In de rubriek ‘Proefschrift’ bespreken we een recent academisch proefschrift op het terrein van het wonen. Dit keer het boek: Selective mobility, segregation and neighbourhood effects (TU Delft, november 2015) van Sanne Boschman.
28 ? ProefschriftPROEFSCHRIFTBESPROKEN DOOR: JEANET KULLBERGIn het boek is er aandacht voor selectieve verhuispatronen. Die kunnen hetgevolg zijn van woon- en wijkvoorkeuren, maar ook van verschil in toegangtot bepaalde wijken en buurten. Die verschillen worden vooral bekeken voormensen met een niet-westerse migratieachtergrond versus autochtoneNederlanders, hoewel een van de hoofdstukken over inkomenssegregatiegaat. In de praktijk willen die twee nogal overlappen, maar voor deSurinaamse, Antilliaanse, Turkse en Marokkaanse Nederlanders die in hetboek centraal staan, is dat nu juist steeds minder het geval. De sociaal-eco-nomische diversiteit wordt groter en groter, terwijl vermeende culturelegemeenschappen heterogener zijn dan we als buitenstaanders geneigd zijnte onderkennen. Af en toe komt bij het lezen een verlangen op naar meer oogvoor die verscheidenheid en dynamiek binnen de groepen.Het onderzoek bestaat uit complexe analyses waar diverse gegevensbestan-den aan elkaar gekoppeld worden, zoals enqu?temateriaal waarmee voor-keuren gemeten worden en registratiegegevens die het feitelijke verhuisge-drag weergeven. Zo verdiept dit onderzoek de kennis over zowel selectie-effecten (een buurt is bijvoorbeeld arm omdat er steeds meer arme mensengaan wonen) als `buurteffecten': bewoners van een buurt worden arm(er)doordat er veel arme mensen in de buurt wonen, die elkaar niet goed vooruitkunnen helpen.Bij buurteffecten op migrantengroepen denken we bijvoorbeeld aan eengeringere Nederlandse taalvaardigheid, doordat er te weinigNederlandssprekenden in de buurt zouden wonen, of het aannemen van`afwijkende' waarden en normen. Bij dat laatste is de vraag: wie bepaalt watde `voorbeeldnormen' zijn in een pluriforme samenleving? Maar daaraanvooraf gaat de vraag of bewoners van wijken met veel migranten werkelijkminder contact met autochtone Nederlanders hebben. Verrassend is dat ditniet zo blijkt te zijn, althans voor bewoners in de arbeidzame leeftijd.Kennelijk hebben velen ook buiten hun woonwijk contacten, wellicht in elkgeval op hun werk. Voor kinderen zou de situatie anders kunnen liggen,zoals voor de VS bijvoorbeeld is getoond door Chetty et al. (2014) en doorPutnam (2015) in zijn indringende boek Our Kids. In Nederland is de wijk dusniet van invloed op interetnisch contact, maar dit contact is wel mindervoor wie in de grootste vier gemeenten woont, omdat zich daar allochtonebevolkingsconcentraties voordoen in hele gedeelten van de stad, zoals inAmsterdam buiten de ring of in Den Haag op de kleigrond op afstand van deduinen. Mensen in deze stadsdelen hebben minder contact met autochto-nen, die er in de wijdere omtrek immers nog maar weinig wonen. Of detaalvaardigheid en het normenpatroon hierdoor ook anders zijn, is hier nietonderzocht en valt nog te bezien. Dit omdat onder de bewoners ookSurinamers en (tweede generatie) Turken of Marokkanen zijn die uitstekendNederlands speken. Maar de bezorgde blik dient dus liever gericht te wor-den op stadsdelen dan op afzonderlijke wijken.Om selectie-effecten beter te doorgronden is gezocht naar de oorzaken vanselectieve verhuispatronen: gaat het vooral om voorkeuren of meer ombeperkingen en hindernissen voor sommige groepen? Allereerst is gekekenwelke kenmerken van de woonomgeving belangrijk worden gevonden. Hierblijkt dat, zoals Clarck (1992) eerder voor de VS vaststelde, behalve autoch-tone Nederlanders, ook andere herkomstgroepen graag een flinke vertegen-woordiging van mensen uit de eigen groep in hun buurt zien. Maar mensenmet opgroeiende kinderen en woningeigenaren, degenen die het meest let-ten op wijkkenmerken als ze ergens gaan wonen, blijken minder naar debevolkingssamenstelling te kijken en meer naar de veiligheid van de buurt.De terroristische aanslagen in Parijs en de zoektochtnaar daders in het Brusselse Molenbeek, een wijk metveel migranten, hebben het thema ruimtelijke segregatieen mogelijke effecten daarvan weer eens goed op dekaart gezet. Nu had het thema al geen geringebelangstelling vanuit academische hoek; er is eeninternationale school van buurteffect-onderzoekers,waar met enige regelmaat proefschriften uit komen. Zoook dit werk over verhuizingen, segregatie en effectenvan de buurt op individuele bewoners.In de rubriek `Proefschrift' bespreken we een recentacademisch proefschrift op het terrein van het wonen. Ditkeer het boek: Selective mobility, segregation andneighbourhood effects (TU Delft, november 2015) vanSanne Boschman.2015Selective mobility, segregationand neighbourhood effectsSanne Boschman112015Selectivemobility,segregationandneighbourhoodeffects|SanneBoschman29? Maart 2016Een hoofdstuk richtte zich op de vraag of mensen die willen verhuizen datook doen. Daaruit blijkt dat bewoners met een niet-westerse achtergronddie zeggen weg te willen uit hun buurt, minder vaak de daad bij het woordvoegen en ook minder vaak naar rijkere of wittere buurten verhuizen danautochtonen, zoals Uunk en Dominguez-Martinez (2002) eerder vaststel-den. Dit wordt geduid als verschillen in de mogelijkheden om de woonwen-sen te realiseren. En dat kan weer komen door discriminatie op de woning-markt of doordat bepaalde groepen slecht ge?nformeerd zijn over dewoningmarkt. Dat kan zo zijn, maar er zijn ook aanwijzingen (zoals inhoofdstuk 4 van het boek) dat bij het uitspreken van wensen een zekereambivalentie kan spelen: er zijn bezwaren tegen de huidige woonbuurt,maar ook weerstanden om in een heel andere buurt te gaan wonen.In hoofdstuk 4 wordt vastgesteld dat mensen met een migrantenachtergrondvaker verhuizen naar een andere buurt met een flink aandeel mensen uit de`eigen groep' (Surinamers, Turkse Nederlanders etcetera). Dat komt doordatdaar goedkope sociale huurwoningen staan, maar ook omdat het prettig is alser mensen uit de eigen groep wonen. Voor Marokkaanse en TurkseNederlanders lijkt daarnaast sprake van het mijden van buurten met een hoogaandeel autochtonen. Eerder onderzoek (Van der Zwaard, 2005; Kullberg et.Al., 2009) besprak de angst onder Turkse en Marokkaanse Nederlanders om teworden gediscrimineerd of weggekeken in zo'n witte wijk. Dat is sindsdienvermoedelijk erger geworden in plaats van minder, vanwege het gepolari-seerde islamdebat en de vereenzelviging in de beeldvorming van buitenstaan-ders met politieke islam en geweld (zie ook Huijnk et al., 2015).Hoofdstuk 5 bespreekt de invloed van herstructurering en van woningbouwin nieuwe stadswijken op inkomenssegregatie. Herstructurering heeft deinkomensdiversiteit in de wijken vergroot. Het heeft ook mogelijkhedengecre?erd voor oudbouwbewoners, zeker ook met een migrantenachter-grond, die wel een betere woning willen, maar niet weg willen uit de wijk.Zo zullen rolmodellen in de wijk ook toenemend bewoners met een migran-ten-achtergrond kunnen zijn. Gelijktijdige nieuwbouw in uitbreidingswij-ken heeft deze wijkvernieuwing niet doorkruist. Wel had ze de gebruikelijkeaanzuigende werking op beter gesitueerden uit armere wijken.Al met al levert het boek belangrijke bouwstenen in de segregatiediscussie.De auteur bepleit een combinatie van onderzoekstypen om de gevondenpatronen en processen beter te begrijpen, maar kiest zelf voor een aantalafzonderlijke bijdragen van het modelmatige type. Zo blijft voor de vertellerde uitdaging om inzichten uit afzonderlijke studies, ook de kwantitatieve,te verenigen in een dynamisch verhaal over migratie en integratie. nLiteratuurChetty, R., Hendren, N., Kline, P. & Saez, E. (2014). Where is the Land of Opportunity? Thegeography of intergenerational mobility in the United States. NBER Working Paper No.19843. Cambridge, MA: National Bureau of Economic Research.Clark, W.A.V. (1992). Residential Preferences and Residential Choices in A MultiethnicContext. In: Demography, jg. 29, nr. 3, p. 451-466.Huijnk, W., J Dagevos, M. Gijsberts en I. Andriessen (red., 2015). Werelden van verschil.Over de sociaal-culturele afstand en positie van migrantengroepen in Nederland. DenHaag, Sociaal en Cultureel Planbureau.Kullberg, J., M. Vervoort en J. Dagevos (2009) Goede buren kun je niet kopen.Over de woonconcentratie en woonpositie van niet-westerse allochtonen in Nederland.Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau.Putnam, R.D. (2015). Our Kids: The American Dream in Crisis. New York: Simon andSchuster.Uunk, W. en S. Dominguez Martinez (2002). Wijken in beweging. Migratie in en uitconcentratiewijken. Assen: Van Gorcum.Zwaard, J. van der (2005). De Nederlanders achterna. Twijfels van allochtone socialestijgers over verhuizen naar `een betere buurt'. In: Sociologie, jg. 1, nr. 4, p. 463-475.De Schilderswijk in Den Haag. Foto: Wilmar Dik
Reacties