Toekomst van de stad >Vooral veel verwarring >Strijd om de ruimte >Boomtown Amsterdam >Lang leve het kritisch eclecticisme!, column Wies Sanders>Ontwerpen met wind >Nationaal ruimtelijk beleid: de ontbrekende schakel >CRISIS VOORBIJStedenbouw en Ruimtelijke Ordening | 04 2014Uitgave vanGa naar www.platform31.nl/abonneren voormeer informatie over de tijdschriften.het opleidingsaanbod binnen de vakgebiedenruimtelijke ordening, bouwen en wonenBent u op zoek naar een cursus, training of opleiding binnen hetRO-vakgebied? Of wilt u uw opleidingsaanbod onder de aandachtbrengen van RO-professionals? De cursuswijzer biedt een helderoverzicht van het opleidingsaanbod uit de vakwereld.carrierewijzeralles voor je carriere in ro, bouwen en wonencursuswijzer vacaturewijzerINTRO5 HoofdredactioneelJaap Modder6 ColumnLang leve het kritischeclecticisme!Wies Sanders8 ColumnSteden vol onbenut talentFemke Hacco?THEMA: Crisis voorbij10 De crisis voorbijJaap Modder12 De kunst van co?peratievegebiedsontwikkelingEdwin van Uum20 Toekomst van de stadWim Derksen24 Vooral veel verwarringFriso de Zeeuw26 Strijd om de ruimteDenise Vrolijk30 Gebiedsontwikkeling zoektnieuwe stedelijke econo-mie en planningsagendaSjors de Vries34 Boomtown AmsterdamErrik Buursink36 IBA in Vlaanderen: tussenevolutie en revolutie?Nick Deham en HansVandermaelenPLATFORM40 Ontwerpen met windBeelden uit de studie`City and Wind'Denise Vrolijk46 Nationaal ruimtelijkbeleid: de ontbrekendeschakelHugo PriemusRECENSIES50 Good Cities, Better LivesHans LeeflangHeritage as an Asset forInner City DevelopmentJoks JanssenWe Own The CityAnnette DuivenvoordenAtlas van de verstedelij-king in Nederland1000 jaar ruimtelijke ont-wikkelingRies van der WoudenHow To Study Public LifeCaroline Giezeman58 Short cutsDenise VrolijkPlatform3160 Platform31 ? Agenda61 Het NetwerkAdviseurs in ruimtelijkeontwikkeling en omgevings-kwaliteitStedenbouw + Ruimtelijke Ordening, 95e jaargang, nummer 4, september 2014.S+RO is een onafhankelijk tijdschrift vooriedereen die actief is in het veldvan de stedenbouw en ruimtelijke ordening. Het blad verschijnt zes keerperjaar.Redactie: Arjan Harbers, arjan@topotronic.nl,Jaap Modder, hoofdredacteurjaapmodder@brainville.nlMaurits Schaafsma, mschaaf@xs4all.nlIris Schutten, info@irisschutten.netDeniseVrolijk, eindredacteurdenise.vrolijk@platform31.nlOntwerp en art direction: Kismanstudio, Amsterdam, www.kismanstudio.nlIllustratie omslag: Max Kisman, zie ook pagina 11Richtlijnen voor auteurs: Deredactieontvangtgraagkopij,zievoorrichtlijnen: www.s-ro.nlUitgever: Platform31Redactieadres: Postbus 30833, 2500GV Den Haag,T +31 (0)70 302 84 48, E sro@platform31.nl , www.s-ro.nlAbonnement: Kosten 91,80 perjaar, studenten betalen 45,90 perjaar. Losse nummers zijn viawww.platform31.nl/publicaties te bestellen voor 21,90 ( 16,80 voorpartners van Platform31).Alle prijzen zijn excl. 6% BTW. Abonnementen kunnen op elk moment schriftelijk of pere-mail wordenopgezegd, opzegtermijn is twee maanden www.platform31.nl/abonneren/tijdschriftenAbonnementenadministratie: Annemiek Nieuwenhuis,T +31 (0)70 302 84 84,E annemiek.nieuwenhuis@platform31.nlAdvertenties: Martin de Heer,T +31 (0)70 302 84 84, E martin.deheer@platform31.nlDrukwerkproductie: Platform P, RotterdamAuteurs- en beeldrechten: Aan deze uitgave is de uiterste zorg besteed; vooronvolledige/onjuisteinformatie aanvaarden auteur(s), redactie en uitgevergeen aansprakelijkheid.Overname van artikelen is toegestaan, mits voorzien van bronvermelding. ISSN-1384-6531Ons bedrijf krijgt een nieuwe naam. BouwfondsOntwikkeling heet vanaf 1 januari 2015 BPD,afgeleid van de naam van onze Europeseholding Bouwfonds Property Development.Een voor onszelf vertrouwde naam die weintern al gebruiken voor onze activiteiten inNederland, Frankrijk en Duitsland.Bouwfonds, opgericht in 1946, was lange tijdeen oer-Hollands bedrijf, dat in ons land debouw van 300.000 woningen mogelijk maakte.Die geschiedenis vervult ons tot op de dagvan vandaag met trots, maar zo Nederlandsals we ooit waren, zijn we al lang niet meer.Onze organisatie is uitgegroeid tot eenEuropese gebiedsontwikkelaar van formaatdie met meer dan 30 vestigingen in eco-nomisch krachtige regio's actief is op driebelangrijke woningmarkten. Waarbij de kernvan onze activiteiten is getransformeerdvan klassieke project- en opstalontwikkelingnaar kapitaalintensieve gebiedsontwikkeling.Behalve vanuit onze lokale kracht opereren westeeds vaker vanuit een Europese ori?ntatie,waarbij het delen van grensoverstijgendeinzichten en ervaringen centraal staat. Daar-bij past, vinden we, een meer internationalenaam. Die onze huidige rol en positie beteruitdrukt en uitdraagt. Een naam ook die aan-sprekend en uitspreekbaar is voor al onze(internationale) stakeholders en redeneertvanuit ??n belofte en betekenis.Bij dat sterke Europese merk, hoort een een-duidige en heldere visie. Bij BPD maken weons sterk voor `creating living environments'.Voor het ontwikkelen van woon- en leef-omgevingen die ook zelf leven. Waar denatuur en bebouwde omgeving elkaar opeen harmonieuze manier ontmoeten. Die be-woners rust, ruimte en geborgenheid biedenen tegelijk activiteiten aanmoedigen in deopenbare ruimte.Bouwfonds wordt BPDMeer weten over onze naamswijziging?Kijk op www.bouwfondswordtbpd.nlGelijktijdig met het tweemaandelijks verschijnen vanS+RO magazine vindt er een live talkshow plaats inPakhuis de Zwijger in Amsterdam.Hoofdredacteur Jaap Modder gaat met een selectie van deauteurs verder in gesprek over het thema van dit nummer.Praat mee op 13 oktober in Pakhuis de Zwijger.Pakhuis de Zwijger | www.dezwijger.nl | info@dezwijger.nl | Piet Heinkade 179 Amsterdam | 020 7884444S+RO Live #8: Crisis voorbijMa13oktober|20-22uur|kleinezaal|Gratistoegang,aanmeldenviawww.dezwijger.nl/sro8Rotslab werkt met creatieve makers, ondernemers, bedrijven, ontwerpers, kunstenaars en scholen aan stedelijke ontwikkeling.Rotslab biedt toegankelijke faciliteiten en is het vertrekpunt van waaruit - met behulp van low- en hightech productiemiddelen -wordt geleerd door te maken. Rotslab is een publieke fabriek. Er wordt gewerkt met open source hard- en software en kennis,ervaring en ontwerpen worden gedeeld. Iedereen is welkom!Elke donderdagmiddag kunnen bezoekers aanschuiven in de Co-Working Space en in het Open Fablab met de 3D-printer oflasersnijder. Rotslab organiseert iedere maand een inspiratieavond waar makers en doeners, kunstenaars, ontwerpers, creatievenen wetenschappers vertellen over hun werk en samen met het publiek aan de slag gaan: door te maken!Ook kun je bij Rotslab terecht voor creatieve bijeenkomsten, innovatiesessies, workshops,programma's voor het onderwijs en creatieve projecten in de buurt.Rotslab | Rotsoord 9, Utrecht | www.rotslab.nl | info@rotslab.nlmaak de stad!S+RO 2014/04 5IntroHoofdredactioneelJaap ModderHoofdredacteur S+RODe Nederlandse DeltametropoolWat een lelijke stad! Zeker, Amsterdam heeft ook buurtendie niet door de schoonheidsbeugel kunnen. Maar daar hebje in ieder geval het IJ, de grachtengordel en Zuid. Zelfs Noordis mooi. En Rotterdam heeft dat imposante waterfront. DenHaag, stad aan zee en het Belgische Park. En Utrecht heeftde Oude Gracht. Maar Eindhoven? Dat heeft niks. Wat eenlelijke stad! Toen de internationale pers de loftrompet stakover het economisch wonder dat Eindhoven heet, reisde eenAmerikaanse journalist af naar de stad van Frits Philips. Hijwist niet wat hij zag. Dacht dat hij zich vergist had. Nee, hetwas echt Eindhoven. Marcus Fairs van het tijdschrift Dezeennoteerde: `I've seen the future and it's a small ugly town inthe south of Holland.'Het lijkt de internationale kenniswerkers allemaal niet tederen. In 2007 waren het er nog 1670. En in 2012 al 4300. Dezecijfers zijn te vinden in de Brainport monitor, 2014, de regio-nale ontwikkelingsmaatschappij van Zuidoost-Brabant. Deeconomie van Eindhoven en de regio ontwikkelt zich in eenniet te stuiten tempo. Europees kampioen in patenten (1290,vergelijk M?nchen met 780) en een groei van 4 procent. In deBrainport regio werd in 2013 1.9 miljard euro door bedrijvenuitgegeven aan R&D, een stijging met 8 procent. In Nederlandals geheel daalde het met 0.7 procent. Eindhoven is de newkid on the bock en het is een blijvertje. Een lelijke autostadmet een pover aanbod aan cultuur. En een hightech- endesigneconomie waar Amsterdam en Rotterdam een puntjeaan kunnen zuigen.Hoe willen we in deze eeuw onze welvaart behouden? Datkan alleen als we een prominente rol kunnen spelen in deglobal economy. Niet met massa maar met kwaliteit, meteen hightech kenniseconomie die kan innoveren maar ookmaken. Dat is in Nederland natuurlijk niet alleen in Eind-hoven te vinden. Inderdaad, in de economische motor vanNederland, de Randstad. Maar het is zeer de vraag of ditruimtelijk-economische concept uit de jaren 1950 nog welde huidige stedelijke economie van dit land representeert.Amsterdam keek altijd naar Rotterdam. Amsterdam kijkt nunaar Eindhoven. De Zuidvleugel is aan een onderhoudsbeurttoe maar in de Brainport regio draait de economie al jaren opvolle toeren. De Randstad kan, als het gaat om economischeperformance niet meer om Eindhoven heen. Er is behoefteaan een herijking van onze ruimtelijke economie. Laten wehet voorlopig even de Nederlandse Deltametropool noemen.Met op de hoekpunten Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven.En daarbinnen Den Haag en Utrecht.Nu het kabinet met het oog op het voorzitterschap van deEuropese Unie in 2016 in de benen moet met een overtui-gend verhaal over de stad en de nieuwe economie is dat eengeschikt moment om onze al decennialang gehanteerdebeelden in te ruilen voor de nieuwe werkelijkheid van eenEuropese megaregio in dit land. Volgende vraag is hoe die tefaciliteren. Het was de Engelse urbanist Peter Hall die langgeleden vol bewondering was over de voordelen van hetpolycentrische stedennetwerk Randstad, met een verdelingvan vitale functies over meerdere steden, groen ertussen enprima onderlinge verbindingen. Nu noemen we dat borrowedsize. Het geheel is meer dan de som der delen. Het merk-waardige is dat die stad, die Randstad, maar betrekkelijkmagertjes is gefaciliteerd. Het functioneert niet optimaalals stad. Dat moet veel beter. En als we mee blijven willenblijven doen in de global economy van de eenentwintigsteeeuw dan kan dat niet zonder Eindhoven. En het kan ook nietzonder een betere strategie om van die nieuwe `Randstadplus Eindhoven' een goed functionerende global metropoliste maken. Verbindingen onderling moeten beter en sneller.En Eindhoven mag wel wat Q of life toevoegen aan het eigenstedelijke aanbod.In dit nummer treft u onder andere een boekbesprekingaan van Good cities, better lives van Peter Hall, die op 30 juli2014 overleed na een lang en rijk leven. Voor mij was hij eenheld. Mijn kennismaking met het vak begon bij hem. In 2011liep ik met hem door St Pancras station in Londen en vroeghem naar de verklaring voor dit succesvolle project. Zijnantwoord: `It's all about urgency'. Zo is het. De NederlandseDeltametropool komt er ook alleen met een groot gevoelvoor urgentie.Jaap ModderPeter HallFoto: www.theplanner.co.uk6 2014/04 S+ROIntroColumnWies SandersUrban Unlimited/Architectuur FilmFestival Rotterdamwww.urbanunlimited.nl, www.affr.nlnis en toekomst naast elkaar, zowel van de baksteen als vande 16mm-film.Farocki keek niet alleen naar de wereld in een grotere context,hij ontleedde ook de cinematografische geschiedenis zelf. Degebroeders Lumi?re begonnen ooit met de film `La sortie desusines' (1895, 2 minuten). Iedereen weet wel dat de gebroedersLumi?re de film als medium baarden, maar waar die films noueigenlijk over gingen deed er weinig toe. Als het maar bewoog.De film toont een stoet vrouwelijke arbeiders die de Lumi?re-fabriek in Lyon verlaten. Farocki besloot om precies 100 jaarna dato 10 filmfragmenten uit de geschiedenis van de film enfabrieken te monteren in een studie naar de simultane positievan de arbeider en de filmische vertolking ervan.Peter Hall was een Britse stedenbouwkundig historicus,onderzoekend en plannend door alle tijden, disciplines en we-relden heen. In zijn Cities in Civilization (1998, 1184 pagina's) lasik de wervelende verhalen over de achtergronden waarombepaalde steden tot bloei of verval kwamen. Het zijn verha-Op 30 juli stierven Peter Hall (82 jaar, 50 boeken) en Ha-run Farocki (70 jaar, 120 films). Ik had ? heel inhalig ? noggehoopt op een 51e boek en een 121e film, analoog aan huncollega bejaarden Monty Python en de Stones. Maar nee,deze twee helden zijn helaas `passed on, ceased to be andgone to meet their maker'.Farocki was een Duits (Tsjechisch/Indiase) filmmaker inhet 16mm genre, een filmtype dat vooral wordt gebruiktdoor de meer kunstzinnige en experimentele filmers. `ZumVergleich' (2009, 61 minuten) is een documentaire waarhelemaal niets gezegd wordt, zodat je extra goed opletwat er op het scherm gebeurt: het werken met bakstenen.Farocki reisde van Burkina Faso tot India via Frankrijk enDuitsland om de verschillende bouwculturen van baksteente filmen, van zongedroogde stenen tot de computerge-stuurde patroonmuren in een hightechfabriek. In stilteervaar je de alledaagse handelingen van die ambachtsliedenen producenten. Steen voor steen, frame voor frame zie jede ambacht en technologie, armoede en rijkdom, geschiede-Lang leve het kritisch eclecticisme!Harun FarockiFoto: Everett Collection, Inc./HHS+RO 2014/04 7IntroColumnlen, want niet te achterhalen analyses worden doorspektmet verhalen en interpretaties, maar dat doet er niet toe.Hij opende juist door die dichterlijke vrijheden de deur naardiscipline-overstijgende visies, zodat het complete feno-meen stad in geuren en kleuren recht werd gedaan. Farockien Hall focusten allebei op iets alledaags als de baksteen ende stad, maar door het re-framen zie ik beide sindsdien nietmeer hetzelfde.Great Planning Disasters (1982, 208 pagina's) van Peter Hallis eveneens een klassieker maar van een heel ander soort.`Pathologie van de planning' wordt het genoemd, en het issindsdien vele malen aangehaald in onderzoeken naar recen-tere uit de hand gelopen projecten. Hall ontleedt wat er foutgaat in de besluitvorming van grote projecten, tot en metwiskundige formules aan toe. Het blijft voer voor discussie,aangezien het natuurlijk onmogelijk is alles in een complexproces door te rekenen, maar dat doet niets af aan de fasci-nerende kunst en pijnlijke noodzaak van het ontleden.In Farocki's film `Ein Neues Produkt' (2012, 36 minuten) kooshij het bedrijf Quickborner Team om levend te ontleden.Het is een adviesbureau dat een concept aan het beden-ken is voor het nieuwe werken voor Vodafone. Farocki zaterbij en keek er met de 16mm camera naar. Maar door diesimpele observaties zonder commentaar, werd een genade-loos portret geschetst van adviseurs vol holle woorden enabstracte zinsconstructies in `Manager-Deutsch'. Flipchartsen post-its vliegen in de rondte, evenals de facturen. Het iseen spiegel voor iedere adviseur en heeft een hoog nieuwe-kleren-van-de-keizer gehalte.Farocki en Hall waren kritisch eclectisten: ze bekeken de we-reld en de ruimtelijke ordening met argusogen en ze schuw-den geen enkele grens ? niet van tijd, schaal of discipline omdie wereld met een nieuwe blik te zien. Die combinatie heefteen variatie aan meesterwerken opgeleverd en tot aan hundood weigerden ze zichzelf te herhalen. In hun ogen was dewereld groot genoeg en de geschiedenis lang genoeg om ein-deloos inspiratie uit te putten. Farocki en Hall are not dead,they are merely resting. Wies Sanders (48 jaar, 5 boeken en wat artikelen, dat wordthaasten).Wies Sanders is stedenbouwkundige bij Urban Unlimited,bureau voor netwerkgerichte stedenbouw en directeur van hetArchitectuur Filmfestival Rotterdam.8 2014/04 S+ROIntroColumnFemke Hacco?Hacco? Consulting & Design enGemeente Amsterdamwww.haccoubv.nlHet vinden van werk is op dit moment nietgemakkelijk: in Amsterdam zijn meer dan14.000 jongeren werkzoekend. MBO-jongerenlopen extra gevaar om de aansluiting met dearbeidsmarkt te missen. De banen op MBO-niveau worden ingenomen door HBO-ers enzelfs stageplekken vallen weg. Ondertussenis er wel een stijgend aantal vacatures: opMBO-niveau zijn er in Nederland nu 140.000vacatures tegenover 86.000 werkzoeken-den. Er is een duidelijke mismatch tussenhet talent dat rondloopt en de vraag van dewerkgevers. Dit is onacceptabel.Het is makkelijk om de jongeren te beschul-digen van laksheid en luiheid. Maar dit is niethet geval. Sterker nog, het is verre van waar.Talentvolle werkzoekende jongeren kunnenveel, maar kunnen geen baan vinden omdatze de werkervaring missen. Daarbij vraagtelke vacature die er nu in de markt gezetwordt, om minimaal drie jaar werkerva-ring en het liefst een driedubbele opleiding.Jongeren kunnen hun opleiding niet eensafmaken omdat ze geen stageplek kunnenvinden daar bedrijven te knieperig zijn omdie aan te bieden in de crisis. Als gevolg hier-van zitten die jongeren thuis op de bank zich`ongeschikt' te voelen. Talent blijft onbenut.Op vele vlakken: winkelverkopers, hore-capersoneel, technische staf, administratiefmedewerkers, technisch tekenaars, en ga zomaar door. Schokkend. Dit kost een generatiezijn zelfvertrouwen en zelfredzaamheid ende staatskas onnodig veel geld. Maar eerlijkis eerlijk, jeugdwerkloosheid is te groot omdit bij ??n partij neer te leggen. Maar dat erop onderdelen in deze tijd nieuwe manierenvoor moeten worden gevonden is in Europe-se context duidelijk. Amsterdam kampt met15.000 jongeren die werk zoeken, in Europazijn dit er 5,6 miljard en dat cijfer groeit metde dag.Deze mismatch kan worden opgelost doorjongeren op een meer effici?nte en eigen-tijdse manier te koppelen aan werkgevers.Niet door middel van niet te begrijpen enabstracte vacatureteksten en gegoogledesollicitatiebrieven. Maar door een on- en off-line platform. Wat Funda doet voor de hui-zenmarkt en Uber voor de taxiwereld, moetPlay2Work Europe1 doen voor de recruit-mentwereld. Dit platform stelt jongeren instaat zich, door middel van 3x3 mini-games,te laten zien. Wie ze zijn, wat ze willen enwat ze kunnen. Het platform matcht doorte kijken naar het talent dat in de persoonzit (de toekomst) en kijkt niet alleen naar dewerkervaring die de jongere heeft. Het gaatom wie je bent, niet wie je wilt zijn of een po-tentiele werkgever mogelijk wil dat je bent.Een stad bloeit door de mensen die er inwonen, werken en leven. Ontmoetingenzorgen voor economische ontwikkeling, ta-lent ontwikkelt zich. Op vele plekken wordtingezet op hoger onderwijs en creatievekenniswerkers. Maar wat is een stad zondergoede ondersteuning? De strijd om jongerenen specifiek MBO-gediplomeerde jongerenaan een baan te helpen, is een strijd voor onsallemaal. Als elk project, team of bureau eenstage- of werkervaringsplek aanbiedt, steltdit deze jongeren in staat af te studeren enzie je de talenten van de stad bovendrijven.Daar profiteert iedereen van. Noten1 Play2Work is de Amsterdamse inzending voor deMayors Challenge, Een prijsvraag uitgeschrevendoor voormalig burgemeester van NewYork, Michael Bloomberg, om tot het meestinnovatieve idee van Europa te komen. Samenmet onder andere Den Haag,York en Athene zitAmsterdam bij de laatste 21 finalisten. Afgelopen31 juli is de inzending ingestuurd. Het is nuwachten tot oktober. Dan wordt bekend of dehoofdprijs van 5 miljoen of ??n van de 4 tweedeprijzen van 1 miljoen toekomt aan Play2WorkEurope. Meer informatie:www.amsterdam.nl/mayorschallengeen mayorschallenge.bloomberg.orgSteden vol onbenut talentFemke Haccou is Landschapsarchitect (WUR) bijde gemeente Amsterdam en sinds januari 2014projectleider van de Amsterdamse inzendingPlay2Work Europe voor de Mayors Challenge.S+RO 2014/04 9IntroColumnIllustratie: Femke Hacco?10 2014/04 S+ROThema Crisis voorbijIntroductieJaap ModderHoofdredacteur S+ROJeroen Dijsselbloem, minister vanFinanci?n, meldt ons dat de crisis overis. Christine Lagarde, directeur van hetInternational Monetary Fund (IMF),benadrukt dat de crisis nog helemaalniet voorbij is. Wie heeft gelijk? Beterevraag: is dit relevant? Moeten we onsafvragen of de crisis over is of overgaat of moeten we ons instellen opandere tijden? De redactie van S+ROmeent dat we beter het laatste kun-nen doen. Maar hoe ziet dat eruit, onsinstellen op andere tijden?Zeker is dat de wereld van de finan-ci?le economie, de staatsfinanci?n enhet vastgoed er heel anders uitzietdan voor 2008. De antwoorden op devraag wat nu te doen lopen uiteen. Hetlegertje experts en opinieleiders datstelt dat, als de crisis over is, we weerop de oude voet verder kunnen is hetlaatste jaar geslonken. En in het anderelegertje, dat van de aankondigers vaneen geheel nieuwe tijd die nu gaat aan-breken ? een radicale breuk met wateerst hadden, zijn de eerste twijfels alzichtbaar. Het beeld anno 2014 is, an-ders dan een paar jaar geleden, dat vaneen wereld die nooit meer terugkomten vraagt om hele nieuwe benaderingenzonder dat daarmee alles wat daarvoor,voor 2008, gebruikelijk was nu allemaaldefinitief van de kaart is weggevaagd.Grof gezegd is het beeld dat van een uitde wereld van de gebiedsontwikkelingterugtredende overheid, gefocust ophet orde brengen van de eigen financi-en, en een private wereld van beleggersen ontwikkelaars die de smalle marges,de kleine schaal en de vraagkant van demarkt weer oppakken. En steeds meerzien we burgers, na een periode vandeceptie, ontdekken dat ze zelf weeraan `de bak' moeten en ook kunnenen allerlei initiatieven nemen die heellang geleden heel gebruikelijk waren. Inzekere zin lijkt Nederland, na de hoog-tijdagen van de verzorgingsstaat in detweede helft van de vorige eeuw, enhet afscheid daarvan in het begin vandeze eeuw, in een fase te zijn aanbelandwaarmee men met het nog wat onwen-nige begrip `participatiesamenleving'gewend raakt aan, in ieder geval eenheel andere rolverdeling tussen partijendie verantwoordelijk waren voor deruimtelijke en gebiedsontwikkeling.Hoe ziet de nieuwe praktijk van deruimtelijke en gebiedsontwikkelingeruit, en/of hoe zou die eruit moetenzien? Wie maakt de stad, moet de stadmaken en hoe moet dat worden aan-gepakt? Dit alles tegen de achtergrondvan niet alleen aan andere rolverdelingtussen partijen maar ook een stedelijkeconditie die deels de gevolgen van decrisis voelt maar ook te maken heeftmet een zekere renaissance, sterkerebevolkingsgroei, nieuwe economie,enzovoort. Die renaissance keert intus-sen het tij niet voor de ontmantelingvan de stedelijke planners in dienst vande overheid, die naar niets anders lijktte kijken dan naar haar budgettaireproblemen.In dit nummer onderzoeken we detoestand en de dynamiek van destedelijke ontwikkeling en de daarbijbetrokken actoren. We vragen ons afhoe de nieuwe kleine schaal van degebiedsontwikkeling zich verhoudtmet grote stedelijke transformatiesen welke verbindingen zich daarbijmogelijk voordoen (opschaling). Enkijken ook wat zich buiten ons land aancrisisverschijnselen voordoet en hoemen daar daarop reageert. We kijkennaar de veranderende rollen van debelangrijkste partijen, overheid, privatesector en burgers. En, niet in de laatsteplaats, behandelen we de misschien welmeest filosofische vraag, is de wereldnu echt veranderd, wat is er nieuw enwat moeten we meenemen van voor degrote verandering? De crisisvoorbijDe crisisvoorbijMK2013MK2013Illustratie: Max Kisman S+RO 2014/04 11Thema Crisis voorbijIntroductie12 2014/04 S+ROThema Crisis voorbijCo?peratievegebiedsontwikkelingDe klassieke, overheidsgestuurdegebiedsontwikkeling heeft zijn langstetijd gehad. Governance is het tover-woord. Iedereen zoekt naar nieuwevormen van samenwerking en finan-ciering tussen overheid, marktpartijen,ondernemers en particulieren: allian-ties. Maar hoe gaat dat in de praktijk?Hoe zorg je dat het wat oplevert?Edwin van Uum deelt zijn ervaringenmet, zoals hij het zelf graag noemt,alliantiekunde..Nieuwe vormen van samenwerking enfinanciering zijn hard nodig: minderoverheidsgestuurd, meer vanuit demaatschappelijke verantwoordelijkheidvan alle partijen. Inzet: een gelijkwaar-dige samenwerking tussen overheden,marktpartijen, bedrijven en parti-culieren. Een samenwerking waarbijmeer gedacht wordt vanuit de huidigeeigenaren en gebruikers. Dat vraagt omeen faciliterende overheid die mindergericht is op beleid en regelgeving,maar zelf ondernemend is om tot eenvruchtbare samenwerking te komen.Doel: nieuwe waarden toevoegen inhet gebied ? economisch, sociaal,ecologisch en ruimtelijk. Dat kan nietlanger zonder co?peratieve vormen vansamenwerking: allianties.Gedeelde urgentieEen alliantie is een tijdelijk, co?peratiefsamenwerkingsverband van publiekeen private partijen die geallieerd zijnaan een gemeenschappelijke ambitievoor de (her)ontwikkeling van huneigen leefomgeving. Grondslag hiervoorzijn de urgente kwesties in het gebieddie betrokken partijen met elkaar delen.Veel partijen weten vaak nog weinigvan elkaar en weten elkaar maar moei-lijk te vinden. Het is helaas geen uitzon-dering dat in gebiedsontwikkelingen diesoms al vele jaren lopen, partijen nogvisitekaartjes aan elkaar uitdelen.Het dominante samenspel van over-heden, lokaal en regionaal, maakt datnetwerken met en tussen investeer-ders, bedrijven, instellingen en particu-lieren onderontwikkeld zijn. Het is zaakdie private netwerken tussen partijente laten groeien, te mobiliseren enproductief te maken. Daarmee kan eenbelangrijke impuls worden gegeven aande vorming van allianties in concretegebiedsontwikkelingen.Dat begint met het bijeenbrengen vanalle mensen die via geld, grond en/of bevoegdheden belang hebben inde ontwikkeling van het gebied. In ditverband zien we een alliantie opge-bouwd uit vier typen partijen: partijenmet bevoegdheden, toeleveranciers,be?nvloeders en (eind)gebruikers.Mobiliseer de (in)formele opinieleidersin de lokale gemeenschap uit de wereldvan vastgoed, bedrijven, banken, zorg,onderwijs, natuur, bewoners. Zoek naardiversiteit en verbreding. Dat legt debasis voor een open en constructievedialoog tussen partijen. Over elkaarsplannen en initiatieven, over zorgen enkwesties en vooral over de kansen diepartijen samen kunnen benutten.In de praktijk vraagt het durf om zo'nsamenstel van diverse partijen bijeente roepen. Met name in gemeente-lijke kringen stuit het vaak op koud-watervrees: angst voor overmatigeverwachtingen, onbedoelde preceden-ten, verlies van regie, verstoring vanlopende processen of politieke addersonder het gras. Tegelijk is duidelijk datde overheid het niet alleen kan en is ergeen andere weg dan serieuze verbin-dingen aangaan met andere partijen diedaadwerkelijk iets kunnen bijdragen.Die kunnen het verschil maken in devorming van een vitale alliantie. Eenuitdagende ervaring voor alle partijenom in gezamenlijkheid gericht tot con-crete resultaten te komen.Geen plan, maar kwestiesen kansenEr bestaat geen vaste receptuur omtot de vorming van een alliantie tekomen. We zijn wel een aantal hand-reikingen voor alliantievorming op hetEdwin van UumHet Noordzuidenedwin@noordzuiden.nlDe afbeeldingen bij dit artikel zijn vanEdwin van Uum, Het Noordzuiden,tenzij anders vermeld.De kunst van co?peratieveDe kunst van co?peratieveS+RO 2014/04 13Thema Crisis voorbijCo?peratievegebiedsontwikkelingStation Laan van NOI, Den HaagFoto: Sicco van Grieken/StedenbaanZuidvleugelgebiedsontwikkelinggebiedsontwikkelingspoor gekomen. Het tijdelijke, informelekarakter is essentieel: na twee ? driebijeenkomsten is duidelijk of partijenserieus werk willen maken van desamenwerking en bereid zijn stappen tezetten. Het is zaak een gastheer te kie-zen die zich sterk maakt voor de kwa-liteit van de samenwerking zelf, zonderbelang bij een specifieke inhoudelijkeuitkomst. De deelnemende gemeenteof andere overheden moeten ervoorwaken om (al te snel) verantwoordelijk-heden over te nemen of taken naar zichtoe te trekken.In de praktijk is het van groot belang dater geen extern plan wordt ingebracht.Betrokken partijen werken zelf aankwesties en kansen die zijzelf urgent enbelangrijk vinden. Dat is niet integraal:het gaat zeker niet over alle thema's ofeen heel groot gebied. Immers, niet >>14 2014/04 S+ROThema Crisis voorbijCo?peratievegebiedsontwikkelinggingsklimaat van het Beatrixkwartier.De vernieuwing van station Delft Zuiden de routes naar de naburige campusvan de TU Delft en Technopolis staan nuook in de aandacht, naast de bekendegrootschalige verbouwing van stationDelft Centraal.In deze drie stationsgebieden heeft hetalliantiegesprek geholpen om de agen-da's van afzonderlijke partijen bij elkaarte krijgen en een dialoog te voeren overde urgente kwesties en samen moge-lijke oplossingsrichtingen te verkennen.De verschillende `culturen' van (samen)werken waren goed voelbaar. In dedialoog streven institutionele partijen,zoals gemeenten, NS, ProRail en profes-sionele ontwikkelaars, ernaar het pro-ces beheersbaar te houden en risico'ste minimaliseren. Lokale ondernemers,belangengroepen en eindgebruikerswillen juist meer ruimte, nieuwe moge-lijkheden en frisse ondersteuning voorhun ambities. De belevingswereldenen sturingsstijlen zijn erg verschillend,maar bieden een vruchtbare bodemvoor nieuwe verbanden en oplossings-richtingen. De essentie van het procesis om het welgemeende eigen belangvan elke partij te verbinden aan die vande ander, zodat profijt ontstaat doorsamen te werken. In deze gesprekkengaat het niet om een abstract collectiefbelang, maar om het slim verbinden vande eigen belangen van alle partijen. Dankomt er beweging op gang voor actie.Overheid zondercentrale regieHet proces van netwerkvorming tussenpartijen ? liever: mensen van vlees enbloed ? verandert ook de rol en positievan de gemeente. In de praktijk vanveel projecten lopen contacten tussenpartijen vaak via de gemeente of ge-meentelijk projectleider. De gemeentepositioneert zichzelf in een centralepositie en richt zich vooral op de eigenrelatie met de afzonderlijke partijen.In een alliantie is de gemeente echter??n van de vele partijen en ontstaan erinformele verbindingen tussen elkaar.Tussen overheden en marktpartijen,tussen ondernemers en belangengroe-pen, tussen vervoerders en grondei-genaren, tussen zorg, onderwijs enbedrijven.De gemeente hoeft hierin niet centraalte staan. Haar rolopvatting verandert:loslaten van de bureaucratische co?r-dinatiemechamismen vanuit oogpuntvan regie. En juist het stimuleren vande netwerkvorming ? lees: alliantievor-BevoegdenBe?nvloedersToeleveraarsGebruikersBeleidskaders/instrumentenSignalen/draagvlakWensen/klachtenALLIANTIEINFORMATIEAFSTEMMINGSAMENWERKINGGemeenteOnderwijsOnder-nemersZorgBewonersVervoerderProvincieMinisteriealles is belangrijk en niet iedereen wilof kan meedoen. Specifieke opgaven ofverbetering van bepaalde deelgebiedenbieden kansen voor gerichte vormenvan samenwerking, die kleinschaliger enmeer effectief zijn. In kleine stappen enmet snel zichtbare resultaten. Dat biedtvertrouwen op weg naar een duurzamealliantie.Experimenteren instationsgebiedenIn het kader van het programma Ste-denbaan zijn praktische ervaringenmet alliantievorming opgedaan in drieverschillende stationsgebieden. In dealliantiegesprekken die zijn gevoerdging het niet over beleid of visies, maarover de urgente kwesties zoals partijendie zelf voelen. Er kwamen nieuwekwesties naar voren of er werd scherpeprioriteit aan bekende kwesties gege-ven. Zo komt in Gouda de route tussenstation en binnenstad nadrukkelijk opde agenda; de matige kwaliteit van deopenbare ruimte is veel partijen eendoorn in het oog. Den Haag Laan vanNOI had vooraf geen prioriteit, maaris inmiddels een volwaardig projectgeworden. Het station en de stations-omgeving blijven hier in kwaliteit verachter bij het (inter)nationale vesti-Alliantiemodel AlliantievormingS+RO 2014/04 15Thema Crisis voorbijCo?peratievegebiedsontwikkelingGemeenteOnderwijsOnder-nemersZorgBewonersVervoerderProvincieMinisterieGemeentePartijPartijming ? tussen partijen vanuit oogpuntvan een faciliterende overheid. Het iszaak dat de gemeente zo leert faci-literen dat de relaties tussen anderepartijen groeien, in plaats van sturenop de eigen enkelvoudige relaties metafzonderlijke partijen. Met de vormingvan allianties kan de gemeente vorm eninhoud geven aan die nieuwe rol.Zonder uitvoering geenalliantieEen alliantie ontstaat niet groots enmeeslepend, maar begint met kleineacties. Met acties die partijen elkaarvertrouwen geven en zichtbare resulta-ten laten zien. Die weer andere partijenmobiliseren om ook te investeren in dealliantie.Een alliantie kan niet zonder eenconcreet perspectief op investeren enuitvoeren. Niet op lange termijn, maarop de korte termijn van een jaar. Metconcrete acties of kleine interventies.Dat hoeven lang niet altijd fysiekemaatregelen te zijn, maar kunnen even-zeer procesafspraken zijn die makendat partijen samen activiteiten gaanondernemen, van het organiseren vaneen prijsvraag tot gezamenlijke ateliersvoor een nieuw stationsontwerp. Endat kan natuurlijk niet zonder geld. Zozijn in het kader van alliantiegesprek-ken subsidieaanvragen gehonoreerddoor provincie en regio, zoals in Gouda.Of is de gemeente bereid om een star-tende alliantie te ondersteunen, zoalsbij Laan van NOI. Vaak gaat het niet omnieuw of extra geld. Het bijeen brengenvan de investeringsagenda's ? publiek,privaat en particulier ? en het bunde-len van reguliere middelen biedt zekermeerwaarde.Nieuwe financierings-strategie?nAls partijen het lukt om alle `potjes' bijelkaar te leggen, dan komt er iets mooisvan de grond. Dat is in praktijk gemak-kelijker gezegd dan gedaan. We zieneen grote noodzaak om concreet teexperimenteren met nieuwe financie-ringsarrangementen. In het kader vanhet onderzoekstraject `Urban Regionsin the Delta' (URD Delta Oost) is samenmet de Radboud Universiteit Nijmegenconcreet uitwerking gegeven aan dezoektocht naar nieuwe financierings-strategie?n. In die zoektocht blijkeneen aantal kansrijke strategie?n naarvoren te komen waarvan de effectivi-teit afhankelijk is van de vitaliteit vande alliantie.`Stedelijke herverkaveling' is zo'nfinancieringsstrategie die recentveel aandacht krijgt. In essentie gaathet hier om het ruilen van grondenin stedelijke gebieden met versnip-perd eigendom. Deze strategie kan totwederzijdse financi?le voordelen leidendoor beperking van actieve grondver-werving en overdrachtskosten. Of eengrondruil daadwerkelijk tot stand komt,is sterk afhankelijk van het collectiefvan eigenaren in het gebied zelf. Ditveronderstelt een sterke vorm van zelf-organisatie, naast wetgeving en goedecompensaties, als cruciale factor voorsucces.Hetzelfde geldt voor de strategie vanhet instellen van een business impro-vement zone (BIZ). Deze strategie gaatuit van private medefinanciering vaninvesteringen in een gebied door on-dernemers en eigenaren. Bedrijfsinves-teringszones zijn tot op heden relatiefklein gebleven, zowel ruimtelijk alsfinancieel. De BIZ wordt vooral toege-past voor gemeenschappelijk parkerenen parkmanagement. Het instrumentbiedt echter goede kansen voor op-schaling naar een ruimer gebied, en ookvoor andere collectieve voorzieningenzoals water, energie en mobiliteitsgelei-ding. Dit impliceert fondsvorming vanfinanci?le middelen, die zowel publiekals privaat worden ingebracht. Eenvitale alliantie is hiervoor onontbeerlijk.De strategie van `verhandelbare (ont-wikkelings)rechten' staat weliswaarnog in de kinderschoenen, maar heeftterdege kans binnen een afgebakendgebied. Deze strategie verondersteltdat bepaalde ontwikkelrechten vangrondeigenaren gekocht kunnen >>Centrale regie gemeenteSturen op relaties16 2014/04 S+ROThema Crisis voorbijCo?peratievegebiedsontwikkelingworden om elders gebruikt te wor-den. Eigendom en gebruik moeten danworden losgekoppeld. Het is denkbaardat voor bouwrechten, parkeerrechtenen energierechten andere arrangemen-ten tussen partijen kunnen ontstaan.Dergelijke rechten onderhandelbaar enuitwisselbaar maken, veronderstelt eenhoog niveau van alliantievorming tus-sen partijen in een beperkt gebied. Ditgebied zou dan als een `markt' functio-neren voor het uitwisselen van grond,vastgoed en diensten.Een bijzondere vorm van investeren isde strategie van tax increment financing(TIF). Hierbij wordt voorgesorteerd opeen waardevermeerdering van gronden vastgoed in een gebied als gevolgvan een nieuwe (her)ontwikkeling.De toekomstige stijging van belastin-gen, als gevolg van hogere grond- envastgoedwaarden, wordt op voorhandKStationCentrumKansen stationsomgeving GoudainfoKMinisterievan SoZaWeStationBeatrixkwartierstationsgebouwperronuniforme uitstraling openbare ruimteparkeren toekomstignieuwbouw / hergebruiktreinspoorwandelrouteontsluiting autoasfaltbebouwing bestaandlevendige plintenwatergrasbomengroen overigstationsgebouwperronuniforme uitstraling openbare ruimteparkeren toekomstignieuwbouw / hergebruiktreinspoorwandelrouteontsluiting autoasfaltbebouwing bestaandlevendige plintenwatergrasbomengroen overigKansenkaart station GoudaGouda: samen werken aan route tussen station en centrumDe verrommelde en versleten openbare ruimte in het stationsgebied is velen eendoorn in het oog, zo kwam in het alliantiegesprek aan het licht. Urgente ingrepen ?klein en groot ? zijn concreet benoemd en inmiddels komt er geld beschikbaar. Privateinvesteringsagenda's koppelen aan publiek geld: dat is de opgave voor de startendealliantie in Gouda.De slechte route tussen station en stadscentrum is een urgente kwestie: leegstaandewinkels, onduidelijke route, slechte bestrating, versleten straatmeubilair. Aangren-zende eigenaren en gebruikers kwamen met slimme initiatieven ter tafel. Laagdrem-pelig, met zichtbare resultaten: verbouwing van plinten, stringenter beheer, versneldonderhoud, met sponsoring van nieuwe zitbanken, bomen of verlichting. Als degemeente de bestrating op zich neemt, overwegen eigenaren en ondernemers bank-jes, bomen of verlichting aan de stad te doneren. Het Driestar College en Groene Hartziekenhuis kwamen met vernieuwende idee?n voor betere langzaamverkeersroutes.Bijvoorbeeld: studenten inzetten via educatieve projecten.De gemeente maakt afspraken met eigenaren en ondernemers die zich nu verenigdhebben in het Platform Zuidelijk Stationsgebied. Bewonersinitiatieven worden hieraangekoppeld. In het kader van het alliantiegesprek zijn nieuwe subsidieaanvragen voorfiets en openbare ruimte deels gehonoreerd door provincie en regio. De gemeenteheeft ook geld vrijgemaakt waardoor alles bij elkaar bijna acht ton investeringsgeldbeschikbaar is voor de openbare ruimte. Het is voor de gemeente zaak om dit publiekegeld te koppelen aan de investeringsplannen van private eigenaren en dit als hefboomte gebruiken voor een beperkte vorm van sponsoring.S+RO 2014/04 17Thema Crisis voorbijCo?peratievegebiedsontwikkelingCentrumKansen stationsomgeving GoudainfoKMinisterievan SoZaWeStationBeatrixkwartierKansenkaart stationsomgeving Den Haag Laan van NOIbomengroen overigstationsgebouwperronuniforme uitstraling openbare ruimteparkeren toekomstignieuwbouw / hergebruiktreinspoorwandelrouteontsluiting autoasfaltbebouwing bestaandlevendige plintenwatergrasbomengroen overigKansenkaart station Laan van NOI,Den Haagge?nvesteerd in het gebied. Inmiddelsgroeien de voorbeelden waar TIF metsucces is gezet. Er heerst echter veelkoudwatervrees vanwege het specu-latieve karakter om uit te gaan vanwaardevermeerdering in deze tijdenvan crisis. Behalve vastgoed zoudenook andere belastingheffingen, zoalsparkeergelden en -boetes, gebiedsge-richt kunnen worden ingezet. Bedrijvenzullen ook eerder geneigd zijn iets afte dragen als dit ??n op ??n ten goedekomt aan hun eigen gebied. De overheidspeelt een verbindende, faciliterenderol voor de inzet van dit instrument.Al deze financieringsstrategie?n vragenom een basale vorm van samenwerkingtussen publieke en private partijen.Zonder alliantie komt er geen gezamen-lijke financi?le strategie. Vice versa:zonder zicht op financiering verkrui-melt iedere alliantie in de kiem. >>Den Haag Laan van NOI: nieuw stationsplein als motor voor eenvitale alliantieEen vitale alliantie tussen de NS, HTM, gemeente Den Haag en het Rijksvastgoed- enOntwikkelingsbedrijf (RVOB). Dat is de uitkomst van het alliantiegesprek. Dit wordtmede versterkt door de druk van `buiten': bewonersvereniging en bedrijven in deomgeving, zoals Siemens, pleiten voor een gecombineerde aanpak van stationsgebouw,-plein en routes.De aanleg van een aantrekkelijk stationsplein met voorzieningen, levendig en goedingericht, heeft voor veel partijen een hoge urgentie. Het genereert veel energie vooractie. Partijen zien een volwaardig plein met voorzieningen als de belangrijkste stimu-lans voor de aanpak van de verborgen leegstand in het gebied. Een nieuw, groter stati-onsgebouw in wisselwerking met het hergebruik van het grote SoZaWe-gebouw is desleutel om de transformatie in gang te zetten. Dat vormt de grondslag van de alliantiedie tijdens het proces groeide.Zaten partijen eerst nog op elkaar te wachten, met het alliantiegesprek is de vaart eringekomen. De gemeente Den Haag heeft de regie genomen om samen met NS, ProRail,HTM en het RVOB een integraal plan voor het gehele stationsgebied op te stellen. Ditplan zal in najaar 2014 aan de gemeenteraad worden voorgelegd, zodat in 2015 deuitvoering kan starten. Inmiddels hebben NS en gemeente samen reeds 6,5 miljoen eurobeschikbaar gesteld en zijn er ook investeringen van het RVOB te verwachten. Dat heeftalles te maken met de voorbeeldstatus die het project van Rijk en regio heeft gekregen.Het alliantiegesprek heeft ertoe geleid dat Den Haag Laan van NOI is opgenomen in deAdaptieve Agenda van de Zuidvleugel alsmede in het MIRT van het Rijk.18 2014/04 S+ROThema Crisis voorbijCo?peratievegebiedsontwikkelingStationTechnopolisTU CampusGelatine-routeFaraday-routeKansenkaart stationsomgeving Delft Zuidstationsgebouwperronuniforme uitstraling openbare ruimteparkeren toekomstignieuwbouw / hergebruiktreinspoorwandelrouteontsluiting autoasfaltbebouwing bestaandlevendige plintenwatergrasbomengroen overigDelft Zuid: alliantie voor nieuw station en betere routesNiet het eindplaatje, maar de eerste stappen om samen te werken aan een beter sta-tion en stationsomgeving. Dat is de inzet van partijen voor Delft Zuid. Met concreteacties die in de komende maanden van de grond komen. Dat voedt de alliantie tussende gemeente, NS, ProRail, TU Delft, TNO en het bedrijfsleven, verenigd in de Bedrijven-kring Schieoevers.De uitbreiding naar vier sporen vraagt om een complete verbouwing van het stationDelft Zuid. Dit biedt kansen voor de bouw van een nieuw `Station van de Toekomst' datpast bij de uitstraling van een hoogwaardige universiteit, die mondiaal in de Top 20staat. Het station als visitekaartje voor de kennis en kunde van de TU Delft: een expoop het gebied van technologie, energie, communicatie en duurzaamheid. Dat vraagtom een directe alliantie tussen ProRail, TU Delft en bedrijven in de omgeving, waar-voor in het alliantiegesprek stappen zijn gezet.Partijen gaan werk maken van twee fietsroutes: ??n route noordoostelijk via de nogte realiseren Gelatinebrug en de Faradayroute in zuidoostelijke richting naar Techno-polis. De inzet is snelle, veilige en aantrekkelijke verbindingen, passend bij de campusvan de TU en Technopolis. Door betere verlichting, bewegwijzering, herinrichting vanfietspaden en het snoeien van groen.Uit het alliantiegesprek komt een klein voorbereidingsteam voort die alle acties uitzetonder regie van de gemeente. Met deze acties groeit de alliantie tussen gemeente,stadsgewest Haaglanden, TU Delft, TNO en de bedrijven, verenigd in de BedrijvenkringSchieoevers. Deze startende alliantie verkent nu hoe financi?le middelen vanuit `BeterBenutten', ProRail, gemeente, TU Delft Vastgoed en het Ondernemersfonds kunnenworden samengebracht.Kansenkaart station Delft ZuidAllianties leggen de basis voor nieuwefinancieringsstrategie?n. Het geeftmeerwaarde om het eigen geld gerichten gebundeld met de anderen in tezetten. Het leidt tot meer rendementvan de eigen ge?nvesteerde euro, zowelvoor overheid als marktpartijen. Als dathelder wordt, is de basis gelegd vooreen alliantie.Kwetsbaarheden enpublieke prikkelsAlliantievorming kan niet zonder eenactieve faciliterende overheid die eenaantal kwetsbaarheden kan reduceren.Overheden kunnen alliantievorming on-dersteunen door met gerichte `prikkels'die kwetsbaarheden aan te pakken ente verminderen.Ten eerste kunnen overheden alliantiesstimuleren met procesmatige prikkels.Bijvoorbeeld in de initiatieffase: wieS+RO 2014/04 19Thema Crisis voorbijCo?peratievegebiedsontwikkelingroept alle partijen bij elkaar? Wie `voelt'zich verantwoordelijk voor het geheel?Een alliantie ontstaat zelden helemaal`vanzelf'. Paradoxaal genoeg moetenoverheden zelf het initiatief nementot zelforganisatie van een alliantie: departijen in het zadel helpen. Het gaatvooral om het afbakenen en cre?renvan het `speelveld': eerste selectievan partijen, gebiedsafbakening vooreen grondruil, spelregels voor uitwis-selen van rechten of de wijze waaropfinanci?le middelen kunnen wordengebundeld. De overheid kan hierin deverantwoordelijkheid voor het procesnemen, en verbindend optreden tussenalle betrokken partijen.Een andere kwetsbaarheid van allian-tievorming is de moeilijke aansluitingop formele beleidskaders en publiekebesluitvorming. Door op een actievemanier te participeren in de alliantiekunnen overheden hun verantwoor-delijkheid nemen om de informele uit-komsten van de alliantie te verankerenin formele beleidsprocessen. Dit vraagtom beleidsmatige prikkels van over-heidswege om partijen zoveel mogelijkbinnen publieke kaders te laten opere-ren of de publieke afweging en besluit-vorming op voorhand transparant temaken. Dat kan bijvoorbeeld gaan overinpassing in het bestemmingsplan ofhet hanteren van milieuregelgeving,maar kan ook gaan om het formulerenvan beleidsmatige incentives vanuit hetRijk. Bijvoorbeeld scherpere beleidsre-gels naar Deens voorbeeld, waar hetproximity to station-beleid geldt inKopenhagen. Dergelijke beleidsregelsbieden allianties helderheid over hun in-zet en maakt duidelijk op welke manierpublieke afwegingen worden gemaakt.Daarnaast kan de overheid bijdragenaan alliantievorming door juridischeprikkels voor waarborgen en om onze-kerheden voor partijen weg te nemen.Voorbeelden zijn de betere juridischecondities die ontstaan door de voorge-nomen wetgeving voor Stedelijke her-verkaveling en Bedrijven Investerings-zones. Deze wetgeving helpt als stokachter de deur om de meerderheid vanmeewerkende eigenaren in de alliantiezekerheid te bieden ten opzichte vaneen aantal onwillige freeriders in hungebied. Een dergelijke stok achter dedeur helpt om de alliantie op vrijwilligebasis tot stand te laten komen (in hetlicht van terugvalopties die op termijnslechter uitpakken).Ten slotte kunnen overheden natuurlijkmet financi?le prikkels de alliantie-vorming stimuleren en faciliteren. Eenlevensvatbare alliantie moet immers? op termijn ? wel wederzijds profijtopleveren, ook met financi?le voorde-len. In dit opzicht moeten overhedenvooral ruimte geven voor experimen-ten, en zo partijen in staat te stellen tezoeken naar dat wederzijdse profijt.Ondernemende allianties kunnenworden geselecteerd en beloond met`light' procesgeld of investeringen in deuitvoering boven het regulier uitkerenvan subsidiegeld elders. Overhedenkunnen ook serieuze tegenprestatiesvan een alliantie vragen en publiekeinvesteringen hiervan mede afhanke-lijk stellen. In experimenten kunneninnovatieve financieringsconstructiesworden uitgeprobeerd. Bijvoorbeeldhet gemakkelijker maken van gebieds-fondsen, uitwisselen van rechten, lokalebelastinginstrumenten en tax incre-ment financing.Perspectieven voorandere domeinen?Het experimenteren met alliantievor-ming en financiering smaakt naar meer,zo blijkt. Inmiddels wordt concreet ge-werkt aan alliantiegesprekken voor destationsgebieden van Alphen aan denRijn, Dordrecht en Schiedam en volgener nog twee in 2015. Ook verkennen wein hoeverre alliantiekunde perspectie-ven biedt voor beheer en ontwikkelingvan Natura 2000-gebieden, hetgeenvraagt om directe samenwerking tus-sen overheden, agrari?rs, water- enenergiebedrijven, belangengroepen,recreatieondernemers, particulierenen meer. Inmiddels leeft ook de vraagin hoeverre de alliantieaanpak kansenbiedt voor de transities in het socialedomein, om bijvoorbeeld een beteresamenwerking te organiseren tussenverschillende zorgaanbieders binneneen wijk. Dergelijke experimenten zou-den tot bijzondere `cross-overs' kunnenleiden tussen stedelijke en groenegebieden, en tussen het ruimtelijke ensociale domein. Literatuur1 Alliantiegesprekken ? samenwerken aanstationsgebieden, Zuidvleugel Stedenbaan,Het Noordzuiden, Den Haag, januari 2014.2 Alliantiegesprekken ? de resultaten inde praktijk, Zuidvleugel Stedenbaan, HetNoordzuiden, Den Haag, juli 2014.3 Eindrapportage URD Delta Oost: nieuwsturingsperspectief op water enmobiliteit in het licht van duurzamegebiedsontwikkeling, Radboud UniversiteitNijmegen, Het Noordzuiden, NC Advies enWageningen Universiteit, NWO, Den Haag,juli 2014.4 Kaats, E en Opheij, W., Leren samenwerkentussen organisaties; allianties, netwerken,ketens en partnerships, Kluwer, Deventer,2012.5 Krabben, E. van der; Martens, K. en Opdam,E., `Zelforganisatie in stad en uiterwaard',in: Rooilijn, themanummer URD, nummer 4,2014, pp. 238-245.6 Krabben, E. van der; Lenferink, S.;Martens, K.; Portier, J. en Stoep, H.van der, Onderzoek innovaties bijintegrale gebiedsontwikkeling enknooppuntontwikkeling, RadboudUniversiteit Nijmegen, Nijmegen,maart 2013.7 Uum, E. van, `Meer uit de knoop halen,Slimme strategie?n voor allianties opknooppunten', in: S+RO, Thema TOD,nummer 3, juni 2013, pp. 12-21.Edwin van Uum (1967) is procesmanagervan het onderzoeksprogramma URDDelta Oost en de Community GO-Spoor(Gebiedsontwikkeling rond Spoor) enorganiseert en begeleidt de Alliantiege-sprekken voor Stedenbaan. Hij is direc-teur van Het Noordzuiden.20 2014/04 S+ROThema Crisis voorbijToekomst van de stadKlimaatverandering stelt stedenvoor nieuwe opgaven. Groen dakGroothandelsgebouw, RotterdamFoto: David Rozing/HHWim Derksenwww.wimderksen.com@wimderksendhSteden doen het goed, steden triomferen. We kunnen het overal le-zen. Het is waar en het is niet waar. Er is ook hier een achterkant vanhet gelijk. Niet alle steden triomferen en niet iedereen in de triomfe-rende steden profiteert van het succes. Er blijven belangrijke opga-ven over. In dit artikel schets ik zes ontwikkelingen die steden raken.En maak ik zes opmerkingen over adequaat beleid. Ik bepaal me totNederland. En raak het recente rapport van de Raad voor de Leef-omgeving (Rli) over de toekomst van de stad slechts zijdelings aan,omdat het rapport slechts zijdelings de thematiek weet te raken.Ontwikkelingen De steden groeien, het achterlandkrimpt en ook de randgemeentenverliezen terrein. Verrassend genoegstaat in Nederland het thema `be-volkingskrimp' op de beleidsagenda.Van krimp is in Nederland slechtsregionaal sprake, en dan betreft hetook nog kleuterkrimp. De steden,Toekomst vanToekomst vanS+RO 2014/04 21Thema Crisis voorbijToekomst van de stadgezichten. De hogere inkomens en dehoger opgeleiden leggen steeds meerbeslag op de binnensteden. Doorgentrification worden aanpalendewijken ingepikt. De armoede ver-dwijnt buiten de ring of zelfs naar derandgemeenten. Zo telt Amsterdamrelatief en absoluut nog steeds meermensen onder de armoedegrens danRotterdam. Werken volgt wonen niet per defi-nitie. Als er niks te doen valt, gaande hoger opgeleiden er niet wonen.Veel studenten verlaten Rotterdammeteen na het afstuderen. Er zijn dusook steden zonder vliegwiel. Het lijkteen zelfversterkend proces. Zie ookde verschillen in de lokale politiek. Inde achterstandssteden domineerthet nationalisme, in de triomferendesteden het kosmopolitisme. Achter-gesteld voelen versus hoge verwach-tingen. De dynamiek in de immigratie en deintegratie neemt toe. De immigratieverandert van karakter. De populatiewordt diverser, het aantal nationali-teiten neemt toe en het opleidings-niveau wordt gedifferentieerder. Hetaantal gezinsherenigingen neemt af.De internationale kenniswerker dientzich aan. De dynamiek in de achter-standswijken is veel groter dan vaakwordt gedacht. Het uitkeringsniveauvan Rotterdam-Zuid is momenteelgelijk aan het gemiddelde van destad, door de enorme toestroom vanMOE-landers met werk in de laatstejaren. De klimaatverandering ten gevolgevan het broeikaseffect wordt steedszichtbaarder. Dat stelt steden voornieuwe opgaven, zowel in de sfeervan adaptatie als mitigatie. Er zijnveel lokale initiatieven voor duur-zame energie, maar het levert nogonvoldoende op.Adequaat beleidOp veel ontwikkelingen hebben denationale en de lokale overheid weiniginvloed. Dat steden wereldwijd aanbetekenis winnen heeft weinig met >>en met name de Randstad blijvengroeien. Dus niet krimp, maar urbani-satie is de dominante ontwikkeling inde demografie. De wereld wordt niet flat, maarspikey. Nabijheid lijkt eerder be-langrijker te worden dan minderbelangrijk. In de nieuwe economischewereld zijn face-to-face contactenvan groot belang. Daarom groeiende steden in plaats van te krimpen.Bedrijven gaan steeds meer op zoeknaar een gunstige arbeidsmarkt enomdat het werk steeds meer omhoogopgeleiden vraagt, trekkenbedrijven steeds vaker naar stedenom mensen te vinden, terwijl mensenvroeger naar de stad trokken omwerk te vinden. Die triomf van de stad heeft tweede stadde stad22 2014/04 S+ROThema Crisis voorbijToekomst van de stadoverheidsbeleid te maken en allesmet veranderingen in de economi-sche structuur. Valleys komen meestalbij toeval tot stand en de overhedendoen er vooral goed aan om eenmaalontstane valleys verder te accommode-ren. Het betekent niet dat overheids-beleid geen kwaad kan. Zo hebben deNederlandse steden een achterstandopgelopen doordat de overheid te langvasthield aan het groeikernenbeleid enaan een minimum van tachtig procentsociale huur bij nieuwbouw (tot in dejaren 1990). In de sfeer van het accom-moderen is de opgave overigens groot.Ik geef zes overwegingen. Hoewel Amsterdam al enige jaren(hard) groeit zonder dat er eenwoning wordt gebouwd (hetgeenkan duiden op een nieuwe trend vangezinsverdichting), is het realistischom uit te gaan van een omvangrijkebehoefte aan nieuwe woningen.Er moet meer ruimte komen voorhogere inkomens, maar ook voordoorstromende migranten. En ermoet ruimte blijven voor kansar-men. De woningcorporaties hebbenzichzelf gedeeltelijk uitgeschakeld,het Rijk stopt met het subsidi?renvan nieuwbouw. De lokale overhe-den moeten nog veel grondpositiesafwaarderen. En de overheid doeter goed aan om burgers zelf te latenbeslissen waar en hoe ze willenwonen. De lokale overheid heeft eenbelangrijke accommoderende rol:laat de stad organisch groeien binnenheldere stedenbouwkundige kaders.Kantoren zijn mooie objecten voorvernieuwbouw. De gemeente alsaanjager in plaats van struikelblok. Verdere verbetering van het klimaatvoor de slimmen en de rijken is nodigom de stedelijke arbeidsmarkt verderte versterken. Op cultuur heeft deoverheid enige invloed middels sub-sidies. Het aantrekken van onder-wijsinstellingen (zoals Den Haag opknappe wijze delen van de Univer-siteit Leiden uit Leiden losweekten Almere een HBO aan zich wist tebinden) kan veel betekenen. Net zoalsruimte voor jonge ondernemers eneen verdere versterking van de eigenidentiteit. Maar Amsterdam is delaatste decennia niet gaan florerenen Rotterdam is niet achtergeblevenomdat het Amsterdamse stads-bestuur zoveel beter was dan hetRotterdamse. Soms heb je gewoongeluk en moet je het geluk niet in deweg gaan staan. Als veel startersbehoefte hebben aan bedrijfsruimte,komt die ook wel vanzelf. En hetproces van gentrification is nognergens ter wereld door de overheidge?nitieerd. Het idee van borrowed size, dat ookzo'n centrale plaats inneemt in hetRli-advies over de stad, roept bijmij vooral verbazing op. Het idee istamelijk simpel: als mijn stad te kleinis, word ik dan niet groter als ik hetinwonertal van de naburige stad erbijop mag tellen? Het doet me denkenaan het dolle plan om de univer-siteiten van Leiden, Rotterdam enDelft onder ??n holding te brengen.Natuurlijk, die ene universiteit scoortop de lijstjes met artikelen en citatieshoger dan ??n van de oude drie,maar het geheel is zonder verdereintegratie nooit meer dan de som derdelen! De economie van Rotterdamwordt ook niet beter als het bestuurvan de stad een samenwerkings-overeenkomst sluit met Den Haag,met Amersfoort of met Groningen.De economie van Rotterdam wordtalleen beter als de stedelijke arbeids-markt in Rotterdam aantrekkelijkerwordt. Bereikbaarheid kan daarbijhelpen. Dus als de vervoersverbin-dingen tussen Den Haag en Rotter-dam (nog!) beter zouden worden, zoude Rotterdamse arbeidsmarkt vande Haagse kunnen profiteren. Maardat heeft niets met borrowed size teLinks: Van krimp is in Nederlandslechts regionaal sprake, en danbetreft het ook nog kleuterkrimp.Protest in de dorpen Westernielanden Pieterburen tegen het voornemenom basisschool De Getijden in Pieter-buren te sluiten.Foto: Kees van de Veen/HHMidden: Kantoren zijn mooie objectenvoor vernieuwbouw. Oogst dakakkerSchieblock Rotterdam.Foto: David Rozing/HHS+RO 2014/04 23Thema Crisis voorbijToekomst van de stadmaken, maar alles met het verster-ken van agglomeratie-effecten. De grootste opgave voor triomferen-de steden ligt niet bij de triomf, maarbij al degenen die de triomf van de ei-gen stad niet meemaken. Uiteindelijkgaat de ongelijkheid ten koste van dewelvaart, ook in de steden. De kostenvan de armoede en de werkloos-heid drukken op de stad als geheel.En waar kansarmen kansen wordenonthouden, missen we kansen om destedelijke arbeidsmarkt te verster-ken. Misschien vragen de mensen inde achterstandswijken daarom welveel meer aandacht van het stedelijkbestuur dan de kenniswerkers uit debinnenstad. Voor mij gaat het daarbijmeer om de mensen dan om dewijken. Arrival neighbourhoods zullenaltijd laag scoren. Het gaat erom datmensen uit de achterstandswijkenzich kunnen ontwikkelen en hun wijkvoor een betere kunnen inruilen. Wiehet beleid te zeer op de wijk richt,loopt bovendien het gevaar dat dewijk te duur wordt voor de oorspron-kelijke bewoners. In de wereld vanwaterbedden en roltrappen hebbenmensen meer aan een opleiding eneen baan dan aan een hogere huur bijeen lage uitkering. Waar de triomferende steden bijnavanzelf lijken te groeien en te bloei-en, zijn onorthodoxe maatregelennodig om de achterstandssteden eenpositieve wending te laten maken. Indat opzicht is het maar de vraag ofHeerlen de wietbijverdienste van debevolking zo dringend moet bestrij-den. Ook de Tilburgse bevolking kandie miljoenen goed gebruiken. Hetwordt er niet beter op dat de nieuwelokale elite in de achterstandsstedenzo gefocust is op veiligheid en hetgebrek aan integratie. Je maakt eenstad niet aantrekkelijker door steedste roepen dat je `alle slechte lijstjesaanvoert'. Gratis kluswoningen zijneen beter alternatief. En regelvrijezones en sectoren. Wat zou studen-ten van de Erasmus, van de Univer-siteit Tilburg en van de UniversiteitTwente kunnen doen besluiten omhun stad niet meteen na het afstu-deren te verlaten. Sta alles toe watGod aanvankelijk heeft verboden. Enrechtsgelijkheid is alleen mooi als jeje dat kan permitteren. De duurzaamheid gaat niet vanzelf.Zelforganisatie en `energieke samen-leving' zijn nogal eens schaamlappenvan een overheid die zelf te weinigdoortast. In de big society kiest deoverheid ervoor om zich over veelzaken geen zorgen meer te ma-ken. In ons geval hoopt de overheiddat zelforganisatie een oplossingbiedt waar zij zelf tekort schiet. Deboeiende vraag luidt: waarom zoude overheid zich bezighouden metzaken die de samenleving geheelzelf kan oplossen? Mijn antwoord issimpel: alle maatschappelijke belan-gen die door de samenleving wordenbediend, hebben geen overheidsbe-moeienis nodig. En omgekeerd: als eroverheidsbemoeienis nodig is, kan desamenleving het alleen niet aan. Deoverheid doet er beter aan burgersen bedrijven die op weg zijn naarduurzaamheid, actief te helpen doorhet wegnemen van juridische belem-meringen. Wim Derksen geeft als zelfstandig pro-fessional onderwijs, trainingen en advies.Hij is tevens hoogleraar bestuurskundeaan de Erasmus Universiteit Rotterdamen verbonden aan PBLQ.Rechts: In de nieuwe economischewereld zijn face-to-face contactenvan groot belang. Lijnbaan Rotter-dam. Foto: Peter Hilz/HH24 2014/04 S+ROThema Crisis voorbijVooral veel verwarringHype versus realiteitVoorbeeld van een hype in de vakwereld en de realiteit die daar radicaal van afwijkt. Als we kijken naar het aandeel afgege-ven bouwvergunningen voor particulier opdrachtgeverschap (p.o.) zou je verwachten dat dit sinds het begin van de crisisenorm is toegenomen. Bij overheden staat het bevorderen van particulier opdrachtgeverschap immers hoog op de agenda.Het aandeel blijkt echter vrijwel constant sinds 2002: tussen 10 en 12 procent.In absolute aantallen halveerde het particulier opdrachtgeverschap sinds het begin van de crisis in 2008: van 9.000 vergun-ningen naar 4.600 in 2012. Daarvan is naar schatting 70 procent catalogusbouw. Binnen de resterende 30 procent valt hetminieme aandeel van het door overheden aanbeden (en gesubsidieerde) collectief particulieren opdrachtgeverschap (c.p.o.).Friso de ZeeuwTU Delft en Bouwfonds Ontwikkelingf.zeeuw@bouwfonds.nlHoe kom je uit een crisis? Door teresetten, selectief te innoveren, strakop de bal te spelen, de routes van `hetgeld' te volgen. Met een sterke (lees:normale) ori?ntatie op eindgebruikers.Met sneller, goedkoper en flexibelerwerken. Met een andere invulling vanhet masterplan. Of is dit allemaal `ouddenken'? En moeten we beseffen dat`alles anders is en nooit meer zo wordtals het was' en we te maken hebbenmet een serie paradigmawisselingendie zijn weerga niet kent? In de Neder-landse vakwereld van gebiedsontwik-keling kunnen we beide stromingenwaarnemen.Vooral veel verwarringVooral veel verwarringJa, we zijn wijzer geworden. De gek-kigheid, de overdadigheid, de noncha-lance: die zijn er nu wel uit. De almaaroplopende kosten, de bedrijven diemaar groeiden en groeiden ? het is al-lemaal weg. Net als de in beton gegotenmasterplannen, liefst van een Spaansestararchitect, met een vacu?m getrok-ken bestemmingsplan. Er bestaat beterzicht op waar gebiedsontwikkeling we-zenlijk om gaat: het (opnieuw) tot levenbrengen van een plek, het formulerenvan een `verleidelijk verhaal' waarmeewe bewoners of bedrijven bieden wat ze?cht willen, gecombineerd met renda-bele investeringen. Gebiedsontwikkelingis vooral een vak. Een vak dat inzet vaninterdisciplinaire kennis, ondernemer-schap en organisatiekracht vergt.De crisis heeft velen in Nederlandechter ook in een staat van existenti?leverwarring gebracht. Veel (gelukkigniet alle) wethouders, provinciebe-stuurders, ambtenaren en adviseurszijn sinds 2008 de kluts kwijt geraakt.Je hoort ze denken: klopt het allemaalnog wel wat we doen? Is de crisis nieteen teken dat de tijden fundamenteelveranderen? Ook bij het ministerie vanInfrastructuur en Milieu heeft de ver-warring toegeslagen. Het rapport `Ge-0%10%20%30%40%50%60%70%80%Procentueel aandeel bouwvergunningenOpdrachtgever:particulierencorporatiesmarktpartijen2000200120022003200420052006200720082009201020112012010000200003000040000500006000070000Verleende bouwvergunningen in absolute aantallenParticulierenCorporatiesparticulierencorporatiesOpdrachtgever:marktpartijen20002001200220032004200520062007200820092010201120122000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012Particulieren 16% 16% 12% 10% 11% 10% 10% 10% 10% 11% 11% 12% 12%Corporaties 19% 18% 21% 25% 27% 27% 24% 29% 129 34% 29% 28% 32%Markt 65% 65% 67% 65% 62% 63% 67% 61% 61% 55% 59% 60% 55%Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%Bron: CBSBron: CBSBron: CBSS+RO 2014/04 25Thema Crisis voorbijVooral veel verwarringEen bijzondere hype is de verering van de `deeleconomie'. Het zou in de nieuwe tijdgaan om `gebruik' in plaats van `bezit'. De belangrijkste `aanwijzing' is de vermeendeopkomst van het (tegen betaling) delen van auto's. Uit onderzoek blijkt echter datdit een marginaal verschijnsel is. Ook wanneer mensen in hun directe woonom-geving de mogelijkheid krijgen om van autodelen gebruik te maken, zien slechtsweinigen er brood in. Een ruime meerderheid (zowel jong als oud) wil zelf een autobezitten. Wel staan jongeren iets vaker open voor het delen van een auto dan oude-ren. Zo blijkt ui het KIM-rapport `Niet autoloos, maar auto later1.Uit onderzoek van prof. Fleura Bardhi blijkt dat autodelers dat niet doen uit duur-zaamheidsoverwegingen of gemeenschapszin, maar puur vanwege het gemak.Duurzaamheidsmotieven spelen wel een rol bij de kleine elite die tegenwoordigkleding least. Dat moet echter niet verward worden een maatschappelijke trend;een half uurtje observeren bij de Primark is echt voldoende om tot deze conclusiete komen. Een ander voorbeeld. Nederlands en buitenlands onderzoek biedt geenenkel aanknopingspunt voor de stelling dat de `deeleconomie' leidt tot het vakerhuren van een woning in plaats van kopen.Noten1 http://www.kimnet.nl/sites /kimnet.nl/files/niet-autoloos-maar-auto-later.pdfoverwegen?" Bron: Kim-survey onderNederlanders van 17 jaar en ouder,oktober 2013.ja neeFiguur: Vraag: "Stel er komen in uwwoonomgeving binnen afzienbaretijd mogelijkheden om van deelauto'sgebruik te maken. Zou u dat danbiedsontwikkeling Nieuwe Stijl' (2014)is er een goed voorbeeld van. Het slaatirrelevante zijpaden in. Niches wordenaangezien voor een nieuwe, dominantetrend. Bijvoorbeeld de versmeltingvan (her)ontwikkeling met beheer enexploitatie. Dat beperkt zich tot win-kelcentra, campussen en recreatiepar-ken
Reacties