22 2015/03 S+ROThemaStad van straksSturen op stedelijketransformatieJan RademakerParkstad Limburgj.rademaker@parkstad-limburg.nlRalph van der StratenParkstad Limburgr.vanderstraten@parkstad-limburg.nlParkstad Limburg kreeg als ??n van deeerste regio's in Nederland te makenmet bevolkingskrimp. Welke gevolgendit heeft voor de ruimtelijke inrichtingwerd in het zuiden van Nederland aleerder duidelijk dan elders. Hoe je hiermee om kunt gaan dus ook. JanRademaker en Ralph van der Stratenlaten zien hoe de regio ParkstadLimburg een proeftuin voor stedelijketransformatie kan zijn.De ruimtelijke agenda is in beweging. Inde landelijke politiek is er veel aandachtvoor de ontwikkelingen in de zorg, dewoningmarkt, de detailhandel en hetenergievraagstuk. Deze ontwikkelingenhebben gevolgen voor de kwaliteit vanonze ruimte. In sommige regio's wordtdit versterkt door de effecten vanbevolkingsdaling. In een krimpendemarkt is een actieve top-down sturingvan de overheid noodzakelijk om deruimtelijke gevolgen hiervan goed tekunnen begeleiden. Het maken vanduidelijke keuzes is een crucialerandvoorwaarde om markten te latenfunctioneren. Hierdoor kunnenbottom-up initiatieven wordengestimuleerd en tot bloei komen. Van devijf Nederlandse krimpgebieden isZuid-Limburg de enige verstedelijkteregio, de omvang van de ruimtelijkeeffecten van bevolkingsdaling isnergens zo groot. In Limburg isParkstad Limburg de koploper als hetgaat om de aanpak van de gevolgen vanbevolkingsdaling. De regio loopt volgensminister Blok ook voor op de rest vanNederland. Parkstad Limburg presen-teert zich daarom als de proeftuin voorstedelijke transformatie.Sturen op stedelijke transformatie: ParkTerugblikAls we kort terugblikken op de ontwik-keling van de Nederlandse ruimtelijkeordening en de achterliggende motie-ven om daar vanuit de nationaleoverheid op te sturen, is een belangrijkereden gelegen in het feit dat debevolkingsomvang vanaf 1950 flink isgegroeid. Al v??r de Tweede Wereld-oorlog waren er idee?n om te komentot de uitwerking van een nationaleruimtelijke structuur. De ruimtelijk-economische ontwrichting als gevolgvan de oorlog, de geboortegolf, denoodzakelijke versnelling van deindustrialisatie, de strijd tegen dewoningnood en de ongelijke welvaarts-groei vroegen om `samenhangendeplannen voor grotere gebiedsdelen envoor het land als geheel'.1De voorspelde ontwikkeling van deNederlandse bevolking was altijd eencentraal uitgangspunt in het nationaleruimtelijkeordeningsbeleid. Zo werd inde Tweede Nota (1966) en de Derde Nota(1973-1983) uitgegaan van prognosesdie lieten zien dat de bevolking zougroeien van ongeveer 12 miljoen naar 17of 20 miljoen inwoners in 2000. Dezenationale nota's hadden als doel dedemografische groei te begeleiden enhier actief op te sturen, om te voorko-S+RO 2015/03 23ThemaStad van straksSturen op stedelijketransformatieOnderbankenBrunssumLandgraafHeerlenNuthVoerendaalSimpelveldKerkradeNuthWijnandsradeSchimmertHulsbergKlimmenRansdaalVoerendaalUbachsbergSimpelveldBocholtzHeerlenRimburgUbach over WormsSchinveldJabeekBingelradeMerkelbeekVaesradeDuitslandNederlandmen dat deze zou leiden tot `rampzaligegevolgen' zoals de ongeleide uitdijing ensamensmelting van de grote steden inde Randstad. Het antwoord hierop wasde gebundelde deconcentratie waarbijzogenaamde groeikernen (onder anderePurmerend, Zoetermeer, Spijkenisse)werden aangewezen. Hier kondenmensen wonen, werken en recre?renwaardoor de druk op de grote stedenzou verminderen en de suburbanisatie-golf kon worden gecontroleerd. Vanafde Nota Ruimte (2004) is de ruimtelijkeordening gaandeweg gedecentraliseerdvanuit de filosofie dat vooral deprovincies en gemeenten aan de latstaan voor de fysieke leefomgeving,stad Limburg proeftuin bevolkingskrimpgelet op hun specifieke gebiedskennisen samenwerking met regionalepartners.Regionale demografischeverschillenRecente bevolkingsprognoses voorspel-len dat de Nederlandse bevolkingsom-vang tot 2060 geleidelijk met ??nmiljoen inwoners zal groeien.2 Ditbetekent dat Nederland zo goed alsafgebouwd is en het volume vanuitbreiding relatief beperkt is. Dekomende decennia zullen vooralvernieuwing, herstructurering entransformatie van het bestaandebebouwd gebied centraal staan. Eenbelangrijke kanttekening is dat debevolkingsontwikkeling per regioverschilt. Zo zullen er regio's zijn die inde toekomst minder inwoners zullenhebben dan nu, regio's die te makenkrijgen met bevolkingsgroei en regio'swaar de bevolkingsomvang de komendejaren stabiel zal blijven. De krimpregio'sZuid-Limburg, Achterhoek, Zeeuws-Vlaanderen, Noordoost-Friesland enNoordoost-Groningen zijn koploperre-gio's als het gaat om bevolkingsdaling.Maar ook andere delen van Nederland,zoals Purmerend, Spijkenisse enRotterdam-Zuid krijgen hiermee optermijn te maken.3Daarmee wordt bevolkingsdaling, totop heden vooral gezien als een regio-naal thema voor de randen vanNederland, langzaamaan een vraagstukdat zich op het landelijk schaalniveaumanifesteert. De `oude' groeikernenhebben het moeilijk, de bevolkingvergrijst en jongeren trekken steedsvaker naar de grote steden.4 Dit maaktregionale afstemming over bijvoorbeeldwoningbouwprogramma's een vereiste,omdat bevolkingsgroei en -daling tweekanten van dezelfde medaille zijn.Beslissingen over de realisatie ofuitbreiding van een woonwijk ofwinkelcentrum in de ene gemeentekunnen invloed hebben op buurge-meenten. Dat geldt in eerste instantienatuurlijk op regionaal niveau, maar dielijn kan gemakkelijk worden doorge-trokken naar het nationale schaal-niveau. Daarmee is bevolkingsdaling, infeite demografie in algemene zin, mis-schien wel het belangrijkste vraagstukin het ruimtelijkeordeningsbeleid vanveel Nederlandse steden en regio's. >>24 2015/03 S+ROThemaStad van straksSturen op stedelijketransformatieDe effecten vanbevolkingsdalingDe effecten van bevolkingsdalingworden het meest zichtbaar door eentoenemende leegstand in vastgoedsec-toren zoals woningen en winkels, datleidt tot een onder druk staandvoorzieningenniveau en daaruitvoortkomende leefbaarheidsproble-men. Deze effecten worden nogversterkt door autonome trends zoalshet toenemende marktaandeel vaninternetwinkelen. Het draagvlak voorvoorzieningen zoals winkels, scholen,gemeenschapshuizen en kerkenbrokkelt af en gebieden waar deleegstand zich concentreert zijn nietmeer aantrekkelijk. Ook woningenstaan lange tijd te koop en/of leeg.Dit structurele overaanbod leidt naastleegstand en leefbaarheidsproblemenook tot dalende vastgoedwaarden. Veelhypotheken van particuliere eigenarenstaan onder water en soms werkenbodemprijzen van te koop staandvastgoed ongewenste (criminele)activiteiten in de hand. Over hetalgemeen geldt: er is meer vastgoeddan programma en dus is er feitelijkmeer aanbod dan vraag: de markt is`ontspannen'. Bovenop dit kwantita-tieve vraagstuk is er sprake van eenverschuiving van de kwalitatieve vraag.Aspecten als levensloopbestendigheid,betaalbaarheid en duurzaamheidworden steeds belangrijker.Naast deze herstructureringsvraag-stukken heeft bevolkingsdalinggevolgen voor de regionale economi-sche concurrentiekracht. Zo neemt deomvang van de beroepsbevolkingvanwege vergrijzing en ontgroening af.Een groot deel van de hoogopgeleidejongeren trekt weg en ouderen gaanmet pensioen. Dit maakt dat sommigeregio's minder interessant worden voorde vestiging van (grote) bedrijven. Datgeldt ook voor een regio als ParkstadLimburg, ondanks dat zo'n 2,2 miljoenarbeidsplaatsen (en dus heel veelbedrijven) binnen ??n uur reistijd tebereiken zijn. De economische poten-ties die de geografische ligging biedtworden onvoldoende benut.Regionale afstemmingnoodzakelijkOm te sturen op de effecten vanbevolkingsdaling heeft ParkstadLimburg gekozen om te werken langstwee strategische pijlers: enerzijds deherstructurering van het bestaandbebouwd gebied, anderzijds economi-sche structuurversterking. Dit bete-kent dat vooral wordt ge?nvesteerd ineen toekomstbestendige voorzienin-genstructuur, kwalitatief hoogwaar-dige woongebieden in een aantrekkelijklandschap, goede (grensoverschrijden-de) verbindingen en de groeiendetoeristische sector met als hoger doelhet regionale vestigingsklimaatduurzaam te versterken.De herstructurering heeft een enormeimpuls gehad nadat de toenmaligeminister van Binnenlandse Zaken enKoninkrijksrelaties de krimpproblema-tiek in 2009 op de nationale agendaheeft geplaatst. Het Rijk, de provincieen de regio hebben in Parkstad Limburgeen transformatiefonds in het levengeroepen van waaruit een herstructu-reringsprogramma is vormgegeven. DeRijksbijdrage van 14,5 miljoen euro isingezet als een financi?le hefboomwaarmee een investeringsprogrammavan 259 miljoen euro op poten is gezet.Met deze investering zijn zo'n 2000woningen uit de markt gehaald, circa500 woningen teruggebouwd, nieuweonderwijs- en sociaal-culturelevoorzieningen gerealiseerd, openbareruimte opnieuw ingericht, woningenverduurzaamd en is een flankerendsociaal programma uitgevoerd.Ondertussen is de focus in de herstruc-turering verschoven. Zo is de leegstandin de woningvoorraad verplaatst van dehuursector naar de particulierekoopsector. Vanwege het versnipperdeigendom en hypothecaire aspecten isde opgave daardoor complexer entaaier dan voorheen. Voor vrijgekomenschoolgebouwen, gemeenschapshuizenen kerkgebouwen wordt gezocht naarnieuwe toekomstbestendige functies,terwijl het programma om alles tevullen ontbreekt. Dit wordt nog eensbemoeilijkt door de aanwezige planca-paciteit. Het staat vast dat nieuw-bouw- of uitbreidingsplannen in de enegemeente grote gevolgen kunnenhebben voor omliggende gemeenten. Endus is regionale afstemming (en dus hetmaken van keuzes) over programma'snoodzakelijk.5 Niet ingrijpen, ofwel hetniet maken van keuzes, leidt ertoe datde opgave groter wordt en de kostenuiteindelijk zullen stijgen. Tijdiginvesteren in krimpregio's loont dus.6Regionale bestuurlijke samenwerking: Parkstad LimburgParkstad Limburg, de voormalige Oostelijke Mijnstreek, is met 247.000 in-woners en een voor Nederlandse begrippen unieke ruimtelijke structuur ??nvan de meest verstedelijkte regio's. De acht gemeenten in Parkstad Limburg(Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelvelden Voerendaal) werken samen in een Gemeenschappelijke Regeling, waar-bij regionale afstemming plaatsvindt over vier thema's: economie, ruimte,mobiliteit en wonen. Concreet worden er in bestuurscommissies, bestaandeuit de acht vakwethouders, onder meer regionale afspraken gemaakt overhet detailhandelsbeleid, de energietransitie, openbaarvervoerverbindingenen de woningmarktprogrammering. Hoewel er altijd naar consensus wordtgestreefd kunnen deze bestuurscommissies voor alle colleges bindende meer-derheidsbesluiten nemen.S+RO 2015/03 25ThemaStad van straksSturen op stedelijketransformatieKerkrade-West na herstructureringFoto: Parkstad LimburgTop-down en bottom-upOm de effecten van bevolkingsdalinggoed te kunnen begeleiden is in deeerste plaats een `top-down' sturingvereist: een visie waarin keuzes wordengemaakt over de toekomstige ruimte-lijke structuur van de regio en ant-woord wordt gegeven op vragen als`waar vinden we leegstand erg enminder erg' en `op welke plek wil ik eenbepaalde ontwikkeling wel en niettoestaan'. Zo'n visie verschaft onderne-mers, inwoners en bedrijven duidelijk-heid. Het uitgangspunt is dat nieuweruimtelijke ontwikkelingen op de juisteplekken plaatsvinden, zodat de regio erop de lange termijn beter van wordt.Vanuit haar ruimtelijkeordeningstaak isde overheid aan zet om duidelijkeruimtelijke randvoorwaarden te stellenwaarbinnen vastgoedmarkten goedkunnen functioneren.7Top-down sturing is een belangrijkevoorwaarde om bottom-up initiatievenuit de markt en de samenleving aan tejagen en te faciliteren. Juist in een tijdwaarin er geen grote overheidsmidde-len voorhanden zijn, zijn dergelijkeinitiatieven cruciaal om dynamiek envitaliteit op gang te brengen. Bovendienmist de opgave op zichzelf de motorvan bevolkingsgroei die in het verledende nodige gebiedsontwikkelingen >>Kansrijk nieuw arrangement:de transitie-exploitatie van particulier woningbezitEen goed voorbeeld van een nieuw innovatief instrument is een project waar-bij een corporatie bereid is om particulier woningbezit aan te kopen, dit ver-volgens tijdelijk te verhuren en uiteindelijk deze woningen te slopen. Hiermeewordt de tijdelijk groeiende vraag naar sociale huurwoningen opgevangen enwordt de omvang van de woningvoorraad op termijn kleiner. Op deze wijzekan de tijdelijke inkomstenstroom uit de huuropbrengsten worden gebruiktom de aankoopinvestering terug te verdienen. De businesscase van deze pilotis momenteel lastig rendabel te krijgen vanwege de verhuurderheffing, die decorporatie verplicht om extra belasting te betalen op haar woningbezit vanhuurwoningen met een huurprijs beneden 710 euro per maand.26 2015/03 S+ROThemaStad van straksSturen op stedelijketransformatieMogelijkheden voor beleggers in huurwoningen in Parkstad LimburgIn veel woongebieden in Parkstad Limburg is er sprake van een overaanbodaan koopwoningen, maar een tekort aan huurwoningen. Door onder andere deflexibiliteit op de arbeidsmarkt, de vergrijzing en het strengere hypothecairesysteem worden huren steeds populairder. Helemaal voor de doelgroep meteen inkomen boven de 34.000 euro, die door de nieuwe Woningwet niet meerworden bediend door woningcorporaties. Omdat de koopwoningmarkt zeerontspannen is, zijn er voor beleggers interessante directe rendementen te be-halen in de regio. Zo kunnen koopwoningen opgekocht worden tegen relatiefgunstige prijzen, terwijl de huren relatief hoog liggen.In Parkstad Limburg zijn er al enkele verhuurders die de mogelijkheden van deaankoop en verhuur van particuliere woningen hebben ingezien. Echter, ditheeft nog niet geleid tot voldoende aanbod van betaalbare huurwoningen.Beleggingskeuzes worden momenteel nog onvoldoende gemaakt op basis vandirect rendement, maar op basis van indirect rendement. Om meer beleggerste verleiden te investeren in de bestaande woningvoorraad in Parkstad Lim-burg, is een bidbook voor huurwoningen ontwikkelt. Hierin worden ? vanuiteen markttechnisch perspectief ? de meest interessante locaties voor huur-woningen in de spotlights gezet.Meer informatie: www.parkstad-limburg.nlrendabel of zelfs winstgevend heeftgemaakt. Hierdoor is de toekomst vaneen krimpregio vooral afhankelijkvan initiatieven en steun vanuit demarkt en de samenleving, de overheidneemt vooral een faciliterende ensturende rol in. Kortom: top-downsturing en bottom-up initiatievenmoeten elkaar (kunnen) ontmoeten.In Parkstad Limburg zijn er aanspre-kende voorbeelden die deze wisselwer-king aantonen. Zo heeft de StichtingStreetwise, oorspronkelijk een burgeri-nitiatief, op verschillende plekken in hetcentrum van Heerlen voormaligewinkelpanden een nieuwe innovatieveinvulling gegeven. Dit heeft geleid toteen kwalitatieve versterking van hetcentrum en een afname van dewinkelleegstand. De Stichting Kansen-winkels heeft op een soortgelijkemanier voormalige winkelpanden inKerkrade-West kunnen herbestemmen,bijvoorbeeld in de vorm van een sociaalbuurtrestaurant, een strijkservice eneen kunstwinkel. De regionale detail-handelsvisie fungeert als beleidskaderom dergelijke initiatieven op de juisteplekken te faciliteren.Voor de woningmarkt is een regionalewoningmarktprogrammering ontwik-keld, die de regio in staat stelt te sturenop de omvang van de woningvoorraad:nieuwbouw en sloop gaan zo hand inhand. Nieuwbouw `in de wei' wordtontmoedigd, terwijl initiatieven om debestaande woningen kwalitatief teverbeteren en monumentale pandenvan een nieuwe bestemming tevoorzien worden aangejaagd.8 Zo'nbeleidsuitspraak is cruciaal ombottom-up initiatieven die invullinggeven aan de opgave te kunnenfaciliteren. Zo ontstaat namelijkgezonde marktspanning.Proeftuin voor NederlandHet ontwikkelen van visies en beleid isechter niet voldoende. Om de transfor-matieopgave echt vlot te trekken zijnnieuwe instrumenten noodzakelijk,zoals een innovatief sturingsinstru-mentarium en financi?le arrangemen-ten. De verdienmodellen die in hetverleden succesvol zijn geweestwerken niet meer in een krimpendemarkt. Hier draait het namelijk nietzozeer om het verdelen van de winstmaar vooral om het verdelen enminimaliseren van de kosten. Insamenwerking met het Rijksvastgoed-bedrijf en de provincie Limburg heeft deStadsregio Parkstad Limburg onder-zoek gedaan naar de toepasbaarheidvan nieuwe arrangementen en verdien-modellen.9 Met een aantal hiervanS+RO 2015/03 27ThemaStad van straksSturen op stedelijketransformatieInnovatieve invulling winkelpandenHeerlen, Stichting StreetwiseFoto: Parkstad Limburgwordt momenteel in de praktijkge?xperimenteerd in pilots (zie kaders),waarbij de liefde voor bestaandvastgoed centraal staat.De uitdaging is om als een belegger tekijken naar de problemen en uitdagin-gen in de regio. Instrumenten alsstedelijke herverkaveling, verhandel-bare ontwikkelingsrechten en wellichteen nieuwe verdelingssystematiek voor`financi?le pijn' kunnen daarbij helpen.De rol van de rijksoverheid kan van >>Experiment: Tijdelijke studentenhuisvesting in leegstaand vastgoedVeel leegstaand vastgoed zoekt een nieuwe bestemming. Een potenti?le kansis de vraag naar studentenwoningen voor studenten aan de Rheinisch-West-faelische Technische Hochschule (RWTH) en de Fachhochschule (FH) in Aachen.De RWTH ligt op zo'n tien kilometer afstand van Kerkrade. De dubbele jaargangeindexamenkandidaten in het voortgezet onderwijs in 2013, het vervallen vande dienstplicht in Duitsland en het vervallen van het collegegeld in NordreinWestfalen (meer jongeren kunnen gaan studeren) zorgt voor een ongewonetoestroom van eerstejaarsstudenten in Aachen. Daarbij investeren verschil-lende partijen maar liefst twee miljard euro in de uitbreiding van de campussenin Aachen. Voor de omliggende Nederlandse grensgemeenten een mooie kansom leegstaand vastgoed op deze wijze tijdelijk in te vullen. In een leegstaandeflat van HEEM Wonen in Kerkrade wonen op deze wijze al 44 Duitse studenten.Rijkswet- en regelgeving maakt het op dit moment helaas nog niet mogelijkdat niet-EU studenten in Nederland mogen wonen, als deze in Aachen stu-deren. Ze hebben volgens regelgeving geen reden voor verblijf (ze studerenimmers in Duitsland). En dat terwijl er jaarlijks circa 2000 niet-EU studentenin Aachen een studie volgen. Hierdoor zijn al meer dan 50 niet-EU studententeleurgesteld, die graag in Kerkrade een kamer hadden willen huren.Meer informatie: www.facebook.com/wohnraumstudierendenaachen28 2015/03 S+ROThemaStad van straksSturen op stedelijketransformatieKerkrade-West voor herstructureringFoto: Parkstad Limburgbevolkingsdaling zeer wenselijk, temeeromdat meer regio's en steden dekomende jaren te maken krijgen meteen afnemende bevolking.De acht samenwerkende gemeenten inParkstad Limburg hebben de handenineengeslagen om in gezamenlijkheid tewerken aan de toekomst van de regiodoor de afstemming over beleid enprogramma's te intensiveren. Dezesamenwerking toont aan dat eengedeelde urgentie over, en tijdigeacceptatie van de opgave ? weliswaarna een lange remweg ? leidt tottastbare succesvolle resultaten. Zoheeft de sloop van 3000 huurwoningenin het kader van de herstructureringgeleid tot een daling van het leeg-standspercentage van 5,2 procent in2009 naar 4,3 procent in 2013.10 Ditheeft een verdere waardedaling in deregionale woningmarkt voorkomen.IBAHet meest aansprekende instrumentwaarmee de regio werkt aan haartoekomst is de Internationale BauAusstellung (IBA). De IBA (zie kaderhiernaast) is een motor en aanjager vande regionale transformatieopgave enmoet nieuwe dynamiek teweegbren-gen. De regio kijkt vooruit en wil deachterstand ombuigen in een voor-sprong, met als ambitie een stad van detoekomst en een Europese voorbeeld-regio te worden op het schaalniveauvan 240.000 inwoners.Als eerste stedelijke regio in Nederlanddie op grote schaal te maken heeft metde ruimtelijke effecten van bevolkings-daling, kan Parkstad Limburg wordengezien als een proeftuin voor stedelijketransformatie. Dat de regio eenkoploperrol heeft, is ook laatstaangegeven door minister Blok.11 Hetzijn van een proeftuin vraagt omintensieve samenwerking tussenoverheden, maatschappelijke partnersen het bedrijfsleven, maar vooral om lefen innovatiekracht. Lef bij bestuurdersDe IBA als instrument voor stedelijke transformatieVanuit de achtergrond van de ruimtelijke transformatieopgave is enkelejaren geleden het idee ontstaan om via het beproefde Duitse instrument IBA(Internationale Bau Ausstellung) een duurzame impuls te geven aan de regioop zowel het ruimtelijke, economische als sociale vlak. Tussen 2014 en 2020organiseren de acht Parkstadgemeenten en de provincie Limburg de eersteniet-Duitse IBA: de IBA Parkstad. Zij hebben daartoe 45 miljoen euro beschik-baar gesteld. De IBA is een instrument om vanuit een bottom-up aanpak en eenopen oproep initiatieven en projecten uit de samenleving te genereren die viakwaliteitsprocessen kunnen doorgroeien tot voorbeeldstellende en richting-gevende projecten van internationale allure: projecten die in 2020 al laten zienhoe Parkstad er in 2040 uitziet. In april 2015 presenteerde curator-directeurvan IBA Parkstad Jo Coenen de oogst van de eerste open oproep: 293 projecti-dee?n of -voorstellen zijn ingediend.grote betekenis zijn om dergelijketransformatieprocessen op regionaalschaalniveau uit te voeren, doorbijvoorbeeld experimenteerruimte tebieden binnen nationale wet- enregelgeving, zoals het Bouwbesluit ende Wet Ruimtelijke Ordening. Ook is ervoor het Rijk een rol weggelegd omnationaal opererende instanties zoalsNationale Hypotheek Garantie enbanken te stimuleren om actief mee tedoen. In algemene zin is een debat overde mate van sturing vanuit de nationaleoverheid op de ruimtelijke effecten vanS+RO 2015/03 29ThemaStad van straksSturen op stedelijketransformatieom de noodzakelijke keuzes te makenen vanuit een goede ruimtelijkeordening te sturen op de ruimtelijkeeffecten van bevolkingsdaling. Innova-tiekracht om via nieuwe instrumentenzoals een IBA concrete invulling tegeven aan die top-down sturing enbottom-up initiatieven aan te jagen ente stimuleren. Tegelijkertijd blijft eenactieve ondersteuning vanuit derijksoverheid en de provincie Limburgop urgente thema's zoals wonen endetailhandel noodzakelijk om deeffecten van de bevolkingsdaling goedte kunnen begeleiden. Met een uniekebestuurlijke samenwerking, eencombinatie van top-down sturing enbottom-up initiatieven en het anticipe-ren op de transitieopgaven wil ParkstadLimburg voorop blijven lopen en eenproeftuin zijn voor stedelijke transfor-matie in Nederland. Noten1 Cammen, H van der en Klerk, L. de,Ruimtelijke ordening: van grachtengordeltot VINEX-wijk, Uitgeverij het Spectrum,Utrecht, 2003, p. 173.2 CBS Statline, BevolkingsprognoseNederland, 2015.Stichting StreetwiseStreetwise is een uitvoerende orga-nisatie voor duurzame economischestructuurversterking van winkelge-bieden. Streetwise werkt binnen deRetailstructuurvisie Parkstad Limburgsamen met de bewoners, ondernemersen vastgoedpartijen om goede resul-taten te boeken.Op deze wijze heeft Streetwise leeg-staande winkelpanden een nieuweinvulling gegeven en ondernemersvanuit een perifere winkellocatie ver-plaatst naar kernwinkelgebieden. Dezeondernemers worden begeleid doordatStreetwise zich richt op onderliggendeproblemen van leegstand. Zo wordensamenwerkingsverbanden tussenondernemers opgericht, onderhan-delt Streetwise over aantrekkelijkerehuurvoorwaarden en vastgoedeigena-ren (bijvoorbeeld ingroeihuur) en zetStreetwise zich in voor de profileringvan winkelstraten. Dit verbetert hettoekomstperspectief van startende enzittende ondernemers aanzienlijk.Meer informatie:http://stichtingstreetwise.nl/Binnenstedelijke transformatieopgavenOm centra en binnensteden in krimpregio's aantrekkelijk en leefbaar te houden, zullen de meeste gebiedsontwikkelin-gen in krimpregio's binnenstedelijk zijn. In een traditioneel model is zo'n gebiedsontwikkeling erg duur en kent een langedoorlooptijd. De overheid moet hoge kosten betalen om een nieuwe gebiedsontwikkeling mogelijk te maken, terwijl deopbrengsten niet mee stijgen. Het gevolg is een verliesgevende businesscase, waardoor de gewenste transformatie lastigwordt. De minister heeft al bepaald dat een nieuw instrument aan de wet wordt toegevoegd: stedelijke herverkaveling.Dit instrument is in een studie naar interessante arrangementen voor de vastgoedmarkt door het ministerie van Bin-nenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Provincie Limburg en Stadsregio Parkstad Limburg ook als interessant betiteldvoor binnenstedelijke transformatieopgaven in krimpgebieden. Denk bijvoorbeeld aan de herinrichting van een gebied,waarbij de behoefte aan het aantal woningen en winkelruimte afneemt en de noodzaak ontstaat om het gebied andersin te richten. Zonder een bepaling waarbij een onwillige eigenaar (denk aan een buitenlandse belegger met een kantoorin Zwitersland die de telefoon niet opneemt) gedwongen kan worden om mee te ruilen, is dit instrument op het oognutteloos. Vooral omdat de bevolkingskrimp een afname van de behoefte aan vastgoed met zich meebrengt. Terwijl ervoldoende gebieden in Parkstad aan te wijzen zijn die zich zouden lenen als een interessante plek om via stedelijke her-verkaveling te komen tot een succesvolle binnenstedelijke transformatie.Meer informatie: http://www.limburg.nl/Beleid/Wonen_en_Leefomgeving/Transitiefonds_Limburgse_Woningmarkt3 PBL (Planbureau voor de Leefomgeving),De Nederlandse bevolking in beeld ?Verleden, Heden en Toekomst, 2014.4 PBL (Planbureau voor de Leefomgeving),De Stad: Magneet, Roltrap en Spons, 2015.5 PBL (Planbureau voor de Leefomgeving),De Stad: Magneet, Roltrap en Spons, 2015.6 Gerrichhauzen en Partners, Krimp alsKans, 2007.7 Geuting, E., Marktstructurering alsruimtelijk ordeningsinstrument, IpskampDrukkers, Enschede, 2011, p. 13.8 Stadsregio Parkstad Limburg, RegionaleWoningmarktprogrammering 2013 ? 2016,Heerlen, 2013, p. 4.9 Stadsregio Parkstad Limburg, ProvincieLimburg en Ministerie van BinnenlandseZaken en Koninkrijksrelaties, Financi?learrangementen voor de demografischetransitie van Zuid-Limburg, Maastricht,2013.10 Provincie Limburg, Woonmonitor 2013,Maastricht, 2014, p. 33.11 Ministerie Binnenlandse Zaken enKoninkrijksrelaties, BeleidsdoorlichtingProgramma Bevolkingsdaling, Den Haag,2014, p. 21.Jan Rademaker en Ralph van der Stratenzijn werkzaam als programmamedewer-ker bij de Stadsregio Parkstad Limburg.
Reacties