Is het wantrouwen van plattelandsbewoners tegenover de Randstad en haar bewoners begrijpelijk? Bettina Bock, hoogleraar inclusieve plattelandsontwikkeling aan Wageningen Universiteit en bijzonder hoogleraar bevolkingsdaling en leefbaarheid aan de Rijksuniversiteit Groningen overdenkt aan de hand van zeven thema's de staat van het platteland. Over ruimtelijk en economische beleid, bevolkingskrimp, vergrijzing, afkeer van verandering en de noodzaak te investeren in een minimaal voorzieningenniveau.
“Afname van de plattelandsbevolking is al langer gaande. Die krimp is onder meer het gevolg van een afnemend geboortecijfer. Vervolgens verlaten jonge mensen het gebied om elders te gaan studeren. Zij keren voor een belangrijk deel ook niet terug naar hun geboortegrond. De daling van de bevolking in die zogeheten krimpgebieden vlakt de laatste tijd wel af. Er is nergens meer sprake van een acute daling, maar in de komende twintig jaar zal die daling zich wel voortzetten. Die verwachting is gebaseerd op demografische voorspellingen. Of die voorspellingen uitkomen, is moeilijk te zeggen. Soms is het ineens anders. De coronapandemie bijvoorbeeld is van invloed geweest op de verhuisbeweging tussen stedelijke gebied en platteland. We zien al langer dat ‘jonge senioren’ de stad verlaten om zich op het platteland te vestigen. Door de pandemie hebben ook iets jongere mensen daarvoor meer belangstelling gekregen, de hevige krapte op de woningmarkt in stedelijke gebieden speelt daarbij een versterkende rol. Maar die verhuisbewegingen zijn van onvoldoende omvang om het dalende geboortecijfer te compenseren. Uiteindelijk zet de bevolkingsdaling door.
Tegelijkertijd moeten we ons ook bedenken dat ondanks de bevolkingsdaling het leven op het platteland heel hoog wordt gewaardeerd. Mensen verblijven er graag. Ze zijn trots op hun dorp, ze zijn gehecht aan hun landschap. Zelfs in het door aardbevingen geteisterde Noord-Groningen is de waardering voor de leefomgeving onverminderd hoog.”
Reacties