24 2015/02 S+ROThemaBinnenstadKomen en gaan in debinnenstadTiel en Zaltbommel, J. Blaeu, 1649,Bron: Gelders ArchiefKomen engaan in debinnenstadKomen engaan in debinnenstadS+RO 2015/02 25ThemaBinnenstadKomen en gaan inde binnenstadStadshart Almere. Foto: Leo Kist deRuijter/My Photo VisionCoosje BerkelbachArchitectuurhistoricusc.berkelbach@gmail.comDe binnenstad is de meest dynamischeplek van de stad, vol winkelend publiek,toeristen, musea, theaters, concertza-len, restaurants en terrassen. Maar isdat altijd zo geweest? Veel historischestadscentra zijn van oorsprongmiddeleeuws. Door de eeuwen heen zijnzij geteisterd door stadsbranden enoorlogsgeweld en zijn ze meegesleeptin economische, politieke, technische enculturele ontwikkelingen. Vooral deafgelopen twee eeuwen is het eenkomen en gaan van bewoners enbedrijven. En toch blijft de stad de stad.Verschillendesoorten stedenEen stad heeft stadsrechten, zo leerdenwij op school. Maar is dat wel zo? Demeeste historische steden hebben in demiddeleeuwen stadsrechten gekregen.Deze zijn belangrijk vanwege deprivileges: naast het recht om eenstadsmuur te bouwen, marktrecht,stapelrecht en muntrecht, zijn hetvooral de bestuurlijke rechten diebelangrijk zijn: recht op een eigenstadsbestuur, eigen rechtspraak enwetgeving en het recht om belasting teheffen. Het onderscheid tussen stad enland is enorm. In de steden, ommuurdebolwerken in het lege land, worden detoonaangevende politieke, economischeen culturele normen gesteld. Bereik-baarheid is van cruciaal belang, hetvervoer ging over water, vandaar deligging van onze historische steden aaneen rivier of zeearm.Rond 1800 wordt er gemorreld aan destadsrechten. Lodewijk Napoleonverheft alle steden met meer danvijfduizend inwoners tot stad en geeftenkele dorpen zoals Assen en Austerlitzstadsrechten. Maar als Nederland in1814 een nieuwe grondwet krijgt, is hetafgelopen met de autonomie van desteden. En een kleine vijftig jaar later ishet onderscheid tussen stad en platte-land in Nederland opgeheven en hethele land opgedeeld in gemeenten. >>`Het is verbazingwekkendhoeveel verandering de stadkan verwerken, hoeveel to-meloos geweld ze kan ver-dragen en toch min of meer"zichzelf" kan blijven. Iederestad is meermalen geplun-derd, verwoest, uitgebrand,of technisch geavanceerdplatgegooid, geteisterd doorhonger, pest en cholera,leeggelopen en weer vol-gestroomd, afgebroken enweer opgebouwd. En toch,de stad bleef de stad.'(G. Brinkgreve, 1956)26 2015/02 S+ROThemaBinnenstadKomen en gaan in debinnenstadLijnbaan Rotterdam winkelendemensen, 1955. Foto: SpaarnestadPhoto, HHVerkeersenquete Arnhem 1969. Bron:Gelders ArchiefGemeenten met veel inwoners noemenwe een stad. Nederland heeft nu 75gemeenten met meer dan 50.000inwoners. Op nummer ??n staatAmsterdam met ruim 800.000, op vijfEindhoven met 220.000 en op achtAlmere met rond de 200.000 inwoners.In de geschiedenis van de laatste tweekomt het woord stadrechten niet ofnauwelijks voor. Zij horen tot de nieuweindustrie- en woonsteden die sinds1900 zijn ontstaan.Vanaf 1870 gaat er een golf vanindustrialisatie door Nederland. Ditleidt tot enorme groei van de bestaandesteden. Bijzonder is dat daarbuitenkleine dorpskernen uitgroeien, eerst totlandsstadjes maar rond 1900 tot groteindustriesteden,vaak gespecialiseerd inbijvoorbeeld textiel, machine- enmetaalindustrie of elektronica.Enschede, Hengelo, Tilburg, Helmond enEindhoven, allemaal zijn ze ontstaan ineen omgeving waar weinig stedelijkeontwikkeling was. Niet de mooie ofgunstige ligging lokte industri?len deprovincie in, maar de goedkopearbeidskrachten en bouwgrond.Tijdens de economische crisis middenjaren zeventig blijkt de kwetsbaarheidvan specialisatie en is ingrijpennoodzakelijk. Eindhoven groeit uit totkennisstad met een High Tech Campus,Enschede overleeft door nieuweindustrie en de opening van de TUTwente, en ook Tilburg krijgt eennieuwe universiteit.S+RO 2015/02 27ThemaBinnenstadKomen en gaan inde binnenstadAfbraak van Caf? `Het Hoekje' in deNieuwmarktbuurt voor de aanleg vande metro, Amsterdam 1975.Fotograaf: Gerda VeenDe nieuwste groep steden zijn dewoonsteden. Ook deze wijken sterk afvan de middeleeuwse stad. De eerstewoonsteden ontstaan op locaties meteen treinstation met goede verbindin-gen en goedkope bouwgrond. Hilver-sum, ??n van de oudste, ligt gunstig tenopzichte van Amsterdam en Utrecht enis daardoor aantrekkelijk voor forensen.Apeldoorn, met als aanjager Koninklijkpaleis Het Loo, trekt ook grote nieuwegroepen stadsbewoners. Na de TweedeWereldoorlog is de overheid aanjagervan nieuwe woonsteden. Eerst met deaanwijzing van groeikernen alsoverloop voor de grote steden, zoalsEmmen, Almere en Zoetermeer. Beginjaren negentig volgen de Vinex-locaties,grootschalige uitbreidingen aan de randvan bestaande grote en middelgrotesteden, zoals Leidsche Rijn en IJburg.Officieel zijn het geen zelfstandigesteden maar met een inwonertal vanrespectievelijk 28.000 en 20.000,vertegenwoordigen ze wel een vormvan nieuwe stedelijkheid.De geschiedenis van de stadLang is de historische stad de binnen-stad. Dit verandert als na 1795 destadswallen, die de stadsmuren hebbenvervangen, hun defensieve functieverliezen. Steden die zich eeuwenlangontwikkeld hebben binnen het keurslijfvan muren en wallen krijgen eindelijklucht. De gesloopte wallen maken vaakplaats voor recreatie, zoals in Utrechtwaar burgemeester Asch van Wijck in1830 aan Zocher de opdracht geeft devestinggordel te veranderen in eenchique wandelpark. Niet alleen voor eenverfrissend uitje maar met hetbelangrijke doel om de stad aantrekke-lijk te maken voor de gegoede klasse.Want dat is nodig.In de eerste helft van de negentiendeeeuw hebben steden het moeilijk.Handel en nijverheid zijn sterk terugge-lopen, de werkloosheid is hoog, dearmoede neemt toe, de steden lopenleeg. Woonde rond 1700 nog 33,6procent van de bevolking in een stadmet meer dan vijfduizend inwoners,rond 1800 is dit teruggelopen tot 28,8procent. Sprekend voorbeeld isEnkhuizen waar driekwart van debevolking is vertrokken en meer danduizend woningen zijn gesloopt. Maarachteraf blijkt deze leegloop de stiltevoor de storm.De grote veranderingVanaf het midden van de negentiendeeeuw rollen de ontwikkelingen die dewereld op zijn kop zullen zetten, in eensneltreinvaart over elkaar heen. Metalle gevolgen van dien voor de stad ende binnenstad. In 1839 rijdt de eerstetrein van Amsterdam naar Haarlem. Ditis het begin van een netwerk dat dewereld met elkaar zal verbinden. Detrein vervangt de trekschuit, een reisjevan Amsterdam naar Den Haag wordtteruggebracht van acht naar maarliefst anderhalf uur!De opkomende industrie die al snel naarde rand van de stad verhuist, zorgtvoor het loskoppelen van wonen enwerken. De tram overbrugt de afstand.Door de crisis op het platteland als ge-volg van import van graan uit Amerika,ontstaat een enorme trek naar de stadwaar de behoefte aan arbeidskrachtenalleen maar toeneemt. De stad barst uithaar voegen. In korte tijd wordennieuwe woonwijken uit de grondgestampt, vooral door speculanten. >>Grachtenfestival Amsterdam.Foto: Lou Frances, Creative Commons28 2015/02 S+ROThemaBinnenstadKomen en gaan in debinnenstadDe woonomstandigheden verslechte-ren, de uittocht begint. Forensenvestigen zich op mooie, goedkope,makkelijk bereikbare plaatsen.De stad wordt uit elkaar getrokkenmaar de aantrekkingskracht van dehistorische kern blijft. Vooral als binnenkorte tijd zowel het aanzien als hetaanbod verandert. In 1883 opent koningWillem III in Amsterdam de Wereldten-toonstelling waar de nieuwste ontwik-kelingen te zien zijn de het leven in dekomende jaren aanzienlijk zullenveranderen. De tentoonstelling trekt invijf maanden tijd maar liefst anderhalfmiljoen bezoekers uit de hele wereld. Zijkunnen verblijven in nieuwe luxe hotelsin het centrum: het Amstelhotel,Americain en Krasnapolsky.In 1825 krijgt Rotterdam de eerstegasfabriek, vijf jaar later is de stadverlicht met gaslampen. Nog eengrotere stap is de introductie van degloeilamp in 1879. In dat jaar is tergelegenheid van het huwelijk tussenKoning Willem III en Emma voor heteerst een demonstratie van elektrischeverlichting. Hotel Krasnapolsky blijftniet achter, vier jaar later is De Winter-tuin verlicht met 350 gloeilampen.Het einde van gesleep met emmersnaar de waterpomp is in zicht als hetleidingnet de woning binnenkomt enwater aanlevert om te drinken, tekoken, te wassen en schoon te maken.Riolering vervangt de beerputten en detonnenmannen die huis aan huis defecali?n ophaalden. De straten wordenschoner, de stank minder, geplaveide engeasfalteerde wegen maken een eindeaan de eeuwige modder en stofwolken.Wel worden ze regelmatig opengebro-ken om leidingen voor gas, elektra,water, riool en later de telefoon, in tegraven. Ook onder de grond verandertde stad aanzienlijk.S+RO 2015/02 29ThemaBinnenstadKomen en gaan inde binnenstadBehalve het vervoer van goederen enmensen komt een nieuwe informatie-stroom op gang. Naast de spoorlijnenliggen telegraaflijnen. In de jarentachtig zijn alle grote steden aangeslo-ten op het telefoonnetwerk. Deintroductie van de huistelefoon komtrustig op gang maar door de uitdijendesteden worden de afstanden groter enis het handig als je niet meer iemandvoor een boodschap hoeft te sturen.Stoommachines en stoomschepenzorgen voor een revolutie van productieen transport, met grote gevolgen voorhet gebruik en het aanzien van de stad.Winkels en warenhuizen nemen destraathandel en de marktfunctie over.In de stad verschijnen grootwinkelbe-drijven met onweerstaanbare, in deavonduren zelfs verlichte, etalages. Eennieuwe tijdverdrijf is geboren: winkelen.Niet minder belangrijk zijn de politiekeontwikkelingen. In 1848 wordt Neder-land een parlementaire democratie. Alsaan het eind van de eeuw de SDAP deeerste zetels verovert in de TweedeKamer komen betere lonen, beterehuisvesting, verkorting van de arbeids-dagen en later zelfs vakantiedagenbinnen bereik. En dit zorgt voor eennieuwe industrie: het toerisme.Via trein en tram komt het binnenland-se toerisme op gang. Van het plattelandnaar de stad en omgekeerd. De massalekennismaking van de burgers met hunmedeburgers, steden en landschappenvan Nederland kan beginnen. Publieks-trekkers worden belangrijk: tentoon-stellingen, feesten, maar ook plezier-treinen waarmee je goedkoop eenrondje door het land kan maken. En deeerste reisgidsen verschijnen met veelaandacht voor de schilderachtigeHollandse steden.Krotten, verkeer en leegloopMaar de vooruitgang heeft ook mindergunstige effecten. Door de grote treknaar de stad, het tekort aan goedkopewoonruimte en slechte hygi?ne zijn dewoonomstandigheden in sommigewijken tot een dieptepunt gedaald.Rond 1900 leeft bijna twee van de vijfmiljoen inwoners van Nederland inarmoede. Ieder stadscentrum heeft zijnbuurten zoals de Jordaan, die vervallenzijn tot ongezonde krottenwijken.De woningwet uit 1901 moet hierverandering in brengen maar het zalnog lang duren voordat Nederland vanzijn krotten verlost is. Door de EersteWereldoorlog is weinig materiaalvoorhanden en als de bouw net op gangkomt, begint de Tweede Wereldoorlog.Veel historische binnensteden hebbenzwaar te lijden en zijn gedeeltelijk ofzelf vrijwel geheel vernietigd. Na deoorlog worden sommige herbouwd,andere vernieuwd met als koploperRotterdam die voor haar verloren histo-rische centrum een moderne stadopbouwt die de nieuwe focus van debinnenstad helder verbeeldt. Winkelenkrijgt een hoofdrol in de vorm van eennieuw concept `De lijnbaan', evenals hetonderwerp dat de komende jaren dediscussie in ieder stadcentrum zalbeheersen: ruimte voor het verkeer.`Als er geen radicale koerswijziging komt,dan staat de gestalte der oude stad overtwintig jaar duidelijk voor ons: een stads-deel waar de weinige, als monumentbewaarde huisjes als dwaze, doellozemuseumstukken in de openluchtplatgedrukt worden door de massa's dermoderne zaken- en administratiepan-den, een beeld van zinloze, doellozemiljardenvernieling van de cityvormingwaarheen Amsterdam op weg is.'(G. Brinkgreven, 1954)In 1956 verschijnt het boek Alarm inAmsterdam of Het lot der oude binnen-steden. Dit is een noodkreet voor hetbehoud van de historische binnenstaddie ten onder dreigt te gaan aan hetoprukkende verkeer en de Cityvorming.Huizen worden gesloopt om plaats temaken voor grote nieuwe kantoorge-bouwen. Inmiddels heeft de auto haarintrede gedaan, in eerste instantie vooreen beperkte groep maar vanaf de jarenzeventig is deze ook voor het grotepubliek betaalbaar. In de historischebinnenstad zijn de straten te smal enparkeerplaatsen onvoldoende, de stadraakt verstopt. De oplossingen zijnrigoureus: demping van grachten, grotedoorbraken, en sanering zijn aan deorde van de dag. Culturele en economi-sche belangen staan lijnrecht tegen-over elkaar. De historische stad dreigthet onderspit te delven.Hoe het ook kan laat Maastricht zienmet de aanpak van de verpauperdeStokstraat in het centrum. Hoewelsloop en nieuwbouw voor de hand ligt,wordt de straat tussen 1950 en 1970gesaneerd, gerestaureerd en getrans-formeerd tot ??n van de deftigstewinkelstraten van de stad. De toon isgezet voor een modernisering van destad met behoud van (cultuur) histori-sche waarden.En weer keert het tij. Door de slechtebereikbaarheid trekken de kantoren destad uit. Ook veel bewoners zoeken hunheil buiten het centrum waar in dewederopbouwperiode grote nieuwewijken zijn verrezen. De binnenstad isrommelig en vol, met te weinig openruimte, recreatiemogelijkheden enspeelplaatsen, en de chaos van hetverkeer neemt alleen maar toe. Eennieuwe groep die materieel met weinigtevreden is maar hoge eisen stelt aancultuur en politiek verovert de stad:studenten en jongeren. In de jarenzestig en zeventig is de binnenstad hetdomein van provo's, nozems en deFlower Power.Intussen worden binnenstedengesaneerd waarbij woningnood enleegstand hand in hand gaan wantdichttimmeren gaat sneller danbouwen. Als in het centrum vanAmsterdam in 1975 een spoor van sloopwordt getrokken voor de aanleg van demetro, komen niet alleen de monumen-tenzorgers maar ook de bewoners in >>30 2015/02 S+ROThemaBinnenstadKomen en gaan in debinnenstadDe Blob Eindhoven. Foto: RezwanHussain,The Vintage Nexgrapheropstand. De Nieuwmarktrellenmarkeren het keerpunt van Cityvor-ming naar `Bouwen voor de buurt'.Vanaf nu staat stadsvernieuwing inhet teken van de bewoners.Terug naar de stadAls het vertrek van kapitaalkrachtigebewoners en bedrijven economischvoelbaar wordt in de stad, past degemeente haar beleid weer aan. Is deaandacht de laatste decennia vooralgericht geweest op sociale woning-bouw, nu staat de bouw van duurderekoopwoningen en goede voorzienin-gen weer op de stedelijke agenda. Inde tweede helft van de jaren tachtigwerpt dit haar vruchten af en voelenkoopkrachtige bewoners zich weeraangetrokken tot de dynamiek van debinnenstad. Door de toegenomenwelvaart en vrije tijd bloeit hetuitgaansleven als nooit tevoren.Grand Cafe's, restaurants en terras-sen veroveren het straatbeeld endisco's zorgen ook in de avond voorvertier. Kleine kruideniers wordenopgeslokt door supermarkten maarhet winkelaanbod groeit. Er komenmeer speciaalzaken, en onder invloedvan steeds grote groep allochtonenwordt het aanbod exotischer. En ookevenementen krijgen een anderkarakter. Het aloude Koninginnedag,de bloemcorso's en Sinterklaasfees-ten worden steeds massaler. Via detelevisie ontdekt en geniet heelNederland mee.`Evenementen' is het nieuwe tover-woord dat in waarde toeneemtnaarmate webshops de verkoop vanwinkels overnemen. Funshoppen isnog altijd populair maar het geld roltsteeds minder hard en de faillisse-menten volgen elkaar in snel tempoop. Iedere grote of middelgrote stadheeft tegenwoordig wel een stads-manager die de binnenstad door dezeperiode van toenemende leegstandheen moet loodsen. Festivals zijn denieuwe motor waarbij Amsterdam dekroon spant met dit jaar 350 festivalsverdeeld over 22 weekenden. De eerstemorrende geluiden van bewoners dieweg willen omdat de stad overspoeldwordt door toeristen, zijn alweerhoorbaar.Nieuwe steden hebben het makkelijkerzoals we zien in Almere waar hetcentrum toe was aan verstedelijking.Een deel is gesloopt om ruimte temaken voor de gestapelde nieuwebinnenstad van Rem Koolhaas, metondergronds ruimte voor het verkeer,winkels in de tussenlaag en daarbovenop wonen in het groen.Ook het centrum van Eindhovenontbeerde de stedelijkheid die paste bijhaar nieuwe imago. De stad die deafgelopen jaren is uitgeroepen is tot`Slimste regio van de wereld', `City ofthe future' en ??n van de nieuwe SiliconValleys, trekt duizenden wetenschap-pers en studenten uit binnen- enbuitenland. Nadat Philips, de motor vanS+RO 2015/02 31ThemaBinnenstadKomen en gaan inde binnenstadEindhoven, in 1997 haar hoofdkantoorverplaatst naar Amsterdam, komt deontwikkeling in een stroomversnelling.Door de slimme samenwerking tussenlokale overheid, bedrijfsleven, universi-teiten en bewoners, en een grenzeloosambitieniveau, groeit de lokale econo-mie als kool, ook tijdens de crisis. Hetmeest bruisende stadsdeel is niet hetcentrum maar het voormalige Philip-sterrein Strijp-S, dat is ontwikkeld tothet creatieve en culturele hart van destad Eindhoven.Om het stoffige imago van het centrumop te vijzelen, krijgt het een nieuweentree gemarkeerd door twee totdesigncentrum getransformeerdePhilipsgebouwen, een enorme woonto-ren en De Blob, een technologischhoogstandje van glasarchitectuur. Eennieuw winkelcentrum legt de verbin-ding met het oude stadshart. Hoewelde winkels het ook hier niet makkelijkhebben, floreren en investeren winkelsals De Bijenkorf, de mega Zara en de op??n na grootste H&M van Nederland. Degrootste klapper is de vestiging van dePrimark waardoor het winkelendpubliek met een vijfde is toegenomen.Met het lichtfestival Glow en de DutchDesign Week, weet ook de rest vanNederland de stad inmiddels te vinden.Meegaan met de tijdSteden, jong en oud hebben zich in deloop der eeuwen altijd weer weten teloodsen door de nieuwe tijd. Tegenslagis overwonnen, nieuwe ontwikkelingenzijn ingepast met altijd in de hoofdrolde sleutelwoorden: flexibiliteit,bereikbaarheid en een gezonde balanstussen wonen, werken, toerisme enverkeer. De stad die meegaat met detijd, heeft de toekomst. Lees meer1 Abrahamse, Jaap Evert en Rutte, Reinout`Atlas van de verstedelijking in Nederland,Een overzicht van duizend jaar steden-bouw', in: Vitruvius, nummer 17, oktober2011.2 Bos, Ir A. (studiegroep onder leiding van),De stad der toekomst, de toekomst derstad, een stedebouwkundige en sociaal-culturele studie over de groeiende stads-gemeenschap, Rotterdam, 1946.3 Brinkgreve, G. (red.), Alarm in Amsterdamof het lot der oude binnensteden, Amster-dam, Elsevier, 1956.4 Jansen, Prof. Dr. G.H., Cultuurgeschiedenisvan de Hollandse stad tot 1900, een landvan steden, het spoor van de tijd, staats-uitgeverij 's-Gravenhage, 1984.5 Klerk, Len de , De modernisering van destad 1850-1914, De opkomst van de plan-matige stadsontwikkeling in Nederland,NAi Uitgevers, 2008.6 Metz, Tracy, Pret!, Leisure en landschap,NAi Uitgevers, 20027 Woud, Auke van der, Een nieuwe wereld,Het ontstaan van het moderne Nederland,Bert Bakker, Amsterdam, 2006.8 Woud, Auke van der, Koninkrijk vol Slop-pen, Achterbuurten en vuil in de negen-tiende eeuw, Bert Bakker, Amsterdam,2010.Coosje Berkelbach is architectuurhisto-ricus en werkt als zelfstandig projectlei-der, onderzoeker en schrijver.
Reacties