Driekwart van de woningvoorraad van de gemeente Leeuwarden is van voor 1975 en toch zet de lokale overheid in op verduurzaming en vooral het bewust maken van bewoners van stijgende woonlasten.
41TIJDSCHRIFT VOOR DE VOLKSHUISVESTING NUMMER 3 JUNI 2014ACHTERGRONDENERGIE ALS MOTOR VOORKWALITEITSSLAG WONINGENDOOR HANS VIERSTRA, GEMEENTE LEEUWARDENDe woningvoorraad van de gemeente Leeuwarden is relatiefoud: van de ca. 47.000 woningen zijn zo'n 37.000 voor 1975gebouwd, ofwel 78%. Ter vergelijk: in heel Nederland isdat 51%. Woningen van deze leeftijd die in de tussentijdniet ingrijpend zijn gerenoveerd, hebben meestal eenzwakke energetische kwaliteit. Met de corporaties hebben we afspra-ken gemaakt om hun voorraad versneld te verbeteren. Meer dan dehelft van de woningen van voor 1975 zijn in particulier eigendom(huur en koop). Vooral de woningen van bewoners met een kleine por-temonnee zijn aanleiding van zorg: vaak is bij hen de opgave hetgrootst.Nederland ? en ook Leeuwarden ? heeft een rijke geschiedenis van ste-delijke vernieuwing achter de rug. De afgelopen decennia is met veeloverheidsgeld de woningvoorraad verbeterd. Iedereen beseft dat dezetijden voorgoed voorbij zijn. Dit betekent dat we moeten zoeken naarnieuwe manieren om investeringen in de bestaande woningvoorraaduit te lokken.Leeuwarden zet in op het energiezuinig maken van woningen, het ver-duurzamen van de bestaande woningvoorraad. Het onderwerp leeft bijveel partijen: het rijk, de provincie, gemeente, wijkpanels, bedrijvenen burgers. Dit maakt de tijd geschikt om nieuwe allianties te smedenom daarmee het verduurzamen van de bestaande woningvoorraad zoeffectief en effici?nt mogelijk aan te pakken.De gemeente Leeuwarden ziet het als haar plicht om bewoners bewustte maken van de onderhoudsbehoefte van hun woning en de woonlas-ten (waaronder de stijgende energielasten) die hiermee gepaard gaan.Inwoners moeten zich gaan beseffen dat door stijgende energielastenhun totale woonlasten steeds hoger worden en hun bestedingsruimtenavenant kleiner: ook voor noodzakelijk onderhoud. Voor de eigenarendie (net) niet in staat zijn om de verduurzaming te financieren, heb-ben we de duurzaamheidslening ge?ntroduceerd. Dit is een laagren-tende lening (via het SVn) die bedoeld is voor eigenaren van eenwoning met een WOZ-waarde van maximaal 150.000. Onze verwach-ting is dat de besparing op de energielasten hoger is dan de maande-lijkse kosten van de lening. Ook kan in deze lening ander achterstalligonderhoud (max. 30% van de totale lening) worden meegenomen,zoals het herstellen van de dakgoot zodat de totale kwaliteit van dewoning verbetert.Naast bewustwording onder bewoners richt de inzet van de gemeentezich op een blijvende verandering van de markt. Er zijn veel partijenactief: aannemers, installateurs, glaszetters, schilders en banken. Defragmentatie van de aanbiedersmarkt maakt het voor huishoudenslastiger om hun woning integraal aan te pakken. Vandaar dat degemeente samenwerking tussen partijen actief bevordert. Momenteelzijn er lokaal al vijf consortia actief geworden, waarin vragende huis-houdens een integraal aanbod kunnen krijgen. Hiermee ontstaat debenodigde massa die nodig is om de verduurzaming te versnellen.De resultaten tot nu toe zijn hoopvol. Los van de vijf consortia zijn erpartijen die de beschikbaarheid van de duurzaamheidslening gebrui-ken om particulieren over te halen. Daarnaast ontstaan er her en derbuurtinitiatieven, waarbij bewoners gezamenlijk inzetten op energie-besparing.Ondanks deze lichtpuntjes is er nog een lange weg te gaan, voordatonze ambities op het vlak van verduurzaming binnen handbereik zijn.We zitten middenin de transitie van een markt van solitaire aanbie-ders naar die van consortia. Daarnaast kost het tijd om te komen toteen volwassen vraagmarkt. De middelen die extra beschikbaar komenvoor energiebesparing (Energieakkoord, provinciale middelen) willenwe hiervoor maximaal inzetten.Driekwart van de woningvoorraad van de gemeente Leeuwarden is van voor 1975 en toch zet delokale overheid in op verduurzaming en vooral het bewust maken van bewoners van stijgendewoonlasten.
Reacties