Het realiseren van een energietransitie is een complex samenspel tussen bestuurders, beleidsmakers, adviseurs en burgers, maar bewonersparticipatie is vaak een wassen neus. Veel bewoners van buurten en wijken voelen zich niet gehoord en al helemaal niet begrepen. Kan dat niet anders? Succesvolle samenwerking lukt alleen, zo schetst Evamarije Smit, bij begrip voor elkaars leefwereld, inzicht over en weer in oordelen en vooroordelen en de bereidheid verschillende perspectieven in een veilige omgeving met elkaar te bespreken.
De weg naar energietransitie kent complexe vormen van samenwerking. Adviseurs en onderzoekers, beleidmakers en bestuurders broeden vanuit hun eigen verantwoordelijkheid op de best mogelijke aanpak per regio, gebied, wijk of buurt, vaak bezien vanuit een financieel, technisch en economisch perspectief. Vervolgens is het aan communicatieprofessionals om voor dat plan voldoende draagvlak te organiseren. Bewonersparticipatie noemen we dat. Of wel: het gaat erom bewoners zo ver krijgen dat zij instemmen met het van bovenaf uitgedachte beleid. Omgevingsmanager Johan Simon zegt het op zijn manier. “De overheid - met steun van adviseurs en bijvoorbeeld omgevingsmanagers zoals ik zelf – veroorzaakt zelf dat we vastlopen in de energietransitie. Of in de andere grote transities. Participatie is heel vaak een wassen neus. Steeds opnieuw komen we van bovenaf met plannen, die we er bij inwoners doorheen willen krijgen”.
Foto: Johan Simon
Reacties