Al jaren is het overheidsbeleid erop gericht dat mensen die zorg en/of begeleiding nodig hebben zo zelfstandig mogelijk wonen en functioneren. Wat betekent dat voor de buurt? Is er sprake van meer overlast door deze vormen van begeleid wonen? Ervaringen in Den Haag geven een genuanceerd beeld te zien.
50BEGELEID WONENVOORKOMTSTRUCTURELEWOONOVERLASTAl jaren is het overheidsbeleid erop gericht dat mensen die zorgen/of begeleiding nodig hebben zo zelfstandig mogelijk wonenen functioneren. Wat betekent dat voor de buurt? Is er sprakevan meer overlast door deze vormen van begeleid wonen?Ervaringen in Den Haag geven een genuanceerd beeld te zien.TIJDSCHRIFT VOOR DE VOLKSHUISVESTING NUMMER 6 DECEMBER 2011ACHTERGROND51TIJDSCHRIFT VOOR DE VOLKSHUISVESTING NUMMER 6 DECEMBER 2011ACHTERGRONDBegeleidwonenvoorjongereninDenHaag,JIT;opdefotowoonprojectDuWoFoyer.JITkrijgtminderfinanciering,waardoordewachtlijstlangerwordt(Foto Arie Kievit / Hollandse Hoogte)52DOOR RICHARD KLEINEGRIS, SENIOR-BELEIDSMEDEWERKER WONEN GEMEENTE DENHAAG EN BETROKKEN BIJ DE SAMENWERKINGTUSSEN WOON- EN ZORGINSTELLINGEN RONDBEGELEID WONEN, EN FROUKJE VAN ROSSUM,ONDERZOEKER/ADVISEUR RIGO RESEARCH ENADVIES, HEEFT QUICK SCAN WOONOVERLASTVOOR GEMEENTE DEN HAAG UITGEVOERDGrote instellingenterreinen gel-den steeds minder als de besteplekken om langdurig te verblij-ven voor mensen met psychia-trische problematiek of verstan-delijke beperkingen: mensen raken onnodiggehospitaliseerd, gestigmatiseerd en ge?so-leerd van de maatschappij. De zorg moet bui-ten de muren van de instelling worden aan-geboden aan cli?nten in kleinschalige woon-complexen of idealiter geheel zelfstandigwonend in een eigen woning. Deze vermaat-schappelijking van de zorg heeft de afgelo-pen jaren in een aantal steden geleid tot eenantwoord vanuit de volkshuisvesting: corpo-raties stellen woningen beschikbaar voordeze doelgroep en werken nauw samen metzorginstellingen die woonbegeleiding bie-den. De vraag dringt zich op of het woonge-not in kwetsbare wijken, dat toch al onderdruk staat, hierdoor verder wordt aangetast.In Den Haag werken corporaties en zorg- enhulpverleningsinstellingen zo'n tien jaarsamen om kwetsbare mensen zelfstandig tehuisvesten in combinatie met woonbegelei-ding. Het gaat hierbij om verschillende doel-groepen zoals mensen met een psychiatri-sche achtergrond, (ex-) verslaafden, dak- enthuislozen, mensen met een verstandelijkebeperking en mensen die vanuit de reclasse-ring begeleid worden. De betrokken organi-saties zijn positief. Raadsleden en wethouderontvingen in 2010 echter klachten van ern-stige overlast die volgens de klagers te makenzouden hebben met "Begeleid Wonen". Redenvoor wethouder Marnix Norder om via eenquick scan door RIGO Research en Advieshelderheid te krijgen over deze overlast en deeventuele relatie met begeleid wonen.Uit het Woononderzoek Nederland blijkt datwoonoverlast in Den Haag de laatste jarenis toegenomen, maar het is niet duidelijkhoe dit samenhangt met Begeleid Wonen.Voor de quick scan werd gebruik gemaaktvan het bestand klachtmeldingen van hetMeld- en steunpunt Woonoverlast en hetadressenbestand "Begeleid Wonen" van cor-poraties. Hier komen we later op terug. Ookde klachtmeldingen Begeleid wonen van decorporaties zijn ge?nventariseerd. Daarnaastzijn interviews gehouden met betrokkenenvanuit de corporaties, zorginstellingen,hulpverleningsorganisaties en politie.GELUIDSOVERLASTHoewel het onderzoek een quick scan betrofen met een doorlooptijd van drie weken denodige beperkingen kende, kan op een aantalvragen klip en klaar worden geantwoord voorde situatie in Den Haag: er is sprake van eenaantal geconcentreerde overlastsituaties indiverse wijken. Deze meldingen van struc-turele en voor de omgeving zeer belastendewoonoverlast hebben echter geen betrek-king op cli?nten Begeleid Wonen. BegeleidWonen leidt in beperkte mate wel eens totincidentele woonoverlast. In drie jaar tijd isover 16% van de adressen Begeleid Woneneen klacht binnengekomen. Meestal gaathet om geluidsoverlast. Het is niet bekendin hoeverre dit afwijkt van andere huurders.Veel klachten worden opgelost door soci-aal beheerders en blijven daarom buitenregistraties. Klachten over cli?nten BegeleidWonen worden wel altijd geregistreerd. Bege-leid Wonen voorkomt juist dat woonoverlaststructureel wordt, omdat begeleiders bij deeerste melding van woonoverlast zorgen datherhaling wordt voorkomen.Wij stellen dat Begeleid Wonen ook elders inprincipe niet tot structurele overlast hoeft teleiden. In principe, want het blijkt wel vanbelang hoe de begeleiders omgaan met klach-ten van woonoverlast. Woonoverlast heeftaltijd een subjectieve component: het gaaterom dat iemand overlast erv??rt. Daarom iseen klacht afdoen als overdrijving niet zinvol.Wanneer klachten serieus worden genomenen begeleiders de gemelde overlast met huncli?nten bespreken, verdwijnt meestal deoverlast. Als de klachten niet worden erkenddoor de corporatie of de begeleidende orga-nisatie wordt er ook niets aan de overlastgedaan.In de quick scan komt ook in Den Haag eenorganisatie naar voren die volgens andereorganisaties klachten over woonoverlast teweinig erkende naar de smaak van omwo-nenden, met als gevolg dat de woonoverlasthier het stadium van "incidenteel" voorbijwas. Een snelle google-zoekopdracht naar determen "overlast begeleid wonen" laat dezenuancering ook elders in Nederland zien. Hetgaat bijvoorbeeld mis waar de begeleidingdoorschiet in het uitgangspunt van "zo nor-maal mogelijk": bij een klacht van overlastverwezen de begeleiders de klagers naar depolitie, omdat men dat "bij andere mensenook zou doen". Juist de begeleidingsrelatie (=vertrouwensrelatie) maakt echter dat proble-men besproken kunnen worden en gezochtkan worden naar een oplossing die bij decli?nt past en die voor hem/haar werkt. Derol van de begeleiding blijkt dus een crucialein de keten van klacht naar oplossing. Eenvoorwaarde is wel dat de cli?nt de woon-begeleiding (weer) accepteert. Indien ditniet het geval is en de begeleidingsrelatie isverstoord of verdwenen, kan eventuele over-last structurele vormen aannemen. In hetbetreffende Haagse geval heeft de woning-bouwvereniging de zorginstelling verplichtom aan deze groep cli?nten langer woonbe-geleiding te leveren voordat wordt beslotenom de woning om te klappen en op naamvan de cli?nt te plaatsen. De zorginstellingging akkoord met deze extra inspanningenin de wetenschap dat corporaties anders geenwoningen meer aanbieden.AGRESSIEF GEDRAGZoals gezegd is er in Den Haag geen relatiegevonden tussen structurele woonoverlasten Begeleid Wonen. Uit het onderzoek komtechter naar voren dat er wel degelijk sprakeTIJDSCHRIFT VOOR DE VOLKSHUISVESTING NUMMER 6 DECEMBER 2011ACHTERGRONDWat is Begeleid Wonen?Bij Begeleid Wonen in Den Haag nemen zorginstellingen voor hun herstelde cli?nten contact op met de cor-poratie die verantwoordelijk is voor huisvesting van betreffende doelgroep (in Den Haag hebben de corporat-ies deze doelgroepen onderling "verdeeld"). De corporatie selecteert aan de hand van personalia, woonw-ensen en aard van de hulpvraag een woning uit het vrije aanbod op dat moment. Die wordt aan de cli?ntaangeboden. Meestal komt het huurcontract eerst op naam van de begeleidende instelling. De afspraak isdat de cli?nt nog minstens een half jaar woonbegeleiding ontvangt om te bezien of de cli?nt zich daad-werkelijk weet te redden. Indien dat goed gaat wordt de woning na een half jaar (of later) `omgeklapt' en opdiens naam gezet. Bij sommige cli?nten blijft de begeleiding vanwege blijvende handicaps doorlopen, bijandere stopt deze na enige tijd. Ook na be?indiging van de begeleiding blijft de zorginstelling aanspreekbaarals er problemen zijn. Dit blijkt echter in de praktijk nauwelijks nodig te zijn.Onder deze afspraken liggen convenanten tussen zorginstellingen en corporaties. In Den Haag worden dewoningen buiten het aanbodmodel gericht aangeboden. Het gaat jaarlijks om rond 150 cli?nten. Dat is 2-3%van alle mutaties in de Haagse sociale voorraad.53TIJDSCHRIFT VOOR DE VOLKSHUISVESTING NUMMER 6 DECEMBER 2011ACHTERGRONDis van ernstige overlast in Den Haag. De aard,ernst, locatie en omvang van de overlast zijnechter niet onderzocht en verdienen nadereaandacht. Wie zijn de vermoedelijke overlast-veroorzakers?Uit gesprekken komt een beeld naar vorenvan mensen met een zogenaamde dubbelediagnose (psychiatrisch ziektebeeld en ver-slaafd) die onaangepast en agressief gedragvertonen en ook 's nachts voor veel geluids-overlast zorgen onder andere door omdraai-ing van het dag- en nachtritme.Veel bewoners en andere betrokkenen, zoalspolitieagenten, verkeren in de veronderstel-ling dat de mensen die voor ernstige overlastzorgen een relatie hebben met BegeleidWonen dan wel Parnassia, de ggz/versla-vingszorginstelling. Over het eerste is dui-delijk dat er geen relatie is, maar het laatstezou wel goed kunnen: het is goed mogelijkdat er mensen zijn die ernstige overlast ver-oorzaken en ambulant in behandeling zijnbij Parnassia. Zij hebben dan hun woningzelf verkregen en niet via het Begeleid Wonentraject. Vermoedelijk zal het deels om men-sen gaan die niet (meer) in behandeling zijnbij een zorginstelling en bij wie het moeilijkis om een hulpverleningsrelatie tot stand tebrengen. De verwijzing van betrokkenen naarParnassia geeft in elk geval aan dat het gaatom de overtuiging van betrokkenen dat ver-meende overlastgevers hulp behoeven.ZORGMIJDERSIn Den Haag wordt een deel van deze mensenvia het Parnassia-politieprogramma opge-spoord en (opnieuw) aan een hulpverlenergekoppeld. Ook elders in Nederland opererenzogenaamde FACT-teams (functie assertivecommunity treatment) of bemoeizorgteamsdie een hulpverleningsrelatie tot stand pro-beren te brengen met zogenaamde zorgmij-ders. Het onderzoek naar Begeleid Wonengeeft het belang aan van het in stand houdenvan de hulpverlenings/begeleidingsrelatie ende meerwaarde van Begeleid Wonen bovenophulpverlening/behandeling van de achterlig-gende problematiek. Dat pleit ervoor om:1 alert te zijn op de noodzaak van woonbe-geleiding bij hulpvragers die tot nog toealleen ambulante behandeling/hulpver-lening krijgen en geen begeleiding in dethuissituatie2 in te zetten op het in stand houden vande begeleiding/hulpverleningsrelatie. Alscli?nten uit beeld dreigen te geraken (bij-voorbeeld niet op afspraken verschijnen)moet daar gerichte actie op volgen, bij-voorbeeld door het team woonbegeleidersof bemoeizorgteam3 flexibel terug- of opschakelen inde woonladder: indien nodig moetde zorg en de daarbij passendehuisvesting(svoorwaarden) zowel naarbeneden als naar boven toe snel kunnenworden aangepast, bijvoorbeeld door hetaanbieden van `respijt'plekken bij eeninstelling, waar een huurder weer even totrust kan komen4 nader onderzoek te doen naar de mensendie voor ernstige overlast zorgen: bij welkeinstellingen waren zij eerder in beeld enhoe zijn zij uit beeld verdwenen? Wellichtkan een of meer profielen worden gefor-muleerd. Dit kan helpen om bij andereincidenten te onderkennen wat kan wijzenop een patroon en waarvoor mogelijkeen noodzaak aanwezig is van preventiefingrijpen5 het evalueren van afstemmingsoverleg-gen (signaleringsoverleg) en het evaluerenvan de resultaten van programma's vanbemoeizorgteams, zoals FACT en hetParnassia-politieprogramma. De uitkom-sten hiervan zouden betrokken moetenworden bij de beoordeling van de nood-zaak en omvang van voorzieningen, zoalsSkaeve Huse voor een doelgroep die geenhulp of begeleiding accepteert en die alsvoorlaatste tree voor het buitenslapen ineen wooncontainer woont. Overigens zijner positieve geluiden over dit soort voor-zieningen1EXTRA DRUKUit de quick scan in Den Haag komt naarvoren dat veel woningen waar mensenbegeleid wonen liggen in wijken waar ookveel meldingen van woonoverlast vandaankomen. Op adresniveau waren er ampermatches, dus de woonoverlast wordt niet ofnauwelijks door cli?nten Begeleid Wonenveroorzaakt. Het laat echter zien dat dezekwetsbare groep vooral woont temiddenvan andere potentieel kwetsbare mensen dievanwege hun inkomenspositie aangewezenzijn op goedkope huurwoningen in wijkenwaar de leefbaarheid onder druk staat.De quick scan laat zien dat de komst vanbijzondere doelgroepen naar deze wijkengeen extra druk hoeft te betekenen. Wel kanconcentratie in het algemeen van kwetsbaregroepen en sociale problematiek in grotestadswijken met overwegend huurwonin-gen van lage kwaliteit (gehorig) in een hogebebouwings- en vooral bevolkingsdichtheidmet veel jongeren en/of volwassenen zonderwerk, die veel aanwezig zijn een extra drukDe rol van de begeleiding blijkt een cruciale in de keten vanklacht naar oplossing.UitonderzoekinDenHaagblijktdatoverlastnietvakerveroorzaaktwordtdoormensendiebegeleidmaarwelzelfstandigwonen(Foto Reyer Boxem / Hollandse Hoogte)54TIJDSCHRIFT VOOR DE VOLKSHUISVESTING NUMMER 6 DECEMBER 2011ACHTERGROND54betekenen op de leefbaarheid. Het gaat hier-bij niet zozeer om de bijzondere doelgroepen,zoals Begeleid Wonen, op zichzelf: het gaateerder om de combinatie van bijzonderedoelgroepen te midden van veelal ook kwets-bare mensen in veelal gehorige woningendie op deze huurwoningen zijn aangewezen.Daarnaast is het natuurlijk niet optimaal alsje zelf al kwetsbaar bent om te wonen in eenkwetsbare omgeving.In aansluiting op het beleid dat mensenzo zelfstandig mogelijk moeten wonen, ishet beleid er ook op gericht dat mensenparticiperen in de maatschappij. Er wordthierbij (met uitzondering van werk) eengroot belang aan de wijk toegedicht. Daar-naast wordt het beleid er ook steeds meerop gericht dat kwetsbare/zorgbehoevendemensen ondersteund worden door mensenuit hun omgeving (familie, buren). Zie bij-voorbeeld de ontwikkelingen rond WelzijnNieuwe Stijl, De Kanteling van de Wmo, depakketmaatregel AWBZ. De vraag rijst hierop in hoeverre het beleid erop gericht moetzijn dat mensen met beperkingen sociaalinteracteren met mensen die zelf ook maarnet het hoofd boven water houden en datbuurtbewoners een rol spelen bij de onder-steuning van hen. In hoeverre is in dezebuurten voldoende draagkracht en potentiete vinden bij bewoners?Uit onderzoek2blijkt dat mensen met psychi-atrische aandoeningen erg op zichzelf zijn enweinig contacten hebben in de buurt en ookweinig of geen gebruik maken van algemeneontmoetingsplekken, zoals buurthuizen enwijkcentra. Wel hebben de meeste van hencontacten met andere mensen met psychi-atrische problemen. Zij voelen zich in eendagactiviteitencentrum (DAC) waar alleenmensen met een psychiatrische achtergrondkomen, meer op hun gemak. Zowel cli?ntenals begeleiding blijken (daarom) nauwelijksop de buurt geori?nteerd: de begeleidingvindt in de woning plaats, niet daarbuiten.Ook verstandelijk gehandicapten die begeleidwonen hebben nauwelijks contact met burenof het contact is slecht.Mogelijk is het niet in elke buurt even mak-kelijk integreren; de buurtbewoners moetenook in staat zijn om als goede buur contact tehebben met meer kwetsbare wijkbewoners.Ook de Sociale Index (Rotterdam/RIGO, 2007)gaat uit van persoonlijke capaciteiten (vol-doende opleiding, werk, inkomen) en kwali-tatief goede leefomgeving (huisvesting, voor-zieningen, geen overlast) als noodzakelijkevoorwaarde voor participatie en binding.SAMENWERKINGHoe duurzaam is de Haagse samenwerkingtussen corporaties en zorginstellingen enis deze na tien jaar toe aan een herijking?Allereerst is het opmerkelijk (maar zeker nietuitzonderlijk) dat de samenwerking buitenhet aanbodmodel en belangrijker buiten deHuisvestingverordening, het publieke kadervan de woonruimteverdeling, om gebeurt.Zonder dat de modus operandi hoeft te wijzi-gen zou men de toewijzing via convenantenaan deze kwetsbare groepen in genoemdeverordening moeten opnemen. De zorgendie in de volksmond worden geuit over hetprogramma zouden geen reden mogen zijnom deze sociale taakstelling niet expliciet teverwoorden.Een optie is om de plaatsing van klanten viaBegeleid Wonen niet meer stedelijk te doen,maar deze regionaal ter hand te nemen. Eendeel van de klanten komt oorspronkelijk uitregiogemeenten. Het belangrijkste is datde regio minder grote uitgesproken corpo-ratiewijken heeft en mensen dus kunnenworden gehuisvest in rustiger en minderstedelijke woonmilieus, waarbij ook de kansminder groot is op terugval in oude `foute'sociale netwerken. Gecontinueerde socialeproductie buiten uitgesproken corporatie-wijken is ook vanuit dat opzicht wellichtnuttig. Een andere vraag is of de organischegegroeide samenwerking tussen corpora-ties en zorginstellingen, waarbij diversepartijen toegang tot deze markt zoeken nieteffici?nter georganiseerd kan worden. DeRotterdamse corporaties die de organisatieFlexibel Wonen hebben opgericht, geven eenvoorbeeld van hoe men de taakopvatting vaneen corporatie breder in kan vullen, incluishet verplichte woontoezicht ? la de vroegereinspectrices. Door het woontoezicht namensde corporaties komt men elke maand achterde voordeur en kan de begeleidende instel-ling snel worden aangesproken als het nietgoed gaat. Het woontoezicht bestaat naastde zorg/begeleiding vanuit de zorginstelling.Het woontoezicht eindigt in principe na eenjaar. Bij succes wordt het contract omgezet ineen regulier contract. Bewoners kunnen, netals in Den Haag, wooncarri?re maken zon-der te verhuizen, vandaar "flexibel wonen".Bijzondere doelgroepen krijgen een contractgedurende een jaar met deze stichting, diedat jaar tegen betaling toezicht houdt. Vanuitde corporaties worden de activiteiten, dieanders verspreid raken bij allerlei deelbedrij-ven, zo in ??n deskundige hand gehouden.Hierbij is het woontoezicht naast de hulpof begeleiding vanuit de zorginstelling eenextra contactmoment met de bewoner envormt de "woontoezichthouder" vanuit hetwonen zich een eigen oordeel over het functi-oneren van de bewoner.TOT SLOTDe relatie tussen Begeleid Wonen en woon-overlast in Den Haag is beperkt. Als cli?ntende begeleiding accepteren en de begeleidingklachten van woonoverlast serieus neemt, iser eigenlijk wat betreft extra belasting voorde wijk niet zoveel aan de hand. De uitdagingzit in het bedienen van de groep cli?nten dienog geen woonbegeleiding ontvangt en dezeeigenlijk wel nodig heeft, omdat zij ernstigeoverlast veroorzaakt: het opsporen van dezemensen, het realiseren van een adequaat hul-paanbod en het realiseren van laatste vang-netten, zoals de Skaeve Huse, is de opgave.Een bedreiging voor het succes van BegeleidWonen zijn de bezuinigingen die zijn aan-gekondigd en deels al zijn doorgevoerd in deAWBZ. Een deel van de cli?nten verliest deindicatie voor begeleiding. Daarnaast tref-fen bezuinigingsmaatregelen de zorginstel-lingen, zoals de Haagse instelling JIT, diezorgjongeren begeleidt. Zij krijgt minderfinanciering, waardoor de wachtlijst langerwordt. Wat gebeurt er in de tussentijd metdeze mensen? Ergens in de keten gaat hetknellen. Waar voorheen het probleem vooralwas dat er geen woningen beschikbaar warenvoor mensen om uit de instellingen door testromen, wordt het probleem straks dat ergeen of minder begeleiding meer is.Het rapport is te downloaden op www.rigo.nlLiteratuur1 SEV, artikel in Som, uitgave van MOgroep nr. 4, 20102 Onder de mensen. Nicis, 2010.Mensen met psychiatrische aandoeningen zijn erg op zichzelf enhebben weinig contacten in de buurt.
Reacties