Stadsbewoners veranderen steeds vaker hun stenige straten in groenere gebieden. Zij nemen zelf het initiatief voor geveltuintjes, langs gevels groeiende klimplanten, struiken in grote bakken, bijenstroken en buurttuintjes. "Dergelijke initiatieven maken de stad steeds aantrekkelijker voor vogels en insecten. Maar het zou nog beter zijn als we veel meer bomen aan de stad toevoegen", zo zegt stedenbouwkundige Nanda Sluijsmans.
Sluijsmans is van huis uit stedenbouwkundige. Zij werkt samen met landschapsarchitecten aan een groene, aantrekkelijke leefomgeving, zowel in bestaand gebied als in nieuwbouwwijken. Zij ziet een tegenstelling tussen stad en platteland. “Op het platteland zien we vaak dat bewoners geneigd zijn gazons en heggen te vervangen door stenen en grind; donkergrijze onderhoudsarme vlaktes met soms een schriel boompje. De aangrenzende agrarische gronden ogen groen, maar hebben weinig tot geen waarde voor vogels en insecten. Terwijl in de stad steeds meer bewoners om groen vragen. Zij nemen zelf het initiatief voor beplanting naast de voordeur of tegen de gevel. Zo’n groene gevel is makkelijk te realiseren en vraagt in de praktijk niet veel onderhoud. Ook zie ik op nieuwbouwlocaties dat de beschikbare ruimte vaker anders wordt verdeeld. Parkeren wordt op loopafstand gebundeld, waardoor er op straat weer ruimte is voor voortuinen met bankjes en stroken met struiken en bomen. Dat geeft niet alleen een fijne verblijfsruimte; de biodiversiteit krijgt zo een grote impuls. In bestaande stadsstraten zie ik dat mensen vaker auto’s delen, waardoor ook daar ruimte voor meer groen ontstaat.”
Toegang tot de content van Ruimte en Wonen krijg je door middel van een persoonlijke licentie, waarm...
€ 0,00
Reacties