BURGER-
BERADEN
#1/2022
Vakblad over de leefomgeving voor ruimtelijke professionals en woonexperts
BURGERBERADEN
#1/2022
Meer informatie over deze bedrijven
en het partnerschap staat op
ruimteenwonen.nl/partners
Heb je ook interesse om partner te worden, neem dan contact op met
Yvette Vierhout via telefoonnummer 073-2051028 of via e-mail y.vierhout@aeneas.nl
Ruimte en Wonen wordt mede mogelijk gemaakt door onze partners. Een partner van Ruimte en Wonen geniet van veel aantrekkelijke voordelen, waaronder een korting op het
lidmaatschap en een profielpagina op deze website. Omdat het partnerschap in onderling overleg wordt ingevuld, sluiten de voordelen precies aan bij de behoeftes van de partner.
1
Burger
initiatief
EN VERDER
04 Hoofdredactioneel
Het kan anders
36 Beeldessay
"Alleen zij die het absurde
willen benaderen zullen
het onmogelijke bereiken"
60 Column
Van buitenaf of van
binnen uit?
72 Recensie
Een land waarover is
nagedacht
ARTIKELEN
16 Het moet anders
Regionaal samenwerken
aan de toekomst
26 Community-up
Gelijkwaardig
samenwerken tussen
overheden en inwoners
40 Het burgerberaad
voorbij
Als wisdom of the crowd
een besluit vergaand
beïnvloedt
62 Ontmoetingen bij de
dorpspomp
De kracht van lokale
gemeenschappen voor
gebiedsontwikkeling
INTERVIEWS
06 Het burgerberaad
belicht
Interview met Harm van
Dijk en Eva Rovers
50 'Mensen stellen geen
domme vragen'
Interview met Maarten
van Poelgeest en Rik
Grashoff
Overheden
en burgers Stads
vernieuwing
COVER
Symbolisch burgerberaad 22 juni 2021
Foto Morris Bennis
THEMA
BURGERBERADEN
74 Stadsvernieuwing in
Midden-Europa
Het Bouskahuis in Praag
en de Ruïnebars in
Boedapest
Inhoud
2
Anita van de Looij
7Zebra's Annemiek Rijckenberg
Zelfstandig adviseur
stedelijke ontwikkeling Anu Manickam
Partner We-Sense
Bert Pots
Zelfstandig journalist Evert Jan van Hasselt
SevenSenses Frank Suurenbroek
Hogeschool van Amsterdam
Hans van Rossum
Oud RIGO medewerker Harry te Riele
Transitiefocus Jutta Hinterleitner
TU Delft
Aan dit nummer werkten mee:
Auteurs
3
RUIMTE + WONEN NETWERK
Karel van Berkel
Partner We-Sense Leo Pols
Planbureau voor de
Leefomgeving Lilian van Karnenbeek
Universiteit Utrecht
Marieke Willekens
Gemeente Meierijstad Sef Slootweg
Oud RIGO medewerker Paul Gerretsen,
Vereniging Deltametropool
Remko Zuidema,
Stichting BRIQS
4
Ook Hugo de Jonge is op
zoek naar beweging, hij
raast als een wervelwind
door het land. Wellicht
geïnspireerd door wat in de
pandemische tijden aan
maatschappelijke bewe -
ging mogelijke bleek. Hij is
nu de minister met een
nieuwe rol en een oude
naam: Volkshuisvesting en
Ruimtelijke Ordening ?
VRO, we moeten er vier
decennia jaar voor terug. In
zijn maiden speech met deze
verantwoordelijkheid
verbaast de minister zich
over de afwezigheid van
een sturingsmechanisme.
Frank Suurenbroek recen -
seert in dit nummer het
boek van Han Lörzing en
beveelt het de minister aan
als bijspijkerstof voor de
recente geschiedenis en
voor het historisch perspec -
tief. De minister begrijpt
zijn rol ook nadrukkelijk in
het verlengde van het op -
lossen van maatschappelij -
ke vraagstukken. Waar
"Wonen" als Rijksaangele -
genheid nog vrij recent
door minister Blok inclusief
een heel ministerie "effici-
Alles kan anders
In een tijdperk waar zich
in weken veranderingen
voltrekken die normaal
decennia vergen, wordt
het onvoorstelbare voor-
stelbaar. Dat is onheil-
spellend, maar het kan
ook betekenen dat inge-
wikkelde opgaven waar
jaren op werd gestu-
deerd, waar jaren aan
processen voor nodig
waren en waar inmiddels
niemand meer in geloof-
de plotseling in beweging
komen. Dat type verande-
ring hangt in de lucht.
Duidelijk is geworden dat
het ook een beweging
van een hele maatschap-
pij vraagt - als die in
beweging er komt, blijkt,
kan alles heel snel heel
anders worden.
Kunnen burgers een
directe stem krijgen in
de uitwerking van maat -
schappelijke opgaven."
5HOOFDREDACTIONEEL
e
nt" werd opgelost, komt
De Jonge nu terug met
Volkshuisvesting. Een term
die de vermeende woning -
nood een heel andere la -
ding geeft. Het maakt dui-
delijk dat het ook zo maar
weer helemaal anders kan. De ruimtelijke ordening
is ook opnieuw een onder -
werp waar Rijksregie van
groot belang wordt geacht.
Dat gaat niet alleen over
een minister die de inrich -
ting van het land "regis -
seert", maar veeleer ook
over de regie tussen de
departementen. De vele
ministeries, zoals LN V,
I&W en EZK, die hier een
aanzienlijk deel in hebben,
hebben inhoudelijk niet
veel te bieden, maar ze
hebben anders dan de re -
gieminister zelf, wel geld,
vaak veel geld. Veel geld en
weinig ideeën is zelden een
combinatie met een goede
afloop. Toch kan uit de
groeiende maatschappelij -
ke urgentie die bij veel van
de onderwerpen wordt
gevoeld en het door velen
onderkende gebrek aan
fysieke ruimte om alles
successievelijk en naast
elkaar te kunnen doen een
andere beweging ontstaan.
Er is de afgelopen jaren in
vele clubjes en verbanden,
in wijken, in gemeenten en
in regio's aan nieuwe idee -
e n en oplossingen gewerkt,
die kunnen in een juiste
maatschappelijke constel -
latie in beweging worden
gebracht en met vooral die
onderlinge Rijksregie plots
tot ontwikkeling komen. Met Rob van Hilten be -
dachten we een nummer
over de verandering van de
maatschappelijke betekenis
van de ruimtelijke ordening.
Vraagstukken waar we het
als planners van de lange
termijn over hadden, komen
aan de voordeur en worden
voor veel mensen ervaar -
baar. Zijn vraag was dan ook
kunnen we de beweging van
het Rijk richting meer cen -
trale regie in de ruimtelijke
ordening aanvullen met een
hele andere beweging. Kun -
nen burgers een directe stem
krijgen in de uitwerking van
deze maatschappelijk er va -
ren opgaven. Zijn zeer plot -
selinge en droevige overlij -den op 6 januari betekende
dat we er zonder hem invul-
ling aan hebben moeten
geven. Zijn ingeving was,
zo blijkt, scherp, we moeten
een andere vorm vinden
voor de rol van de burger.
Het moet een andere organi-
satie zijn dan die we kennen
van de traditionele partici-
patietrajecten en van de
belangenvertegenwoordi -
ging. Het kent een eigen -
standige plek in het demo -
cratisch bestel, maar de
juiste vorm moeten we nog
vinden. In dit nummer een
aantal inzichten daarover.
De actualiteit toont dat als
we willen dat het anders
gaat, dat we het dan anders
moeten doen en dat het dan
ook anders kan.
Paul Gerretsen
Vereniging Deltametropool
Remko Zuidema
Stichting BRIQS
6
Burgerberaad in
Amersfoort, 2016.
FOTO: STICHTING G1000.NU
7
Jutta Hinterleitner en Lilian van Karnenbeek
Urgente ruimtelijke transitieopgaven
vragen om een breed draagvlak en inbreng
van alle lagen en gelederen uit de
samenleving. De roep dat het
democratisch bestel onvoldoende voorziet
in directe invloed van burgers klinkt
alsmaar luider. Het burgerberaad, dat
burgers directer zeggenschap geeft, wint
terrein. Samen met Eva Rovers en Harm
van Dijk, deskundigen op het gebied van
burgerberaden, bespreken wij wat deze
manier van besluitvorming kan betekenen
voor ruimtelijke transitieopgaven.
De burger als volwaardige partner in de
ruimtelijke transitieopgaven. INTERVIEW
Het burger-
beraad
belicht
8
Hoe zijn jullie met het 'burger
-
beraad' in aanraking gekomen?
Eva Rovers : "Ik ben van origine cultuurhis -
toricus. Tegelijkertijd ben ik ook een burger
die zich zorgen maakt over de toekomst,
over het klimaat in het bijzonder. Ik ben tot
de conclusie gekomen dat we anders moe -
ten gaan beslissen over de toekomst. De
manieren die we nu hanteren zijn ontoerei -
kend. In de representatieve democratie
moeten politici om de vier jaar herkozen
zien te worden, waardoor zij geneigd zijn
beslissingen te maken die gunstig zijn voor
de korte termijn. Burgers worden veel te
laat betrokken bij planvorming, en inspraa -
kavonden zijn tot afvinkoefeningen ver -
worden. Een paar jaar geleden was ik in
Duitstalig België waar toen net een perma -
nent burgerberaad was aangekondigd, dat
was een eyeopener . Politiek die burgers écht
betrekt bij grote maatschappelijke proble -
men en ze niet alleen laat meepraten, maar
ook meebeslissen. In Frankrijk vond in
2019/20 het eerste grote landelijke burger -
beraad over klimaat plaats. Dat was voor
mij de aanleiding om Stichting Bureau Bur -
gerberaad op te richten om ook in Neder -
land een landelijk burgerberaad rond kli-
maat van de grond te krijgen." Harm van Dijk : "Ik heb vanaf 2005 als
buurtbemiddelaar gewerkt en wist uit erva -ring dat zodra mensen zich gehoord voelen,
ze over hun eigen belang heen kunnen stap -
pen en kunnen kiezen voor een gezamenlij -
ke oplossing. Ik ben gefascineerd door om -
gevingen die niet autoritair zijn en zoek
naar manieren om gelijkwaardigheid te re -
aliseren. In 2011 kwam ik voor het eerst in
aanraking met de G1000 in België, waar
David Van Reybrouck als initiator bij be -
trokken was. In 2014 heb ik besloten ermee
aan de slag te gaan en de eerste Nederland -
se G1000 in Amersfoort te organiseren. Hier werd de G1000-aan -
pak, de loting van een
grote groep mensen, ge -
combineerd met de cocre -
atie-aanpak die ik in de
jaren daarvoor had ont -
wikkeld. Deelnemers wa -
ren enorm enthousiast.
Uitspraken zoals 'dit is
echte democratie' en 'nu
voel ik me voor het eerst
echt Amersfoorter' blij -
ven in mijn herinnering. Ik heb een stich -
ting opgericht om initiatiefnemers te hel-
pen een G1000 te organiseren, en het
instrument verder te ontwikkelen."
Hoe werkt een burgerberaad?
En hoe krijg je een goede af -
spiegeling van de maatschappij?
Harm van Dijk : "Voor de G1000 geldt dat als
burgers via de overheid worden uitgeno -
digd, er adressen uit de Basisregistratie Per -
sonen worden geloot. De mensen die op de
uitnodiging reageren voelen zich aange -
sproken, zijn bereid en in staat om uit hun
stoel te komen. Dat is lang niet iedereen (de
respons ligt tussen 2% en 5%). Het is geen
representatieve groep, maar ze hebben wel
een diversiteit aan standpunten. Represen -
tativiteit kun je ook opvatten als 'represen -
INTERVIEW
"De belofte moet gedaan
worden door diegene die
hem kan inlossen"
9
Het doel van een burgerberaad is om bottom-up tot gedeelde waarden te ko\
men en deze
door te vertalen naar concrete plannen voor een gebied. BRON: STICHTING G1000.NU
tatief voor de verschillende stemmen die in
de samenleving aanwezig zijn'. We zien wel
een ondervertegenwoordiging van sommi -
ge demografische groepen, zoals jonge ge -
zinnen en niet-stemmers." Eva Rovers : "In de internationale context
wordt eerst een grote groep geloot. In
Frankrijk werden in 2019 225.000 burgers
geloot en voor het klimaatberaad uitgeno -
digd. Al die mensen zijn gebeld. Dat is no -
dig omdat veel mensen de post van de
overheid niet openen, of zichzelf diskwali-
ficeren omdat ze denken 'dat kan ik niet'.
Aan de telefoon kun je mensen persoonlijk spreken en overtuigen. Het gaat immers
niet om intellectuele kennis of opleiding,
maar om persoonlijke levenservaring. Die
telefoontjes vergroten de respons. Uit de
groep mensen die mee willen doen, wordt
opnieuw geloot, maar dan met stratificatie
(bijvoorbeeld naar geslacht, culturele ach -
tergrond, postcodegebied, leeftijd, hou -
ding t.o.v. een onderwerp). Zo ontstaat een
goede afspiegeling van de samenleving en
krijg je veel meer mensen aan tafel die an -
ders niet aan participatie doen, laat staan
de weg naar de politiek weten te vinden. Je
wil dat zoveel mogelijk verschillende per -
10
spectieven op een onderwerp gegeven
kunnen worden, omdat daar oplossingen
en ideeën uitkomen die uit een homogene -
re groep niet naar voren komen. Politici en
ambtenaren zijn ? gechargeerd gezegd ?
allemaal hetzelfde soort mensen. Burger -
beraden zijn veel pluriformer, je krijgt out-
of-the-box ideeën, die beter aansluiten bij
de behoeften in de samenleving en vaak
ook veel ambitieuzer zijn dan wat de poli-
tiek voorstelt." Harm van Dijk : "Het is belangrijk be -
wust te zijn vanuit welke positie je een
burgerberaad organiseert. Als je dat van -
uit de overheid doet kun je mensen per -
soonlijk benaderen, dan heb je toegang
tot adressen en gegevens. Een burgerbe -
raad dat door een burgerinitiatief wordt
opgezet, kan dat niet. Daar moet je zelf
mensen in beweging brengen. Dat kan
door mensen op verschillende manieren
uit te nodigen, maar ook door mensen te
ontzorgen door bijvoorbeeld kinderop -
vang te regelen, of een onkosten- of dag -
vergoeding aan te bieden. Dat laatste
helpt om deelnemers met een smallere
beurs over de streep te trekken." "Nog over het begrip representativiteit,
dat krijgt bij burgerberaden een andere in -
vulling. De opvatting over representativi- teit binnen het bestaande systeem is geba
-
seerd op macht en machtsverdeling, het is
een strijdmodel. Het aantal stemmen in de
Tweede Kamer maakt dat je wint. In de
dialoogarena werkt het heel anders, daar
betekent representativiteit een zo groot
mogelijke diversiteit van stemmen. De dia -
loogarena is holistisch, het gaat niet over
winnen of verliezen, maar over zoeken
waar je het over eens bent."
Wat gebeurt er met de resulta -
ten van de burgerberaden?
En hoe zorg je ervoor dat de
politiek op een goede manier
wordt aangehaakt?
Harm van Dijk : "Het
gaat om het creëren
van eigenaarschap.
Bij burgers is dat
makkelijk, bij de
'systeemwereld' (be -
stuurders en ambte -
naren) is dat moeilij -
ker. Het burgerberaad
in Enschede in 2017
was de eerste keer dat
wij op uitnodiging
van een overheid een
G1000 organiseerden. We sluiten sindsdien
met gemeenten een partnerovereenkomst,
waarin de gemeente onze onaf hankelijk -
heid garandeert, onze waarden respecteert
en belooft onze uitkomsten serieus nemen.
De gemeente moet duidelijk communiceren
over wat ze wel of niet met de uitkomsten
doet. Wij vragen publieke verantwoording.
Ook hebben we een 'ambtelijk schrijver', ie -
mand die de ideeën van de burgers vertaalt
naar ambtelijke taal, en die de beleidspro -
cessen kent waar de ideeën aan gekoppeld
moeten worden. Het slotstuk is de burger -
raad, een kopie van de gemeenteraad. Aan
"Het is belangrijk bewust
te zijn vanuit welke positie
je een burgerberaad
organiseert"
11
INTERVIEW
het eind van proces liggen er uitgewerkte
voorstellen. Alle deelnemers krijgen een
stemkasje en stemmen over de voorstellen,
terwijl de politici op de publieke tribune zit -
ten. Het resultaat: een burgerakkoord." Eva Rovers : "Het eerste landelijke bur -
gerberaad in Ierland in 2013 bestond voor
een derde uit politici, dat was nodig om de
twijfel weg te nemen of burgers dit wel al-
leen konden. Dat konden ze prima: alle
burgerberaden daarna bestonden alleen
uit burgers. Ook in andere landen blijkt dat
burgers met constructieve, slimme en wel-
doordachte ideeën komen. Maar hoe je er -
voor zorgt dat aanbevelingen ook politiek opgevolgd worden, dat is een ander ver
-
haal. Je moet ruim voordat het burgerbe -
raad begint daar goed over nadenken. Je
moet politici van verschillende partijen bij
de voorbereiding betrekken, zorgen dat
degenen die uiteindelijk de aanbevelingen
zullen uitvoeren ook degenen zijn die het
mandaat hebben gegeven. Bovendien moet
je afspraken maken over wanneer de poli-
tiek op de uitkomst reageert. In Amster -
dam werd afgesproken dat de aanbevelin -
gen in principe worden overgenomen, mits
ze voldoen aan bepaalde criteria (onder
meer financiële en juridische randvoor -
waarden). Wat ook enorm helpt, is een mo -
Via loting wordt gestuurd op vertegenwoordiging van alle lagen
van de samenleving. BRON: STICHTING G1000.NU
12
nitorgroep die vanuit het burgerberaad
wordt ingesteld om in de gaten te houden
wat er met de uitkomsten wordt gedaan.
Het liefst ondersteund door media."
Hoe kunnen burgerberaden
helpen ruimtelijke vraagstukken
op te lossen?
Eva Rovers : "Veel van de burgerberaden die
de afgelopen tijd in de landen om ons heen
hebben plaatsgevonden, gaan over de ver -
duurzaming van landbouw, het vergroenen van steden en het voorkomen van hitte-ei-
landen. Een belangrijke les die we al kun -
nen trekken is dat je niet te veel onderwer -
pen in een burgerberaad moet stoppen. Dan
krijg je een enorm pakket aan maatregelen,
waaruit de politiek een handjevol selecteert
die toch al passen bij de politieke opvatting.
Als je het over de ingrijpende thema's hebt,
de woningbouw of de leefomgeving, dan
kun je beter concrete en afgebakende on -
derwerpen kiezen en meerdere burgerbera -
den organiseren."
13
Harm van Dijk: "Burgerberaden lenen zich
goed voor ruimtelijke vraagstukken. Bur -
gers denken niet in sectoren of hokjes,
maar benaderen de vraagstukken vanuit
de leefwereld. Zij kijken daardoor altijd in -
tegraal en maken op basis daarvan afwe -
gingen. Bovendien wordt er gezamenlijk
eigenaarschap gevormd rondom de uit -
komsten. De burger gaat zich daardoor
medeverantwoordelijk voelen voor de keu -
zes die gemaakt zijn en voelt zich meer ei-
genaar van zijn of haar leefomgeving. De gebiedsgerichte aanpak waar nu veel over
wordt gesproken, is voor de burger een
vanzelfsprekend perspectief."
In hoeverre bepaalt de schaal
van het ruimtelijk vraagstuk de
schaal van het burgerberaad?
Eva Rovers : "De politieke belofte die vooraf
wordt gedaan, moet gedaan worden door
diegene die hem kan inlossen. President
Macron kan niet beloven alle uitkomsten
uit een nationaal burgerberaad over te ne -
men, als je ? zoals in zijn geval ? de senaat
niet hebt meegenomen. Een lokaal vraag -
stuk heeft een lokale politieke belofte no -
dig. Maar veel vraagstukken interfereren
op nationale, regionale en lokale schaal.
Als het gaat over Schiphol of stikstof, daar
kun je op lokaal niveau iets mee doen,
maar je zit met landelijke wetgeving. Dat
maakt het ongelofelijk lastig voor een
lokaal burgerberaad om daar iets aan te
veranderen. Voor dit soort thema's moet je
burgerberaden over schijven verdelen. Be -
gin met een landelijk burgerberaad en
trechter het gaandeweg regionaal en
lokaal, of laat ze parallel plaatsvinden.
Eigenlijk wil je een dialoog tussen die ver -
schillende burgerberaden."
De G1000 in Heerenveen:
samen werken aan een visie op
de binnenstad
Harm van Dijk : "In Heerenveen nodigde de
gemeenteraad ons in 2019 uit. De gemeen -
teraad was het erover eens dat burgers be -
trokken moesten worden bij de ontwikke -
lingen van het gemeentelijke centrum.
Nadat de partnerovereenkomst was onder -
tekend, stelde de gemeente een project -
team samen, dat meeging in de G1000-re -
gie en -vorm. Rond de 400 deelnemers
spraken een dag lang over het centrum van
Voorstel voor
het centrum van
Heerenveen door
de 'werkplaats
ontmoeten', onderdeel
van het burgerberaad
in 2019.
BRON: STICHTING G1000.NU
INTERVIEW
14
"Begin ermee en
leer om het de
volgende keer nog
beter te doen"
Heerenveen. De deelnemers bepaalden
zelf de thema's en de vragen die ze beant -
woord wilden zien. Aan het eind van de
dag werd er over de opgestelde agenda en
mogelijke oplossingsrichtingen gestemd,
waaruit bleek welke elementen de deelne -
mers belangrijk vonden." "Een kleine 200 mensen ging door in
werkgroepen om de gekozen ideeën gedu -
rende drie maanden verder uit te werken.
Al deze deelnemers adopteerden een on -
derwerp en gingen aan het werk in kleine
groepjes. Op momenten waarop de werk -
groepen er behoefte aan hadden, werd
deskundigheid ingevlogen: inspiratoren,
experts, architecten, ervaringsdeskundi -
gen. Ook werden er gesprekken georgani -
seerd met de ontwerpende beleidsmakers
van de gemeente, die als 'medeburgers'
meewerkten aan de uitwerking van de
ideeën. Het effect van het burgerberaad:
mensen kwamen binnen met hun eigen be -
lang, maar door samen te werken in een
machtsvrije dialoog ontdekten ze dat ze
veel meer gemeenschappelijk hadden dan
gedacht. Het resulteerde in gedeelde doe -
len en samenwerking aan oplossingen." "De resultaten van het burgerberaad
werden opgetekend in een burgerak -koord, dat door beleidsambtenaren uitge
-
werkt werd tot een strategische visie met
een aantal scenario's. Over die scenario's
heeft de gemeenteraad een besluit geno -
men. Het unieke was dat binnen een jaar
tijd de strategische visie met steun van
nagenoeg de voltallige gemeenteraad ge -
accepteerd is, inclusief uitvoeringsbegro -
ting. Ook bijzonder: de betrokken ambte -
naren waren de meest actieve
pleitbezorgers van de resultaten van de
G1000. Momenteel is er een klankbord -
groep van 45 deelnemers bezig de ge -
meente te helpen het project te realiseren.
Zij geven medeburgers uitleg, lobbyen te -
gen bezuinigingen van de gemeente en
praten met plaatselijke ondernemers."
Mini-burgerberaad Amsterdam,
november 2021
Eva Rovers: " Amsterdam heeft zichzelf tot
doel gesteld om in 2030 minimaal 55 pro -
cent minder CO2 uit te stoten, maar ligt
slecht op koers. Er zijn extra maatregelen
nodig. Daarom besloot wethouder duur -
zaamheid Marieke van Doorninck de Am -
sterdammers om hulp te vragen. Tweedui-
zend willekeurig gelote inwoners
ontvingen in september 2021 een uitnodi-
ging om deel te nemen aan een burgerbe -
raad over de vraag met welke maatregelen
de gemeente toch haar klimaatdoelen zou
kunnen bereiken. De respons was opval-
lend groot; uit deze groep mensen werd
vervolgens via een gewogen loting (op on -
der meer leeftijd, geslacht en postcodege -
bied) een groep van 100 Amsterdammers
samengesteld. Aan hen werd vooraf ge -
vraagd welke informatie zij nodig zouden
hebben om tot goede aanbevelingen te ko -
men. Dit had invloed op de samenstelling
van het informatiepakket en het deskundi-
genprogramma."
15
"In de eerste twee weken van november
werkte de groep ondanks de zeer beperk -
te tijd, 26 bruikbare voorstellen uit, die ze
op 15 november aan de wethouder aanbo -
den. Voorbeelden zijn een roterend fonds
voor de isolatie van huurwoningen, ver -
snellen van onderzoek naar gebruik van
aardwarmte, de aanleg van een tweede
Amsterdamse bos (met het soort bomen
dat de meeste CO2 opneemt), vergroe -
ning van daken, gevels en pleinen, en het
aanstellen van een klimaatburgemeester.
Ook adviseerden de deelnemers met klem
om vaker burgerberaden te organiseren
over vraagstukken rond klimaat en
de energietransitie. De aanbevelingen
zijn besproken in de raadscommissie
duurzaamheid en worden verwerkt in de
klimaatrapportage van de gemeente."
"In hun eindrapport schreven de deelne -
mers dat ze het ondanks de tijdsdruk zeer
waardeerden dat de gemeente het aand -
urfde om te experimenteren met een bur -
gerberaad. 'Just do it', was dan ook een
boodschap naar andere gemeenten en het
Rijk: begin ermee en leer om het de volgen -
de keer nog beter te doen."
Hoe zorg je ervoor dat de
gelote deelnemers over
voldoende kennis en expertise
beschikken om tot een wel -
overwogen advies te komen?
Harm van Dijk : "In onze werkwijze gaan de
burgers blanco, dus alleen met hun eigen
'bagage', aan tafel. Mensen hebben zo veel
expertise. In het burgerberaad worden
ideeën ontwikkeld en met elkaar in sa -
menhang gebracht. Als het nodig is, ko -
men op verzoek van de deelnemers ont -
werpers aan tafel. Wij zorgen ervoor dat
kennis op afroep beschikbaar is, als deel-
nemers erom vragen. Ons vertrekpunt is een waardevrij gesprek, waardoor '
com-
mon ground ' ontstaat. Pas daarna komt de
kennis en hulp vanuit experts in beeld." Eva Rovers : "Je wilt dat iedereen mee -
praat, praktisch geschoolden evenzeer als
theoretisch geschoolden. Het gaat zoals
Harm ook zegt niet alleen om intellectuele
kennis, maar vooral ook om levenserva -
ring en perspectieven. Niettemin vinden
deelnemers het fijn om ongeveer op het -
zelfde kennisniveau te zitten als de andere
deelnemers, anders voelen ze zich al snel
dom of hebben ze het gevoel niet mee te
kunnen praten. Dus vaak wordt er afwisse -
lend gewerkt met deliberatie en informa -
tie: eerst deelnemers laten onderzoeken
wat ze belangrijk vinden, welke waarden
ze delen en vervolgens welke informatie ze
denken nodig te hebben. In Amsterdam
werd dat al vooraf gevraagd, waardoor je
daar in de samenstelling van het program -
ma rekening mee kan houden. Dat pro -
gramma moet flexibel zijn: gaandeweg zal
blijken welke experts of belangengroepen
de deelnemers meer willen horen. Daar
moet ruimte voor zijn. Het is in ieder geval
niet de bedoeling dat mensen eerst een
paar dagen volgegoten worden met infor -
matie en dan pas gaan delibereren. Het is
een constante afwisseling, delibereren, le -
ren, delibereren, leren?"
INTERVIEW
16
Regionaal samenwerken aan de toekomst
Tekst Karel van Berkel en Anu Manickam
Het moet
anders
Herstel van verbondenheid is de kern van dit artikel.
Daarbij gaat het niet alleen om herstel van
vertrouwen tussen overheid en burgers maar ook
om het zoeken naar mogelijkheden om inwoners
meer greep op hun eigen werkelijkheid en toekomst
te bieden in een wereld die steeds complexer wordt.
Succes kan mogelijk worden gevonden in het
herstel en het versterken van regionale samenhang.
17
18
BURGERINITIATIEF
Nieuw houvast
Er is onrust in de hoofden van veel mensen.
Onrust over een onzekere toekomst in een
complexe en verzakelijkte wereld waarin
ieder zelf zijn weg moet zoeken en waar
geen garantie bestaat dat onze kinderen het
beter zullen hebben dan wijzelf. Deels heeft
dat te maken met een sterk afnemend ver -
trouwen van burgers in het beleid van de
overheid. Maar het vraagstuk is breder dan
de kloof tussen overheid en burger. Mensen
vertrouwen elkaar ook minder, het is ano -
niemer geworden en er zijn polariserende
meningenbubbels ontstaan. Daarom moet niet alleen de manier waar -
op overheden gewend zijn hun rol te vervul-
len op de schop. Ook burgers moeten aan de
bak. Zij roeren zich wel steeds vaker, maar
reuring alleen is niet genoeg om dingen
voor elkaar te krijgen. Burgers moeten zich -
zelf organiseren om hun belangen duidelijk
te maken en moeten gaan samenwerken
met andere partijen én met de overheid. Bo -
vendien moet het besef terugkeren dat het
leven, wonen en werken van mensen zich
nog steeds in wijken, buurten, dorpen, ste -
den en regio's afspeelt en we daar onze toe -
komst moeten vormgeven.
De rol van de overheid
Overheden zijn er niet voldoende op inge -
richt en toegerust om bovengenoemde uit -
dagingen in een leidende rol te realiseren.
De invloed van de overheid op ons leven is
teruggedrongen onder invloed van het ne -
oliberale denken van de laatste decennia.
Gebleven is een hiërarchisch- ambtelijke
organisatie waar met behulp van regelge -
ving, standaardprocedures en protocollen
een aantal publieke diensten zoals veilig -
heid, infrastructuur, onderwijs, cultuur en
sociale voorzieningen worden gegaran -
deerd. Een persoonlijke benadering vanuit het besef dat elke situatie van elke burger
anders is verdween daarmee uit het zicht.
Dat werd nog versterkt door schaalvergro -
ting bij gemeenten en de digitalisering van
de dienstverlening waardoor contact met
de ambtenaar in levende lijve niet meer
nodig is. De laatste jaren komt daar weer
enigszins verandering in. Er wordt steeds
meer intern samengewerkt over afdelin -
gen en diensten heen. Er ontstaan vaker
publiek-private samenwerkingsconstruc -
ties. Er worden meer en meer initiatieven
genomen om opnieuw in contact te komen
met de burger. Inspraakavonden, referen -
da, burgerinitiatieven, directe tweerich -
tingscommunicatie via Apps' tussen over -
heid en burgers, adviesraden, burgerfora
en burgerberaden worden toegejuicht.
Belang van bottom-up
Oplossingen voor complexe vraagstukken
en transities worden regelmatig top-down
geïnitieerd maar kunnen niet zonder
Burgers voelen zich vaker ontheemd nu
de verzorgingsstaat, de planbare carrière
en de sociale en culturele samenhang
verder uit het zicht zijn geraakt.
Het verleden is geen garantie meer voor
onze toekomst. Veel is onzeker gewor-
den: betaalbare woningen, werkzeker-
heid, energiekosten, klimaatontwikkeling.
Overheden gaan bureaucratisch en
protocollair om met burgers en zijn door
schaalvergroting steeds vaker alleen
digitaal te bereiken.
De samenhang in dorpen, wijken en
buurten is verdwenen onder invloed van
globalisering van industrie en consump-
tie, migratie en urbanisatie en de
opkomst van sociale media.
19
Verschillende spelers met verschillende
belangen - overheden beleggers, bouwers
grondeigenaren en woningzoekenden -spelen
allemaal een rol in de krapte op de markt
BRON KAREL VAN BERKEL EN ANU MANICKAM
20
BURGERINITIATIEF
steun van onderop. Windmolenparken
willen we niet in onze achtertuin. Oeka -
zes om het coronavirus te bestrijden slaan
we massaal in de wind als er met ons geen
rekening wordt gehouden. De regering in
Den Haag, de Europese Commissie en het
Europees Parlement zijn wel belangrijke
spelers als het gaat om een nieuwe koers uit te zetten via programma's en geld,
maar zij kunnen geen transities voor el-
kaar krijgen als de samenleving niet van
de noodzaak is overtuigd. Vernieuwing
ontstaat ook niet in innovatiecentra al ma -
ken die wel nieuwe richtingen mogelijk.
De echte vernieuwing vindt plaats in de
samenleving zelf, in wijken en buurten,
Illustratie
In de regio Groningen wordt al een aantal jaren
geëxperimenteerd met het in coöperatief verband
samenwerken om nieuwe oplossingen te vinden
voor bestaande problemen en voor komende
transities. Groningen kent een aantal specifieke
problemen, een fragiel bedrijfsleven met weinig
koplopers wat betreft innovatie en valorisatie, veel
kleine mkb'ers, de aardbevingsproblematiek en in
deelregio's veel mensen zonder werk. Het
samenwerken gebeurt op drie niveaus.
Het eerste niveau is de innovatiewerkplaats
(IWP). IWP's zijn fysieke plekken voor
innovatieve samenwerking tussen kennisin-
stellingen, inwoners van Groningen, mkb'ers
en andere organisaties. Er bestaan al erg veel
IWP's, verspreid over de regio. Er wordt
gewerkt aan antwoorden op concrete vragen.
Inmiddels nemen al duizenden studenten en
hun begeleiders deel aan dergelijke samen-
werkingsverbanden die voor hen leer- en
werkplekken zijn.
Het tweede niveau is de gebiedscoöperatie. Een
bekend voorbeeld is de Gebiedscoöperatie
Westerkwartier. De gebiedscoöperatie gaat over
economische, sociale, culturele en ecologische
versterking van een gebied. Het lidmaatschap is
open en de leden zijn de baas. Samenwerking
betekent uitwisseling van informatie, expertise,
kennis en geld. Zo is bijvoorbeeld een samen-
werking ontstaan tussen boeren, natuurbeheer-
ders, bedrijven die met (duurzame) voedselpro-
cessing te maken hebben, kennisinstellingen, publieke organisaties, mkb, supermarkten en
grote instellingen waar veel voedsel wordt
geconsumeerd.
Het derde niveau is de regiocoöperatie. Deze is
ontstaan uit het besef dat meer coördinatie in
alle activiteiten nodig is. Ook bleek het moeilijk
om voldoende facilitaire ondersteuning bij nieu-
we projecten te krijgen. Vervolgens werd
duidelijk dat niet elke uitdaging zich leent om
lokaal via een innovatiewerkplaats of in een
gebied via een gebiedscoöperatie succesvol
kan worden aangepakt. De ontwikkeling van
een regionale voedselketen bleek bijvoorbeeld
voor beide niveaus te groot en moet op
regionale schaal worden gerealiseerd. Daarom
is in 2021 een Regionaal Innovatie Framework
Noord opgericht. Dit netwerk bestaat uit één
regiocoöperatie, verschillende gebiedscoöpera-
ties en lokale innovatiewerkplaatsen Het is een
netwerk dat ondersteund wordt door de
provincie en waarin Groningse gemeenten, alle
onderwijsinstellingen, ondernemers, inwoners,
studenten en maatschappelijke instellingen
hun kennis en kracht bundelen om samen te
werken aan verschillende maatschappelijke
vraagstukken. De bedoeling hiervan is om
agenda's op elkaar af te stemmen, het werk dat
gedaan wordt te coördineren en te zorgen voor
facilitaire en financiële ondersteuning. Op deze
manier wordt beoogd de brede welvaart en
welzijn in Groningen te verhogen en de
onderlinge verbondenheid te vergroten.
21BURGERINITIATIEF
dorpen en steden, gebieden en regio's.
Daar waar mensen leven, wonen en wer -
ken worden de problemen gevoeld. Daar
tref je voor- en tegenstanders aan om fun -
damenteel te veranderen. Daar wordt uit -
eindelijk beslist wat er terecht komt van
de gewenste overheidsdoelen en van de
mogelijkheden die innovatieve bedrijven
bieden. De beweging van onderop is dus
van minstens zo groot belang als die van -
uit de politiek-strategische top.
Meer spelers doen mee
De overheid en de burgers zijn niet de eni-
ge stakeholders als het gaat om de onzeke -
re toekomst van ons allen
vorm te geven. Burgerparti-
cipatie is belangrijk, maar
om de problemen echt aan te
pakken zijn systeemtransi-
ties nodig waar ook bedrij -
ven, maatschappelijke instel-
lingen en kennisinstellingen
mee gaan doen. Daar zitten
ook burgers; al heten ze
werknemer, medewerker, onderzoeker of
docent en geven ze de toekomst richting
vanuit specifieke branches, disciplines en
sectoren. Een voorbeeld waarbij veel par -
tijen een rol spelen en burgers en overhe -
den het niet alleen voor het zeggen hebben
is te vinden op de woningmarkt. Daar
wordt op dit moment meestal naadloos
langs elkaar heen gewerkt waardoor de
problemen alsmaar groter worden.
Regio als ankerpunt
Onrust over een onzekere toekomst en over
de grote transities kan alleen worden ver -
kleind als ons denken over de inrichting
van de maatschappij verandert. We moeten
het neoliberale idee van ' ieder voor zich' los-
laten en op zoek gaan naar lokale samen -werking met anderen om de problemen en
noodzakelijke transities in de eigen regio
aan te pakken. Zo kan nieuwe samenhang
groeien. Nieuwe lokale verbindingen. Die
samenwerking komt gelukkig steeds vaker
daadwerkelijk tot stand. Er ontstaan ener -
gie-collectieven waar de bevolking en ener -
giebedrijven bij betrokken zijn. Supermark -
ten in kleine dorpen worden door bewoners
zelf in stand gehouden. Bedrijven organise -
ren zich in economisch samenwerkende re -
gionale clusters. Bedrijven gaan ook allian -
ties aan met kennisinstellingen om hun
innovatiemogelijkheden te vergrootten.
Woningcoöperaties en bouwondernemin -
gen werken samen met ouderen die onder -
ling hun wonen en zorg willen regelen. De regio als ankerpunt om problemen aan
te pakken en transities op gang te brengen is
nog vanuit een ander oogpunt belangrijk.
Regio's verschillen van elkaar. Er zijn heel
succesvolle regio's met een grote aantrek -
kingskracht voor bijvoorbeeld jongeren die
carrière willen maken. Die regio's, zoals een
groot deel van het westen van ons land, kam -
pen met specifieke problemen als files, toe -
rismedruk, luchtkwaliteit en tekort aan wo -
ningen en ruimte. Daarnaast bestaan
achterblijvende regio's waar de economie
minder bloeit, waar de infrastructuur steeds
verder af brokkelt; vervoer, scholen, win -
kels, culturele instellingen, enzovoort. Deze
regio's bevinden zich vooral aan de randen
"Transities slagen alleen
als burgers meedoen"
22
van Nederland. Burgers hebben te maken
met die verschillende omstandigheden. Na -
tionale maatregelen zijn niet altijd een goede
oplossing voor regionale problemen. Denk
aan gaswinning en aardbevingen of aan het
belang van de nationale luchthaven en ge -
luidsoverlast en het terugdringen van de
CO2 uitstoot. Samenwerken van onderop is
van belang om de verschillende regionale
problematiek aan te pakken. Bij de meeste van deze samenwerkingsvor
-
men zijn de overheden betrokken als facili-
tator of regisseur. Bij het samenwerken
gaat het erom dat alle partijen betrokken
zijn die samen echt iets kunnen betekenen
voor de regio. Eigen belangen en gedeelde
belangen moeten beiden een rol spelen.
Zonder eigen belang zal de betrokkenheid
verkleinen. Gedeeld belang is de motor
voor de samenwerking.
23
Burgerbeweging
Eerder zijn al enkele voorbeelden genoemd
van burgers die zich organiseren en gaan
samenwerken om aandacht te vragen voor
zaken die hen na aan het hart liggen. Het
organiseren van demonstraties is een ma -
nier die veel gebruikt wordt om sociale
kwesties aan te kaarten. Denk aan de boe -
ren op het binnenhof en de protestacties
tegen de coronamaatregelen. Veel demon -straties worden geïnitieerd vanuit sociale
bewegingen. Klimaat- en milieuactivisten,
bewegingen voor gendergelijkheid en te -
gen seksueel ongewenst gedrag, activisten
tegen kernenergie, antiglobalisten, antira -
cisme, antivaccers. Dergelijke bewegingen
zijn diffuse netwerken van groepen men -
sen en organisaties die sympathie hebben
voor een bepaald ideaal en doel. Soms
groeien ze uit tot massabewegingen waar
mensen zich bij aansluiten die ontevreden
zijn over heel verschillende zaken, zoals de
economische omstandigheden of onvrede
over overheidsbeleid. Vergelijk bijvoor -
beeld de gele hesjesbeweging die in Frank -
rijk ontstond en zich wereldwijd verspreid -
de. Uiteindelijk worden sommige sociale
bewegingen maatschappelijke organisa -
ties, zoals in het verleden de vakbeweging.
Hun succes wordt dan een deel van de sa -
menleving waardoor haar instituties, or -
ganisaties, procedures en regelingen ver -
anderen. Naast deze al dan niet
geïnstitutionaliseerde sociale bewegingen
bestaan er ook groeperingen en netwerken
die de invloed van burgers in het over -
heidsbeleid rond maatschappelijke vraag -
stukken rechtstreeks willen beïnvloeden.
Dat zijn bijvoorbeeld de burgerberaden en
burgerfora. Een burgerberaad of burgerfo -
rum brengt een uitgekiende mix van bur -
gers bij elkaar om tot oplossingen te komen
voor lastige maatschappelijke vraagstuk -
"De overheid en de
burger zijn vrijwel
altijd noodzakelijk
aanwezig"
BURGERINITIATIEF
24
Oude fabriek
in Groningen
25
ken. Het kan gaan over allerhande thema's
zoals klimaat, natuur, landbouw, land -
schap, milieu, cultuur en historie, herzie -
ning van het kiesstelsel, energie, dorpsbe -
langen, recreatie en toerisme. Soms nemen
ze de vorm aan van een gebiedsraad, die
gevraagd en ongevraagd adviezen geeft
aan de overheid over de inrichting van een
specifiek gebied. Elders in dit themanum -
mer wordt uitgebreid ingegaan op de
kracht van burgerberaden.
Een integrale aanpak
Alle ingrediënten voor een nood -
zakelijke nieuwe benadering van
problemen en transities waar de
burger mee te maken heeft zijn
hierboven benoemd. Het is on -
voldoende gebleken om alleen
aandacht te geven aan oplossin -
gen die de kloof tussen overhe -
den en burgers kunnen verklei -
nen omdat de huidige en
toekomstige onzekerheden een
bredere aanpak vereisen waarbij
meer partijen zijn betrokken. Het gaat om
het organiseren van zeggenschap en
kracht van onderop en dat betekent ook
dat een regionale aanpak voor de hand
ligt. Het gaat om een systeemtransitie: de
overheden en de burgers komen in nieuwe
rollen terecht; zij gaan samenwerken met
bedrijven, kennis- en onderzoekscentra en
maatschappelijke instituties aan oplossin -
gen voor complexe problemen waarbij bre -
de welvaart wordt beoogd. De regio ont -
wikkelt zo haar eigen slagkracht en
veerkracht.
Slot
Herstel van regionale samenhang als mo -
gelijkheid om burgers actief te betrekken
bij alles wat om hen heen gebeurt is een manier om mensen weer meer greep op
hun eigen situatie en toekomst te bieden.
De regio als vertrekpunt is niet een wille -
keurige keuze. Daar waar mensen leven,
wonen en werken wordt het duidelijkst ge -
voeld wat er mis is in de samenleving en
hoe onzeker de toekomst is. Iedereen weet
dat ook in de eigen omgeving iets gedaan
zou kunnen worden aan verdwenen bedrij -
vigheid en infrastructuur, verminderde
sociale samenhang, de opwarming van de
aarde, de energietransitie en ga zo maar
door. Iedereen weet ook dat het niet alleen
gaat om het dichten van de kloof tussen de
overheid en de burger, maar dat er meer
partijen een rol spelen en verantwoorde -
lijkheid hebben om weer verbinding te
voelen met alles om ons heen. Samenwerken met allerlei partijen in de
regio aan maatschappelijke uitdagingen
geeft nieuw houvast en leidt bij succes ook
tot meer onderling vertrouwen en begrip.
"Burgers organiseren
zich: demonstraties,
sociale bewegingen
en burgerberaden"
BURGERINITIATIEF
Karel van Berkel en Anu Manickam
Auteurs van het boek 'Wicked World,
systeeminnovatie voor complexe
vraagstukken', 2019.
26
Gelijkwaardig samenwerken tussen overheden en inwoners
Community-up
27
Evert Jan van Hasselt
Al decennia lang proberen overheden dichter bij hun
inwoners te komen. Modewoorden van de laatste tijd zijn
onder andere burgerparticipatie, de right-to-challenge en
burgerberaden. En tegelijkertijd zien we dat de afstand
tussen burgers en overheden alleen maar groter wordt.
28
OVERHEDEN EN BURGERS
O
p landelijk niveau hoef ik
maar te verwijzen naar de
toeslagenaffaire en de af -
handeling van aardbevings -
schade in Groningen. Maar
ook in de gemeenten waar wij actief zijn,
zien we dat overheid en inwoners eerder te -
genover elkaar staan, dan naast elkaar. In
de kern zijn hier mijns inziens twee funda -
mentele oorzaken voor. Ten eerste valt op
dat besluitvorming vaak plaatsvindt op ba -
sis van debat. En daarnaast hebben we last
van een fenomeen dat ik "besluitvormings -
fetisjisme" ben gaan noemen.
Van debat naar dialoog
De traditionele manier om met elkaar pro -
blemen te benaderen is door middel van de -
bat. Bij debat worden partijen met verschil-
lende ideeën voor oplossingen tegenover
elkaar gezet. Debat polariseert. Bij een debat
heb je uiteindelijk winnaars en verliezers.
Door met inwoners het debat aan te gaan,
plaatsen overheden zich tegenover inwo -
ners. In de relatie overheid en inwoners is de
overheid uiteindelijk vaak de sterkere partij,
waardoor de overheid wint en de inwoners
verliezen. Merk op dat een innovatief instru -
ment als de right-to-challenge in zichzelf ook
is gebaseerd op debat. Een groep inwoners
die gebruik maakt van de right-to-challenge ,
plaatst zich automatisch tegenover de over -
heid. Om die reden falen uitkomsten uit de
right-to-challenge in veel gevallen.
Er is iets anders nodig. Iets dat ideeën, in -
zichten en mensen met elkaar verbindt. Dat
doet dialoog. Bij dialoog luisteren mensen
waardevrij naar elkaars ideeën en inzich -
ten. En vervolgens kijken ze hoe die elkaar
kunnen versterken. Zo ontstaan nieuwe
ideeën. Ideeën die vaak beter zijn dan de
oorspronkelijke ideeën. En omdat alle par -
tijen hebben bijgedragen aan die nieuwe ideeën, voelt iedereen zich eigenaar van de
uitkomsten. In plaats van te polariseren,
brengt dialoog mensen juist bij elkaar.
Besluitvormingsfetisjisme
Om mij onduidelijke redenen hechten we in
onze samenleving vaak meer waarde aan
besluiten nemen dan aan uitvoeren. Als een
goed besluit eenmaal is genomen, komt het
met de uitvoering ook wel goed lijkt de ge -
dachte te zijn. Ook dit is een misvatting.
Onze samenleving is dermate complex ge -
worden, dat het vaak onmogelijk is om tij -
dens besluitvorming alles te voorzien en
aan de voorkant het juiste besluit te nemen.
29
Figuur 1 - Community-up werken BRON SEVENSENSES
Juist in de uitvoering worden de werkelijke
obstakels zichtbaar, waardoor op dat mo -
ment betere besluiten genomen kunnen
worden. Dat pleit er voor om sneller te gaan
doen en besluitvorming uit te stellen. De democratie is gericht op besluitvor -
ming. Dus zien we dat veel vernieuwingen
in de democratie ook over besluitvorming
gaan. Dat was al zo met uiteenlopende vor -
men van referenda. En dat zien we nu ook
weer met bijvoorbeeld burgerberaden. Wat
niemand zich lijkt te realiseren, is dat be -
sluiten nemen inherent top-down is. Een
beperkte groep ? al dan niet breed samen -
gesteld ? neemt een besluit, dat doorgaans door anderen moet worden uitgevoerd. In
ons Nederlands bestel zijn dat doorgaans de
overheden, die die uitvoering vervolgens
toch weer op hun eigen manier gaan doen.
Vaak wijkt dat af van wat inwoners ? ook als
zij bij de besluitvorming zijn betrokken ? in
gedachten hadden. En zo komen overheid
en inwoners ? ondanks goede intenties ?
toch weer tegenover elkaar te staan.
Community-up, de derde weg
Overheden zijn gewend om top-down te
opereren. Op basis van expertise binnen die
organisaties worden oplossingen ontwik -
keld, die vervolgens aan de samenleving
30
worden aangeboden of opgelegd. Het pro-
bleem daarbij is dat de expertise die in de
samenleving aanwezig is ? bijvoorbeeld ten
aanzien van de leefomgeving ? niet wordt
benut. Vraagstukken zijn tegenwoordig der -
mate complex geworden, dat deze expertise
onontbeerlijk is. Burgerparticipatie wordt gezien als een
manier om die expertise te betrekken. Om -
dat top-down trajecten vertrekken vanuit
het overheidsperspectief, blijkt aansluiting
van expertise uit de samenleving vaak
slecht te passen en komt daarmee niet
goed uit de verf. Om die reden is burger -
participatie het beste te omschrijven als
een lapmiddel om de scherpe randjes van
top-down werken te slijpen. In een poging om de samenleving actief te
betrekken, wordt steeds vaker ingezet op
bottom-up werken. Ontstond dit in eerste in -
stantie voornamelijk buiten het zicht van
overheden, steeds vaker geven ? vaak lokale
? overheden expliciet ruimte voor bottom-up
werken. De right-to-challenge is hier een
goed voorbeeld van. Bij bottom-up werken
gaat de samenleving zelf aan de slag en kan
haar expertise effectief inzetten. Nadeel
daarbij is echter dat de expertise die overhe -
den meebrengen, niet meer benut wordt. De
rol van overheden blijft doorgaans beperkt
tot faciliteren van het proces. Als gevolg
daarvan blijven ze naast de bottom-up tra -
jecten met hun top-down benadering actief,
wat in de praktijk vaak tot fricties leidt. Overheidsparticipatie zou je kunnen zien
als een manier om overheden te betrekken
bij initiatieven uit de samenleving. Alleen
heeft overheidsparticipatie een vergelijk -
baar probleem als burgerparticipatie. Om -
dat bottom-up initiatieven vertrekken van -
uit het perspectief van de samenleving,
blijkt aansluiting van expertise van overhe -
den vaak slecht te passen en komt daarmee niet goed uit de verf. Om die reden is over
-
heidsparticipatie het beste te omschrijven
als een lapmiddel om de scherpe randjes
van bottom-up werken te slijpen. De oplossing zit in een derde weg: het
overstappen van óf-óf naar én-én. De exper -
tise wordt van beide kanten ingezet. Profes -
sionals vanuit betrokken overheden en de
mensen uit de samenleving ontwikkelen sa -
men plannen en voeren die ook samen uit.
Madelon Eelderink ?toonaangevend op het
gebied van Participatief Actieonderzoek
(PAO) ? heeft hier in 2016 de term communi-
ty-up voor geïntroduceerd. Op basis van ge -
lijkwaardigheid ontdekken alle partijen in
een co-creatieproces hoe hun perspectieven
elkaar versterken en hoe iedere partij een
stukje van de totaalpuzzel kan invullen.
Mét de wijk werken
Om zichtbaar te maken hoe dit in de prak -
Ervaringen bij de L-flat
in Zeist (kader)
In Zeist hebben we Participatief Actieon-
derzoek (PAO) toegepast om inwoners en
professionals op basis van gelijkwaardig-
heid oplossingen te laten co-creëren om
woongeluk te verbeteren. Daar zijn
diverse prachtige projecten uit voortgeko-
men. Zo verbeterden ze het park naast de
flat, waarbij bewoners onder andere
moestuinbakken hebben geregeld en
? met advies van een expert ? een
bijenlint hebben aangelegd. De gemeente
heeft een watertappunt in het park
aangelegd. Daarnaast hebben zogenaam-
de 'hangjongeren' hun eigen buurthuis
gerealiseerd, waarbij de gemeente een
ruimte beschikbaar stelde.
31OVERHEDEN EN BURGERS
tijk werkt, gebruik ik vaak een model van
Cormac Russell ? wereldwijd pleitbezorger
voor Asset-Based Community Development
(ABCD). Hij maakt onderscheid tussen acti-
viteiten vóór de wijk, activiteiten mét de
wijk en activiteiten dóór de wijk. Figuur 2
laat zien hoe de community-up aanpak leidt
tot werken mét de wijk. De top-down benadering leidt tot werken
vóór de wijk. De bottom-up benadering le -
vert werken dóór de wijk op. Bij communi-
ty-up werken zetten inwoners en professio -
nals hun respectievelijke kennis in om
samen oplossingen te co-creëren. Die oplos -
singen worden vervolgens door inwoners
en professionals "mét de wijk" in de praktijk
gebracht, waarbij professionals en inwo -
ners ieder hun eigen unieke kwaliteiten in
aanvulling op elkaar inzetten.
Obstakels voor community-up
werken
In de praktijk blijkt community-up werken
bijzonder lastig. Dit heeft vooral te maken
met de manier waarop overheden gewend
zijn te werken. Traditioneel ontwikkelen
overheden oplossingen en inwoners krijgen
de kans om daar vervolgens hun mening
over te geven. Over het algemeen wordt dat
gedaan om "draagvlak te creëren". Als er bij
professionals behoefte ontstaat aan draag -
vlak creëren, is dat een teken dat men niet
community-up werkt. Immers bij communi-
ty-up werken doen inwoners mee met het
ontwikkelen van plannen. Daardoor gaan ze
zich mede-eigenaar voelen van de plannen
en is er automatisch sprake van draagvlak. Bij top-down werken krijgen inwoners in
het beste geval de gelegenheid om vooraf -
gaand aan het maken van plannen hun visie
te geven ? dat wordt vaak aangeduid met "be -
hoeften en ideeën ophalen". Ook in die geval-
len trekken overheden zich daarna terug in hun "bastion" en gaan plannen maken vóór
de samenleving. Niet zelden blijkt de verta -
ling van de visie van inwoners naar oplossin -
gen vervolgens op zo'n manier te gebeuren,
dat inwoners zich er niet meer in herkennen. In de praktijk blijkt het grootste obstakel te
liggen in het feit dat overheden beleid maken
en dat vervolgens vertalen in producten en
diensten. Deze worden vervolgens "aangebo -
den" aan de samenleving. Dat aanbod noe -
men we wel "ingeblikte expertise". De exper -
tise van professionals is vertaald in aanbod,
dat een vaste vorm heeft aangenomen. Het is
niet meer te verbinden met de expertise van
bewoners. Daarmee blokkeert dat aanbod de
totstandkoming van "oplossingen mét de
wijk" zoals figuur 3 laat zien. Door hun ex -
pertise in te blikken, bouwen overheden als
het ware een muur om hun expertise.
Gelijkwaardigheid
De kern van community-up werken is dat
overheden en inwoners op basis van gelijk -
waardigheid optrekken. Gelijkwaardigheid
is iets anders dan gelijk zijn. Overheden en
inwoners hebben andere kwaliteiten. Door
die kwaliteiten op basis van gelijkwaardig -
heid te verbinden, blijken ze elkaar te ge -
weldig te kunnen versterken (zie ook het
kader "Ervaringen bij de L-flat in Zeist").
"In plaats van te
polariseren, brengt dialoog mensen juist bij elkaar"
32
Die gelijkwaardigheid levert een goede test
op om te beoordelen of activiteiten die je als
overheid wilt uitvoeren. Er wordt nooit ge -
sproken over "ophalen van behoeften" door
inwoners bij overheden. Ook "draagvlak
creëren" door inwoners bij overheden is
doorgaans niet aan de orde (hoewel slimme
initiatiefnemers van bottom-up initiatieven
dit wel vaak doen). Doe als overheid bij al- les wat je doet in het kader van communi-
ty-up werken de "Van Hasselt Test", stel de
vraag: "als het omgekeerd was, zouden wij
dan meedoen?" Als je bijvoorbeeld als over -
heid kaders voor burgerparticipatie opstelt,
stel je dan de vraag of je als overheid met
inwoners zou meedoen, als zij eenzijdig ka -
ders zouden opstellen waar je als overheid
aan zou moeten voldoen.
Figuur 2 - Mét de wijk werken BRON SEVENSENSES
33
Participatief Actieonderzoek
(PAO)
Grote vraag die overblijft is: hoe breng je
community-up werken op gang? Daar zijn
uiteenlopende methodieken voor. Kenmer -
kend voor die al die methodieken is dat dia -
loog centraal staat. Daarnaast is er eigenlijk
altijd sprake van co-creatie, maar pas nadat
onderling perspectieven zijn verkend. Dit in tegenstelling tot wat we bijvoorbeeld bij
G1000-achtige trajecten zien: daar worden
mensen "koud" in een co-creatietraject gezet.
Een methodiek waar wij bijzonder goede
ervaringen mee hebben is Participatief Ac -
tieonderzoek (PAO). De PAO methodiek
wordt uitgevoerd door facilitators, die daar -
mee beweging bij andere mensen op gang
brengen rondom een bepaald thema. Dit
gebeurt in drie fasen:
1. De look-fase De facilitators onderzoeken ? gegeven het
thema ? bij uiteenlopende belanghebben -
den bij dat thema wat hun perspectieven
op dat thema zijn. Welke problemen zien
ze? Welke oplossingen zien ze? Wat zou -
den we zelf willen bijdragen? Welke hulp -
middelen (assets) zijn in hun ogen voor -
handen waarvan gebruik gemaakt kan
worden? Vervolgens brengen de facilita -
tors deze perspectieven samen in visualisa -
ties, waarmee de samenhang tussen deze
perspectieven zichtwaar wordt gemaakt.
2. De think-fase De facilitators presenteren de visualisatie
aan groepen belanghebbenden en bren -
gen die daarover in dialoog. Iedere be -
langhebbenden herkent zijn/haar eigen
inbreng, maar ziet ook de inbreng van de
anderen. Door daar vervolgens een dia -
loog over te faciliteren gaan de belang -
hebbenden de verbanden zien. Ze zien
hoe de ideeën van anderen hun eigen
ideeën kunnen versterken. Zo ontstaat
een voedingsbodem voor co-creatie.
3. De act-fase Die co-creatie vindt in de laatste fase
plaats. Door belanghebbenden samen te
brengen rondom de uitkomsten van de
think-fase en hen te stimuleren daar sa -
men plannen voor te ontwikkelen, creë -
ren de belanghebbenden samen hun
OVERHEDEN EN BURGERS
34
Figuur 3 - Aanbod als "ingeblikte expertise" vormt een muur om de \
expertise van professionalsBRON SEVENSENSES
plan. En omdat ze dat plan zelf hebben
gemaakt, voelen ze zich eigenaar. Daar -
mee ontstaat de intrinsieke motivatie
waar we naar op zoek waren.
Met PAO ontstaan dus plannen die mensen
zelf ontwikkelen in plaats van dat managers
plannen maken ? al dan niet op basis van on -
derzoek dat ze aan de voorkant hebben uit -
gevoerd ? die anderen vervolgens moeten
uitvoeren. Als mensen zelf plannen hebben gemaakt, zorgt het gevoel van eigenaar
-
schap voor intrinsieke motivatie. Die zorgt er
vervolgens voor dat mensen die plannen ook
daadwerkelijk gaan uitvoeren. Er ontstaat
beweging die vanzelf lijkt te gaan.
Fundamentele verandering van
houding
Steeds meer overheden worden enthousi -
ast over community-up werken. Daarbij
35
ligt nog wel een valkuil op de loer. Com-
munity-up werken is niet een eenmalige
actie. Het vergt een andere houding vanuit
overheden naar de samenleving. Die dient
men vast te blijven houden. Als dat niet ge -
beurt, is de kans levensgroot dat de kloof
tussen overheden en inwoners alleen maar
wordt vergroot.
We vergelijken de verhouding tussen over -
heden en inwoners wel eens met obesitas. Iedereen weet dat het aanpakken van obe
-
sitas alleen lukt met een verandering van
levensstijl. Met een tijdje gezond eten en
bewegen kom je er niet. Als je een tijdelijk
dieet volgt en je daarna weer terug valt in
je oude leefstijl, komt de obesitas onverbid -
delijk terug. En het zogenaamde "jojo-ef -
fect" suggereert zelfs dat het na een dieet
nog erger wordt. Precies datzelfde zien we met communi-
ty-up werken. Eenmalig een PAO-cyclus
uitvoeren is te vergelijken met een dieet.
Als overheden daarna weer terugvallen in
hun traditionele houding, wordt het effect
voor de relatie met inwoners te niet ge -
daan. Een ook hier zien we een "jojo-ef -
fect": het vertrouwen van inwoners zal een
extra deuk oplopen. Ze hebben zich im -
mers ingezet voor een gemeenschappelijk
initiatief, vanuit het vertrouwen dat op ba -
sis van gelijkwaardigheid wordt samenge -
werkt. Als dat vertrouwen vervolgens
wordt beschaamd, is de schade groter dan
de opbrengst.
"Hoe breng je
community-up
werken op gang?"
Over Evert Jan van Hasselt
Evert Jan van Hasselt is Managing Partner
bij SevenSenses (https://seven-senses.nu/).
Daarnaast is Evert Jan actief binnen het netwerk
van Gemeentebewegers
(https://gemeentebewegers.nl/).
OVERHEDEN EN BURGERS
36
Leo Pols
"Alleen zij die
het absurde
willen
benaderen
zullen het
onmogelijke
bereiken"
(M.C.Escher)
37
Depot Boijmans Van
Beuningen, FOTO OSSIP
VAN DUIVENBODE
De pot
Rotterdammers geven graag robuuste
namen aan hun iconen. Recent kwam daar
het Depotgebouw van Boijmans Van
Beuningen bij: 'De Pot'. Over die pot was
veel te doen. Het idee was aantrekkelijk:
klein grondvlak, groot groen dakvlak,
daartussen en rondom een enorme bolle
spiegel. Er komt niet minder, maar méér
ruimte. Maar de weerstand was (is) er ook:
het is 'te duur' en 'te groot voor de plek'. Dat
eerste, daar hebben we het hier niet over,
dat laatste hangt af van het moment van de
dag. Of eigenlijk van de belichting. In het
donker wordt de pot veelkleurig verlicht en
kun je jezelf en je gezelschap fraai uitge -
licht op de potwand terugvinden. Mooi. Bij
daglicht zijn de spiegels net wat donkerder
dan de lucht en soms geeft dat een somber
effect. Maar spiegelen doet de pot zeker.
38
Depot Boijmans Van Beuningen binnenkant. FOTO OSSIP VAN DUIVENBODE
Depot Boijmans Van Beuningen binnekant. FOTO LEO POLS
39
BEELDESSAY
Rooftop Depot Boijmans Van Beuningen. FOTO OSSIP VAN DUIVENBODE.
Dakbos Depot Boijmans Van Beuningen. FOTO OSSIP VAN DUIVENBODE.
De Pot in
De pot in is een verrassing. Op het
grondvlak zie je aan details hoe
lastig het was al die spiegelvlak -
ken daar beneden in zo'n kleine
potbodem netjes samen te laten
komen. Dat is niet helemaal ge -
lukt. Of beter gezegd: 'je kunt het
zien' ? en dat is best stoer. Als je
naar boven kijkt waan je je in het
trappenhuis van Escher (die ove -
rigens ook iets met bollen had).
De Pot op
De pot op is zonder meer een ver -
rassing: in het dakpark op de pot
lopen we door een boreaal mini
landschap van Berken, Dennen
en wuivend gras. Het grote res -
taurant op het dak heeft glazen
wanden van onder tot boven en je
waant je daar ? zeker na Eschers
trappenhuis (en niet met de lift!)
? in een andere realiteit.
40
Aanbieding
advies
TilburgerTafel
aan de Raad
41
Harry te Riele
Als er één partij komende jaren
emancipeert bij complexe besluitvorming is
het volgens de auteur de gewone burger.
Voor de Warmtevisie in Tilburg zette hij met
een team professionals in op intelligence of
the crowd. De kennis en visie van anderhalf
duizend inwoners leverden voeding voor
een select gekozen reflectiegroep.
Hieronder legt de auteur uit waarom Tilburg
afweek van het aanvankelijk gevraagde
burgerberaad. Enkele voor- en nadelen van
de hybride constructie passeren de revue.
Tot slot raadt hij het openbaar bestuur aan
volop te gaan experimenteren met deze
nieuwe participatie-constructie.
Als wisdom of the crowd een besluit
vergaand beïnvloedt OVERHEDEN EN BURGERS
Het
burger
beraad
voorbij
42
Burger betrekken - alle fiches
op het Burgerberaad?
De klimaatdebatten en omgevingsdiscus -
sies hebben in Nederland de roep versterkt
om inschakeling van gewone burgers bij
complexe besluitvorming. Hierbij valt gere -
geld het begrip burgerberaad . In sommige
steden zijn daarmee de creativiteit en het
eigenaarschap ontsloten waar de besluit -
vormers naar zochten. Zeker als bestuur -
ders de deelnemers verzekerden dat hun
inbreng zwaar weegt in de besluitvorming,
gingen groepen serieus aan de slag. Alle fi -
ches nu dus op het burgerberaad? Nee, dat is onverstandig. Zoals we ook bij
andere transities zien, breekt voor 'besluit -
vorming' nu een lange periode aan van va -
riatie en selectie, die vermoedelijk uiteinde-
lijk leidt tot een transitie van het openbaar
bestuur. Zelf denk ik dat de volgende stap
de inzet van de crowd is.
Systeem stabiel zolang het
gedragen wordt ? hoe staat het
met de vertegenwoordigende
democratie?
Even terug naar de basis. Elk maatschappe -
lijk systeem heeft nadelen. Bouw je een
huis, dan kan een ander daar haar hond niet
uitlaten. Zet ieder een slot op zijn fiets, dan
verliezen elke dag mensen hun sleutel.
Stookt een land op aardgas, dan krijgt het
de brandwonden, explosies en aardbevin -
gen erbij. Geef je auto's ruim baan in de
stad, dan is die per direct ontoegankelijk
voor spelende kinderen en dementerende
bejaarden. Ongeacht de schaal blijft een systeem dy -
namisch stabiel zolang mensen vinden dat
de voordelen ervan de nadelen overtreffen.
Het wordt elke dag herbevestigd ? steeds
opnieuw ingezet, gerepareerd en bij de tijd
gebracht met beperkte aanpassingen. Eéns was elk nu vertrouwd systeem een
vernieuwing. Het vocht zich in en werd een
factor van betekenis toen het opschaalde.
De samenleving stelde zich er op in en
gaandeweg raakten mensen er zo mee ver -
trouwd dat ze zich de nadelen niet meer re -
aliseerden, noch de twijfel en soms felle
discussies bij invoering destijds. Ze komen
pas weer boven als het systeem op de schop
gaat ? soms generaties later. Nu de elektrische auto opschaalt bijvoor -
beeld, valt velen op dat hij 70% minder onder -
houd vergt, ineens gevoed kan worden met
zonne-energie, sneller optrekt dan met benzi-
ne mogelijk was, stil is, schoon en updatebaar
over the air . Hij communiceert met andere au -
to's en de infrastructuur, wat een ontspannen
reis en veel minder doden binnen bereik
brengt. Het aloude dealernetwerk blijkt niet
meer nodig. De nieuwe constructie voor verre
mobiliteit is niet langer een verzameling stan -
gen, zuigers, diesel en V-snaren. Het is een
computer met wielen die voor het eerst in an -
derhalve eeuw niet stinkt en die je desnoods
in de hal parkeert. En ja, ook de elektrische
variant kent nadelen, maar de voordelen
overtreffen die - in de perceptie van een snel
groeiende groep mensen althans. Hoe staat het ? dit alles lezend ? met onze
democratie? Welke nadelen daarvan verga -
ten we al lang geleden? Ik doe een voorzet.
Emancipatie burgers was ook
bij besluitvorming transities te
voorzien
Dat burgers en bewoners in de jaren '70 en
'80 een rol speelden in de Nederlandse
stadsvernieuwing en bij het aan de kaak
stellen van milieuschandalen, is bekend.
Burgers betrekken bij transities - grote
maatschappelijke systeemwijzigingen ?
was echter onontgonnen terrein toen het
ministerie van VROM in 2001 Een Wereld en
OVERHEDEN EN BURGERS
43
FOTO JIMKE JOLING
44
een Wil /NMP4 publiceerde. Het ministerie
vroeg na die publicatie Henk Diepenmaat
en mij om inhoudelijke transities te koppe -
len aan die van besluitvorming zelf. Ons
antwoord werd de visie 'Boven het Klaver
Bloeien de Margrieten'. Daarin bekritiseren
we hoe triple heli x netwerken wel weten -
schappers, ondernemers, politici en ambte -
naren bijeen brengen voor besluitvorming
over transities, maar niet degenen waar al-
les welbeschouwd om draait: gewone men -
sen en hun vermogen om voor een fijn leven
op te kunnen komen
[1]. Om de te voorziene
systeemwijzigingen naar duurzaamheid
soepel te laten verlopen, stellen we 21 jaar
geleden voor gewone mensen ('burger/con -
sumenten') een volwaardige plek te geven
in besluitvorming over transities. Voor ons
is de vraag niet of maar vooral hoe .
VROM werd echter geëlimineerd. De
strategen achter het NMP4 verspreidden
zich over andere ministeries en de EU en zo
stokte ons pleidooi voor hun inzet bij systee -
minnovaties. Langs andere lijnen groeiden
wereldwijd echter visies, experimenten en
publicaties over het koppelen van gewone
mensen aan governance. Bij Smart Cities werd dit gecombineerd met IT. Landen als
Singapore, Spanje, Canada en Noorwegen
vormden de kopgroep. In Nederland speel-
de IT bij de recente inzet van burgers ? denk
aan lokale energiedebatten en gebiedsvi-
sies echter geen bijzondere rol.
En nu Tilburg.
Warmtevisie Tilburg: "We
denken aan een burgerberaad"
Als in het voorjaar van 2021 de gemeente -
raad in Tilburg het College vraagt om meer
betrokkenheid van huiseigenaren bij de Warmtevisie, spreekt de aanbeste -
ding over het organiseren van een
burgerberaad. De gemeente denkt
aan zo'n twintig gelote inwoners
die hun mening geven over de
Warmtevisie en aanblijven tot aan
de vaststelling in december. Met het Malieveldprotest, de
trekkers op de snelwegen, het be -
zette RIVM en de bedreigingen
op internet nog vers in het geheu -
gen, stellen mijn collega Esther van der Valk
en ik een andere constructie voor. We on -
dersteunen een select gekozen reflectie-
groep met intelligence of the crowd . Hieron-
der onze argumenten daarvoor en hoe het
in de praktijk uitpakte. 1. Wordt het grimmig, dan is het ethisch
niet verantwoord gewone
Reacties