Rotterdam in de metropoolregio >Van skyscrapers naar cityscrapers >Publiek ontwikkelen in ZoHo Rotterdam >The Hoboken way >Ontwerpers maken het verschil, column Hans Tijl >Wie maakt Nederland? Jaar van de Ruimte 2015 >De kleine S+RO-citatenkwis, column Wies Sanders >Das Querschnittsamt >RotteRdamStedenbouw en Ruimtelijke Ordening | 02 2014Uitgave vaninfo@provada.nl, +31 (0)30 60 514 24MAKE IT HAPPENMAKE IT REALVind ons op Twitter @PROVADAreAMSTERDAM RAI20143 4 5 JUNI5 JUNI4 JUNI3 JUNIDE DUURZAME STADCO-CREATIEHERONTWIKKELENDagthema'sPROVADAIn de afgelopen jaren zijn de regels veranderd. Langzaam maar zeker is deNieuwe Werkelijkheid ontstaan. Het sleutelwoord is nu: implementeren. De kennisdie we nu hebben moeten we ten uitvoer brengen. We hebben de visie, we hoeven hetalleen nog te laten gebeuren. En of het nu gaat om het oplossen van de leegstand doorherontwikkelen van gebieden of gebouwen of het cre?ren van een duurzame toekomst inonze steden, in samenwerkingsverbanden ontstaan vaak de mooiste oplossingen. Ook voorde invulling van de PROVADA bijeenkomsten zal co-creatie het sleutelwoord zijn.INTRO3 HoofdredactioneelJaap Modder4 ColumnDe kleine S+RO-citatenkwisWies Sanders6 T+T, Trending TopicsJeroen Niemans8 ColumnOntwerpers makenhet verschilHansTijlTHEMA: Rotterdam10 RotterdamJaap Modder12 De mooiste rotstad die er isAdriaan Visser14 Amerikaanse dynamiekversus Rotterdamseplanningsclich?sPeter van der Helm20 Van skyscrapers naarcityscrapersJan Klerks22 The Hoboken wayHein Pierhagen enGeertTeisman26 De Rotterdamse veilig-heidsparadoxSereh Mandias28 Echte Rotterdammers.De sociaaleconomischeimpact van EU-arbeids-migranten op ZuidRadboud Engbersen enAnne-Jo Visser32 Rotterdam in de metro-poolregioMarloes Hoogerbrugge,Evert Meijers enMartijn Burger36 Publiek ontwikkelen inZoHo RotterdamBart Kesselaar enJeroen Laven40 Rijnhaven Rotterdam:transitie tussen walen schip?Leander ErnstPLATFORM44 Wie maakt Nederland?Jaar van de Ruimte 2015Paul Gerretsen,Annemiek Rijckenberg enYvonne Rijpers48 Das QuerschnittsamtPalle PetersenRECENSIES52 Stedelingen veranderende stadJos van der LansPlanning ChicagoZef HemelHet RijtjeshuisCoosje BerkelbachBewegende landschappenWies SandersGeografie en gevoelPeter Volken SmidtLost landscapesHenk van BlerckSmart CitiesWillemieke Hornis62 Short cutsLianne van DuinenPlatform3164 Platform31 ? Agenda65 Het NetwerkAdviseurs in ruimtelijkeontwikkeling en omge-vingskwaliteitStedenbouw + Ruimtelijke Ordening, 95e jaargang, nummer 2, april 2014.S+RO is een onafhankelijk tijdschrift vooriedereen die actief is in het veldvan de stedenbouw en ruimtelijke ordening. Het blad verschijnt zes keerperjaar.Redactie: Lianne van Duinen, recensieredacteurlianne.vanduinen@rli.nlArjan Harbers, arjan@topotronic.nl,Jaap Modder, hoofdredacteurjaapmodder@brainville.nlMaurits Schaafsma, mschaaf@xs4all.nlIris Schutten, info@irisschutten.netDeniseVrolijk, eindredacteurdenise.vrolijk@platform31.nlHelen van Kan-Kokshoorn, redactiesecretariaat helen.vankan@platform31.nlOntwerp en art direction: Kismanstudio, Amsterdam, www.kismanstudio.nlRichtlijnen voor auteurs: Deredactieontvangtgraagkopij,zievoorrichtlijnen: www.s-ro.nlUitgever: Platform31Redactieadres: Postbus 30833, 2500GV Den Haag,T +31 (0)70 302 84 48, E sro@platform31.nl , www.s-ro.nlAbonnement: Kosten 91,80 perjaar, studenten betalen 45,90 perjaar. Losse nummers zijn viawww.platform31.nl/publicaties te bestellen voor 21,90 ( 16,80 voorpartners van Platform31).Alle prijzen zijn excl. 6% BTW. Abonnementen kunnen op elk moment schriftelijk of pere-mail wordenopgezegd, opzegtermijn is twee maanden www.platform31.nl/abonneren/tijdschriftenAbonnementenadministratie: Helen van Kan,T +31 (0)70 302 84 84, E helen.vankan@platform31.nlAdvertenties: Martin de Heer,T +31 (0)70 302 84 84, E martin.deheer@platform31.nlDrukwerkproductie: Platform P, RotterdamAuteurs- en beeldrechten: Aan deze uitgave is de uiterste zorg besteed; vooronvolledige/onjuisteinformatie aanvaarden auteur(s), redactie en uitgevergeen aansprakelijkheid.Overname van artikelen is toegestaan, mits voorzien van bronvermelding.Illustratie omslag: Max Kisman, zie ook pagina 11ISSN-1384-6531S+RO 2014/02 3IntroHoofdredactioneelJaap ModderHoofdredacteur S+RODe generaals van het spoorDe president-directeur van ProRail stapt binnenkort op.`President-directeur', dat zegt veel over de cultuur van dezeorganisatie. Marion Gout zat er nog niet lang maar stapt opomdat staatssecretaris Wilma van Mansveld heeft aange-kondigd ProRail scherper te gaan aansturen. De leiding vaneen organisatie die voor honderd procent eigendom is vande Staat, eigendom van ons allemaal, kan niet leven methet feit dat die Staat ook af en toe nog wat te vertellen wilhebben over dit publieke bedrijf. Je broek zakt af. Maar hetis, met veel moeite, toch ook wel een beetje te begrijpen. Hetfeit is namelijk dat ProRail jarenlang gewend is helemaal nietaangestuurd te worden vanuit de politiek. Het is dus evenwennen. Kennelijk kon mevrouw Gout zelfs de gedachte aaninvloed vanuit de democratie niet verdragen. Het zegt al-lemaal veel over de relatie tussen de overheid en de spoor-sector. Ook NS kan er maar niet aan wennen dat de politieknu een beetje dichterbij komt.Het is natuurlijk heel normaal dat bedrijven als ProRail enNS vanuit de overheid missives meekrijgen over hun beleiden prestaties. Het is eigenlijk volkomen abnormaal dat dittot voor kort nauwelijks gebeurde. Bij NS moest zich eersteen Fyra-drama afspelen dat ons tachtig miljoen eurokostte. Topman Meerstadt zag het aankomen en vertrokspoorslags naar een wijnfirma. Zeker, hij was gewend datde Tweede Kamer over NS heen viel als er herfstbladeren opde rails lagen. En bij ProRail wist men dat er Kamervragenzouden komen als voor de zoveelste keer vals alarm in deSchipholtunnel had geklonken. Maar eigenlijk was dat soortincidentele bemoeienis een mooie afleidingsmanoeuvre dievoorkwam dat de politiek zich echt met de tent zou gaanbemoeien. NS hoefde immers, ondanks alle incidenten enFyra-drama's, niet eens een concessie te bemachtigen? NSgooide de decentrale lijnen over de schutting en nu anderevervoerders laten zien dat die rendabel kunnen zijn mag NSweer terugkomen in deze markt. ProRail kon ongehinderdrekeningen naar overheden sturen waar ze zelfs in Moskouvan zouden opkijken. Publieke monopolisten als zondagskin-deren zonder democratisch gelegitimeerde controle. Het lijkterop dat daar nu een einde aan is gekomen. En terecht.Geen misverstand, Nederland heeft een goed onderhoudenrailnet en een goed functionerend nationaal spoorbedrijf.Maar zoals de oorlog te belangrijk is om aan generaalsover te laten, zo is de spoorsector te belangrijk om aan despoorwegvrienden over te laten. Zonder een beetje meerpublieke controle zet NS toegangspoortjes in RotterdamCentraal waardoor de openbare ruimte op slot gaat. En el-ders doet men hetzelfde. Zonder publieke controle laat mende stationsomgevingen uit de portefeuille vallen zonder zichte bekommeren om de vraag wie dit niemandsland nu moet(her)ontwikkelen. Het is nog erger, de spoorsector heeftde publieke sector in haar zak. Overheden kunnen plannenmaken voor stations maar NS en ProRail bepalen of die erkomen. De overheid investeert miljarden euro's in stations enspoor maar tegenprestaties worden niet gevraagd. Het Pro-gramma Hoogfrequent Spoor (PHS) een miljardeninvesteringin betere bereikbaarheid wordt uitgevoerd zonder dat vanNS wordt gevraagd de stations en stationsomgevingen eenkwaliteitsimpuls te geven, zonder een inzet om de intermo-daliteit drastisch te verbeteren. Steeds meer klanten van NSkomen per fiets naar stations maar de overheid mag betalenvoor fietsbereikbaarheid. De voorzieningen voor fietsers dienu van de grond komen zijn veel te laat en eigenlijk volkomenold school. Vergelijk dit met het hightech fietsparkeren ineen land als Japan. Stedelijke regio's als Amsterdam-Utrechten Den Haag-Rotterdam zouden veel beter bediend kunnenworden met sprinters, intraregionale upgrading, maar degeneraals van het spoor hebben andere prioriteiten.Hoogste tijd dus dat het beleid op de interface ruimte enmobiliteit weer in handen komt van de democratische leidingvan dit land. Zeker, dat deden ze tot voor kort niet erg goed.Maar daar hoort het ten principale thuis. Het sturen vande spoorsector vraagt om professionals op departemen-ten, om slimme bewindspersonen die leden van de TweedeKamer kunnen opvoeden in meer dan vragenstellerij over eenincidentele uitglijer van NS of ProRail. En het blijft natuurlijkraar (understatement) dat IenM bij de fusie met VROM hetruimtelijk beleid niet heeft ge?ntegreerd met mobiliteitsbe-leid. Het sturen van de spoorsector zal dus wel met hortenen stoten gestalte krijgen. Maar het begin is er en hopelijklaat de rijksoverheid het niet uit handen vallen. De spoorsec-tor zal er ook van opknappen. Jaap Modder4 2014/02 S+ROIntroColumnDe kleineS+RO-citatenkwisZet onderstaande citaten uitvijftig jaar S+RO bij de juisteschrijvers in chronologischevolgorde en win een gratisjaarabonnement! De ant-woorden staan in het volgen-de nummer van S+RO. Overde uitslag kan niet wordengecorrespondeerd.S+RO 2014/02 5IntroColumnWies SandersUrban Unlimited/Architectuur FilmFestival Rotterdamwww.urbanunlimited.nl, www.affr.nl1We leven in een tijd waarin alles een probleem vormt, datis bekend. Alles verkeert ook in een krisistoestand ? en datzelfs al jaren achtereen. Krisis in de medische wetenschap enin de ekonomische theorie, in het huwelijk en in de kunst, inopvoeding en onderwijs en noem maar op. Met de stedelijkegebieden is het al niet anders gesteld.2De ruimtelijke planning bevindt zich in een lastig parket. Devraag naar de effectiviteit en de identiteit van de ruimtelijkeplanning is actueler dan ooit. De toename van het aantalruimtelijke plannen, de omvang van hun bereik alsmedede uitbreiding van het voor het ruimtelijk facet relevanteinstrumentarium heeft lang niet iedereen kunnen overtuigenvan de doeltreffendheid van ruimtelijke plannen. Tot voorkort konden de diverse maatschappelijke activiteiten min ofmeer trendmatig geprogrammeerd worden. Na een vertalingin ruimtelijke claims kon men dan via een afwegingsprocesprioriteiten toekennen. In de huidige omstandigheden is dezewerkwijze minder zinvol.3Nederland was lang een gidsland in de planning en aanlegvan omvangrijke infrastructuur (dijken, wegen, vliegvelden,kabelnetten) en het op een effici?nte en goede wijze ruim-telijk alloceren van programma's. Voor de opgaven van detoekomst lijkt de inrichting van Nederland echter geen on-derwerp meer van het politieke of maatschappelijke debat.4Wat valt er de komende 10 jaar nog te stedebouwen? Nu hetontwerpen van grote uitbreidingsplannen meer en meer tothet verleden zal gaan behoren, moet de stedebouwkundigezich op een ander werkterrein gaan richten. Het accent zalkomen te liggen op het beheer van de bestaande stad enhaar stadsdelen.5In het Nederlands beleid wordt gewaarschuwd voor `vanonderop' komende activiteiten, dat wij er als het ware dooropgeschrikt worden en niet goed weten hoe wij er mee aanmoeten. Het Amerikaanse beleid is er van het begin af aandoelbewust op gericht geweest om activiteiten `van onder-op' op te wekken en deze hun plaats te geven in het bestel ener zoveel mogelijk van te profiteren ? niet alleen in financieelopzicht, maar ook van geniale idee?n, die van onderop voortkunnen komen.6Ik ben benieuwd naar de idee?n die na het debacle van decompacte stad iets nieuws te berde brengen op het gebiedvan stadsconcepten: die weten om te gaan met het gegevenvan ingestorte markten en afgedamde subsidiestromen:die uitvoerbare experimenten voorstellen en iets nieuws enwaardevols toevoegen aan het centrum van de hoofdstad.Mijns inziens is de laatste tijd alleen de vrijetijdsector, endaarin met name het particulier initiatief, in staat geweestnieuwe deelmarkten te scheppen en uit te baten: de mode enandere vormen van lichaamskultuur als dansen, roller-scateen body-building.7Het gaat om de glitter en glamour en er worden soms onzin-nige plannen gemaakt met concepten als `de Vlinder vanEmmen' of de stad als `Pollepel'. De context ? zowel ruimte-lijk als sociaal-cultureel ? geldt bij dit soort stedebouw nietmeer als uitgangspunt. Alleen de vorm telt nog. Men heefthierbij geen gevoel voor plek en stel zich geen vragen over demanier waarop het project functioneert binnen zijn context.8Het streven naar multifunctionele ontwikkelingen staatcentraal. Ik merk dat ontwikkelaars en beleggers steedsmeer hechten aan de toekomstwaarde van het onroerendgoed dat zij ontwikkelen en beheren. Locaties moeten nietalleen nu aantrekkelijk zijn, maar ook in de toekomst aan-trekkelijk blijven.9Bij de dienst van stadsontwikkeling en wederopbouw, afde-ling uitbreidingsplannen en stedebouwkundige realisatie vande gemeente Rotterdam kunnen voor de voorbereiding, hetontwerpen en het uitwerken van stedebouwkundige plannenworden geplaatst: een architect (fl. 915,-) een assistent-ar-chitect (fl. 852,-) en een technisch ambtenaar a (fl. 584,-). Be-dragen zijn exclusief de huurcompensatie ad 4% per maanden de vakantietoeslag ad 4%. Gunstige pensioenregeling. Schrijvers: Gemeente Rotterdam,stedebouw en volkshuisvesting 12-1963 Drs. J. Buit, stedebouw en volkshuisvesting 12-1963 Drs. S.E. Pronk, stedebouw en volkshuisvesting 5-1974 Van der Voort en Doevendans,stedebouw en volkshuisvesting 3-1984 Drs. H. Hetsen, stedebouw en volkshuisvesting 3-1984 Ir. A. Habets, stedebouw en volkshuisvesting 3-1984 Minister Alders,interview in stedebouw en volkshuisvesting 3-1994 Yap Hong Seng, interview in S&RO 1-2004 Paul Gerretsen, S+RO 1-2014Wies Sanders (1965, een vruchtbaar jaar) is stedenbouwkundigebij Urban Unlimited, bureau voor netwerkgerichte stedenbouwen directeur van het Architectuur Filmfestival Rotterdam.6 2014/02 S+ROIntroTrendingTopics 20 maart 2014 Tweedeling AmsterdamWouter Veldhuis @MUST_urbanismBijzonder dat een blog bij @RUIMTEVOLK tot een mobilisatie vanzoveel expertise kan leiden. #twee-deling @De_Zwijger @stad_forum17 mar. 2014@sjorsdevries"Nog nooit had ik het publiek bij een@De_Zwijger-avond zo fel gezien"#tweedeling http://generationcity.nl/verslag-in-de-ban-van-de-ring-een-tweedeling-in-amsterdam/ ...20 mar. 2014@marksekuurEen blog naar mij hart: http://ruimtevolk.nl/blog/de-tweedeling-in-ons-hoofd/ ... Het frame is altijdonderdeel van een context! #Fram-ing #perspectief #pluriform @RUIMTEVOLK07 apr. 2014@jhlhniemans Ik werd er wel vrolijk van. Ook omdat we dit soort discussie steeds vaker zullen gaan voeren in de ko-mende pe-riode. Want we gaan naar een Nederland van de verschillen. Daar zijn we nog niet echt aan gewend, maardat gaat er wel van komen.Winkelleegstand Hoogstraat Schiedam. Foto: Hans van Rhoon/HHSteeds grotere verschillen zie je bijvoorbeeld ook in winkelgebieden: succesvolle winkelsteden en leeglopende centra.Marktpartijen als Corio maken scherpe keuzes en concentreren zich steeds meer op kerngebieden: http://www.propertynl.com/index-newsletter/corio-verkoopt-winkelcentra-voor-eur-213-mln/ En ook binnen winkelgebieden iser een scherpe tweedeling tussen kernwinkelgebied en soms kwakkelende aanloopstraten.@jhlhniemans Goed om te merkendat we weer eens een debat voeren.Over nut en noodzaak van eengoede dialoog verscheen later nogeen goede beschouwing.17 maart 2014 Mobilisatie van expertiseTrending TopicsJeroen NiemansPlatform31@jhlhniemans@jhlhniemans Tweedeling Opeens ontbrandde er een voor ons vakge-bied ongekend fel debat los naar aanleiding van een blog op RUIMTEVOLK overtweedeling in Amsterdam.S+RO 2014/02 7IntroTrendingTopics@FrancineAartsJa hoor, de Voorstraat doet hetweer: een nieuwe hippe winkellanceren. @SpringStores verhuurtschapruimte aan creatieve onderne-mers. Gaaf!02 apr. 20144 april 2014 Smart urban regions2 april 2014 Spring stores 7 april 2014 Framing tweedeling@jhlhniemans Als we dat landelijk vertalen zie je daar ook een kerngebiedontstaan. Kijk bijvoorbeeld eens naar dit kaartje:Is hier de tweedeling van Nederland in kaart gebracht? Maar vooral, is dat erg?Sommige aanloopstraten ontwikkelen zich tot interessante winkelstratenmet onverwachte winkels zoals bijvoorbeeld aan de Utrechtse Voorstraat@jhlhniemans Of kijk eens naar@geefomdejaneefEn lees in dit themanummer overhoe het bruist in Rotterdam, ookeen stad vol tweedelingen. Ik moestmeteen denken aan een bijeen-komst die ik (mede) organiseerdein 2010. Daar werd Rotterdamverkozen tot spannendste stad vanNederland.http://ruimtevolk.nl/blog/rotterdam-spannendste-stad-van-nederland/In dit nummer noemt @adriaanvis-ser het `de mooiste rotstad die er is'.Zullen we in plaats van de negatiefgeframde tweedeling zoeken naarhoe verschillen ook kunnen leidentot verrassing en creativiteit?Zonder de ogen te sluiten voor denegatieve effecten.jaapmodder#smarturbanregions of the future#surf meeting 8/4 How about this?@ottoraspe @JGadet @AmEcBoard@Brainport_regio pic.twitter.com/Dn7XtVaiyO04 apr. 20148 2014/02 S+ROIntroColumnHans TijlMinisterie van Infrastructuuren MilieuHans.Tijl@minienm.nlNederland wordt allang niet meer in Den Haag gemaakt. Regi-onale ontwikkelingen en lokale ruimtelijke complexiteit heb-ben zoveel impact dat iedereen met de voeten op de grond endeels ook in de modder moet staan. Technische mogelijkhe-den en economische ontwikkeling gaan zo snel dat de tijd ereenvoudigweg niet is om op afstand lijnen uit te zetten voorde vakjes die later ingekleurd (kunnen) worden. Ruimtelijkeordening op nationaal niveau moet daarom meer samenwer-ken met regionale en lokale partijen, en gebruikmaken van debestaande investeringen, instrumenten, trajecten. Depar-tementen werken onderling ook samen. Het Rijk als partnerin wisselende coalities bij urgente ruimtelijke opgaven; eenpartner met visie, eigen belangen en instrumenten.Juist daarbij is de rol van het ruimtelijk ontwerp van essen-tieel belang. Voor het Rijk zelf om een krachtig en integraalverhaal over de toekomst te ontwikkelen en uit te dragen.En als instrument in processen om de opgaven inzichtelijk temaken, belangen aan elkaar te verbinden en vernieuwendeoplossingsrichtingen in beeld te brengen. Dit vraagt om dejuiste inzet van ontwerp en het benutten van de resultaten,maar ook om ontwerpers die zo'n strategische positie goedkunnen invullen. Bij het slim toepassen van ontwerp opverschillende momenten en schaalniveaus kan een enormeversnelling worden bereikt.Hiervoor is experimenteerruimte nodig, bijvoorbeeld zoalsdie is gecre?erd in het Atelier Making Projects.1 Maar experi-menteren is hier niet vrijblijvend. Iedereen zit gelijkwaardigaan tafel en denkt en doet mee. Verschillende departe-menten zijn opdrachtgever. Andere partijen betrokken inhet proces doen mee, evenals experts op de verschillendeonderwerpen, ontwerpers en ruimtelijk denkers. Het resul-taat moet een gezamenlijk gemaakt verhaal, instrumentof strategie zijn waar iedereen eigenaar van is en waar deverschillende partijen gezamenlijk of ieder zelf mee verderkunnen en willen gaan. Alleen dan is het resultaat geslaagd.En het moet publiek. Omdat het maatschappelijke opgavenzijn waar iedereen in zijn omgeving uiteindelijk resultatenvan ziet. De verbeeldingskracht die bij ontwerp als instru-ment hoort vraagt om uitwisseling van idee?n, inbrengvanuit verschillende belangen ? en is tegelijkertijd eenuitnodiging om mee te denken en doen.2Ontwerpersmaken hetverschilS+RO 2014/02 9IntroColumnnieuwe bedrijven op Hembrug. Hetgebied trekt met name creatieve eninnovatieve bedrijven aan, waaronderarchitecten, fotografen en ontwer-pers. Foto: Klaas Fopma/HHIn januari 2014 is het militaire Hem-brugterrein in Zaanstad teruggegevenaan de stad. Minister Blok (Wonen enRijksdienst) heeft het eerste deel vanhet terrein geopend. Het terrein vanHerbestemming als gebiedsopgave is een mooi voorbeeld:levert het verkopen c.q. herbestemmen van (publiek) vast-goed een beter financieel ?n maatschappelijk rendementop als dat gebeurt tegen de achtergrond van bestuurlijkeambities en een gebiedsgerichte visie op herontwikkeling?Een visie waarin alle aanbod van vastgoed in een bepaaldgebied wordt betrokken en de verbinding wordt gelegd metandere beleidsdoelen en ambities van Rijk en regio? Dit iseen vraag zonder oplossing of zelfs oplossingsrichting, deverschillende actoren (Rijk, regio en markt) moeten latenzien of ze deze opgave zo open kunnen benaderen. Ontwer-pers, op hun beurt, moeten bewijzen wat ze waard zijn: hetontwikkelen van innovatieve oplossingsrichtingen samenmet de actoren in een regio. Kunnen we gaan ontdekken hoewe op een andere manier moeten omgaan met vastgoed,erfgoed, grondposities in een veranderde werkelijkheidvan waarde(ontwikkeling) en -waardering, van initiatief enkapitaalstromen? Ontwerpers laat zien dat jullie het verschilkunnen maken! Noten1 In het Atelier Making Projects wordt de rol van ontwerp inverschillende nationale opgaven en projecten getest, metals opdrachtgevers projectleiders vanuit verschillendedepartementen. Alle projecten zijn nog sterk in ontwikkeling.Ruimtelijk ontwerp en ruimtelijke denkers worden uitgedaagd omte laten zien wat ze zeggen in huis te hebben. In stuk voor stukbelangrijke en actuele maatschappelijke opgaven.2 Daarvoor is er de samenwerking met het publieke procesvan de Internationale Architectuur Bi?nnale Rotterdam mettentoonstelling, presentatie en debat. Alle betrokken partijenworden uitgedaagd om met tussenresultaten, idee?n, verhalen,naar buiten te gaan en deze te bediscussi?ren. Daarvoor is ookde krant, die met deze editie van S+RO wordt meegestuurd,gemaakt. Om vanaf het begin de opgaven, vraagstelling, proces,tussenresultaten, omgeving en actoren te laten zien en daarmeeuit te nodigen tot meedenken en -doen.HansTijl (1961) is directeur Ruimtelijke Ontwikkeling bij hetministerie van Infrastructuur en Milieu. Hiervoor werkte hij opverschillende plekken bij de Gemeente Amsterdam waaronderals directeur van de Dienst Ruimtelijke Ordening en als financi-eel directeur bij het Ontwikkelingsbedrijf.de voormalige Rijks Artillerie Inrichtin-gen ontwikkelt zich tot een plek voorambachtelijke, creatieve en innova-tieve bedrijven. Sinds november 2013vestigen zich na de eerste pioniers ookIllustratie: Max Kisman10 2014/02 S+ROThema RotterdamIntroductieS+RO 2014/02 11Thema RotterdamIntroductieRotterdamDe directe invloed van de plaatselijkepolitiek op de stedelijke ontwikkelingwordt nogal eens overschat. Die istrouwens wel eens veel groter ge-weest, en zeker in Rotterdam. Anno2014 is daar niet veel meer van over.Toch lijkt het erop dat de vastgoed-crisis Rotterdam niet al te hard heeftgetroffen. Dat is opvallend omdattegelijkertijd de ambtelijke diensten dieeertijds verantwoordelijk waren voorde stadsontwikkeling in hoog tempoworden gekortwiekt, in aantallenmensen en in invloed op de stedelijkedynamiek. Maar hoe komt het dan datal die bouwprojecten die elders stoktenin Rotterdam toch doorgingen? Het zouwel eens kunnen dat Hamit Karakus,wethouder voor de PvdA gedurendetwee perioden, daar een belangrijke rolin heeft gespeeld. Een Macher zonderveel intellectuele bagage, die met zijnmakelaarsachtergrond verbindingenmaakte en condities schiep die ervoorzorgden dat er continu?teit was ophet vastgoedfront. Inmiddels is hijvan het politiek-bestuurlijke toneelverdwenen en hebben de Leefbaren demacht weer overgenomen. De afbraakvan de ambtelijke deskundigheid zaldoorgaan, zoveel is zeker. En de vraagis hoe de ruimtelijke ontwikkelingstraks zal worden aangestuurd met hetFingerspitzengef?hl van de volgendewethouder. Want zo zal het wel gaan.De volgende Leefbare bestuurder zalhet misschien wel net zo handig doenals Karakus. Hoe lang kan een stad zon-der veel professionele publieke sturing?Ach, elders in de wereld is het vaak nogveel erger. Zeker is dat de markt nogveel meer de baas zal worden op hetspeelveld van de ruimtelijke ontwikke-ling van de stad.Rotterdam is een buitenbeentje tussende Nederlandse steden. Het is anders,het ziet er anders uit en ze doen hetanders. Rotterdam is misschien welde Nederlandse stad die het meest inde buurt komt van het beeld van demoderne westerse stad. De oude stad,weggevaagd tijdens de Tweede Wereld-oorlog en daarna weder opgebouwdop moderne wijze, ruim opgezet. Anno2014 is de aanblik van Rotterdam nogaltijd anders dan elders: meer auto's enmet een relatief lage dichtheid in hetcentrum. En inmiddels met een aandeelhoogbouw dat elke andere Nederlandsestad ver achter zich laat. Rotterdamis ook sociaal en economisch eenbuitenbeentje. Grosso modo is de stadarmer dan de andere grote steden enveel, teveel, middenklasse verdween delaatste halve eeuw uit de stad naar denieuwe steden aan de buitenrand. Dekansarme bevolking klontert net zoalselders bij elkaar. Rotterdam-Zuid is eendeel van Rotterdam dat bovenaan veellijstjes staat; probleemlijstjes.En ze doen het ook anders in Rotter-dam. Misschien is het die positie opde welvaartsladder maar in deze stadmoet er voor elke meter vooruitganghard geknokt worden. In Amsterdamkomt het ze zo ongeveer aanwaaienmaar in de Maasstad krijgen inwo-ners, ondernemers en bestuurders hetabsoluut niet voor niks. De resultatenliegen er niet om. De Rotterdam op deKop van Zuid, net klaar en groter dangroot en hoger dan hoog, is in gebruik.Het spectaculaire Centraal Station,een HSL-station, is onlangs geopend.De Markthal op de Blaak is bijna klaaren aan het Forum wordt gewerkt. Ookde culturele prestaties van de stad zijnimposant. Het North Sea Jazz Festival,het Rotterdams Filmfestival en al dieandere multiculti-events die jaarlijkskleur aanbrengen op straat.En meer dan elders is Rotterdam ookniet klaar. De opgaven zijn niet gering.Rotterdam-Zuid is een probleemge-bied avant la lettre. De werkloosheid isbovengemiddeld hoog en het omge-keerde geldt voor de inkomens in ditgebied met 200.000 inwoners. Eldersin de stad liggen ook de nodige to dolijstjes. Hoboken is een gebied van eenheel andere kwaliteit maar hier moethet betere benut worden om het nogbeter te maken, en dat kan de stad bestgebruiken. In Noord is een operatiegestart gericht op nieuw gebruik vaneen enorme hoeveelheid leegstaandvastgoed. Al die ontwikkelingspro-cessen vragen een andere rol van delokale overheid. Het stadsbestuur heeftmoeite met de sturingsvraag. En hetgaat anno 2014 niet alleen meer om hetbegeleiden van processen in de stadmaar ook om de co?rdinatie van dedynamiek op het schaalniveau van deregio, de metropool.In dit nummer verkennen we een aantalhedendaagse vraagstukken van `demodernste stad' van Nederland. Kort naverschijning organiseren we vanzelf-sprekend weer een S+RO Live-bijeen-komst waar lezers in gesprek kunnenmet de auteurs in dit nummer. Jaap ModderHoofdredacteur S+RO12 2014/02 S+ROThema RotterdamDe mooiste rotstad die er isAdriaan VisserPlatform31adriaan.visser@platform31.nlAls Rotterdammer die de afgelopenjaren intensief betrokken was bij deontwikkeling van Rotterdam is het las-tig objectief reflecteren op de bijdragenin dit nummer van S+RO. Maar ik gatoch een poging wagen. Want het kanaltijd beter. Het moet zelfs beter. En insommige opzichten ook anders.Eindelijk weer kampioen: de droom vanelke Rotterdammer. En elke keer weerde teleurstelling en frustratie als hetniet lukt. Hard werken op het veld, nietaltijd even mooi, maar altijd met ener-gie en inzet. En altijd blijven geloven indat ene moment.De afgelopen jaren is er veel gebeurd inRotterdam. Goede dingen, mooie dingen,groot maar ook heel klein. Zichtbaar aande Maas, en minder zichtbaar, diep ver-stopt in de wijken. En ja, ook af en toeeen misser. Terecht kwam de aanpakvan Zuid op de agenda. Enkele politiciwaren zelfs blij met de negen `Vogelaar-wijken' in Rotterdam, want daar zouRotterdam veel geld voor krijgen.Bij de totstandkoming van de StadsvisieRotterdam in 2007 (ik mocht er zelf aanmeewerken) heeft Rotterdam met veelpartijen gesproken over de toekomstvan de stad. In bijeenkomsten kwa-men de mooiste idee?n naar voren omde stad een nog mooiere toekomst tegeven. Daar hebben we nu veel pleziervan: de opening van een prachtig sta-tion, een beter centrum, De Rotterdamen straks de Markthal. Allemaal stenenhoor ik u denken, maar de gewone Rot-terdammer dan? En de achterstands-wijken? De arbeidsmarkt? Ruimte voorcreatieven? Leegstand? Er is nog veel tedoen en we hebben geen tijd te verlie-zen. Dat is moeilijk in een tijd waar geldschaars is en investeerders niet staante trappelen.Op dit moment is er veel commotie overde arbeidsmigranten op Zuid, maarwordt er maar weinig gesproken overde positieve gevolgen ervan: onderne-mingszin en zelfredzaamheid. EchteRotterdammers of niet? Niks mis meteen Polenhotel.De wederopbouw van Rotterdam had? achteraf gezien ? wellicht andersgemoeten. De Rotterdamse worstelingmet haar planningsclich?s is inderdaadeen resultante van het beleid van toen;de binnenstad is daardoor gefragmen-teerd geraakt. Er moet nog veel wordengedaan aan de stedelijke context enstedelijke structuur.Kwaliteit en aantrekkelijkheid. En ja,dat is veel meer dan het gebruiken vanmooie materialen. Maar het helpt wel.Hoger en groter is mooi, maar laat hetsamengaan met verdichting. Dat vraagtom lef. Dat geldt ook voor de aanpakvan de verkeersbelasting en parkeer-normen. En dat geldt ook voor demanier waarop wordt omgegaan metde Rotterdamse veiligheidsparadox.Rotterdam wordt echt niet bedolvenonder een tsunami van criminaliteit.Rotterdam is aantoonbaar steedsveiliger, maar zo voelt het kennelijk nogniet. Niemand wil in een onveilige stadwonen. Jezelf als stad `veilig' verklarenhelpt ook niet. Een mooie opgave voorhet nieuwe college.Semipublieke en private patijen ver-leiden te investeren in de stad wordtbreed geprobeerd, maar ik heb twijfelsbij de resultaten tot nu toe. De aanpakvan Hoboken en Zomerhof zijn mooieen uitdagende voorbeelden en blijkeneen zaak van een lange adem. Maarvoor mij is het niet verrassend dat deuitkomsten van de aanbesteding vande Rijnhaven even over de verkiezingenheen zijn getild.En dan is er nog de MetropoolregioRotterdam. Over de kracht van de regiowerd in vrijwel geen verkiezingspro-gramma gerept. Lenen van je buurmanof buurvrouw en ook wat kunnenteruggeven: dat is een mooie ambitie.Samen sterk, nationaal en internatio-naal. Kennis, universiteiten, industrie enmeer. Niet alleen kijken naar Den Haag,maar juist ook naar de Drechtsteden,West-Brabant en Antwerpen. Datgaat over samenwerken en de kunstvan het loslaten.De stad is nooit af. Aan het werk, metde ogen en oren open voor mooie, groteen kleine initiatieven. Hard werken aanmijn stad, aan Rotterdam, de mooisterotstad die er is. Adriaan Visser is algemeen directeur vanPlatform31 en was van 2006-2012 werk-zaam voor de gemeente Rotterdam.De mooisterotstad die er isS+RO 2014/02 13Thema RotterdamDe mooiste rotstad die er isNieuwe Centraal Station RotterdamFoto: Robin Utrecht/HH14 2014/02 S+ROThema RotterdamAmerikaanse dynamiekversus Rotterdamseplanningsclich?sAmerikaansedynamiekversusRotterdamseplanningsclich?sPeter van der HelmPH Urbanismwww.PHurbanism.nlDe beelden bij dit artikel zijnvan Peter van der HelmAlles in Amerika is een uitvergrotingvan de Europese samenleving. Niet al-leen de cola's, koffies en pizza's, maarook de steden zijn groter. De megaregioBoston-NewYork-Philadelphia-Bal-timore-Washington DC is ??n van detwee economische motoren. En verge-lijkbaar met de Nederlandse Randstad,stelt Peter van der Helm. Toch kanNederland een hoop leren van de bigbrother; onze planningsclich?s wordener op zijn minst genuanceerd.De megaregio Boston-NY-Philadelphia-Baltimore-Washington DC is circa tienkeer zo groot als de Nederlandse Rand-stad (vijftig tot zestig miljoen inwonersversus zes ? acht miljoen in de Rand-stad). Als de megaregio de Randstad is,dan is NewYork vergelijkbaar met Am-sterdam; Philadelphia met Rotterdam;Boston met Utrecht en Washington DCmet Den Haag. Letterlijk gezien gaatdeze vertaling natuurlijk niet op, maarde profielen en positie van de verschil-lende steden zijn wel zo te kenschet-sen. Toch is een nuancering hier op zijnplaats: de Amerikaanse steden zijn ookte lezen als kritiek op het ver doorge-voerde planningssysteem in Nederland.Met name in de publieke ruimte, deverkeersfilosofie en de rol van de marktzetten deze steden vraagtekens bijde Hollandse aanpak. Een aantal vanonze bijna vaststaande planningsuit-gangspunten, of beter planningsclich?s,worden door deze steden op z'n minstgenuanceerd (zie tekstkaders voorspecifieke vergelijkingen): Upgrading door hoogwaardige open-bare ruimte; voetgangersgebieden voor aantrek-kelijke binnensteden; shoppingmall bedreigt de stadstraat; speculatie is een slecht uitgangspuntvoor goede steden; no parking no business.Wederopbouw RotterdamMet name voor Rotterdam kan eenspiegeling met de Amerikaanse stedenaan de oostkust interessant zijn. Rot-terdam worstelt zichtbaar met de plan-ningsclich?s, de binnenstad is bijvoor-beeld nog steeds volop in ontwikkeling.En misschien wel de belangrijkste:Rotterdam is de meest `Amerikaanse'stad van ons land. De binnenstad wasvoor de oorlog een klassiek Europeescentrum, met een fijnmazig stelselvan boulevards, stadstraten, pleinen,parken en stegen ? naar voorbeeld vande grote Europese metropolen. Na detabula rasa-periode (door de bombar-S+RO 2014/02 15Thema RotterdamAmerikaanse dynamiekversus Rotterdamseplanningsclich?sClich? 1: upgrading door hoogwaardige openbare ruimteGoede mooie materialen zijn natuurlijk altijd een bijdrage aan kwaliteit en aantrek-kelijkheid. Maar vormen zeker niet de essentie van een goede stadstraat. Selectieftoepassen is cruciaal. In New York en Philadelphia zijn de straten zeer aantrekkelijkebeeldbepalende en dynamische publieke ruimtes. Plekken die in staat zijn een vitaalprogramma en stedelijk leven te accommoderen. In deze straten is er veelal sprake vaneen goedkope (vaak matig onderhouden) openbare ruimte. Je zou je dus kunnen afvra-gen of het materiaal altijd een bepalende factor is. Zeker als je ziet dat een enigszinsarmoedige publieke ruimte toch in staat is een zeer aantrekkelijke stad te cre?ren.Wat deze publieke ruimte kenmerkt is dat de structuur boven de inrichting gaat. Dituit zich in twee dingen: Het ijzersterke straatprofiel als onderdeel van een totaal samenhangend netwerkvan straten. Dit totale netwerk is in NewYork en Philadelphia zeer consistent, meteen eenduidig profiel voor elke straat. De voetganger en de auto zijn overal opeenzelfde wijze in het goed gedimensioneerde straatprofiel opgenomen. De bredetrottoirs `zwabberen' bij de kruisingen niet en zijn eenvoudig `recht' over te stekenmet korte wachttijden. Selectief toepassen van bijzondere inrichting. Geen gebieden herinrichten metnieuwe materialen, maar de `gewone' straat staat tegenover een beperkt aantalbijzondere plekken met uitstraling (park, plein, waterfront, enzovoort).dementen in de Tweede Wereldoorlog,red.) is de binnenstad herbouwd opbasis van een op Amerikaanse leest ge-schoeid wederopbouwplan. Een nieuwstedelijk grid van stadstraten vormt hetkader voor nieuwe, meer grootschaligebebouwing.Het interessante van het wederop-bouwplan is dat het gebaseerd was opeen continue stelsel van straten, meteenduidige profielen waar autoverkeeren voetganger naast elkaar zijn opgeno-men. In dit continue stelsel van stratenis ??n uitzondering gemaakt: de Lijn-baan. De Lijnbaan is een autovrije pas-sage die steeds van straat naar straatloopt, vergelijkbaar met de negentiende-eeuwse passages in Parijs. De Lijnbaanis daarmee een unieke verbijzonderingin het grid, een stedelijk interieur in hetstelsel van gemengde stadstraten.Het wederopbouwplan hield de beloftein dat Rotterdam zich zou doorontwik-kelen naar de kwaliteiten van een echte`Amerikaanse' gridstad. Op foto's uit dejaren 1960 zien we de stedelijke kwali-teiten die de stad kreeg. De Hoogstraatbijvoorbeeld was een gemengde stad-straat en liep door over het Beursplein.De Binnenweg liep over in het Binnen-wegplein met warenhuis Ter Meulen,en ging verder naar de Coolsingel. Debinnenstad was een samenhangendnetwerk van stadstraten.Vanaf de jaren 1970 werd geleidelijkvan dit idee afgestapt. Het stratenstel-sel werd aangetast door de introduc-tie van een nieuwe verkeersfilosofiemet doorgaande wegen en secundaireontsluitingsstraatjes. De verkeers-hi?rarchie was en is gebaseerd op hetbundelen van massieve verkeerstromenop verkeersaders. In een tijd dat denadelen en het onstedelijke karaktervan het scheiden van functies langzaamgezien werden, maakte het verkeerjuist een tegenovergestelde beweging:het scheiden van verkeerstromen werduitgangspunt. Dit heeft geleid toteen afgebroken stratennetwerk en >>Clich? 2: voetgangersgebieden voor aantrekkelijke binnenstedenHet modernistische uitgangspunt van functiescheiding is bijna overal in de westerseplanningspraktijk verlaten, behalve in het verkeer en de openbare ruimte. Het scheidenvan autoverkeer van voetgangers wordt nog steeds als een kwaliteit gezien. Het prin-cipe `autovrije binnensteden zijn aantrekkelijk' wordt bijna overal nog toegepast. Hetautoverkeer bevindt zich zoveel mogelijk op eigen verkeersbundels, gericht op door-stroming. Het beperkt aantal aansluitingen leidt tot moeilijk oversteekbare kruisingen,die als barri?res werken in het stedelijke netwerk. De voetgangers bevinden zich opvoetgangersdomeinen, vaak geheel los van de auto. Ook dit zijn massieve bundelsgeworden. Hierdoor ontstaan separaat functionerende gebiedjes en werkt de (binnen)stad steeds minder als een geheel. Het wordt een grofmazig systeem van plekken.1In veel Amerikaanse steden komt de auto overal. Er zijn nauwelijks voetgangersge-bieden, overal is een gemengd stratenstelsel met ruimte voor alle verkeerssoorten.Autoverkeer en voetganger zijn duidelijk samenhangende onderdelen van de openbareruimte. Philadelphia en NewYork laten het beste zien dat grote voetgangersstromensamengaan met grote autobewegingen door de stad. Het is zelfs zo dat Philadelphia enNewYork tot de top vier van best beloopbare steden in de Verenigde Staten behoren.De combinatie van voetgangers en autoverkeer zorgt voor een divers programma vanwinkel, werk, cultuur en horeca. Dat levert een totaal, samenhangend, fijnmazig bin-nenstadsnetwerk op met zeer dynamisch stadsbeeld en dito gebruik. Geen geconcen-treerd winkelcentrum, maar een binnenstad met een totaal voorzieningenpakket datten dienste staat van de (binnen)stadsbewoner en -bezoeker.Noten1 Er zijn wel verschillen tussen Nederlandse steden. Dit gaat bijvoorbeeld veel meer op voorRotterdam, Den Haag en veel minder voor Amsterdam.16 2014/02 S+ROThema RotterdamAmerikaanse dynamiekversus Rotterdamseplanningsclich?sOnderste drie schema's: De Lijnbaanis onderdeel geworden van eenuitgedijd amorf voetgangers- winkel-centrumgebied een gefragmenteerdstratenstelsel resteert.Bovenste drie schema's: De Lijnbaanals verbijzondering van het stadstra-tennetwerk. Een voetgangerspassageals tegenhanger van een continue engelijkwaardig stratengrid.Clich? 3: shoppingmall bedreigt de stadstraatGemeengoed is de gedachte dat shoppingmalls de winkels uit het publieke domein van de straat zullen trekken, naar een ge-sloten wereld. De straten zullen onaantrekkelijk worden en leeg. Internetwinkelen zal dit nog eens verergeren. Deze gedach-tegang wordt gevoed door de aanname dat aaneengesloten winkelplinten aantrekkelijke straten maken. De dominantie vanretail heeft eerder tot eenvormige winkelstraten met overal dezelfde formules geleid, en niet vanzelfsprekend tot aantrek-kelijke binnenstedelijke straten. Veel van de centra in onze steden zien er dan ook uit als een winkelcentrum.In Amerikaanse steden is dat anders. Er is geen centraal winkelcentrumgebied (wellicht een klein stukje in Boston), de winkelsbevinden zich verspreid over het netwerk van straten. In de binnensteden bevindt het funshop-winkelprogramma zich vooreen deel op straat, maar is vaker geconcentreerd in inpandige shoppingmalls. Deze grootschalige shoppingcentra zorgenervoor dat het gewenste, en voor een stad ook noodzakelijke winkelprogramma (veelal modeketens), in een aantrekkelijkeconcentratie van de winkels wordt aangeboden zodat er effici?nt en comfortabel kan worden geshopt.De shoppingmalls zijn geen autonome objecten, maar zijn ingevoegd in het stadsgrid en continueren aan de buitenzijde destedelijke straten en boulevards. Deze binnenwerelden staan dus tegenover de dynamische gemengde stedelijke straten enpleinen. Dit zichtbare onderscheid in behoefte en type programma maakt de steden aantrekkelijk. De stad biedt gelijktijdig enop dezelfde plek een breed aanbod aan effici?nt winkelen gecombineerd met snelle hap in de foodcourt, naast een fijnmazigstelsel van binnenstedelijke straten met een divers eigen stedelijk programma van winkels eettenten, werk, cultuur en overigstedelijk leven.S+RO 2014/02 17Thema RotterdamAmerikaanse dynamiekversus Rotterdamseplanningsclich?sgrote barri?res in de vorm van kruisin-gen en moeilijk oversteekbare wegen.Daarnaast werd een groot deel van debinnenstad omgevormd tot voetgan-gersgebied. De Lijnbaan was niet meerde uitzondering op de regel. De Lijnbaanwerd een onherkenbaar onderdeel vaneen omvangrijk, alsmaar uitdijend voet-gangersgebied. Het verschil tussen deLijnbaan en de Hoogstraat is daarmeegeleidelijk verdwenen.1Gefragmenteerde binnenstadNiet de wederopbouw, maar de latereaanpassingen aan de verkeerstructuuren het steeds grotere voetgangersge-bied hebben gezorgd voor een gefrag-menteerde binnenstad. Deze focus opverkeer heeft de allure van de Lijnbaanals passage teniet gedaan. De krachtvan het gelijkwaardige stratenstelsel isverdwenen ten gunste van een uniformvoetgangersgebied dat alleen nog maargeschikt is voor winkelen. De beloftevan de `Amerikaanse' stedelijkheid isvooral zichtbaar in een toenemendeconcentratie van hoogbouw, maar is opstraatniveau verzand in een binnenstaddie voor een te groot deel is gebaseerdop monofunctioneel winkelen.Door de ontwikkelingen van het Forumen de Markthal wordt het winkelgebiednog eens sterk uitgebreid. Voor de bin-nenstad ligt het gevaar op de loer datniet alleen het winkelcentrumkaraktersteeds prominenter wordt, maar hetwinkelcentrum ook te groot wordtvoor het aantal benodigde winkels. Ditsoort shoppingmalls levert in de Ame-rikaanse steden juist een interessantebijdrage aan het stedelijk leven. Maarwel in een gemengde stadstraat waarshoppen en stedelijk leven gecombi-neerd worden. In Rotterdam is die con-text van het stedelijk stratennetwerker niet meer.Dit betekent niet dat het Forum geengoede ontwikkeling zou zijn. Integen-deel, het Forum en de Markthal zijnjuist belangrijke ontwikkelingen voor destad. Het probleem zit `m in de ontbre-kende stedelijke context. Het Forumen de Markthal zouden samen met deLijnbaan en Koopgoot weer de enigeechte winkelpassages moeten zijn,gelegen aan een samenhangend stelselvan stadstraten. Daarmee ontstaat deruimte voor transformatie van mono-functioneel winkelprogramma naar eenstedelijk divers programma. Herstelvan het wederopbouwplan zou op ditpunt een zegen zijn voor de binnen-stad, die daarmee weer een duidelijkstedelijk profiel en programma krijgtmet winkels, horeca, werk, cultuur. Zokan de binnenstad aanvullend zijn ophet shoppingmall-programma van deLijnbaan, Koopgoot en Forum.KoersHet beleid van de gemeente Rotter-dam richt zich nu op het herinrichtenvan een onvolmaakt systeem. Nieuwedure materialen lijken belangrijker dande stedelijke structuur. Kleinschaligestructuurverbeteringen vinden wel-iswaar wel plaats ? zoals het profielvan de Meent, Binnenweg en Witte deWithstraat. Maar een stad kanalleen goed werken als er een >>Clich? 4: speculatieplannen leiden tot onaantrekkelijke stedenDe stratenplannen die de markt aanzetten tot het maken van winst op de ontwikkeling van vastgoed hebben altijd eennegatieve bijsmaak gehad. Plannen gebaseerd op stedelijke schoonheid, enscenering van monumentaliteit en sociale recht-vaardigheid staan hoger in aanzien. De uitgangspunten zijn nobeler: stedenschoon, goede woningen en openbare ruimtesvoor iedereen in plaats van winstmaximalisatie en uitbuiting. Toch is het maar de vraag of zo'n stedenbouwkundige kijk op deontwikkeling van de stad ook leidt tot de meest vitale en veerkrachtige steden.Washington DC is een voorbeeld van een monumentaal vormgegeven stad met geregisseerde bouwhoogten en statige ar-chitectonische samenhangende bouwblokken in een sterk hi?rarchische stadsplattegrond. Philadelphia en NewYork staandaar tegenover met hun bijna hi?rarchieloze gridplannen waarbinnen de speculatieve drijfveer van de markt de ruimte kreeg.Dichter bij huis hebben we de stratenplannen van de negentiende-eeuwse stadsuitleg, zoals de Amsterdamse Pijp. De socialeellende van de speculatiebouw mag natuurlijk niet ontkend worden. Het leverde wijken op waar mensen in bijna mensonwaar-dige omstandigheden leefden. Maar nu wil de beter gesitueerde stedeling er graag wonen.Je zou dus kunnen zeggen dat speculatie binnen een rechtvaardige sociale context gewilde stadswijken oplevert. Terugkijkendkun je stellen dat het stratenplan (of het gridplan) in staat is gebleken om met de speculatieve motieven van de markt stede-lijke gebieden te realiseren die gekenmerkt worden door een grote diversiteit en interessante schaal. De plannen hebben hetparticulier eigendom en het perceel als drager. De vrijheid binnen regels van de Amerikaanse gridsteden levert juist gewildewijken, krachtige straten en prettige stedelijke ruimtes op.18 2014/02 S+ROThema RotterdamAmerikaanse dynamiekversus Rotterdamseplanningsclich?seconomisch vitaal netwerk is waarinzich allerlei functies kunnen ontwik-kelen. Hoe fris en aardig een aantalplekken er in de binnenstad nu ookuitziet, als het geheel niet structureelverbetert ziet deze nieuwe inrichting erover een aantal jaar net zo armoedig uitals daarvoor. Structurele leegstand vanwinkels in delen van de Lijnbaan en deranden van de Hoogstraat wordt nietopgelost met natuurstenen straat-inrichting. Die herinrichting zou ookniet centraal moeten staan, de focuszou moeten liggen op een economischvitaal, continue en fijnmazig straten-netwerk. Waar de auto, fiets en voet-ganger overal kunnen komen; met veelmeer, maar kleinere, kruisingen waarstedelijkheid tot bloei kan komen. Deeendimensionale nadruk die de stad nulegt op het faciliteren van stromen vanbuiten naar binnen ? en vice versa ?gaat zichtbaar ten koste van een lokaalsamenhangend netwerk met kwaliteitvoor bewoners en bezoeker.2Hier zou de stad visie en daadkrachtmoeten tonen, eigenschappen waarRotterdam zich doorgaans op beroept.Niet in de ontwikkeling van grote pro-jecten zoals het Forum en de Markthal.Laat dat aan de markt. Het gaat om eenfundamentele koersverandering, eenduidelijke richting, een uitgesprokencontext waar het particulier initiatieftot bloei komt ? zoals we zo goed kun-nen zien in de Amerikaanse steden.Rotterdam moet zich aan de juistevoorbeelden spiegelen. Met het basis-plan als onderlegger van de binnen-stad liggen deze voorbeelden meer inAmerika dan in de traditionele Europesestad. Neem een voorbeeld aan Phila-delphia, die stad heeft een vergelijkbarepositie als Rotterdam in de Randstad.In Philadelphia zijn de kwaliteiten vande Amerikaanse stad goed zichtbaar.De stadsvisie3 zet in op een duidelijketoekomstgerichte koers, met een sterkeigen en vooral ook stedelijk bewust-zijn. Mooi voorbeeld voor Rotterdam. Noten1 In de jaren 1990 is dit zelfs deelsonherroepelijk geworden door deKoopgoot. Wellicht kunnen we op dit puntspreken van een historische misser.2 Uit Project Rotterdam (DeZwarteHond,BureauLofvers, PHurbanism) bleek datin Rotterdam de fijnmazigheid van hetstratennetwerk afneemt hoe dichter je bijhet centrum komt. In andere steden is datniet het geval.3 City wide vision Philadelphia 2035,Philadelphia 2011Peter van der Helm is stedenbouwkun-dige en planoloog. Hij werkt met zijnbureau PHurbanism aan vraagstukken ophet gebied van stedelijke transformatie(onderzoek, advies en ontwerp).Clich? 5: no parking no businessParkeren en verkeersbelasting worden in de Nederlandse planningspraktijk teveelgezien als een vaststaand gegeven. Als we de weg hier smaller maken dan wordthet daar drukker, als we minder parkeerplaatsen maken dan verkopen we de wo-ningen niet of krijgen we een onacceptabele parkeerdruk op straat, enzovoort. Hetwordt gezien als een gesloten systeem.Parkeren en verkeersbelasting zijn vaak cruciale elementen van een project, diefinancieel en ruimtelijk zwaar op het project en de omgeving drukken. Een ontwik-keling naar minder is in de huidige planningssystemen moeilijk toepasbaar. Dit leidtvaak tot ingewikkelde oplossingen die voor de stad en de gebruiker niet goed zijn.Denk aan: onmogelijke en ongewenste parkeereisen, alsmaar groter wordende eningewikkeldere kruisingen, een sterk afnemende stedelijke dynamiek. Wat weerleidt tot een minder aantrekkelijke stad.In bijna alle goed functionerende grote en middelgrote steden van het westen is tezien dat de auto een duidelijke plek heeft, maar een afnemend belang naarmate destad groeit en intensiveert. Minder auto's per huishouden, meer openbaarvervoer-gerelateerde bedrijvigheid, meer voet en fietsverkeer, enzovoort.1 In de Ameri-kaanse steden wordt dat ook in beleid vertaald. In het stadsplan van Philadelphia,bijvoorbeeld, zijn de ontwerpers juist op zoek naar die balans. Geen minimum-parkeernormen meer, maar juist een maximumparkeernorm. Hierdoor wordt veelduidelijker gericht op het uitbouwen van de stedelijk kwaliteiten van de stad en opbewoners en bedrijven die juist daarvoor kiezen.Noten1 Doordat NewYorkers substantieel minder miles afleggen dan de gemiddelde Amerikaan,kan er jaarlijks een bedrag van negentien miljard op transport bespaard worden (`NewYorksGreen Dividend'). Dit komt grotendeels ten goede aan de NewYorkse lokale economie.S+RO 2014/02 19Thema RotterdamAmerikaanse dynamiekversus Rotterdamseplanningsclich?sBoven: Clich? 1, bijzondere plekken alscontrast, aandacht voor materiaal eninrichting.Onder: Clich? 1, Continuestraatprofiel, materiaal isondergeschikt.20 2014/02 S+ROThema RotterdamVan skyscrapersnaar cityscrapersJan KlerksStichting Hoogbouw enskyscrapercity.comwww.stichtinghoogbouw.nlwww. skyscrapercity.comHoger en groter is vrijwel altijd beter,zeker bij grootstedelijkheid. Tot dusveris dit de gangbare gedachtegang.Maar volgens Jan Klerks gaat het bijhoogbouw niet alleen om stadsbeelden uitzicht. Het gaat vooral ook omverdichting en stadsleven. Daar pasteen ander soort hoogbouw bij dan wetot nu toe hebben gezien.Ieder jaar wordt op skyscrapercity.com de beste hoogbouw van het voor-gaande jaar gekozen. Dat `De Rot-terdam' tot Nederlandse winnaar van2013 werd gekroond is niet opmerkelijk.Dat de marge met de nummer 2, hethalf zo hoge `Calypso' in Rotterdam,klein was (respectievelijk 35 procent en31 procent van de stemmen) is dat wel,aangezien de ongecompliceerde engepassioneerde interesse voor de staden haar grootstedelijke uitingen zichdoorgaans vertaalt in de gedachte dathoger en groter vrijwel altijd beter is.1Ruimte in plaats vandichtheidHoogbouw in Rotterdam is geen pro-duct van dichtheid maar vooral vanruimte. Het staat daar waar het kan. DeRotterdam is wat dat betreft een eer-betoon aan het naoorlogse Rotterdam.Het is groot, het ontwerp is een voort-zetting van de moderne traditie diearchitecten tijdens de wederopbouwde stad hebben opgelegd, het maaktruimte op een plek waar al veel ruimteis, en het maakt stadsbeeld op een plekdie qua beleving op zijn gunstigst valtuit te leggen als centrumspreiding.Alhoewel architect Rem Koolhaas jarenterug de klassieke skyscraper dood-verklaarde2, maakt het gebouw vooralindruk met zijn omvang en verschijning,wat versterkt wordt door zijn zicht-baarheid in de open ruimte. De Rotter-dam is een zelfverklaarde verticale stad,maar of het stapelen van verschillendefuncties veel stadmakende kruisbestui-ving zal opleveren valt nog te bezien.Calypso daarentegen biedt compactestadswoningen met de mogelijkheidom kantoorunits te huren in de kan-toorlagen van complex. Daarnaast kenthet buurtvoorzieningen in de plint,zoals een supermarkt, espressobar enlaagdrempelige restaurants. Wie hetgebouw verlaat staat midden in de staden vooral de stedelijkheid van grootste-delijke voorzieningen, zoals de bioscoop,de Doelen, Schouwburg en de Lijnbaan,maar vooral ook de dagelijkse en klein-schalige voorzieningen zoals eettentjes,avondwinkels, toko's en buurtcaf?s.Stedelijk wonenDe Skyscraper Dictionary3 onderscheidtdrie vormen van stedelijk wonen: dehighlife als verbeelding van hoog wonenmet een mooi uitzicht, citylife als termvoor wonen in de nabijheid van groot-stedelijke voorzieningen, zoals winkel-en uitgaanscentra, en de hoodlife alsbenaming van het gemak en plezier vaneen buurtkroeg, dagelijkse winkeltjesmet ruimte openingstijden, en vooralook: buren. Wat de highlife betreft zithet met de Rotterdamse hoogbouwwel snor. Wat hoodlife betreft niet.Wie rondloopt in hoogbouwclustersals het Weena, Wijnhaveneiland en deWilhelminapier zal er vooral `s avondsaanzienlijk minder stadsleven aantref-fen zoals dat wel voelbaar is op deMeent, Witte de Withstraat, Kruiskadeen bijvoorbeeld de Binnenweg.Wat je als hoogbouwbewoner wil, is eenstapeling van deze drie belevingen. Datvraagt om een benadering van hoog-bouw die niet, zoals te doen gebruikelijkis, begint met een vogelvluchtvisie ofeen architectonisch ontwerp, maar ??ndie eerst kijkt waar precies de stad hetmeest stad is, en vervolgens nagaathoe deze plek het best verder kanworden verstadst. Hoogbouw maaktimmers geen stadsleven als dat er alniet is, maar kan bestaande stedelijk-heid wel bevestigen en versterken.CitypadsWat de markt betreft zouden de Ne-derlandse aanbieders van woontorenser goed aan doen om te kijken naarNoord-Amerikaanse steden, en metname naar Toronto, Chicago en Vancou-ver. Hier worden hoogbouwprojecten inde markt gezet die niet zozeer uitblin-ken in hoogte of architectuur, maar dieontworpen zijn op basis van wat degrootstedelijk ingestelde bewoner wil:een betaalbaar appartement op eenplek waar het gebeurt, een stedelijkuitzicht, gedeelde bewonersvoorzienin-gen zoals werkplekken, een dakterrasen een waardige entree, en buurtvoor-zieningen zoals een barretje en eengemakswinkel in de buurt, of nog beter,Van skyscrapersnaar cityscrapersS+RO 2014/02 21Thema RotterdamVan skyscrapersnaar cityscrapersPlint van de Stereo Toren, een projectvan Stereo Architects.Beeld: Stereo Architectsin het gebouw zelf. Het zijn torens diezich in tegenstelling tot skyscrapersveel meer richten op verdichting enstedelijkheid in plaats van het zien engezien worden, en worden daarom ookwel cityscrapers worden genoemd.Dit vertaalt zich in citypads met com-pacte maar slim ontworpen plattegron-den van 50 tot 80 vierkante meter zon-der gangen en kleine slaapkamers. Dedaarmee samenhangende prijs trekt eenstedelijk ingesteld publiek dat de omge-ving als verlengstuk van hun thuis ziet,en er daardoor tevens aan bijdraagt.Ramen strekken van plafond tot vloerzodat je gelegen op de bank, in bed enzelfs in bad, zicht hebt op zowel deomgeving als het stedelijk leven. Veelglas maakt niet alleen de beleving vande woonruimte groter, maar zorgt ertevens voor dat je de verschillendedieptes in een uitzicht mooi kunt erva-ren. Uiteraard heeft elk appartementeen balkon zodat het stadsleven ookgehoord en gevoeld kan worden.Projectontwikkelaars van cityscraperszien zichzelf tevens als buurtontwik-kelaars die verantwoordelijkheid nemenvoor hoe het gebouw zich mengt metde omgeving door een aansprekendeinvulling te vinden, of te bedenken voorde plint. Ook het aanbieden van bewo-nersdiensten past in deze benadering.Zowel markt als bestuur moeten hetaandurven om een parkeercapaciteit tehanteren die behoorlijk onder het aan-tal appartementen ligt. Dit kan omdatmet name de jonge en oude hoogbouw-bewoners niet altijd behoefte hebbenaan autobezit, en omdat het gedeeldautogebruik in een woontoren relatiefeenvoudig te faciliteren is.SchoenlepelenIn Rotterdam hebben cityscrapers demeeste kans in de omgeving van deWitte de Withstraat en de Meent.Maar ook het stuk Oude Westen tussenBinnenweg en Kruiskade, het gebiedtussen Hoogstraat en Blaak, en hetplatte gebied tussen het stadhuis en hetSchouwburgplein biedt die potentie. Dathet een uitdaging is om ruimte hiervoorte maken, en dat deze plekjes met eenvergrootglas moeten worden gevondenweet ik. Maar het begin is er. Een jongearchitect heeft het initiatief genomenom een cityscraper van 70 meter hoog teschoenlepelen op een postzegellocatietussen het Hilton Hotel en de voorma-lige Thalia Bioscoop aan de Kruiskade.4Als zodanig is dit een gedurfd en inte-ressant voorbeeld van zo'n stadmaker.Dat er maar vele mogen volgen. Noten1 http://www.skyscrapercity.com/showthread.php?t=16837822 Rem Koolhaas in Content, Taschen, 20043 http://www.skyscraperdictionary.com4 http://stereoarchitects.nl/projects/stereo-torenJan Klerks is directeur van Stichting Hoog-bouw en eigenaar van skyscrapercity.com22 2014/02 S+ROThema RotterdamThe Hoboken WayAmbitie: Internationaal topmilieurond medisch, onderwijs, cultuuren groen.Geert TeismanPlatform31 en Erasmus Universiteitteisman@fsw.eur.nlHein PierhagenProjectmanagement Bureaugemeente Rotterdamhf.pierhagen@rotterdam.nlGezamenlijke belangen, een win-winsituatie en betrouwbare partners.Het zijn veelgehoorde begrippen in degebiedsontwikkeling nieuwe stijl. Ont-wikkeling van stadsdelen door partijendie daar belang bij hebben. Bijvoorbeeldin Hoboken, Rotterdam. Hier investerenzeventien semipublieke en private par-tijen in een stukje stad dat voor hen be-langrijk is. Het doel: krachtige verbin-dingen, aantrekkelijke verblijfsplaatsenen wederzijdse meerwaardecreatie.Semipublieke en private partijeninvesteren in Rotterdam als ze belanghebben bij ontwikkeling van hun deelvan de stad. En als semi-publieke enprivate partijen de zekerheid krijgendat gemaakte afspraken met de ge-meente gestand gedaan worden. Hetis dus zaak om gezamenlijke belangente bespreken en een win-winsituatie tecre?ren, ?n een betrouwbare partner tezijn door wederzijds heldere afsprakente maken tussen semipublieke, privatepartijen, de gemeente en deze afspra-ken goed te bewaken.In de stedelijke praktijk van Hoboken(onderdeel van de Rotterdamse binnen-stad) handelen de semipublieke, privateen publieke partijen vanuit de gebieds-visie 2009-2030. Deze visie hebben zegezamenlijk opgesteld. Alle partijen heb-ben in 2009 onderschreven dat zij belanghechten aan de ontwikkeling van het ge-bied naar een topmilieu voor lichaam engeest. Alle Hoboken-partners (zie kader1 op pagina 24) hebben zich gecommit-teerd aan deze visie en jaarlijks stellende bestuurlijk vertegenwoordigers vande zeventien partners een programmamet prioriteitstelling vast.InvesteringenDe afgelopen jaren zijn omvangrijkeinvesteringen gedaan in Hoboken.Een eerste vereiste voor wederzijdsemeerwaardecreatie is de ontmoetingvan partijen en de bereidheid tot hetverkennen van de mogelijkheden totwederzijdse meerwaardecreatie.Erasmus MC is de meest invloedrijkepartij in dit gebied. Erasmus MC isnamelijk de grootste werkgever inRotterdam, ??n van de internatio-nale topinstituten op het gebied vanmedisch onderzoek en toepassing, eengrote investeerder in fysieke voorzie-ningen en generator van grote inko-mende en uitgaande verkeersstromen(pati?nten en vooral bezoekers). ZowelErasmus MC als de gemeente stemmenTheHoboken wayHoe verleiden we semipubliekeen private partijen teinvesteren in de stad?Ruimte voorlichaam een geestexcellentediversiteitaantrekkelijkeverblijfplaatzenkrachtigeverbindingenInternationaal topmilieuontmoetingmet deomgevingS+RO 2014/02 23Thema RotterdamThe Hoboken WayNieuwe Maas vanaf Rotterdam-Zuidmet zicht op de noordoever met HetPark, de Euromast, en daarachterHoboken. Foto: Siebe Swart/HHregelmatig met elkaar af om de boven-genoemde vier potenties optimaal tebenutten (zie kader 2 op pagina 25 vooreen nadere uitwerking van de potentiesvan Erasmus MC).Ook andere partijen hebben hun eigeninvesteringsplannen meer bezien inhet licht van de bredere ontwikkelingvan Hoboken. Ze zijn voorzichtig opzoek gegaan naar combinatiemoge-lijkheden die normaal niet binnen huneigen gezichtsveld vallen. Zo heeft deHogeschool Rotterdam 12,5 miljoen euroge?nvesteerd in het opknappen van hetoude Eneco gebouw. De investering inhet nieuwe gebouw op de hoek Rochus-senstraat/Burgemeester 's Jacobspleinwas 6,5 miljoen euro.De Kunsthal is in 2013 en 2014 voor en-kele miljoenen ingrijpend verbouwd. Erzijn plannen bij Boijmans van Beunin-gen, de gemeente en een private partijom vele miljoenen te investeren in eenCollectiegebouw voor het museumBoijmans van Beuningen. En de Euro-mast heeft ambitie om volgend jaar uitte breiden om vijfhonderdduizend be-zoekers per jaar te ontvangen. Dit zijnals het ware de pareltjes van waaruiteen hoogwaardige gebiedsontwikkelinggerealiseerd kan worden. Dit gebeurtechter niet zomaar. Er is een fikseinspanning nodig in het combineren enassembleren van de verschillende in-spanningen tot een resultaat dat meerkan zijn dan de som der delen.Unieke kansenIn dat opzicht kan de huidige econo-mische malaise worden gezien als eenbedreiging. Zo moeten musea, doorde bezuinigingen in de cultuursector,noodgedwongen medewerkers ontslaanen verder bezuinigen. Te verwachtenbezuinigingen in de gezondheidszorgkunnen een rem zetten op de inves-teringsplannen van het Erasmus MC.De huurdersheffing maakt het voorwoningcorporaties niet gemakkelijk omte bouwen gericht op medewerkers vanhet MC en de gemeentelijke bezuinigin-gen maken investeringen in de publiekeruimte van Hoboken problematisch.Tegelijkertijd weten we ook dat juistperioden van malaise vaak aanzet-ten tot innovaties1 en dat innovaties inhoogontwikkelde samenlevingen vaakvoortvloeien uit vernieuwende combi-naties van al bestaande elementen ofactiviteiten. Juist op dit punt biedt Ho-boken voor Rotterdam unieke kansen.Deze kansen zijn nog allerminst benut,maar aan de eerste voorwaarde ? eenvitaal netwerk van partijen die bereidzijn tot gezamenlijke inzet ? is welvoldaan. Vanuit een gezamenlijk belangzoeken zeventien partners naar dewin-win. De gemeente stelt zich daarbijin tegenstelling tot vroeger vooral opals ??n van de zeventien partners. Hetbijzondere van de gemeente is vooraldat ze vanuit een collectief belang meerkan investeren in `procesgeld voor degezamenlijke zoektocht naar weder- >>24 2014/02 S+ROThema RotterdamThe Hoboken WayErasmus MCBeeld: Gemeente RotterdamLuchtfoto HobokenFoto: Gemeente Rotterdamzijdse meerwaarde', dan dat anderepartijen dat kunnen. Elke succesvollezoektocht begint bij het ontwikkelenen houden van vertrouwen in elkaar enhet ontwikkelen van het vermogen omelkaar vervolgens succes te gunnen inde wetenschap dat dit kan bijdragenaan het geheel. De gemeente speelteen kaderstellende, faciliterende eniniti?rende rol, maar niet langer als deaanbieder van geld en plannen die detrekkersrol vervult.Gezamenlijke business caseHet in nu zaak om ook de tweede voor-waarde voor gebiedsontwikkeling viawederzijdse meerwaardecreatie vormte geven, te weten de gemeenschap-pelijke meerwaardetoets in de vormvan een gezamenlijke business case. Departners in Hoboken werken momen-teel aan twee initiatieven van weder-zijdse meerwaardecreatie. Allereerst dezogenaamde Parkenknoop, de verbin-ding over de Westersingel tussen HetPark en het Museumpark. De betrokkenpartijen Erasmus MC, Kunsthal, Het Na-tuurhistorisch Museum erkennen hetbelang van een aantrekkelijke verblijfs-functie van de twee bestaande, maarnog van elkaar gescheiden parken.Een verbinding tussen beide parken,als ware het een sociale ecologischehoofdstructuur, vergroot de verblijfs-waarde van het gebied en daarmee dekans dat bezoekers er langer verblijvenen meer investeren en consumeren.Hier verwachten de partijen een win-win situatie cre?ren.Het Burgemeester 's Jacobsplein, hetplein boven metrostation Dijkzicht, ishet tweede initiatief. Dit is een typischen belangrijk knooppunt in bestaandefysieke netwerken (metrolijnen) en inbezoekers- en werknemersstromen. Totnu toe is de uitstraling van deze plek so-De Hoboken-partners zijn: Erasmus Medisch Centrum (MC); Hogeschool Rotterdam; Museum Boijmans van Beuningen; Het Nieuwe Instituut; Kunsthal; Het Natuurhistorisch Museum; Chabot Museum; Arminius; B.O.O.G. (bewoners); ondernemersvereniging NieuweBinnenweg; gemeente Rotterdam; deelgemeente Centrum; deelgemeente Delfshaven; JP van Eesteren; Woonstad; Rijndam; DCMR.ber en beperkt. Erasmus MC, HogeschoolRotterdam, bewoners van de directeomgeving aan de Rochussenstraat, Eras-miaans Gymnasium en bezoekers vanhet Erasmus MC hebben belang bij eenaantrekkelijke knoop en verbetering vande verbinding. Door de link te leggen metde fysieke netwerken komt de RET alsnieuwe partner in beeld, bijvoorbeeld inverband met de beoogde verlenging vande metro-ingang naar de HogeschoolRotterdam. Wat is de winst daarvanvoor het openbaarvervoersysteem enhoe vergroot deze de aantrekkelijkheidvan Hoboken, is de vraag die voorligt.De grootste winst is de verbeterdedoorstroming van de Zimmermanweg enverbeterde verkeersveiligheid.S+RO 2014/02 25Thema RotterdamThe Hoboken WayPotenties Erasmus MC Erasmus MC is een belangrijke werkgever. Opvallend daarbij is dat veel werknemers van (ver) buiten Rotterdamkomen en weinig werknemers in Hoboken of omliggende wijken wonen. Vaak gaat het hier om hoger opgeleidenmet een goed inkomen. Voor werkgever, werknemers en de stad Rotterdam liggen er potenties in het realiseren vanwoningen voor de werknemers in de nabije omgeving. Erasmus MC doet vooralsnog niets aan het reduceren van dereistijden en kosten van het personeel. Erasmus MC is een bela
Reacties