Log in
inloggen bij Ruimte en Wonen
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Content / Recensies

Recensies

Natuurinclusieve gebiedsontwikkeling

vrij 18 apr 2025

Kunnen puntensystemen en richtlijnen bijdragen aan het operationaliseren van natuur-inclusieve gebiedsontwikkeling? Door de puntensystemen van Berlijn, Malmö, Stockholm en Londen te analyseren - steden waar vergroening, klimaataanpassing en biodiversiteit al langere tijd veel aandacht krijgen - wordt inzicht verkregen in hun effectiviteit en toepasbaarheid. Vervolgens vergelijken de auteurs deze systemen met de scoringsmethodieken die in tien Nederlandse steden zijn ontwikkeld. Daarnaast analyseren zij drie Nederlandse ecowijken uit de vorige eeuw: het GWL-terrein in Amsterdam West, De Buitenkans in Almere en Medina in Eindhoven. Uit de analyse blijkt dat natuur-inclusieve gebiedsontwikkeling niet alleen bijdraagt aan biodiversiteit, maar ook in staat is bredere maatschappelijke opgaven te verbinden, zoals klimaatadaptatie, gezondheid en leefbaarheid.

Lessen

De groene gebiedsfactoren die worden toegepast in Berlijn, Londen, Malmö en Stockholm zijn ontwikkeld om aan klimaatverandering gerelateerde uitdagingen te verminderen en tegelijkertijd de stedelijke biodiversiteit en sociale cohesie in de leefomgeving te verbeteren. In Berlijn ligt de focus op het niveau van het perceel, terwijl Malmö en Stockholm werken op de schaal van het bouwblok. Londen hanteert een bredere benadering die reikt tot gebiedsniveau. De manier waarop de systemen worden ingezet verschilt per stad. Malmö en Stockholm richten zich primair op ontwikkelaars, terwijl Berlijn en Londen hebben gekozen voor een systeem dat toepasbaar is op diverse ontwikkel- en beheervormen.
In de publicatie wordt ook aandacht besteed aan participatieve ontwikkelvormen. Voorbeelden daarvan zijn Bröfastet in Stockholm en het GWL-­terrein in Amsterdam, waarin de positieve gevolgen van tijdige participatie en samenwerking door zowel bouwbedrijven als toekomstige bewoners worden belicht. Vroegtijdige betrokkenheid, samenwerking, onderzoek en kennisoverdracht bieden een sterke basis voor natuur-inclusieve gebiedsontwikkeling.
Een belangrijk verschil tussen de Nederlandse en buitenlandse puntensystemen ligt in het vertrekpunt. De buitenlandse systemen zijn ontwikkeld vanuit de klimaatopgaven en hebben gaandeweg ook doelen op het gebied van biodiversiteit en leefbaarheid geïntegreerd. In Nederland is deze benadering omgekeerd: het primaire doel is het vergroten van biodiversiteit op het niveau van de gebiedsontwikkeling, waar vervolgens beleidsdoelen voor klimaat en leefbaarheid aan kunnen worden gekoppeld.

Nederlandse steden

De toepassing van puntensystemen in de tien Nederlandse gemeenten laat zien dat deze een minimale kwaliteit van biodiversiteit binnen gebiedsontwikkelingen borgen, terwijl de toepassing van het instrument nauwelijks een nadelig effect heeft op de bouwkosten. Naast hun functie als beoordelingsinstrument spelen ze een belangrijke rol als communicatiemiddel, doordat ze scoorbare onderdelen concreet en tastbaar maken. Dit bevordert niet alleen de betrokkenheid van partijen, maar zorgt er ook voor dat maatregelen beter op elkaar worden afgestemd en dat monitoring en bijsturing eenvoudiger worden.
De samenhang tussen verschillende maatregelen en hun aansluiting op de omringende context is een belangrijk aandachtspunt. Om deze samenhang te waarborgen, is het essentieel om vanaf het begin van het ontwikkelproces ecologische kennis in te brengen en deze gedurende alle processtappen vast te houden. Dit kan bijvoorbeeld door in een vroeg stadium de verbinding met bestaande groenstructuren centraal te stellen.

Hoe verder?

Natuur-inclusieve gebiedsontwikkeling heeft de kracht om ook andere maatschappelijke opgaven te koppelen, zoals klimaat, gezondheid en leefbaarheid. Hoe dit in de toekomst vormgegeven kan worden, valt buiten de scope van deze studie. De publicatie maakt duidelijk dat het puntensysteem goed aansluit op de financiële logica van gebiedsontwikkeling. De vraag is in hoeverre de biodiversiteit die binnen dit tendersysteem wordt geformuleerd, aansluit op de dynamiek van de omringende natuurlijke systemen. De praktijk blijkt hierin weerbarstig. Om te waarborgen dat voorgestelde maatregelen daadwerkelijk bijdragen aan de versterking van bredere doelen, is het essentieel om mechanismen in te bouwen die de samenhang en effectiviteit bewaken. Gemeenten, natuurbeheerders en waterschappen staan hiervoor - samen met gebiedsontwikkelaars - aan de lat.

Besproken door Like Bijlsma

Natuurinclusieve gebiedsontwikkeling
Van pionieren naar governance
Gideon Spanjar, Frank Suurenbroek, Patrick Limpens, Sába Schramkó
Uitgeverij: Nai010
ISBN: 978-94-6208-867-2

 

Reacties

Ruimte en Wonen ©2025. All rights reserved.