RUIMTE
+ WNEN
Vakblad over de leefomgeving voor ruimtelijke professionals en woonexperts
Ruimte en Wonen Vakblad over de leefomgeving voor ruimtelijke professionals en woonexperts
Dromen over
duurzaamheid
Momentum
voor
warmtenet
THEMA ENERGIETRANSITIE
De grootse vergezichten en
de kleine praktijken
04/2017
12
Wat wil de
bewoner? We gaan
VanGasLos!
30
78
68
THEMA ENERGIETRANSITIE
04-2017
RUIMTE
+ WNEN
Partners van
Ruimte en Wonen wordt mede mogelijk gemaakt door onze
partners. Een partner van Ruimte en Wonen geniet van veel aantrekkelijke voordelen, waaronder een korting op het
lidmaatschap en een profielpagina op deze website. Omdat het partnerschap in onderling overleg wordt ingevuld, sluiten de voordelen precies aan bij de behoeftes van de partner.
Heb je ook interesse om partner te worden, neem dan contact op met
Evamarije Smit via telefoonnummer 073-2051010 of via e-mail e.smit@ae\
neas.nl
Meer informatie over deze bedrijven
en het partnerschap staat op
ruimteenwonen.nl/partners
1
THEMA'S
6 Meters maken in de
energietransitie van het
wonen
Anne-Jo Visser en
Anouk Corel
16 Wat betekent de
energietransitie voor
woningen?
Nico Hogervorst
40 Parkstad Limburg:
plannen volgens het
boekje; zo zou het
overal moeten kunnen!
Ralph van der Straten
en Volmar Verheij
50 Rotterdamse VvE's Kans
voor de Stad
Corine Erades
72 We gaan VanGasLos!
Maar hoe dan?
Maya van der Steenhoven
82 Zo gaat de Leidse regio
van het gas af
Fred Goedbloed
INTERVIEWS
34 Interview Annelies
Huygen
Hoogleraar UvA
92 Interview Hans
Mommaas
directeur Planbureau
voor de Leefomgeving
EN VERDER
2 Hoofdredactioneel
Paul Gerretsen
Martijn Eskinasie
Annemiek Rijckenberg
Evamarije Smit
59 Column
Guido van Loenen
70 Column
Monique Esselbrugge
118 Hoe woont Nederland?
142 Boekenrecensies
THEMA ENERGIETRANSITIE
98 Momentum voor het
warmtenet
Renée Heller en Frank
Suurenbroek
120 Watercyclus katalyseert
Rob Ververs
132 Duurzaam Ameland,
groot worden door klein
te blijven
David van Zelm van Eldik
REPORTAGES
24 Dromen over
duurzaamheid
Eric Harms
60 'Wat wil de bewoner?'
Tony Jacobs
108 'Zet de ambitie voorop'
Tony Jacobs
Gesponsord ongeluk?
In de vorige editie is per ongeluk het artikel "Geef leefomgeving
actief vorm" geplaatst. Hoewel het onderwerp past bij het thema,
voldoet de inhoud niet aan onze redactionele eisen. Verschillende
lezers hebben ons gevraagd of dit een gesponsorde bijdrage
was. Nee, dat was het niet. Wij zijn een onafhankelijk vakblad en
plaatsen geen gesponsorde kopij. Onze excuses voor dit artikel.
Evamarije Smit, ook namens de hoofredactie.
Inhoud
2
Iedereen, die zich ooit
heeft verdiept in het Ne-
derlandse energiege-
bruik, weet dat de
omvang daarvan gigan-
tisch is. Ondanks de ge-
ringe inhoud van een
Joule ? de hoeveelheid
energie om één lamp van
1 watt 1 seconde te laten
branden - is een Petajou-
le, een biljard Joule, een
enorme brok energie.
Jaarlijks worden nog bij-
na 3000Pj voornamelijk
fossiel opgewekt. De ko-
mende 30 jaar zullen we
moeten gaan ombuigen
naar zo'n 2200 Pj die dan
vrijwel geheel CO
2-loos
worden geproduceerd.
Dat betekent én onze gehe -
le woningvoorraad met een
tempo van bijna 200.000
woningen per jaar super
energiezuinig maken (zo'n
117PJ) én 25.000 windmo -
lens in onze Noordzee
plaatsen (zo'n 500PJ) én alle bruikbare daken inzet
-
ten voor pv-panelen (zo'n
90PJ ) én... én... enz... Dat
zijn overweldigende aan -
tallen, die het voorstel-
lingsvermogen, zeker op
het geringe grondgebied
van Nederland, haast te
buiten gaan.
In de recente studie Ener -
gie en Ruimte heeft een
gideonsbende van onder
-
zoekers en ontwerpers on -
der leiding van Dirk Sijmons
in kaart gebracht hoe haal
-
baar deze ombuiging is.
Deze geeft aan dat met de
rugwind van een stevige
efficiëntiebonus door elek
-
trificatie en een veeleisende
maar haalbare besparing er
ook keuzes ontstaan. Dat
geeft de burger moed. We
hoeven niet overal het
maximale uit onze duurza
-
me energiepotentie te ha -
len. En daarmee ontstaat er
gelegenheid voor experi
-
ment, maatschappelijke
betrokkenheid en ruimtelij
-
ke keuzes, ook al zitten die
wellicht een planmatig en
maximaal efficient top-
down scenario in de weg.
De zin van dit nationale
pespectief op 2050 zit hem
Of het op schiet met onze
energierevolutie?"
Agenda's trekken
3
dan ook vooral in de hou -
vast die het biedt om zonder
vrees een brede maatschap
-
pelijke beweging in gang te
zetten. Want de urgentie is
er niet minder om. Een tekening linksonder
beginnen eindigt zelden
rechtsboven, laat staan dat
het dan nog ergens op lijkt.
Er is dus niet alleen vanwege
verduurzaming van onze
energievoorziening een
noodzaak een modus te
vinden om gelijktijdig het
individu, de V VE, de wijk, de
regio en de Noordwest Euro
-
pese zone in actie te krijgen.
Voor de doelstellingen in
Petajoules telt ieder joule
gelijkwaardig en mag je
alles bij elkaar op tellen.
Voor onze ruimtelijke in
-
richting geldt dat echter
niet ? daar leidt een optel
-
ling van acties niet tot een
totaal resultaat. Onze ste
-
den en landschappen, het
materiaal van onze breed
gewaardeerde leefomge
-
ving, zijn het resultaat van
investeringen die soms wel
duizend jaar renderen. Op het nieuw gevormde
ministerie Economische Zaken en Klimaat is goed
doorgedrongen dat de ruim
-
telijke consequenties van
een duurzame energievoor
-
ziening aanzienlijk zijn. In
verschillende transitiepa
-
den van soorten emissie -
bronnen en energiegebruik
zijn de keuzes nu op hun
ruimtelijke voor- en nadelen
en onderlinge samenhang
op verschillene schaalni
-
veuas onderzocht. Dat geeft
duidelijkheid en maakt
helder dat de sleutel ligt bij
de mate waarin we in staat
zijn de onderlinge interactie
tussen de hoofdrolspelers te
laten slagen. Het nieuw te
vormen spel is niet gebaat
bij een vast stramien van
afspraken en afrekeningen
maar van langdurige sa
-
menwerking en dynamische
interactie
Of het op schiet met onze
energierevolutie is, lijkt het,
vooral een kwestie van
perceptie en natuurlijk van
de omvang van je optimis
-
me ?zie de afgelopen be -
windslieden. Dat is gegeven
het feit dat er nog veel meer
op het spel staat dan slechts
ons voortbestaan een got
-
spe. Plannen lijkt het is niet nodig, want de tijdgeest
zegt dat het toch niet effec
-
tief is.
In dit nummer van Ruimte
en Wonen hebben we alle
mogelijke invalshoeken
verzameld. We tonen de
grootse vergezichten en de
kleine praktijken in de
energietransitie, en het
contrast tussen vage gover
-
nance en praktische stu -
ring. Een eenvoudige den -
koefening maakt duidelijk
dat met een zorgvuldige
ruimtelijke monitoring,
inspiratie en sturing de
meters die we maken veel
breder kunnen laten rende
-
ren. Zullen we toch maar
agenda's trekken?
Paul Gerretsen
Stedenbouw &
Ruimtelijke Ontwikkeling
Martijn Eskinasi
Wonen & Kwaliteit van
de Leefomgeving
Annemiek Rijckenberg
Stedelijke Ontwikkeling &
Duurzaamheid
Evamarije Smit
Conceptmanager
Ruimte en Wonen
HOOFDREDACTIONEEL
4
Aan dit thema Energietransitie werkten mee:
Auteurs
Anouk Corel, projectleider
Wonen & accountmanager
woningcorporaties,
Platform 31 Volmar Delheij, program-
mamanager, Stadsregio
Parkstad
Fred Goedbloed, beleids-
medewerker, Gemeente
Leiden
Anne-Jo Visser,
Programmamanager Energie,
gemeente Utrecht Corine Erades, Architect,
Corades Architects
Eric Harms,
Freelance
journalist
David van Zelm van Eldik,
Strategisch adviseur ruimtelij-
ke activering, Ministerie van
Infrastructuur & Milieu Monique Esselbrugge,
Concernmanager Ruimte en
Bereikbaarheid
Provincie OverijsselRenée Heller, Hoofd-
docent Sustainable Energy
Systems,
Hogeschool van
Amsterdam
5
RUIMTE + WONEN NETWERK
Guido van Loenen,
Procesregisseur gebied-
sproces, Rho adviseurs
voor de leefruimte Ralph van der Straten,
programmamedewerker,
Stadsregio Parkstad
Nico Hoogervorst, onder-
zoeker Beleidsevaluaties,
Planbureau voor de
Leefomgeving
Jan Ritsema van Eck,
wetenschappelijk onderzoe-
ker, Planbureau voor de
Leefomgeving Frank Suurenbroek,
Lector Bouwtransformatie,
Hogeschool van
Amsterdam
Guus de Hollander, we-
tenschappelijk onderzoeker,
Planbureau voor de Leef-
omgeving
Maya van der Steen-
hoven, Directeur, Pro-
grammabureau Warmte
Koude Zuid HollandRob Ververs,
Beleids adviseur, Waternet
Tony Jacobs,
Freelance
journalist
6
Meters
maken
In de energietransitie van het wonen
7
In 1896 werd ontdekt dat verbranding van fossiele brand-
stoffen de opwarming van de aarde kan ver sterken. In 1986
vond in Assen de eerste aardbeving als gevolg van deze
aardgaswinning plaats. Inmiddels zijn we 31 jaar na de
eerste aardbeving in Assen, honderd aardbevingen en nog
eens één miljoen extra gas aansluitingen verder.
Tekst Anne-Jo Visser en Anouk Corel
Zonnepanelen in de
achtertuin
WIKIPEDIA
8
ENERGIETRANSITIE
L
ang was er geen politieke ur-
gentie om te stoppen met fos -
siele brandstoffen. Maar daar
komt nu verandering in. Op
mondiaal met het Klimaatak -
koord Parijs van 2015. Op mondiaal niveau
met het meest duurzame regeerakkoord
ooit. En op lokaal niveau met de green deal
aardgasloze wijken die dit jaar door 31 ge -
meenten is ondertekend en meteen met één
wijk aan de slag zijn gegaan. De urgentie is
extra groot, omdat het aantal aardbevingen
door gasboringen de laatste jaren toegeno -
men is in Noord-Nederland. De komende 32 jaar staan we voor de op -
gave om het gebruik van fossiele brandstof -
fen in de gebouwde omgeving naar nul te
reduceren. Dat is ? ironisch genoeg ? vrij -
wel gelijk aan de periode vanaf die eerste
aardbeving tot nu. En om dat te bereiken is
tempo nodig, veel tempo. Het antwoord van
het Platform31 programma Energiesprong
hierop was industrialisatie. Met dit pro -
gramma zijn goede stappen gezet. Ook an -
dere Platform31 projecten als warm -
tesprong, renovatiesprong en Huren met
energie zorgden voor kennisopbouw en ex -
perimenten. Maar laten we wel wezen; er is
veel meer nodig om in 2050 een CO?-arme
energievoorziening te hebben. De tijd van
kleine stapjes en elke organisatie zijn eigen
experiment moet voorbij zijn.
Versnelling noodzakelijk
Om de gebouwde omgeving voor 2050 van
het aardgas te halen, moeten 1000 wonin -
gen per dag geïsoleerd gasloos worden ge -
maakt. Voor de nieuwbouw geldt dit al voor
eind 2021. Aan minister Wiebes van Econo -
mische Zaken en Klimaat de taak om dit op
te pakken. Er zijn al verschillende maatre -
gelen aangekondigd. De kolencentrales
gaan dicht, er komt een CO?-belasting voor bedrijven, de aansluitplicht wordt vervan
-
gen door een warmterecht en er komen ka -
vels voor windmolens op zee. Om de ener -
gietransitie te versnellen, wil het nieuwe
kabinet een nieuw Energieakkoord sluiten
en een nieuwe Klimaatwet maken. Daarin
moet verder worden uitgewerkt hoe de ver -
schillende partijen aan de genoemde doel-
stellingen moeten bijdragen. Om minister
Wiebes een handje te helpen, benoemen wij
in dit artikel meerdere maatregelen om de
transitie te versnellen. Naar ons idee is er
een stevig en breed nationaal programma
nodig, dat inzet op vijf lijnen:
? Bewustwording, perspectief en ontzorgen
? Verbeteren businesscase
? Concrete afspraken
? Vergroten van de duurzame opwekking
? Industrialisatie en kennisopbouw
Bewustwording en perspectief
bieden
Bewustwording van bewoners en bedrijven
is één van de belangrijkste instrumenten om
deze grote transities te doen slagen. In de so -
ciale huursector begint de urgentie en doel
aardig te landen. De branchevereniging Ae -
des vraagt elk lid om een routekaart naar een
CO?-neutrale woningvoorraad uit te werken.
De grootste uitdaging qua aanpak ligt in de
koopsector. Uit de nationale energieverken -
ning 2017 blijkt geen stijging van het aantal
energetische maatregelen dat huishoudens
nemen. Ondanks een zeer lage rente op de
spaarrekening en een relatief hoog spaarte -
goed van de gemiddelde Nederlander (340
miljard in totaal), is men nog niet bereid
spaargeld of geleend geld vaker in te zetten
voor verduurzaming. Het helpt in de bewustwording om consu -
menten niet de doemscenario's van klimaat -
veranderingen voor te spiegelen, maar te be -
9
"Naast
bewustwor
ding is er ook handelingsperspectief
nodig, liefst handeling
zonder veel
gedoe."
ANNE-JO VISSER
THEMA HIER INVULLEN
10
ENERGIETRANSITIE
nadrukken wat mensen al goed doen. Bij
doemscenario's wenden mensen zich af -
"Daar heb ik als individu toch geen invloed
op"- terwijl mensen van nature juist graag
iets goeds willen doen voor de maatschappij.
Uit onderzoek van de Universiteit van Gro
-
ningen blijkt dat mensen van nature behoef -
te hebben aan consistentie; ze willen het ge -
voel hebben dat ze consequent zijn en
handelen in overeenstemming met hoe ze
zichzelf zien. Als je bij mensen benadrukt
wat ze al doen voor het milieu, zullen ze ge -
neigd zijn om meer duurzaam te handelen.
Naast bewustwording is er ook handelings -
perspectief nodig, liefst handeling zonder
veel gedoe. Want als de consumenten zich
nu al bewust zijn van de opgave, dan vergt
het behoorlijk wat technische verdieping
om de woning aardgasvrij te maken, kan
dat soms niet eens en zijn de kosten boven -
dien hoog. De transitie naar CO?-neutrale
woningvoorraad zal daarom gepaard moe -
ten gaan met een strategie gericht om de
consument te laten wennen aan de nieuwe
werkelijkheid, het uitbouwen van de tech -
nische mogelijkheden voor hen, inzicht te
geven in de technische mogelijkheden en
hen zoveel mogelijk ontzorgen.
Verbeteren businesscase
De meest voordelige manier van energieop -
wekking voor gebouwen is op dit moment
nog via aardgas. De lage gasprijs zorgt er -
voor dat de business cases van zowel
all-electric oplossingen als warmtenetten
vaak financieel slecht uitpakken. Beide op -
ties worden rendabeler naarmate de gas -
prijs stijgt. De financiële middelen die hier -
uit voortkomen kunnen vervolgens ingezet
worden om mensen met lage inkomens te
compenseren en om duurzame opwekking
te stimuleren. De business case verbetert ook als opdrachtgevers op grote schaal om
duurzame energievoorzieningen gaan vra
-
gen en de markt een grote productie kan
gaan leveren, waardoor de prijzen omlaag
gaan.
Concrete afspraken
De nieuwe minister van Economische za -
ken en Klimaat heeft verschillende wetten
en maatregelen aangekondigd om de ver -
duurzaming te versnellen. Belangrijk is dat
er ingezet wordt op concrete afspraken.
Vanuit de ervaringen in Platform31 doen
we vast een aanzet:
? Elke gemeente heeft uiterlijk in 2018 een
energietransitieplan 2050, afgestemd op
regionaal niveau en met monitoring op de
uitvoering. In 2030 en 2040 bouwen we
tussendoelen in.
? Provincie ziet toe op het opstellen plan -
nen en monitoren van uitvoering , maar
biedt ook ondersteuning..
? Elke provincie en corporatie heeft uiter -
lijk in 2018 een energietransitieplan
2050, eveneens gecombineerd met moni-
toring op de uitvoering.
? Alle overheden - inclusief de rijksover -
heid zelf ? geven het goede voorbeeld
door het eigen vastgoed versneld aard -
gasvrij te maken, uiterlijk in 2035. De
overheden hebben hier immers een voor -
beeldrol en daarnaast versterkt het de be -
w ust wording.
? Na 2030 worden er in Nederland geen
nieuwe CV-ketels meer verkocht.
Om Nederland van het aardgas te krijgen,
moet elke partij die een rol speelt in de ver -
koop of onderhoud van een woning of
woonproducten zijn of haar rol vervullen.
Makelaars, installateurs, onderhoudsbe -
drijven, aannemers moeten hun eigen be -
drijfskoers aanpassen. Ze kunnen daar -
naast een belangrijke rol vervullen bij de
11ENERGIETRANSITIE
bewustwording van de consument. Bijvoor
-
beeld de CV-monteur die aangeeft dat bij
vervanging beter gezocht kan worden naar
aan andere warmtebron. Makelaars die po -
tentiële kopers adviseren bij de aankoop
van een woning in de eerste aardgasvrije
wijk van de gemeente. Aannemers die con -
sumenten vertellen dat de woning met wat
extra maatregelen beter is voorbereid op de
toekomst. En noem maar op. Deze partijen
moeten zich bewust worden dat ze een rol
hebben en daarnaast over voldoende infor -
matie beschikken om hun rol goed uit te
kunnen oefenen.
Stimuleren duurzame
opwekking
Het aardgasvrij maken van de ge -
bouwde omgeving is mogelijk als
de energievraag beperkt wordt en
de resterende energiebehoefte
verduurzaamd wordt. Aanslui-
ting op duurzame warmtenetten
en all-electric oplossingen vor -
men de twee hoofdrichtingen in de duurza -
me opwekking. Het Rijk kan hier een grote -
re rol pakken.
In 2011 bracht het Rijk de Kamerbrief Actie -
plan aardwarmte uit met daarin verschil-
lende ondersteunende maatregelen voor de
verduurzaming van warmtenetten middels
geothermie. Inmiddels zijn er zo'n 12 aard -
warmteprojecten in Nederland en worden
op meerdere plekken proef boringen ge -
daan. Om dit te versnellen is verdere inzet
voor de SDE+ regeling voor de verduurza -
ming van de energieopwekking noodzake -
lijk. Deze zou niet ingezet moeten worden
om emissiereductie in het algemeen te sti-
muleren ? waaronder ook CO? -opslag- , zo -
als wordt voorgesteld in het regeerakkoord.
De aanleg van warmtenetten vergt grote in -vesteringen en levert aanzienlijke financië
-
le risico's op vergeleken met aardgasnetten.
De kosten van warmtenetten worden niet
over alle warmtenetten in Nederland omge -
slagen, terwijl dit bij gas- en elektriciteits -
netten wel zo is. Dit betekent dat iedereen
in Nederland meebetaalt aan netverzwa -
ringen ten behoeve van nieuwe ontwikke -
lingen als all-electric en elektrisch vervoer,
ook al profiteert niet iedereen. Bij de ont -
wikkeling van warmtenetten worden de
kosten teruggerekend naar de gebruikers
van het betreffende net. Het omslaan van de
kosten van de warmtenetten leidt tot min -
der financiële risico's en verbetert het ren -
dement waardoor meer warmtenetprojec -
ten gerealiseerd kunnen worden. Daarnaast
ontstaat een gelijk speelveld tussen ver -
schillende vormen van energielevering.
Opschaling en industrialisatie
Opschaling is noodzakelijk bij zowel de (so -
ciale) huursector als bij particulieren. Bin -
nen het Platform31 project Renovatie -
sprong maakt men gebruik van de digitale
tool Woonconnect voor particulieren. Op
kosten van de gemeente wordt de woning
compleet gedigitaliseerd in deze tool. De
huiseigenaar kan vervolgens van achter de
computer bouwkundige en energetische
aanpassingen selecteren, die meteen visu -
eel zichtbaar zijn en een prijsindicatie be -
"Alle overheden
moeten het goede
voorbeeld geven."
12
vatten. Een groep lokale bouwbedrijven en
toeleveranciers heeft daarvoor samen een
aanbod samengesteld en afgeprijsd. Een be-
trouwbaar aanbod en een gratis advies
maakt dat huiseigenaren interesse krijgen in de verduurzaming van hun woning. De
maatregelen kunnen stapje voor stapje uit
-
gevoerd worden. Wanneer een wijk van het
gas afgaat, is het ook mogelijk om verschil-
lende renovatiemogelijkheden, met alter -
"Om dit te versnellen is verdere inzet voor
de SDE+ regeling voor de verduurzaming
van de energieopwekking noodzakelijk."
13
natieve energievormen en businesscases
voor bewoners in het systeem te zetten. Naast bovenstaande voordelen biedt een
digitale infrastructuur mogelijkheden tot
opschaling en industrialisatie. Veel wonin -
gen in Nederland zijn immers vergelijkbaar,
waardoor toeleveranciers die hun produc -
ten in de digitale infrastructuur zetten een
grotere markt bereiken en daarmee meer
mogelijkheden hebben kosten voor innova -
ties terug te verdienen en tegelijkertijd de
kostprijs verlaagd kan. Industrialisatie is
noodzakelijk om de kostprijs te verlagen en
Sneek geeft een goed
voorbeeld van
duurzaamheid in de wijk
BEELD: MIRIAM VAN DUN
om de grote aantallen te halen die nodig
zijn.
Ontzorgen
Het zal veel mensen weinig uitmaken hoe
hun woning verwarmd wordt, mits dit maar
comfortabel is en het niet teveel geld kost.
Zij willen graag ontzorgd worden in het kie -
zen van de juiste oplossing. Een goede mo -
gelijkheid is ? zeker in wijken met veel ver -
gelijkbaar bezit ? het uitschrijven van
tenders waarin marktpartijen 'ontzorgpak -
ketten' kunnen aanbieden voor een periode
14
door een beter aanbod en dat er ook betaal-
bare opties komen voor wijken waar de
energietransitie lastiger ? en daarmee fi-
nancieel duurder ? uitpakt. De huiseigena -
ren worden door de esco's volledig ontzorgd
en houden dezelfde maandlasten. Huiseige -
naren met voldoende eigen vermogen, kun -
nen hetzelfde renovatieaanbod zonder tus -
senkomst van de esco aankopen.
Onderwijs en kennisopbouw
Met de huidige bouwproductie zijn we bij
lange na niet in staat om het aantal van
van 30 jaar. Het gaat om esco-achtige con
-
structies waarbij de bewoner voor een peri-
ode van 30 jaar een alternatieve vorm van
verwarming aanbieden, inclusief bijbeho -
rende isolerende maatregelen en waarbij de
maandelijkse lasten vergelijkbaar zijn aan
de huidige energierekening. Een soort
energieprestatievergoeding voor particu -
liere eigenaren waarbij niet alleen all-elec -
tric, maar ook warmteopties worden mee -
genomen. Door meerdere wijken
tegelijkertijd te tenderen kan de gemeente
zorgen dat er meer massa ontstaat en daar -
15
ENERGIETRANSITIE
Het plaatsen van een
warmtenet
BEELD: MIJNWATER
1000 woningen per dag te renoveren. Zo-
wel het aantal arbeidskrachten als de beno -
digde kennis in de bouw, verkoop en instal-
latiebranche blijft achter. Het nieuwe
kabinet doet er goed aan om te stimuleren
dat het onderwijs en de benodigde arbeids -
capaciteit beter op elkaar afgestemd wor -
den. De energietransitie zal in iedere on -
derwijsinstelling een plek moeten krijgen.
Daarnaast moeten geheel nieuwe curricu -
lum komen waarin grote groepen studen -
ten klaargestoomd worden om de verduur -
zamingsopgave in het wonen. Hierbij gaat het onder andere om het opdoen van tech
-
nische kennis, transitievaardigheden,
maatschappelijke vaardigheden als kennis
van bouwproductie- processen en industri-
alisatie. Naast het opleiden van nieuwe stu -
denten, vragen de snelle ontwikkelingen in
de energietransitie continue bijscholing van
arbeidskrachten.
Aan de slag
Bovenstaande punten zijn nodig om de
Energietransitie te versnellen. En dat is
hard nodig. Zowel voor de CO?-reductie als
voor de Groningers. Laten we er gezamen -
lijk voor zorgen dat de laatste groep niet
nog eens 31 jaar moet wachten. Gelukkig
hebben ze inmiddels de Raad van State aan
hun zijde die oordeelde dat minister Kamp
onvoldoende oog heeft gehad voor hun vei-
ligheid en de gaswinning omlaag moet. Ho -
pelijk draagt dat bij aan het laatste punt dat
wij wilden maken; een verhoging van de
gasprijs. Dat draagt immers bij aan een ho -
gere urgentie en een relatief gunstiger busi -
nesscase voor de alternatieven.
"Gemeenten kunnen tenders uitschrijven
waarin marktpartijen 'ontzorgpakketten'
kunnen aanbieden voor
een periode van 30 jaar."
LEES MEER
Dit artikel is ook online te lezen.
16
Wat betekent de energie-
transitie voor woningen?
v
De regering wil de energietransitie voortvarend aanpakken. Dat betekent onder andere dat de verwarming van alle
7,6 miljoen bestaande woningen en andere gebouwen
binnen 30 jaar klimaatneutraal gemaakt moet worden. Haast lijkt geboden, maar waar kunnen we het best beginnen?
Tekst Nico Hoogervorst
17
V
anaf het begin van deze
eeuw praten we al over de
energietransitie, maar sinds
de ondertekening van het
klimaatakkoord van Parijs
in 2016 gaat het er echt van komen, zo lijkt
het. De aangekondigde maatregelen in het
nieuwe regeerakkoord ondersteunen dit.
Alles is er op gericht om in 2050, over ruim
30 jaar, 80-95 procent minder broeikasgas -
sen uit te stoten dan in 1990. Veel mensen
beseffen echter nog niet wat dat concreet
voor hen gaat betekenen. De fossiele brand -
stoffen waar onze samenleving op draait,
zullen grotendeels vervangen moeten wor -
den door hernieuwbare energiebronnen.
Dat vergt nieuwe productieprocessen in
onze fabrieken, andere motoren in onze
voertuigen, nieuwe apparaten om onze ge -
bouwen te verwarmen en grote inspannin -
gen om efficiënter met energie om te gaan.
Vermoedelijk zijn deze veranderingen het
meest ingrijpend voor het gebruik en het ui-
terlijk van woningen. Iedere burger krijgt
daarmee te maken in zijn dagelijks leven.
Elke bestaande woning zal in de komende
30 jaar in meer of mindere mate moeten worden aangepast om hem op een klimaat
-
neutrale manier te kunnen verwarmen (en
koelen). Hoe dat precies gaat verlopen is nu
nog niet te zeggen, maar er wordt al wel vol-
op geëxperimenteerd met technieken die
klimaatneutraal verwarmen mogelijk ma -
ken. Er wordt ook volop gestudeerd op de
voor- en nadelen van alle denkbare opties.
Dit artikel schetst het beeld van klimaat -
neutrale verwarming van woningen dat uit
diverse studies van CE Delft en PBL naar
voren komt.
Klimaatneutrale alternatieven
voor de CV-ketel
Op dit moment wordt ruim 95% van alle ge -
bouwen verwarmd door aardgas in CV-
ketels te verbranden. Daarvoor zijn nu vijf
alternatieve technieken in beeld die passen
in een klimaatneutraal systeem van ver -
warmen (tabel 1). De CO?-uitstoot van die
systemen is af hankelijk van de wijze waar -
op de elektriciteit en de warmte die ze ge -
bruiken is opgewekt. Op dit moment is de
warmte in warmtenetten nog af komstig
van vuilverbrandingsinstallaties of kolen-
en gasgestookte centrales. Soms wordt de
ENERGIETRANSITIE
Klimaatneutrale techniek Meest geschikt voor:Toelichting
1. Warmtenetten met 70-100
graden water met hulpketels Hoogbouw en gestapelde
woningen Veel warmtevraag per
vierkante meter maakt
warmtenetten rendabel.
2. Elektrisch verwarmen met een
warmtepomp Rijtjeswoningen en
Verspreide bebouwing Vergaande isolatie is daar
uitvoerbaar en warmtenetten
zijn daar relatief duurder.
3. Biomassaketels Landelijk gebiedWanneer isoleren duur is
4. Hybride warmtepomp of
ketels op groen of
hernieuwbaar gas Woningen in historische
binnensteden
Isoleren gaat ten koste van
historische kwaliteit, weinig
ruimte voor warmtenet.
5. Hybride warmtenetten met 30
graden water en warmtepomp Wijken met matig dichte
bebouwing en goede
isolatiemogelijkheden Neemt tussenpositie is
tussen optie 1 en 2; in
ontwikkeling.
18
ENERGIETRANSITIE
nen opstellen, waarin per wijk wordt aan-
gegeven wanneer welk type infrastructuur
beschikbaar zal zijn. Een aantal gemeenten
loopt hierin voorop en doet mee aan de
Green Deal Aardgasloze wijken. Andere ge -
meenten hebben het afgelopen jaar gepro -
beerd samen een regionale energiestrategie
op te stellen, met steun uit een Green Deal
voor vijf regio's. In deze experimenten valt
op dat gemeenten het bijzonder lastig vin -
den om een goed onderbouwde keuze te
maken uit alle technische mogelijkheden.
Veel gegevens zijn niet beschikbaar of moei-
lijk met elkaar in verband te brengen. Het is
onzeker welke warmtebronnen de komen -
de 20-30 jaar beschikbaar zullen zijn of
komen. Hoe zullen de kosten van technie -
ken zich ontwikkelen? Wat gaat groen gas
kosten en hoeveel is er op termijn voor deze
toepassing beschikbaar? Blijft het niet-
meer-dan-anders-(NMDA) principe voor
warmtenetten van kracht? Wat gaat er in
aangrenzende gemeenten gebeuren? Alle -
maal vragen die gemeenten nu nog niet
kunnen beantwoorden. Er wordt gesproken
over oprichting van een Expertcentrum
Warmtetransitie dat gemeenten gaat bij -
staan bij het verzamelen van informatie en
maken van warmteplannen en burgers gaat
steunen bij het indienen van alternatieve
plannen. Er zal ook behoefte zijn aan een
gestructureerde methodiek om opties in
kaart te brengen en af te wegen. Die moet er
voor zorgen dat de belangen van netwerk -
bedrijven en energieleveranciers niet gaan
domineren over de belangen van huurders
en particuliere woningeigenaren en dat
adviesbureaus die ingehuurd gaan worden
de goede cijfers gebruiken.
Wat gaat het kosten?
De warmtetransitie, het ombouwen van ons
verwarmingssysteem naar een systeem dat
warmte verkregen uit biomassa. In de toe
-
komst kunnen warmtenetten gevoed
worden met restwarmte van bedrijven die
geen fossiele brandstoffen gebruiken of met
warmte uit de omgeving (lucht, oppervlak -
tewater, riool) of uit de ondergrond (WKO
en geothermie). De hulpketels zouden op
groene stroom, biomassa of groen gas kun -
nen draaien. Elektrisch verwarmen (en
koelen) gebeurt op termijn natuurlijk uit -
sluitend met groene stroom. Op korte ter -
mijn is nog onvoldoende groene stroom en
warmte beschikbaar, maar dat mag geen
belemmering zijn om alvast te beginnen
met aanleggen van de infrastructuur die
nodig is om op termijn die groene, klimaat -
neutrale energiebronnen te kunnen benut -
ten. De hybride warmtepomp, een combina -
tie van een gasgestookte CV-ketel en een
warmtepomp, is het goedkoopste emissie -
arme alternatief voor de CV-ketel. Dat
maakt hem een interessante 'tussentech -
niek' maar hij komt in het eindbeeld nauwe -
lijks voor omdat er waarschijnlijk onvol-
doende groen gas zal zijn voor grootschalige
toepassing.
Warmteplannen
Welke techniek op welke plaats zal worden
toegepast, is niet te voorspellen. Het is niet
verstandig dat van bovenaf op te leggen;
daar zullen gebouweigenaren en gebrui-
kers een belangrijke stem in moeten krijgen.
Maar hoe die besluitvorming precies geor -
ganiseerd gaat worden is nog niet duidelijk.
De techniekkeuze in de woningen zal sterk
af hangen van de infrastructuur die ter
plaatse aanwezig zal zijn: gasnet, warmte -
net of een verzwaard elektriciteitsnet. In de
plannen van de regering krijgen gemeenten
een centrale rol in de besluitvorming over
energie-infrastructuur. Van hen wordt ver -
wacht dat zij de komende tijd warmteplan -
19
"Elke
bestaande
woning zal in de komende
30 jaar moeten worden
aangepast."
NICO HOOGERVORST
THEMA HIER INVULLEN
20
ENERGIETRANSITIE
vrijwel geen broeikasgassen uitstoot, zal de
totale nationale kosten van verwarmen ver
-
moedelijk grofweg verdubbelen: van 20
miljard euro per jaar nu naar 40-50 miljard
euro in 2050. Dat is de uitkomst van indica -
tieve berekeningen met het Vesta-model,
waarbij is verondersteld dat de huidige re -
gelingen (zoals belastingen en NMDA-prin -
cipe) in stand blijven, de huidige kosten van
technieken geleidelijk dalen en elke wijk de
klimaatneutrale techniek installeert die
daar het goedkoopst is. Daarbij is ook ver -
ondersteld dat de overheid aardgas zo duur
maakt, dat energie besparen en klimaat -
neutraal verwarmen relatief goedkoper
worden en daardoor worden toegepast. De
werkelijke kosten kunnen lager uitvallen,
bijvoorbeeld omdat isoleren efficiënter gaat
verlopen, omdat warmtepompen goed -
koper worden of omdat de warmteprijs
wordt losgekoppeld van de gasprijs (inclu -
sief belastingen). Maar het kan ook duurder
worden dan berekend, bijvoorbeeld omdat
technieken in de praktijk minder efficiënt
functioneren dan in de berekeningen is ver -
ondersteld of omdat niet alle kostenposten
zijn meegenomen. Ook kunnen warmtenet -
werkbeheerders of leveranciers meer kos-
ten in rekening brengen dan strikt nood -
zakelijk, bijvoorbeeld als hun netwerk niet
optimaal wordt benut.
Naast de absolute hoogte van de kosten is
ook de verdeling van de kosten over betrok -
ken partijen van belang. Een verdubbeling
van verwarmingskosten betekent niet dat
de energierekening van bewoners ook ver -
dubbelt; een deel van die extra kosten is na -
melijk af komstig van de investeringen in
energiebesparing, apparaten en netwerken.
De kostenstijging kan vooral problematisch
worden voor mensen met lage inkomens.
Ook de financiering van de benodigde in -vesteringen kan moeilijk worden voor som
-
mige woningeigenaren. Hiervoor zal de
rijksoverheid oplossingen moeten ontwik -
kelen, onder andere door tarieven en
grondslagen voor energiebelastingen aan
te passen en door maatregelen te nemen
waardoor de risicopremie op leningen voor
dit type investeringen omlaag kan. Wellicht
zijn ook nieuwe subsidieregelingen nodig
om het aantrekkelijk te maken om op korte
termijn te investeren in vergaande energie -
besparing en klimaatneutrale verwar -
mings-technieken. Die technieken worden
immers niet vanzelf goedkoper; dat gebeurt
alleen als ze op steeds grotere schaal wor -
den toegepast.
Haastige spoed ?
Wie de omvang van de transitie-opgave tot
zich laat doordringen, kan gemakkelijk in
paniek raken. Om in 2050 klimaatneutraal
te verwarmen, zoals min of meer voort -
vloeit uit het Parijs-akkoord, moet het
verwarmingssysteem in circa 6 miljoen be -
staande woningen in 30 jaar worden aange -
past. De overige circa 1 miljoen bestaande
woningen worden waarschijnlijk gesloopt
en deels vervangen door nieuwbouw. Dat
betekent dat jaarlijks minimaal 200.000
woningen onder handen genomen moeten
worden, variërend van vergaand isoleren
tot vervangen van radiatoren. In bijna al
deze woningen moet de CV-ketel vervangen
worden door een warmteafgifteset of een
warmtepomp. In veel woningen zal balans -
ventilatie met warmteterugwinning geïn -
stalleerd moeten worden. Dat is wel even
wat anders dan de overstap op aardgas die
in de jaren zestig van de vorige eeuw is
doorgevoerd en die (zeker achteraf gezien)
betrekkelijk snel en probleemloos verliep.
Dit keer zijn de bouwkundige veranderin -
gen veel ingrijpender.
21ENERGIETRANSITIE
Het transformeren van minimaal 200.000
woningen per jaar krijgt reliëf wanneer we
dat vergelijke met de nieuwbouwprestaties
in de afgelopen decennia. Sinds 2010 zijn
jaarlijks minder dan 50.000 woningen
gebouwd; tussen 2000 en 2010 gemiddeld
bijna 60.000 woningen. Tot 2050 zijn nog
circa 1 tot 3 miljoen nieuwe woningen no
-
dig, inclusief herbouw van te slopen wonin -
gen. Voor 1 miljoen nieuwe woningen is een
bouwtempo nodig van gemiddeld mini-
maal 35.000 woningen per jaar,
ofwel ongeveer 70% van de hui-
dige nieuwbouwcapaciteit. Om
naast deze nieuwbouwopgave
jaarlijks ook nog eens 200.000
woningen te kunnen transfor -
meren tot klimaatbestendige
woningen, is dus een enorme
uitbreiding van de bouw- en in -
stallatie-capaciteit nodig. Als
nieuwbouw van 1 woning even -
veel capaciteit kost als de trans -
formatie van 4 woningen, dan
moet de bouwcapaciteit mini-
maal verdubbelen om de warmte -
transitie vóór 2050 te realiseren. Waar ha -
len we de mensen vandaan die dat moeten
gaan doen? Zijn we al begonnen met hun
opleiding?
Hoe langer we wachten met transformeren,
hoe groter de capaciteitsuitbreiding die no -
dig is. Snel beginnen dus, maar wat moeten
de bouw vakkers en installateurs precies
gaan doen? Zolang de warmteplannen nog
niet zijn vastgesteld, hebben woningeigena -
ren eigenlijk nog onvoldoende houvast om
een goed onderbouwde investeringsbeslis -
sing te nemen. Dat geldt misschien niet
voor woningcorporaties met vastgoed in de
buurt van bestaande warmtenetten, maar
wel voor de meeste anderen. Betekent dit dat iedereen op de warmteplannen moet
wac hten?
Begin alvast met energie
-
besparing
Energiebesparing door extra isoleren van
woningen, energieterugwinning en over -
stapen op zuiniger apparaten is onmisbaar
in de warmtetransitie. De optimale graad
van isolatie verschilt echter per type infra -
structuur dat beschikbaar is of aangelegd
wordt. Bij aansluiting op een warmtenet
leidt isoleren tot energielabel B in veel ge -
vallen tot de laagste totale kosten terwijl bij
elektrisch verwarmen verdergaande ener -
giebesparing economisch voordelig is. Dat
blijkt althans uit studies van o.a. CE Delft
en PBL die de verwachte kosten van ver -
schillende opties voor verschillende type
woningen en wijken hebben geanalyseerd.
Hieruit zou geconcludeerd kunnen worden
dat het verstandig (no regret) is om alvast te
beginnen met isoleren tot label B en eventu -
ele aanvullende isolatie pas later aan te
brengen, nadat duidelijk is geworden voor
welke gebouwen elektrisch verwarmen de
meest aantrekkelijke optie is. Stapsgewijs
isoleren sluit aan bij de huidige praktijk en
"De hybride
warmtepomp is het
goedkoopste emissie arme alternatief
voor de CV ketel."
22
maakt financiering van de maatregelen bo-
vendien behapbaar, zeker voor particuliere
woning-eigenaren. Er zijn ook nadelen: niet
alle maatregelen voor label B (zoals dubbel
glas) passen bij een label A+ (niet alle stap -
pen stapelen), je zit vaker in de rommel en
er is meer regelwerk (overhead). Om deze
nadelen te omzeilen worden concepten ont -
wikkeld voor integrale energie-neutrale ge -
bouw-renovaties (zoals energiesprong,
NOM (Nul op de meter), stroomversnelling) die streven naar kostenreductie, kortere
doorlooptijd en ruimere financierings-mo
-
gelijkheden. Deze concepten lijken vooral
geschikt voor toepassing in rijwoningen en
gestapelde woningen, waar standaardisatie
tot kostenreductie kan leiden. Ze richten
zich nu nog op elektrisch verwarmen, maar
isolatieconcepten die aansluiten bij stads -
verwarming moeten ook mogelijk zijn. Het
is voor veel gebouweigenaren nu nog niet
helder wat de beste isolatiestrategie is:
Energiemaatregelen in de bebouwde omgeving
ENERGIETRANSITIE
23
ENERGIETRANSITIE
stapsgewijs, integraal of iets anders. Ook is
nog onduidelijk of een verouderde CV-ketel
het beste vervangen kan worden door een
nieuwe CV-ketel, die weer 10 jaar meegaat,
of door een hybride warmtepomp, die min-
der gas verbruikt en dus op korte termijn al
circa 50% CO? bespaart. Gedurende de le -
vensduur van een hybride warmtepomp
kan de woning wellicht stapsgewijs worden
voorbereid op aansluiting op een warmte -
net of elektrische warmtepomp. Dat geeft
dus flexibiliteit, maar sommige deskundi-
gen vrezen dat het de doorstart naar tech -
nieken met nog meer CO?-reductie in de
weg kan zitten. Het lijkt wenselijk om met
energie- en bouw-deskundigen handreikin -
gen te ontwikkelen die op verschillende
situaties zijn toegesneden en de gebouw -
eigenaar wegwijs biedt in het doolhof van
mogelijkheden.
Aan de slag: afstemmen en
faseren
Uit bovenstaande beschouwing volgt dat
we snel aan de slag moeten om de warmte -
transitie, als onderdeel van de energietran -
sitie, in ruim 30 jaar succesvol te kunnen
doorlopen. Veel partijen vragen om zeker -
heid en heldere plannen, maar niemand kan die nu al geven. Op korte termijn is be
-
hoefte aan warmteplannen, die voor elke
wijk aangeven welk klimaatneutrale ver -
warmings-systeem het meest aantrekkelijk
is. Die plannen dienen als voorlopige
oriëntatiepunten, die bijgesteld worden naarmate we meer ervaring op -
doen met de toepassing van
klimaatneutrale verwarmings-
systemen. Daarvoor zal de rijks -
overheid de condities moeten
scheppen, door met subsidies en
belastingen klimaatneutraal ver -
warmen financieel aantrekkelij -
ker te maken dan klimaatbelas -
tend verwarmen. Daarnaast zal
de regulering van de energienet -
ten moeten worden aangepast,
om tegen de laagst mogelijke na -
tionale kosten een klimaatneu -
traal warmtesysteem te kunnen inrichten.
De warmteplannen bieden gebouweigena -
ren houvast bij het plannen van investerin -
gen om hun gebouw en installaties gereed
te maken voor een klimaatneutrale toe -
komst. De bouw- en installatiebranche kan
zich voorbereiden op een substantiële
uitbreiding van zijn werkterrein. De nieuwe
klanten zullen echter pas toestromen
wanneer zij bereid zijn te investeren. Daar
kunnen bedrijven aan bijdragen door goed
werkende installaties en snelle, betaalbare
renovatieconcepten te ontwikkelen die niet
alleen energie besparen en de CO?-uitstoot
reduceren maar tegelijk het wooncomfort
vergroten.
"Het is onzeker
welke warmtebronnen
de komende 20 30 jaar
beschikbaar zullen
zijn of komen."
LEES MEER
Dit artikel is ook online te lezen
24
ENERGIETRANSITIE
Eindhoven denkt
en droomt over de
energietransitie van de
toekomst
BEELD: CITYDYNAMIEK.NL
25
Dromen over
duurzaamheid
Eindhoven koppelt ambitie aan realisme op basis van feiten
26
ENERGIETRANSITIE
T
oegegeven, het was ook wel
hoog gegrepen. Een nieuw-
bouwproductie van bijna
5.000 sociale huur- en koop -
woningen in de periode tot
2026, een gemodereerd huurprijsniveau
voor de sociale huursector, dat in 80 pro -
cent van de gevallen onder de eerste aftop -
pingsgrens zou moeten liggen (in 2017
?592,55 voor 1- en 2 persoonshuishoudens
en ?635,05 voor 3- of meerpersoons -
huishoudens) en een stevige verbetering
van de energieprestatie van het woning -
bezit van de woningcorporaties. Concreet
zou in 2020 een gemiddelde labelscore B
gehaald moeten worden en in 2026 gemid -
deld label A. "We hebben op het gebied van betaal-
baarheid, beschikbaarheid en duurzaam -
heid ambities geformuleerd die in eerste instantie grenzeloos waren. We hebben
durven dromen", aldus wethouder To
-
runoglu. "Eindhoven is een zeer populaire
stad en groeit dus hard. Wij vinden dat de
sociale woningvoorraad daarin moet meeg -
roeien. Met onze stevige duurzaam -
heidsambities willen we als stad bovendien
onze verantwoordelijkheid voor het kli-
maat nemen. Eindhoven profileert zich als
stad van de toekomst. Ontdekken, pionie -
ren, innoveren: het staat bij iedereen voor
op het netvlies. Dan zou het toch heel gek
zijn als je geen hoge ambities hebt op het ge -
bied van duurzaamheid?"
Financieel probleem
Hoe hoog het ambitieniveau kon zijn, moest
nog worden bezien. Daarvoor werd Ortec
Finance ingeschakeld. Voor het onderzoek
bracht het onderzoeksbureau als eerste het
bezit, de opgaven en de financiële middelen
van de vier Eindhovense woningcorpora -
ties onder in een grote virtuele corporatie
Eindhoven. Vervolgens werden de ambities
ernaast gehouden en aan een grondige fi -
nanciële analyse onderworpen. "De vraag was of de gestelde ambities ook
feitelijk realiseerbaar waren", aldus direc -
teur Johan Conijn. "Dat bleek niet het geval.
De combinatie van de drie gestelde doelen
leidt tot een financieel probleem. Niet op
alle financiële ratio's scoort de virtuele cor -
poratieslecht, maar wel op de loan-to-va -
lue. De verhouding tussen leningen en de
waarde van de woningen gaat onderuit." Het probleem is vooral dat tegenover de
hoge investering die is gemoeid met energe -
tische maatregelen in het algemeen weinig
extra inkomsten staan. Conijn: "Daardoor
neemt de leningportefeuille in omvang toe,
terwijl de waarde van het vastgoed relatief
weinig stijgt. En daar kan de corporatie
Eindhoven niet zo goed tegen. Je zou een
Bij voorbaat was al duidelijk dat
de duurzaamheidsdoelstellingen
van de gemeente Eindhoven en
de vier lokale woningcorporaties
zeer ambitieus waren. Te ambiti-
eus, zo toonde een analyse van
Ortec Finance aan. Inmiddels
werken gemeente en corporaties
op basis van aangepaste doel-
stellingen samen aan een nog dit
jaar te sluiten Duurzaam-
heidspact. Toch blijft het knagen,
vindt wethouder Yasin Torunoglu.
"Zonder verhuurderheffing waren
onze oorspronkelijke ambities
haalbaar geweest."
Tekst Eric Harms
27
"We willen zo
veel mogelijk
gebruik maken van elkaars krachten"
YASIN TORUNOGLU, WETHOUDER GEMEENTE EINDHOVEN
28
ENERGIETRANSITIE
hele boom kunnen opzetten of dat niet an-
ders zou moeten en of het geen onderschat -
ting is van de betekenis van de geleverde
energieprestatie. Maar feitelijk hebben we
met waarderingsgrondslagen te maken,
waar energiemaatregelen slechts in beperk -
te mate waarde aan toevoegen." Overigens is dat probleem ook bij het mi-
nisterie van wonen bekend. "Uit recent on -
derzoek dat Ortec Finance voor het ministe -
rie heeft uitgevoerd, bleek al eerder dat 80
corporaties hun labeldoelstellingen niet
kunnen halen. En daarbij werd nog niet
eens rekening gehouden met hun doelstel-
lingen op het gebied van woningbouw en
betaalbaarheid. Het is dus sowieso een
kwestie van passen en meten."
Open en eerlijk proces
Dat is nu ook de opgave waarvoor gemeente
en corporaties in Eindhoven zich gesteld
zien. Aanpassing van de ambities is noodza -
kelijk om tot realistische prestatieafspraken
te komen. "Dat is uiteindelijk een politieke
keuze, waar wij geen uitspraken over doen",
aldus Conijn. "Maar de discussie daarover
kan nu wel op basis van de feiten worden
gevoerd. Dat vind ik hier het mooiste: het
proces zelf. Zowel de gemeente als de cor -
poraties hebben al hun kaarten open en eer -
lijk op tafel gelegd, om er vervolgens ook
open en eerlijk met elkaar over in gesprek te
gaa n." Ingrid de Boer, directeur-bestuurder van
Woonbedrijf, een van de vier Eindhovense
corporaties: "Je hebt in de eerste plaats am
-
bities. Het is altijd goed om die op elkaar af
te stemmen. Daarnaast heb je mogelijkhe -
den. Daarvan hebben we gezegd: laten we
die nu eens beter aan elkaar koppelen.
Daarmee bereik je meer dan wanneer het
ieder voor zich zou zijn. We hebben heel be -
wust gekozen om hier een gezamenlijk tra -
ject van te maken." Torunoglu: "We hebben allemaal geïn -
vesteerd in samenwerking. Dat is gebeurd
in de overtuiging dat de gemeente en de
"Energiemaatregelen
voegen slechts in
beperkte mate waarde
aan het woningbezit toe."
29
woningcorporaties bondgenoten zijn. De
vier corporaties hebben bijna 43 procent
van de Eindhovense woningvoorraad in be-
zit. Zij zijn dus net zo verbonden met en ge -
bonden aan deze stad als de gemeente dat
is. Dat partnerschap is veel belangrijker en
gaat ook veel verder dan het met elkaar wil-
len onderhandelen. Wij hebben besloten om
zoveel mogelijk gebruik te maken van el-
kaars krachten. Zodat we ook snel grote
sprongen kunnen maken." Conijn: "Dit kan een voorbeeld zijn voor
hoe het zou kunnen gaan tussen corpora -
ties en gemeenten: aan de hand van feitelijk onderzoek met elkaar de doelstellingen af
-
wegen tegen de financiële mogelijkheden
en op die manier prioriteiten stellen en tot
haalbare prestatieafspraken komen. Vaak
wordt het gesprek met elkaar gevoerd op
basis van beelden die men heeft of verwach -
tingen die niet altijd goed zijn onderbouwd.
Op basis van de feiten kun je veel beter af -
wegingen maken."
Durven te dromen
"De rapportage van Ortec Finance heeft ons
veel inzicht opgeleverd", bevestigt wethou -
der Torunoglu. "De resultaten van het on -
Werkzaamheden in Boulevard-Zuid in EindhovenBEELD: WOONBEDRIJF
30
derzoek vormen een mooi uitgangspunt om
met elkaar te bekijken wat de meest opti-
male maar ook realistische ambities zijn.
We zijn natuurlijk wel erg ambitieus ge-
weest, dus de uitkomst dat het niet kon
kwam niet echt als een verrassing. We durf -
den te dromen. Het wrange is wel dat alle
ambities wel degelijk gerealiseerd hadden
kunnen worden, als we daarvoor het be -
drag hadden kunnen gebruiken dat de
Eindhovense corporaties als verhuurder -
heffing aan het rijk moeten betalen. Dan
waren onze grenzeloze ambities opeens
heel reëel geweest." De Boer: "Feit is dat de verhuurderheffing
ons geen slok op een borrel maar een derde
van een glas scheelt. Woonbedrijf heeft net
weer de meerjarenbegroting opgesteld, en
daaruit blijkt dat wij in 2022 maar liefst 31
procent van onze netto huurinkomsten af -dragen. Dat is echt heel veel. Als je zoveel
moet afdragen, dan gaat dat linksom of
rechtsom gevolgen hebben voor het investe
-
ringsniveau." De 100 miljoen euro die het nieuwe kabi-
net ter compensatie zegt vrij te willen ma -
ken voor de verduurzaming van de sociale
woningvoorraad schiet wat Torunoglu be -
treft dan ook zeer tekort. "Dat komt neer op
24 euro per corporatiewoning. Met alle res -
pect, maar dat is een schijnambitie. Toon
dan zelf ambitie en neem het besluit om de
opbrengst van de verhuurderheffing volle -
dig te bestemmen voor investeringen in
duurzaamheid. Dat zou van veel meer am -
bitie getuigen." Het zou al schelen als de rijksoverheid
een duidelijk beeld heeft van de situatie op
lokaal niveau, voegt De Boer daaraan toe.
"Op landelijk niveau wordt weliswaar ge -
Bewoner Frank samen met Heleen, medewerker van Woonbedrijf, voor zijn woning in LakerlopenBEELD: WOONBEDRIJF
31ENERGIETRANSITIE
steld dat label B voor alle corporatiewonin
-
gen in 2021 haalbaar en betaalbaar is.
Maar dat gaat mis op de schaal van de indi-
viduele gemeenten. Op landelijk niveau
kun je alles rond rekenen, maar als je op
lokaal niveau beziet, is het niet zo eenvou -
dig. Hier moet het rijk veel gedetailleerder
naar kijken."
Paarse krokodillen
Het is niet de enige wens aan het adres van
het nieuwe kabinet. Gemeente en corpora -
ties hopen daarnaast een toezegging te
kunnen verkrijgen op het gebied van wet-
en regelgeving. Wethouder Torunoglu: "De
huidige set van stringente regels die corpo -
raties opgelegd hebben gekregen zijn dode -
lijk voor het realiseren van onze ambities.
De corporaties zijn aan alle kanten gebon -
den en beperkt in hun handelen. Er zijn een
heleboel paarse krokodillen die we moeten
killen om duurzaamheid in de corporatie -
sector echt van de grond te krijgen. Daarin
is een faciliterende rol van het rijk heel hard
nod ig." De Boer bevestigt dat: "Er is veel te veel
gereguleerd en daar hebben we last van. We
willen bijvoorbeeld graag de discussie aan -
gaan over de woonkosten als geheel, dus
over de huurprijs en de energielasten sa -
men. Een energieprestatievergoeding, zou
een goed instrument kunnen zijn om het
rendement van onze investering in energie -
besparende maatregelen ook bij ons te laten
landen. Maar dat is heel technisch en moei-
lijk uitvoerbaar. We maken het echt onno -
dig moeilijk met elkaar." De gesprekken tussen gemeenten, corpo -
raties en bewonersorganisaties over betaal-
baarheid, beschikbaarheid en verduurza -
ming zijn in volle gang, aldus Torunoglu.
"Ondanks de uitkomsten van het onderzoek
van Ortec Finance zijn we van plan om op het gebied van duurzaamheid een stevige
ambitie neer te leggen. We maken die ambi-
tie concreet in de vorm van een Duurzaam
-
heidspact. Daar willen we nog voor het ein -
de van het jaar onze handtekeningen onder
kunnen zetten, zodat we het als onderleg -
ger kunnen gebruiken voor de prestatieaf -
spraken van volgend jaar." De Boer: "Het streven is: optimalisatie
van de drie prestatievelden. Ik wil bijvoor -
beeld niet dat betaalbaarheid, waar we in
Eindhoven heel goed op scoren, ten koste
gaat van duurzaamheid. De huurdersver -
enigingen op hun beurt stellen juist de be -
taalbaarheid voorop en geven minder prio -
riteit aan duurzaamheid. Wij willen ook
zeker niet alle kosten bij onze huurder neer -
leggen. Zo hebben we bepaald dat label B
onze nieuwe standaard is. Alle kosten van
de maatregelen die nodig zijn om onze
voorraad op het niveau van label B te bren -
gen rekenen wij niet door. Maar alles daar -
boven rekenen we wel door naar de huur -
der. Over dat soort zaken moeten we kortom
met elkaar nieuwe standaarden afspreken.
Je moet duidelijk zijn: wat mag de huurders
aan kwaliteit en duurzaamheid verwachten
voor de huur die hij betaalt?" Dat komt ook de betrokkenheid van be -
woners bij het Duurzaamheidspact ten goe -
de. "Die betrokkenheid is uitermate belang -
rijk", meent Torunoglu. "Duurzaamheid
doe je namelijk samen. Het is echt een
co-creatie van alle betrokkenen. We nemen
daarom de huurdersorganisaties nadrukke -
lijk mee in de opstelling van het Duurzaam -
heidspact. Het volstaat niet om de wonin -
gen te verduurzamen, als de bewoners zich
niet bewust zijn van het steentje dat zij zelf
kunnen bijdragen. Door de huurders erach -
ter te krijgen, geven we een krachtig signaal
naar de samenleving. De tijd is er rijp voor
en het is omwille van het klimaat ook super -
32
noodzakelijk om het anders te doen. En dat
besef neemt gelukkig alleen maar toe."
Krachten bundelen
Anders doen wil ook zeggen: krachten bun-
delen. Torunoglu: "Wij hebben als gemeen -
te vastgoed in de stad, waarvoor inmiddels
budgetten zijn vrijgemaakt om dat te ver -
duurzamen. En de woningcorporaties heb -
ben duurzaamheidsambities waar budget
voor is vrijgemaakt. Maar wat veelal ge -
bruikelijk is, is dat iedereen vervolgens voor
zichzelf het wiel probeert uit te vinden. Ie -
dereen probeert op eigen kracht of door in -
schakeling van adviseurs de nieuwste of beste technologie te ontdekken. Iedereen
maakt er ook mensen voor vrij. Hoe mooi
zou het zijn als we erin slagen om de krach
-
ten te bundelen? Zodat we het wiel niet tel-
kens opnieuw hoeven uit te vinden, maar
van elkaar krijgen te horen welke valkuilen
er zijn en wie waarmee ervaring heeft opge -
daa n?" Nog afgezien van de inkoopvoordelen die
geboekt kunnen worden. "Door het be -
schikbare geld zo efficiënt mogelijk te be -
steden houd je financiële ruimte over voor
innovatie. En daardoor creëer je de perfecte
omgeving voor de markt om te pionieren en
nieuwe dingen te ontwikkelen, waarmee
Bewoners in hun huis dat volgens The Natural Step is gerenoveerdBEELD: WOONBEDRIJF
33
ENERGIETRANSITIE
vervolgens met name ook in de bestaande
bouw flinke stappen vooruit kunnen wor-
den gezet. Dat zie ik als een belangrijke
taak van de gemeente en de corporaties als
opdrachtgever: de markt op positieve wijze
stimuleren om innovatieve technieken nog
sneller te ontwikkelen." Ingrid de Boer: "Incidenteel werken we
nu al voorzichtig samen met elkaar, maar
dat moet nu breder en substantiëler worden
opgepakt. De energie om dat voor elkaar te
krijgen is er. De wil en bereidheid om dit te
gaan doen zijn heel groot, zij het dat dit
voor een belangrijk deel te maken heeft met
de mensen die op dit moment met elkaar aan tafel zitten. Uiteindelijk moet het Duur
-
zaamheidspact ons als bestuurders kunnen
overstijgen. Gekoppeld aan de uitvoering
ervan moet het organisatorisch zodanig
worden ingebed en geborgd, dat al onze
medewerkers ermee aan de slag gaan." Daarnaast wordt nog gezocht naar een
supervisor, die dat proces kan aanjagen en
bewaken. "We hebben hier in Eindhoven
goede ervaringen met de functie van su -
pervisor. Adriaan Geuze heeft als super -
visor voor Strijp-S de ontwikkelingen daar
echt op gang weten te brengen en te hou -
den. Zo iemand moeten we ook hebben
voor ons Duurzaamheidspact. Er moet ie -
mand zijn die knopen doorhakt en de knup -
pel in het hoenderhok gooit wanneer dat
nod ig i s." Torunoglu: "We zoeken een krachtige
persoonlijkheid met gezag en brede kennis
van duurzaamheid, die ons kan inspireren
en opjagen. Koste wat kost moet voorkomen
worden dat het Duurzaamheidspact in loze
woorden blijft steken. We hebben met el-
kaar namelijk een zware klus te klaren."
"We willen niet dat
betaalbaarheid
ten koste gaat van
duurzaamheid."
LEES MEER
Het artikel is ook online te lezen
34
ANNELIES HUYGEN
hoogleraar Ordening van
Energiemarkten aan de UvA en
onderzoeker werkzaam bij TNO
35
Van transitie
naar
metamorfose
Annelies Huygen is hoogleraar Ordening van Energiemarkten
aan de UvA en is als onderzoeker werkzaam bij TNO. Als lid
van het kennisnetwerk FUSE bracht ze begin dit jaar het boek
"Verduurzaming in eigen hand" uit, overhandigd aan een
breed scala van Tweede Kamerleden.
Ons gesprek gaat over het nieuwe kabinet en haar
discussiestuk voor TNO: 'DE METAMORFOSE VAN DE
ENERGIEVOORZIENING'.
Tekst Annemiek Rijckenberg
U kiest voor het poëtische woord metamorfose ten opzichte van de ingebur -
gerde term transitie, daarmee suggererend dat er een gedaanteverwisseling
naar volwassenheid gaat plaatsvinden in plaats van een structurele overgang
naar een ander systeem.
Met dit begrip wil ik uitdrukken, dat de kern van de materie hetzelfde blijft, ener -
gie, maar dat we van rupsen naar vlinders gaan, en we weten niet precies hoe die
vlinder er uit zal zien. De term transitie suggereert een complexe en loodzware
systeemverandering, die ons angst inboezemt en weerhoudt om te beginnen. Over
dat vooruitplannen, het technologisch neerzetten van het 2050-perspectief, kan ik
mijn ergernis nauwelijks verhullen. We weten niet hoe de vlinder er in 2050 uit -
ziet. Laten we daar dan ook geen plaatjes van maken. Dat doen we met de ICT ook
niet meer, want dat zet op het verkeerde been, alsof het planbaar is.
Essentieel is dat verduurzamen rendeert. Innovaties verlopen exponentieel, het
begin is het moeilijkst. Niet lang geleden berekenden we dat er in 2017 ongeveer
40.000 zonnepanelen zouden zijn, het zijn er al 800.000. Zo ging het ook met in -
ternet: het rendeerde, iedereen ging het gebruiken.
INTERVIEW
36
Uw publicaties stralen uit, dat het betere en beste de vijand is van het
goede, en dat we de nu beschikbare duurzame technieken moeten
gaan toepassen. Dat gebeurt tot nu toe niet vanzelf.
Ik geloof met hart en ziel in de inventiviteit van de markten en technologische voor-
uitgang. Zodra er geld verdiend kan worden met verduurzaming, gaat de bal vanzelf
rollen. Maar de regering creëert geen markt voor verduurzaming. Duurzame oplos -
singen worden vaak belast, terwijl vervuilers niet hoeven te betalen voor de schade
die zij aanrichten. Dan komen er subsidies om toch iets te doen. Maar die gaan naar
bewezen oplossingen en lokken geen revolutie uit. Zo lukt het niet. Straks kan alles
energiedrager worden, alle oppervlakten en materialen, en de mogelijkheden van
schone opwekking zijn nog lang niet allemaal bekend. We zitten nog steeds vast aan
de nieuwe kolencentrales van minister Cramer, we stoken biobased bij en gaan nu
grootschalige zonneparken en opslag van CO2 subsidiëren. Dat is geen metamorfose,
maar een voortzetting van het traditionele systeem. Het meedoen met de Europese
regels leidt tot het kappen van Amerikaanse bossen. Gelukkig staat in de regerings -
verklaring dat hout bijstoken moet stoppen, al ligt de einddatum pas in 2030.
Ondanks uw scherpe analyse doet u toch veel softe procesaanbevelin -
gen, zoals we die op alle terreinen van beleid aantreffen. Daar maak je
toch geen meters mee?
Dat heeft alles te maken met de nu onoverbrugbare kloof tussen decentrale duur -
zame opwekking en het centrale systeem. Er zijn systeemveranderingen nodig.
Het barst van de maatschappelijke energie en de mogelijkheden voor nieuwe be -
drijvigheid, maar de initiatieven lopen vaak vast vóór ze kunnen renderen of op -
schalen. We mogen niet samen produceren en delen! Alles moet individueel wor -
den afgerekend, je mag nu niet zomaar leveren aan je buurman of aan de buurt.
Het beleid is detaillistisch, hier een experimentje, daar een pilot. Hoge belastingen
op gezamenlijk geproduceerde duurzame energie bederven het rendement. De
postcoderoos, een vrijstelling, is een van de meest bureaucratische bloemen, die
ooit is gekweekt. Nu zijn er weer plannen voor nieuwe, grootschalige warmtenet -
ten: volgens het uitstekende principe van gebruik van restwarmte opgezet, maar
met een dure en inflexibele infrastructuur en warmte uit fossiele bronnen toch
weer niet duurzaam. Burgers mogen niet in dure monopolistische oplossingen te -
recht komen. Ik geloof er heilig in, dat straks de zelf-opgewekte energie opgesla -
gen kan worden, en dan verandert het hele systeem!
In uw publicatie FUSE is de conclusie: om ervoor te zorgen dat Neder -
land daadwerkelijk een vooraanstaande positie verwerft, is een nieuw
reguleringsstelsel nodig, waarbij lokaal produceren, verhandelen en
flexibiliteit uitwisselen wordt ondersteund in plaats van belemmerd.
Ook het belastingstelsel dient aangepast te worden. We moeten eerst
nog heel veel achterstand inhalen! Wat vindt u van regeerakkoord en
het gevoerde debat over de ondergrondse CO
2 opslag?
37
"Optimist tot
in mijn vezels,
maar eigenlijk
ben ik kwaad!"
ANNELIES HUYGEN
38
Het klopt fundamenteel niet, hoe de energiebelasting en de subsidies worden inge-
zet. De overheid haalt ongeveer 7,2 miljard euro binnen uit heffingen uit de ener -
gierekening. Dit wordt grotendeels betaald door burgers en het MKB, grote bedrij -
ven betalen nauwelijks mee. Dit geld wordt vooral ingezet voor de financiering van
wind-op-zee en grootschalige zonneparken en zal in de toekomst ook naar de
grootschalige opslag van CO
2 onder de grond moeten gaan.
Wat zou ú doen als u de nieuwe energieminister was?
Het principe dat de vervuiler betaalt weer onderdeel maken van het belasting - en
tarievenregime. Daarmee creëer je een markt voor schone producten en diensten,
opruimen en recyclen wordt rendabeler dan nu. Van subsidies profiteren vooral de
ingewijden en ze maken lui. Ze belemmeren veel innovaties. Vervolgens moet het
salderen niet worden afschaft in 2020. Verduurzaming is ook mentaal; iedereen
moet handelen. Salderen is succesvol, iedereen met een zonnepaneel beseft nu dat
het anders kan. Er is geen enkele rechtvaardiging voor de torenhoge belastingen
op het gebruik van zelf geproduceerde duurzame energie. Verder moet de opbrengst van lokale heffingen ook lokaal besteed worden, aan
lokale innovaties en initiatieven waarbij echt meters worden gemaakt. Geen vage
praatjes of eindeloos leren voor duurzaamheid of betere governance! Ik zou ook direct een taskforce instellen, met de mogelijkheid om iets te kunnen
doen aan wet- en regelgeving die lokaal verduurzamen belemmert. Een vereiste is
dat de rijksoverheid heldere normen formuleert, met handhaving in plaats van
vage convenanten, waarbij inspirerende doelen worden gesteld. Zo moeten alle
gemeenten nu warmteplannen maken, een gigantische operatie met talloze be -
langhebbenden. Ik zou direct een verbod leggen op de aanschaf van nieuwe gas -
ketels zonder hybride warmtepomp; dat dient hetzelfde doel en heeft onmiddellijk
resultaat. Het bevordert bovendien de innovatie. Daarnaast is de angst voor ver -
storing van het landschap door energieakkers groot. Maar we hebben natuurlijk
een immens landschap van platte daken! Ik zou inzoomen op dat wat geen angst
inboezemt.
Samenvatting Denktank
Het boek "Verduurzaming in eigen hand" (download) is een uitgave van FUSE, een
denktank waarin een keur van wetenschappers en innovatieve ondernemers op
persoonlijke titel en om niet een bijdrage leveren aan de innovatie van ons energie -
systeem. Annelies Huygen is een van hen. In het boek wordt betoogd dat Neder -
land het Silicon Valley van Europa kan worden met nieuwe technologieën en dien -
sten op het gebied van lokale duurzame energie. Ons land is dicht bevolkt, er zijn
fijnmazige infrastructuren, er is veel kennis en expertise op het gebied van ener -
gie, wij hebben een open energiesysteem en wij zijn gewend samen te werken (te
polderen). Er zijn dan ook al meer dan 300 lokale initiatieven in Nederland, waar
burgers en bedrijven gezamenlijk aan de slag gaan om een appartementencom -
plex, een wijk of een gebied te verduurzamen. Tien initiatieven zijn geportretteerd
39
LEES MEER
Dit artikel is met de download van
'Verduurzaming in eigen hand' online te lezen.
in het boek. Dit zijn interessante projecten, waarbij de nieuwste producten en dien -
sten op het gebied van duurzame energie worden toegepast. Maar uit de interviews
blijkt ook dat de initiatiefnemers vele zogenaamde institutionele belemmeringen
tegenkomen. Dit zijn onnodige blokkades die soms bewust en vaak onbewust
voortkomen uit de verouderde manier waarop we het energiesysteem nu geregeld
hebben.(?.) Nederland was met zijn aardgasbel en raffinaderijen koploper op het
gebied van fossiele energie. Nu is het zaak dat wij ons ondanks die fossiele invloe -
den een positie veroveren in het
nieuwe energiesysteem. Een
grote belemmering blijkt het in -
stitutionele systeem te zijn, dat
nog is gebaseerd op de traditio -
nele centrale voorziening, met
grote centrales die energie trans -
porteren naar kleine gebruikers
die passief blijven. Er wordt on -
voldoende rekening gehouden
met actieve gebruikers, die zelf
produceren, elektriciteit met el-
kaar willen uitwisselen en die
vraag en aanbod met elkaar in
evenwicht willen brengen, bij -
voorbeeld door het laden van au -
to's af te stemmen op de beschikbaarheid van elektriciteit of van transportcapaci-
teit. Daarnaast vormt het systeem van energiebelastingen een grote belemmering.
Op het gebruik van lokale duurzame energie rusten vaak hoge belastingen, veel
hogere energiebelastingen dan die grotere afnemers betalen voor het gebruik van
fossiele energie. Bij opslag moet soms zelfs het dubbele betaald worden. Om ervoor
te zorgen dat Nederland daadwerkelijk een vooraanstaande positie verwerft, is
een nieuw reguleringsstelsel nodig, waarbij lokaal produceren, verhandelen en
flexibiliteit uitwisselen wordt ondersteund in plaats van belemmerd. Ook het be -
lastingstelsel dient aangepast te worden.
"Hoe de energie belasting en de
subsidies door de regerin
Reacties