voornamelijk be?nvloed door: geld, klantkeuzes, vrijheden vanwerknemers, strategie, organisatiestructuur en flexibiliteit en de maat-schappelijke inbedding. Het concurrerende waarden model (Ostroff et al.,2013) maakt een koppeling mogelijk van deze factoren aan effici?ntie ofeffectiviteit. Organisatiekenmerken met een nadruk op structuur, strategie,controle en een goede maatschappelijke inbedding komen volgens ditmodel onverstoorde dienstverlening zonder verspillingen en daardoor orga-nisatie-effici?ntie ten goede. Verbinden we deze factoren met de organisa-tiekenmerken van corporaties als maatschappelijke ondernemingen danontstaat de onderstaande selectie. Per organisatiekenmerk worden deinzichten uit het literatuuronderzoek vermeld.Uit de literatuur blijkt dat organisatiekenmerken die zorgen voor middelen,afstemming van dienstverlening op doelgroepen, persoonsgerichte aan-dacht en flexibiliteit de realisatie van de missie van de organisatie ten goedekomen en daardoor de organisatie-effectiviteit. Hier passen de onderstaan-de organisatiekenmerken bij.Welke methoden worden voor dit onderzoekgebruikt?Dit onderzoek bekijkt bij corporaties onder welke samenstelling van deinterne organisatie zij de beste prestaties leveren in termen van effectiviteiten effici?ntie. Een online vragenlijst leverde informatie op over de interneorganisatie van in totaal 61 corporaties. Van deze 61 corporaties werden ookhet huurderoordeel (KWH) en de variabele bedrijfslasten per verhuureen-heid (Corporatie in Perspectief, CiP) geanalyseerd. Door een systematischevergelijkende analyse kan een patroon in de samenstelling van de interneorganisatie van goed presterende corporaties worden ontdekt. De vraag isechter wanneer een corporatie goed presteert. Hiervoor werden de KWH enCiP-scores in twee groepen verdeeld. Het landelijk gemiddelde van dezescores bepaalde het onderscheid tussen een groep bovengemiddeld preste-rende corporaties en corporaties met lager dan gemiddelde prestaties. OokTabel 2: organisatiekenmerken bij effectiviteitOrganisatiekenmerk - effectiviteit Onderbouwing uit literatuuronderzoek- Financi?le zelfstandigheid Door meer inkomsten kunnen er meer middelen worden besteed aan betaalbaar wonen voor de doelgroep van de corporatie.- Maatschappelijke vraag is richting-gevend voor het dienstenaanbodEffectiviteit is gebaat bij het voorzien in de vraag van de klant. Doordat de maatschappelijke vraag richtinggevend is voor hetdienstenaanbod wordt ook in de vraag van de doelgroep voorzien.- De organisatie heeft aandacht voorde kwaliteit van de dienstverleningen voor een klantgerichte werkwijzeDoor te werken aan klantgerichtheid kan de dienstverlening nog beter op de behoeften van de doelgroep worden afgestemd.- Ruimte bieden aan medewerkers inwijken en buurtenDoor medewerkers ruimte te geven om als professional te handelen, kunnen de aangeboden diensten beter aan de vraag vande doelgroep voldoen.- Maatschappelijke ondernemingwordt doorleefd door medewerkersDoor medewerkers ondersteunende instrumenten te bieden om met de genoemde ruimte te kunnen omgaan, kan beter in devraag van de doelgroep worden voorzien.- Omvang De verwachting is dat grote corporaties beter presteren dan kleine. Het onderscheid in de sector wordt aangehouden.Vertrekkend vanuit de gemiddelde omvang worden corporaties met meer dan 5.000 verhuureenheden als groot beschouwd,minder dan 5.000 als klein.- Vroege aanhanger van de maat-schappelijke ondernemingDe vroege aanhangers van vernieuwingen in de sector worden verwacht betere prestaties te leveren dan de corporaties dieachterop lopen. Het onderscheid tussen vroege en late aanhangers van de maatschappelijke onderneming wordt gelegd bijhet jaar 2007 (op basis van onderzoek naar maatschappelijke ondernemingenix).Bron: Stefan CloudtTabel 3: onderzoeksdata effici?ntieOrganisatiekenmerk - effici?ntieNiet ofnauwelijksaanwezigIn grotemate ofvolledigaanwezigMaatschappelijke inbedding: invloed geven aanmaatschappij3 58Procesbenadering van strategische sturing gerichtop maatschappelijke effecten11 50Formele positie van huurder- en maatschappelijkevertegenwoordigers36 25Sturing op effici?ntie 2 59Grote corporatie 29 32Vroege aanhanger van maatschappelijkeonderneming41 20Variabele bedrijfslasten (gemiddelde ( 3028) 33 28Bron: Stefan CloudtTabel 4: onderzoeksdata effectiviteitOrganisatiekenmerk - effectiviteitNiet ofnauwelijksaanwezigIn grotemate ofvolledigaanwezigFinanci?le zelfstandigheid 0 61Maatschappelijke vraag is richtinggevend voordienstenaanbod43 18Aandacht voor de kwaliteit van de dienstverleningen voor een klantgerichte werkwijze3 58Ruimte bieden aan medewerkers in wijken enbuurten5 56Maatschappelijke onderneming wordt doormedewerkers doorleefd4 57Grote corporatie 29 32Vroege aanhanger van maatschappelijkeonderneming41 20Huurderoordeel (gemiddelde: 7,7) 27 34Bron: Stefan CloudtTVV_3_Compleet.indb 22 20-07-16 15:4023? Augustus 2016bij de kenmerken van de interne organisatie werden de corporaties in tweegroepen verdeeld (zie tabellen 3 en 4). Hiervoor werd een eerder gehoudencasestudie bij vier corporaties gebruikt om de indeling te bepalen. In detweede kolom van tabel 3 en 4 staat het aantal corporaties vermeld dat nietof nauwelijks voldoet aan het genoemde kenmerk. De derde kolom vermeldthet aantal corporaties dat in grote mate of volledig voldoet.Tabel 3 en 4 laten zien dat er op een aantal organisatiekenmerken nauwelijksverschillen tussen corporaties zijn, zoals bijvoorbeeld bij sturing op effici-entie en financi?le zelfstandigheid. Een statistische analyse levert daardoorweinig informatie op. Bovendien hebben corporaties meervoudige doelen,daarom is een analyse beter op zijn plaats die aandacht besteedt aan al dezeorganisatiekenmerken tegelijk. De organisatiekenmerken en de prestatiesop het huurderoordeel werden systematisch vergeleken, corporatie voorcorporatie. Wanneer twee goed presterende corporaties op slechts ??n orga-nisatiekenmerk van elkaar verschillen en toch een vergelijkbaar huurder-oordeel hebben, kan dat ene organisatiekenmerk geen grote rol spelen bijhet verklaren van goede prestaties. Tabel 5 geeft dat weer in een voorbeeld.Beide corporaties verschillen op de formele positie van huurders en maat-schappelijke vertegenwoordigers. Dit organisatiekenmerk speelt hiermeegeen belangrijke rol in het verklaren van de lage variabele bedrijfslasten.Beide corporaties hebben immers lage variabele bedrijfslasten. Op dezemanier konden patronen in de organisatiesamenstellingen van de 61 corpo-raties worden gevonden.Er werden twee analyses uitgevoerd. E?n voor de organisatiekenmerken uittabel 3 en de bedrijfslasten. En ??n analyse voor de organisatiekenmerkenuit tabel 4 en het huurderoordeel. De analyse laat drie patronen zien in demanier waarop bovengemiddeld presterende corporaties zijn georgani-seerd: twee patronen bij het huurderoordeel (effectiviteit) en ??n patroon bijde bedrijfslasten (effici?ntie).ResultatenDe drie patronen die vaak voorkomen bij corporaties die goed presteren,worden organisatiesamenstellingen genoemd. Figuur 1 en 2 geven dezesamenstellingen van de interne organisatie weer en sluiten respectievelijkaan op tabel 1 en 3 voor effici?ntie of tabel 2 en 4 voor effectiviteit.De overeenkomsten, verschillen en achtergronden bij deze drie samenstel-lingen worden nader toegelicht.Responsief, klantgericht en vraaggestuurdBij een vergelijking van de drie organisatiesamenstellingen valt op dat elkeen eigen nadruk heeft. Zo benadrukt de eerste samenstelling (figuur 1) deresponsiviteit van de corporatie. Voor het geven van invloed aan belanghou-ders hebben deze corporaties een periodieke (werk)vorm bedacht die (vaak)onderdeel uitmaakt van het proces van strategische sturing. Deze (werk)vorm zorgt voor tijdige invloed zodat processen niet vertragen, wat de effi-ci?ntie van de corporatie ten goede komt. Opmerkelijk is dat het hier nietgaat om een formele positie. Dit organisatiekenmerk komt niet voor in deorganisatiesamenstellingen van goed presterende corporaties, maar bleekwel uit het literatuuronderzoek.De tweede samenstelling (figuur 2) onderscheidt zich door klantgerichtheidwaardoor de dienstverlening meer op de behoeften van huurders wordtTabel 5: voorbeeld van patronen (v=in grote mate of volledig aanwezig; x=niet of nauwelijks aanwezig)MaatschappelijkeinbeddingProcesbenaderingvan strategischesturingFormele positie van huur-ders en maatschappelijkevertegenwoordigersSturing op effici?ntie Grote corporatie Vroege aanhangermaatschappelijkeondernemingLage variabelebedrijfs-lastenCorporatie 1 v v v v x v vCorporatie 2 v v x v x v vFiguur 1: patronen in de samenstelling van de interne organisatie bij effici?ntieOrganisatiesamenstelling bij bovengemiddelde effici?ntie (lage variabele bedrijfslasten)kleine corporatie vroege aanhanger maat-schappelijke onderneming sturing op effici?ntie vorm bedacht om invloed tegeven aan de maatschappijprocesbenadering van stra-tegische sturing gericht opmaatschappelijke effectenFiguur 2: patronen in de samenstelling van de interne organisatie bij effectiviteitOrganisatiesamenstellingen bij bovengemiddelde effectiviteit (hoog huurderoordeel)kleine corporatie vroege aanhangermaatschap-pelijkeonderne-mingruimte bieden aanmedewerkers in wij-ken en buurtenfinanci?le zelfstandig-heidaandacht voor dekwaliteit van dedienstverlening envoor een klantgerichtewerkwijzemaatschappelijkeonderneming wordtdoor medewerkersdoorleefdkleine corporatie ruimte bieden aanmedewerkers in wij-ken en buurtenfinanci?le zelfstandig-heidaandacht voor dekwaliteit van dedienstverlening envoor een klantgerichtewerkwijzemaatschappelijkeonderneming wordtdoor medewerkersdoorleefdmaatschappelijkevraag is richtingge-vend voor diensten-aanbodBron: Stefan CloudtBron: Stefan CloudtBron: Stefan CloudtTVV_3_Compleet.indb 23 20-07-16 15:4024 ? Analyseafgestemd. Deze corporaties gebruiken vervolgens ook tevredenheidonder-zoek om de dienstverlening continu te verbeteren. En ze geven medewerkersin het veld de nodige ruimte, zodat zij de dienstverlening beter aan kunnenlaten sluiten op de behoeften van de huurder. Het effect is zichtbaar inhogere huurderoordelen.De maatschappelijke vraag is het onderscheidende kenmerk van de derdeorganisatiesamenstelling (figuur 2). In zeer grote mate is bij deze corpo-raties de maatschappelijke vraag leidend in de samenstelling van deinterne organisatie en hoe de corporatie aanvullend daarop de maat-schappelijke agenda in activiteiten omzet. Ook hier leidt het tot eenhoger huurderoordeel. Meer informatie over deze samenstellingen en dewijze waarop ze de prestaties be?nvloeden is beschikbaar in het boek`Organisatieontwikkeling bij woningcorporaties, de praktijk van hetmaatschappelijk ondernemen' (Cloudt, 2015).Maatschappelijke ondernemingDe organisatiesamenstellingen laten ook zien dat de eerste twee met elkaargemeen hebben dat de corporaties in een vroeg stadium met het idee vaneen maatschappelijke onderneming aan de slag gingen. Dit moet ge?nter-preteerd worden als vernieuwingsgezinde corporaties die telkens zoekennaar wegen voor de samenstelling van de interne organisatie om daarmee zogoed mogelijke prestaties te leveren. De vernieuwende gedachte van maat-schappelijk ondernemen heeft blijkbaar - samen met andere organisatie-kenmerken - ook daadwerkelijk invloed op de prestaties van corporaties.Maar ook zonder maatschappelijk ondernemen kan een corporatie goedeprestaties leveren, zoals de derde organisatiesamenstelling laat zien bij hethuurderoordeel.SchaalgrootteDe organisatiesamenstellingen laten ook zien dat vooral kleine corporatiesbovengemiddelde prestaties leveren. Dit sluit aan op de bevindingen uitandere onderzoeken 4, 6. Dat kleine corporaties het goed doen betekent in ditonderzoek niet automatisch dat grote corporaties het dan slecht doen.Daarom is de schaalgrootte nog verder geanalyseerd. De resultaten lateninderdaad zien dat grote corporaties (in dit onderzoek vanaf 5.000 ver-huureenheden) vaak prestaties laten zien die onder het landelijk gemiddel-de liggen. Vooral wanneer hun (relatief) grote schaal wordt gecombineerdmet macht en beheersen als centraal kenmerk. Dit kenmerk is dan ooktegengesteld aan de kenmerken responsief en klantgericht die werdenbesproken. Ook zijn de prestaties van grote corporaties minder goed als deschaal wordt gecombineerd met aanbodsturing, het tegenovergestelde vande zojuist beschreven vraagsturing. Verdiepende analyses naar schaal latenverder nog zien dat corporaties met 2.500 tot 5.000 verhuureenheden beterpresteren dan andere corporaties in termen van effectiviteit en effici?ntie.Deze kleine corporaties hebben een soort van nabijheid bij huurders enandere belanghouders gecre?erd die hen in combinatie met de vernieu-wende gedachte van maatschappelijk ondernemen tot goede prestatiesdrijft. Overigens moeten de corporaties ook niet kleiner zijn dan 2.500 ver-huureenheden of groter dan 5.000, want dat is nadelig voor de effici?ntie.Conclusie en aanbevelingenIn dit artikel staat de vraag centraal of een corporatie door anders te organi-seren beter kan presteren. Door een systematische vergelijkende analysewerden de interne organisatie en prestaties van 61 corporaties vergeleken.Bij hoge effici?ntie (lage bedrijfslasten) kwam ??n organisatiesamenstellingnaar voren. Deze heeft als voornaamste kenmerk dat voor het geven vaninvloed aan huurders en andere belanghouders een periodiek terugkerende(werk)vorm is bedacht die onderdeel uitmaakt van het proces van strategi-sche sturing, gericht op maatschappelijke effecten. Daarnaast volgen dezecorporaties de (vernieuwende) gedachte van de maatschappelijke onderne-ming. Bij hoge effectiviteit (hoog huurderoordeel) kwamen twee organisa-tiesamenstellingen naar voren. De eerste kenmerkt zich door het afstem-men van de dienstverlening op de behoeften van huurders en het gebruikvan tevredenheidonderzoek om de dienstverlening continu te verbeteren.Hier hebben medewerkers de nodige vrijheden om hun werk te kunnendoen. Ook volgen deze corporaties het idee van de maatschappelijke onder-Uiteindelijk is het de huurder die moet profiteren van een betere organisatiesamenstelling. Foto Bram Berkien.TVV_3_Compleet.indb 24 20-07-16 15:4025? Augustus 2016neming. In de andere organisatiesamenstelling bij hoge effectiviteit staat demaatschappelijke vraag centraal en hoe de corporatie de maatschappelijkeagenda in haar activiteiten verwerkt. Deze corporaties volgen niet hetgedachtegoed van een maatschappelijke onderneming. De sleutel tot pres-tatieverbetering ligt in de besproken organisatiesamenstellingen. Het kopi-eren van onderdelen ervan is niet gegarandeerd succesvol. Een samenstel-ling moet als ketting van schakels gezien worden. Alleen jezelf een maat-schappelijke onderneming noemen is niet voldoende voor bovengemiddel-de prestaties. Het gaat dus om de organisatiesamenstelling als geheel, zoalsin tabel 5 is toegelicht.Dit artikel laat zien dat kleine responsieve, klantgerichte of vraaggestuurdecorporaties beter presteren dan grote machtige of aanbodgestuurde corpo-raties. Met klein worden corporaties bedoeld met 2.500 tot 5.000 ver-huureenheden. Verder onderzoek moet aantonen wanneer ook grote corpo-raties bovengemiddeld presteren. Hoe kunnen grote corporaties ook klein-schaligheid, nabijheid, responsiviteit etc. organiseren?De conclusie is dat corporaties inderdaad door anders te organiseren hunprestaties kunnen verbeteren. Er zijn vijf belangrijke aanbevelingen voorprestatieverbetering. De eerste twee hebben betrekking op effici?ntie (ziefiguur 1) de overige drie op effectiviteit (zie figuur 2).Geef daadwerkelijk invloed aan huurders en belanghouders, het gaat hier omsteeds terugkerende invloed in bijvoorbeeld huurderspanels (bij dienstverle-ning), co-creatie-groepen (bij renovaties) en maatschappelijke adviesraden.Richt de organisatiebesturing en planning & controlcyclus op de te berei-ken maatschappelijke effecten, op de outcome, op effecten in de leefwereld.Ondersteun medewerkers om in buurten en wijken als professionals metvoldoende ruimte te werk te kunnen gaan. Het gaat hier onder andere omhet ontwikkelen van intern opdrachtgeverschap en zelfsturing.Maak werk van het structureel meten en verbeteren van processen metbetrekking tot effici?ntie en dienstverlening, in het bijzonder van de klant-gerichtheid van de organisatie.Maak de lokale maatschappelijke vraag of opgave leidend in de diensten enactiviteiten van de corporatie.In tijden van meer transparantie en benchmarks is het werken aan prestatie-verbetering aan de orde van de dag bij veel corporaties. De (beleids)keuzesvancorporatieswordenverderbeperktdoordebepalingenuitdeWoningwet2015. In de samenstelling van de interne organisatie kunnen corporaties nogwel eigen keuzes maken. Dit artikel laat zien welke keuzes goed presterendecorporaties daarbij maken. Corporaties zouden - samen met de implemen-tatie van de Woningwet 2015 - ook hun organisatieontwikkeling ter handmoeten nemen. Want door anders te organiseren, kunnen corporaties beterpresteren. nLiteratuurAedes (2015). Prestaties verbeterd, verschillen verkleind. Rapportage Aedes Benchmark2015. Aedes, Den Haag.Berge, M. van den, Buitelaar, E. & Weterings, A. (2013). Schaalvergroting in de corpora-tiesector. Kosten besparen door te fuseren? Planbureau voor de Leefomgeving, DenHaag.CFV (2013). Corporatie in Perspectief 2013.Cloudt, S. & Geurts, J. (2013). Kenmerken van de maatschappelijke onderneming bijwoningcorporaties. Tijdschrift voor Management & Organisatie, vol. 6, p.5-24.Cloudt, S. (2015). Organisatieontwikkeling bij woningcorporaties, de praktijk van hetmaatschappelijk ondernemen. Boom Lemma, Den Haag. Proefschrift.KWH (2014). KWH prestatie-index 2013. KWH, Rotterdam.Oorschot, F. van (2014). The influence of combinations of strategy and structure on cor-porate financial performance of dutch social housing associations. Masterthesis TilburgUniversity.Os, P. van (2014) Verdeel en beheers. Grondslagen voor een allocatiemodel ten behoevevan woningcorporaties. Amsterdam, Rigo.Ostroff, C. & Schmitt, N. (1993). Configurations of Organizational Effectiveness andEfficiency. The Academy of Management Journal, Vol. 36 (6), 1345-1361.Quinn, R.& Rohrbaugh, J. (1983). A Spatial Model of Effectiveness Criteria: Towards aCompeting Values Approach to Organizational Analysis. Management Science, Vol. 29(3),363-377.Medewerkers moeten in buurten en wijken als professionals met voldoende ruimte te werk kunnen gaan. Foto: Bram Berkien.TVV_3_Compleet.indb 25 20-07-16 15:40
Reacties